Abarth 500 2015 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2015, Model line: 500, Model: Abarth 500 2015Pages: 211, PDF Size: 15.91 MB
Page 161 of 211

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Conditie/slijtage banden controleren en bandenspanning,
indien nodig, herstellen; vervaldatum lading “Fix&Go
Automatic” kit controleren (voor bepaalde versies/markten)●●●●●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,
enz.) controleren●●●●●●●●●●
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen
(motorkoelvloeistof, remmen/hydraulische koppeling,
ruitensproeiers, accu enz.)●●●●●●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●●●●●●
De diagnosestekker gebruiken om de werking van het
brandstoftoevoer-/motormanagementsysteem en de
emissie te controleren; en voor bepaalde versies/markten,
de verslechtering van de motorolie●●●●●●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem) en rubber
elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)●●●●●
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/
achter controleren●●●●●
157
Page 162 of 211

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem controleren
en zo nodig de sproeiers afstellen●●●●●
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil
controleren, schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●
Werking cabriodak tijdens sluiten en openen controleren;
pakkingen en smering van geleiders canvasdoek
controleren (alleen versies met cabriodak)●●●●●●●●●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor en
achter visueel controleren en de werking van
remblokslijtagesensor controleren (voor bepaalde versies/
markten)●●●●●●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel
controleren●
Spanning aandrijfriem(en) hulporganen controleren en
indien nodig afstellen●●
Conditie getande distributieriem visueel controleren●
Motorolie verversen en oliefilter vervangen●●●●●●●●●●
158
ONDERHOUD EN ZORG
Page 163 of 211

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Bougies vervangen (1)●●●●●
De getande distributieriem vervangen(2)
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen(2)
(1) De volgende zaken zijn van essentieel belang om de correcte werking te garanderen en ernstige schade aan de motor te voorkomen: gebruik uitsluitend bougies
van hetzelfde merk en type die speciaal gecertificeerd zijn voor 1.4 Turbo benzine Abarth motoren (zie de informatie in de paragraaf "Motor"); houd u strikt aan
het vervangingsinterval van de bougies dat vermeld is in het Geprogrammeerde Onderhoudsschema; geadviseerd wordt contact op te nemen met het Abarth
Servicenetwerk om de bougies te laten vervangen.
(2) Voor gebieden waar weinig stof is wordt een maximale kilometerstand van 120.000 km aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand moet de riem om de 6 jaar
vervangen worden.
In stoffige omgevingen en/of gebruik van het voertuig onder zware omstandigheden (koude klimaten, gebruik in de stad, periodes van langdurig stationair lopen):
wordt een maximale kilometerstand van 60.000 km aanbevolen. Ongeacht de kilometerstand, moet de riem om de 4 jaar vervangen worden.
159
Page 164 of 211

km x 1000 15 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren 12345678910
Het luchtfilterelement vervangen (3)●●●●●
Remvloeistof verversen●●●●●
Interieurfilter vervangen (3) (O) (●)O●O●O●O●O●
(3) As het voertuig gebruikt wordt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15.000 km vervangen worden.
(O) Aanbevolen werkzaamheden
(●) Verplichte werkzaamheden
160
ONDERHOUD EN ZORG
Page 165 of 211

PERIODIEKE
CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
❒niveau motorkoelvloeistof;
❒remvloeistofniveau;
❒vloeistofniveau ruitensproeier;
❒conditie en spanning banden;
❒werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, enz..);
❒werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen
voor/achter.
Elke 3.000 km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
Het gebruik van PETRONAS
LUBRICANTS producten wordt
aanbevolen, omdat deze speciaal voor
Abarth auto's zijn ontworpen en
geproduceerd (zie tabel “Inhouden” in
het hoofdstuk “Technische gegevens”).
INTENSIEF GEBRUIK
VAN DE AUTO
Als vooral een intensief gebruik van de
auto wordt gemaakt, zoals:
❒het trekken van aanhangers of
caravans;
❒het rijden op stoffige wegen;
❒talrijke korte ritten (minder dan 7-8
km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
❒de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden
bij lage snelheden of als de auto lang
niet wordt gebruikt;
dienen de volgende controles vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven
in het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
❒remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
❒sloten van motorkap en achterklep
op aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
❒visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat,
brandstof- en remsysteem) en rubber
elementen (hoezen, balgen, bussen
enz.);❒laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
❒conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
❒motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
❒pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
❒luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen.
161
Page 166 of 211

NIVEAUS CONTROLEREN
29)
130) 131).
A. Vulopening motorolie – B. Motoroliepeilstok – C. Motorkoelvloeistof – D. Ruitensproeiervloeistof – E. Remvloeistof – F. Accu
128AB0A0110
162
ONDERHOUD EN ZORG
Page 167 of 211

