Abarth 500 2016 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2016, Model line: 500, Model: Abarth 500 2016Pages: 211, PDF Size: 15.91 MB
Page 21 of 211

Afstelling rugleuning
Draai aan knop B fig. 16 tot de
gewenste stand is bereikt.
Opklappen van de rugleuning
Om de rugleuning neer te klappen,
hendel C fig. 17 (op de rugleuning) naar
boven trekken; vervolgens loslaten en,
terwijl tegen de rugleuning geduwd
wordt, de stoel naar voren schuiven.
BELANGRIJK
6) De verstelling mag alleen bij
stilstaande auto gebeuren.
7) Controleer na het loslaten van de
hendel of de stoel goed
geblokkeerd is door hem naar
voren en naar achteren te
schuiven. Als de stoel niet
geblokkeerd is, kan hij plotseling
verschuiven met mogelijk verlies
van controle over de auto tot
gevolg.
HOOFDSTEUNEN
ACHTER
(voor bepaalde versies/markten)
Om de hoofdsteunen achter te
verwijderen, tegelijk op de knoppen B
en C fig. 18 op beide kanten van de
steunen drukken en ze naar boven
trekken. Om de achterste hoofdsteunen
te verwijderen moet de achterklep zijn
geopend of de rugleuning zijn
vrijgemaakt en naar voren zijn geklapt.
Om de hoofdsteun in de juiste stand
te zetten, naar boven trekken tot hij
vastklikt.
17AB0A0016
18AB0A0017
17
Page 22 of 211

Om de hoofdsteun omlaag te brengen,
op knop B fig. 18 drukken. De
bijzondere vormgeving van de
hoofdsteun verhindert opzettelijk dat de
passagier op de achterbank op de
juiste wijze tegen de rugleuning steunt,
zo wordt hij/zij gedwongen de
hoofdsteun in de juiste stand te zetten.
BELANGRIJK Zet, als de achterste
zitplaatsen worden gebruikt, de
hoofdsteunen altijd in de "volledig
uitgetrokken" stand.STUURWIEL
Het stuurwiel kan verticaal worden
versteld.
Om het stuurwiel te verstellen de
hendel fig. 19 omlaag zetten naar stand
2. Stel het stuurwiel af in de meest
geschikte stand en vergrendel het door
hendel A in stand 1 te zetten.
8) 9)
BELANGRIJK
8) Instellingen mogen uitsluitend
gemaakt worden als het voertuig
stilstaat en de motor is
uitgeschakeld.
9) Demontage-/
montagewerkzaamheden,
waarvoor wijzigingen in de
stuurinrichting of de stuurkolom
vereist zijn (bijv. installatie van
een diefstalbeveiliging) zijn ten
strengste verboden. Zulke
werkzaamheden kunnen de
prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar
brengen waardoor de auto niet
meer aan de typegoedkeuring
voldoet.
19AB0A0018
18
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 23 of 211

ACHTERUITKI-
BINNENSPIEGEL
Deze spiegel is voorzien van een
beveiligingsmechanisme dat ervoor
zorgt dat de spiegel losschiet bij een
heftige botsing met de passagier. Met
hendeltje A fig. 20 kan de spiegel in
twee standen gezet worden: normaal of
anti-verblindingsstand.
ELEKTRONISCH
DIMBARE
ACHTERUITKIJKSPIEGEL
(voor bepaalde versies/markten)
Sommige versies zijn voorzien van een
elektrochromatische spiegel met
automatische anti-verblindingsfunctie.Op het onderste deel van de spiegel zit
een AAN/UIT knop om de elektronische
dimfunctie in/uit te schakelen.
Wanneer de functie actief is, brandt er
een led op de spiegel. Bij inschakeling
van de achteruit, wordt de spiegel
automatisch ingesteld op de dagstand.
ZIJSPIEGELS
Met elektrische
verstelling
Ga als volgt te werk:
❒selecteer de spiegel met
keuzeschakelaar B fig. 21;
❒gebruik de joystick A fig. 21 om de
spiegel in de vier richtingen te
verstellen.SPIEGELS INKLAPPEN
Indien nodig (bijvoorbeeld bij nauwe
doorgangen) kunnen de buitenspiegels
ingeklapt worden door ze van stand
1 (open) in stand 2 (gesloten) fig. 22 te
zetten.
10) 11)
BELANGRIJK
10) Tijdens het rijden moeten de
spiegels altijd in stand 1 staan.
11) Omdat de buitenspiegels bol zijn,
kan de waarneming van de
afstand iets beïnvloed worden.
20AB0A0019
21AB0A0020
22AB0A0021
19
JKSPIEGELS
Page 24 of 211