MOTOROLIE
30)
3)
Controleer ongeveer enkele minuten
(ongeveer 5) na het uitzetten van de
motor het oliepeil met de auto op een
horizontale ondergrond.
Neem de oliepeilstok B uit, maak hem
schoon met een niet pluizende doek en
breng hem weer in. Neem de
motoroliepeilstok weer uit en controleer
of het peil tussen het MIN- en
MAX-teken op de peilstok staat.
Het verschil tussen het MIN en
MAX-teken komt overeen met ongeveer
1 liter olie.
Wanneer het olieniveau dichtbij of onder
het MIN-teken komt, moet olie worden
bijgevuld via de vulopening A tot aan
het MAX-teken.
Het olieniveau mag nooit boven het
MAX-teken komen.
Motorolieverbruik
Gewoonlijk ligt het maximaal
motorolieverbruik op 400 gram per
1000 km.
Wanneer de auto nieuw is, moet de
motor ingereden worden. Daarom is het
motorolieverbruik pas stabiel na de
eerste 5.000 - 6.000 km.BELANGRIJK Het motorolieverbruik
hangt af van de rijstijl en de
omstandigheden waaronder het
voertuig wordt gebruikt.
BELANGRIJK Laat na het bijvullen of
het verversen van motorolie de motor
enkele seconden draaien alvorens
de motor uit te zetten en wacht enkele
minuten alvorens het oliepeil te
controleren.
MOTORKOELVLOEISTOF
Controleer het koelvloeistofniveau bij
koude motor. Het niveau moet tussen
het MIN- en MAX teken op het reservoir
staan.
Als het niveau te laag is, maak de
reservoirdop C fig. 128 los en vul de
vloeistof bij zoals vermeld in het
hoofdstuk "Technische gegevens".
31)
132)
VLOEISTOF VOOR
RUITENSPROEIERS/
ACHTERRUITSPROEIER
Controleer het vloeistofniveau in het
reservoir.
Als het niveau te laag is, maak de
reservoirdop D fig. 128 los en vul de
vloeistof bij zoals vermeld in het
hoofdstuk "Technische gegevens".Na het bijvullen, dop D dichtdraaien,
controleren of hij goed vastzit.
REMVLOEISTOF
Controleer of het vloeistofniveau op het
maximum peil staat (het niveau mag
nooit boven het MAX-teken komen).
Als het vloeistofniveau te laag is, draai
de reservoirdop E fig. 128 los en vul de
vloeistof bij zoals vermeld in het
hoofdstuk "Technische gegevens".
134) 135)
32)
BELANGRIJK Reinig zorgvuldig de
reservoirdop en het omliggende
oppervlak van de vulopening.
Zorg er goed voor dat er geen
verontreinigingen in het reservoir
terechtkomen als de dop geopend
wordt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een
trechter met fijne zeef van maximaal
0,12 mm.
163
Page 168 of 211

BELANGRIJK Remvloeistof is
hygroscopisch (d.w.z. trekt water aan).
Daarom moet, als de auto voornamelijk
gebruikt wordt in gebieden met hoge
luchtvochtigheid, de vloeistof vaker
worden vervangen dan is aangegeven
in het “Geprogrammeerd
Onderhoudsschema”.
BELANGRIJK
29) Wees voorzichtig bij het bijvullen
en meng nooit verschillende
soorten vloeistoffen: alle
vloeistoffen zijn specifiek en het
mengen ervan kan het voertuig
ernstig beschadigen.
30) Vul geen olie bij met andere
kenmerken dan de olie waarmee
de motor is gevuld. Het
motorkoelsysteem moet worden
gevuld met31) PARAFLU
UPantivries. Vul
koelvloeistof bij met dezelfde
kenmerken als de koelvloeistof
waarmee het koelsysteem reeds is
gevuld. PARAFLU
UPmag niet
met andere typen vloeistoffen
worden gemengd. Mocht dit toch
gebeuren, start de motor dan in
geen geval en neem contact op
met het Abarth Servicenetwerk.
32) Vermijd dat remvloeistof, die
uiterst corrosief is, in contact
komt met gelakte zones. Spoel bij
contact onmiddellijk af met water.
BELANGRIJK
3) Gebruikte motorolie en oliefilters
bevatten stoffen die schadelijk
zijn voor het milieu. Geadviseerd
wordt naar een werkplaats van
het Abarth Servicenetwerk te
gaan om de olie en het oliefilter te
laten vervangen.
BELANGRIJK
130) Rook nooit tijdens het uitvoeren
van werkzaamheden in de
motorruimte: er kunnen
ontvlambare gassen en dampen
vrijkomen die brand kunnen
veroorzaken.
131) Wees erg voorzichtig bij het
uitvoeren van werkzaamheden
in de motorruimte wanneer de
motor nog warm is: gevaar voor
brandwonden. Vergeet niet dat bij
een warme motor de ventilator
onverwacht kan inschakelen: kans
op verwonding. Sjaals, dassen of
loszittende kledingstukken
kunnen door de bewegende
onderdelen worden vastgegrepen.
132) Het koelsysteem staat onder
druk. Vervang indien nodig de
dop alleen door een origineel
exemplaar om de werking van het
systeem niet negatief te
beïnvloeden. Draai bij warme
motor de dop van het reservoir
niet los: gevaar voor
brandwonden.
164
ONDERHOUD EN ZORG
Page 169 of 211

133) Rijd nooit met een leeg
ruitensproeierreservoir:
ruitensproeiers zijn van
fundamenteel belang voor een
goed zicht. Sommige in de handel
verkrijgbare
ruitensproeiervloeistoffen zijn
licht ontvlambaar. De motorruimte
omvat warme onderdelen die bij
contact met de vloeistof brand
kunnen veroorzaken.
134) Remvloeistof is giftig en uiterst
corrosief. Als er per ongeluk
remvloeistof gemorst wordt,
moeten de betrokken delen
onmiddellijk worden gewassen
met water en neutrale zeep.
Vervolgens met veel water
afspoelen. In geval van inslikken
onmiddellijk een arts raadplegen.
135) Het symbool
op het reservoir
geeft aan dat een synthetische
remvloeistof moet worden
gebruikt, dus geen minerale
remvloeistof. Het gebruik van
minerale vloeistoffen kan de
speciale rubberen pakkingen in
het remsysteem onherstelbaar
beschadigen.
LUCHTFILTER/
POLLENFILTER
Neem voor het vervangen van de filters
contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
ACCU
Het voertuig is voorzien van een
onderhoudsarme accu: onder normale
gebruiksomstandigheden hoeft er
niet bijgevuld te worden met elektrolyt
en gedestilleerd water.
ACCULADING EN
ELEKTROLYTNIVEAU
CONTROLEREN
De werkzaamheden moeten uitgevoerd
worden zoals beschreven in dit
Instructieboek en uitsluitend door
gespecialiseerd personeel. Het bijvullen
mag uitsluitend door deskundig
personeel van het Abarth
Servicenetwerk worden verricht.
ACCU VERVANGEN
136) 137) 138) 139)
33)
4)
Vervang indien nodig de accu door een
andere originele accu met dezelfde
specificaties.
Als de accu vervangen wordt door een
accu met andere specificaties, dan
zijn de onderhoudsintervallen die in het
“Onderhoudsschema” van dit
hoofdstuk zijn vermeld, niet meer
geldig.
165
Page 170 of 211

Volg de aanwijzingen van de fabrikant
van de accu voor het onderhoud.
NUTTIG ADVIES OM DE
LEVENSDUUR VAN DE
ACCU TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om het snel ontladen van de accu te
voorkomen en de levensduur te
verlengen:
❒wanneer de auto wordt geparkeerd,
controleer dan of de portieren, de
motorkap en de achterklep goed
gesloten zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de interieurverlichting
blijft branden.
❒schakel de interieurverlichting uit: de
auto is in ieder geval uitgerust met
een systeem voor automatische
uitschakeling van de
interieurverlichting;
❒houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, etc.) niet te
lang ingeschakeld wanneer de motor
is uitgezet;
❒maak, voordat er werkzaamheden
aan de elektrische installatie worden
uitgevoerd, de minpool van de accu
los;
❒trek de accuklemmen stevig aan.BELANGRIJK Als het ladingsniveau
gedurende langere tijd onder 50% blijft,
raakt de accu door sulfatering
beschadigd. Hierdoor verminderen de
capaciteit en het startvermogen.
De accu is in dit geval ook gevoeliger
voor bevriezing (dit kan reeds bij
temperaturen van -10°C gebeuren). Als
het voertuig langere tijd niet gebruikt
wordt, zie dan "Langdurige stilstand
van de auto” in het hoofdstuk "Starten
en rijden".
Als men na aanschaf van het voertuig
elektrische accessoires wil monteren
die constante elektrische voeding nodig
hebben (diefstalalarm, enz.) of veel
stroom verbruiken, dient men contact
op te nemen met het gespecialiseerde
personeel van het Abarth
Servicenetwerk. Zij kunnen het totale
stroomverbruik beoordelen en
controleren of de elektrische installatie
hierop berekend is en of het
noodzakelijk is een accu met een
grotere capaciteit te monteren.
Er zijn namelijk ook apparaten die bij
afgezette motor stroom blijven
verbruiken en op deze manier de accu
ontladen.
BELANGRIJK
136) Accuvloeistof is giftig en
corrosief. Vermijd contact met
huid en ogen. Houd open vuur en
bronnen van vonken uit de buurt
van de accu: brand- en
ontploffingsgevaar.
137) Als de accu met een te laag
vloeistofniveau werkt, kan hij
onherstelbaar beschadigd raken
en zelfs ontploffen.
138) Als het voertuig langdurig
gestald moet worden bij zeer lage
temperaturen, verwijder de accu
dan en breng deze naar een
verwarmde plek, om bevriezing te
voorkomen.
139) Als er werkzaamheden aan of in
de buurt van de accu uitgevoerd
moeten worden, altijd uw ogen
beschermen met een
veiligheidsbril.
166
ONDERHOUD EN ZORG