KLIMAATCOMFORT
LUCHTROOSTERS
1. Luchtroosters voor het ontdooien of ontwasemen van de voorruit 2. Verstelbare en richtbare luchtroosters in het midden 3. Verstelbare en
richtbare luchtroosters aan de zijkant 4. Vaste luchtroosters voor zijruiten 5. Luchtroosters onder
23AB0A0022
20
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 25 of 211

VERWARMING EN VENTILATIE.
BEDIENINGSELEMENTEN
24AB0A0222
21
Page 26 of 211

ADraaiknop voor luchttemperatuur
(rood = warm, blauw = koud)
BDraaiknop voor ventilatorsnelheid
OpmerkingDraai de knop naar 0 om
de luchtstroom uit de roosters te
onderbreken.
CLuchtrecirculatieknop:(interne
luchtrecirculatie) of
(luchttoevoer van buitenaf)
BELANGRIJK Geadviseerd wordt de
interne luchtrecirculatie in te schakelen
in de file of in tunnels, om te voorkomen
dat vervuilde lucht in het interieur komt.
Gebruik de functie echter niet
langdurig, vooral als er meerdere
passagiers aan boord zijn, om beslagen
ruiten te voorkomen.
DDraaiknop luchtverdeling
naar het lichaam en de zijruiten
naar het lichaam, de zijruiten en de
voeten
alleen naar de voeten
naar de voeten en de voorruit
alleen naar de voorruit.
EKnop voor in-/uitschakeling
achterruitverwarming. De led op de
knop gaat branden om aan te geven
dat de functie is ingeschakeld. Om de
accu efficiënt te houden, is de functie
tijdgeregeld en wordt na ongeveer
20 minuten automatisch
uitgeschakeld.
Snel ontwasemen/
ontdooien van de
voorruit
Ga als volgt te werk:
❒draai knop A naar het rode gebied;
❒draai de knop C naar
;
❒draai knop D naar
❒draai knop B naar 4(maximum
ventilatorsnelheid).
22
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 27 of 211

HANDBEDIENDE KLIMAATREGELING
(voor bepaalde versies/markten).
BEDIENINGSELEMENTEN
25AB0A0223
23
Page 28 of 211

ADraaiknop voor luchttemperatuur
(rood = warm, blauw = koud) fig. 25
BDraaiknop voor ventilatorsnelheid en
inschakeling/uitschakeling
airconditioning fig. 25. Druk op de
knop om de airconditioning in te
schakelen: de led op de knop gaat
branden. Dit zorgt voor een snelle
koeling van het interieur.
OpmerkingDraai de knop naar 0 om
de luchtstroom uit de roosters te
onderbreken.
CSchuifje luchtrecirculatie fig. 25
interne luchtrecirculatie
luchttoevoer van buitenaf
BELANGRIJK Geadviseerd wordt de
interne luchtrecirculatie in te schakelen
in de file of in tunnels, om te voorkomen
dat vervuilde lucht in het interieur komt.
Gebruik de functie echter niet
langdurig, vooral als er meerdere
passagiers aan boord zijn, om beslagen
ruiten te voorkomen.
DDraaiknop luchtverdeling fig. 25
naar het lichaam en de zijruiten
naar het lichaam, de zijruiten en de
voeten
alleen naar de voeten
naar de voeten en de voorruit
alleen naar de voorruit
E
Knop voor in-/uitschakeling
achterruitverwarming fig. 25.
De led op de knop gaat branden om
aan te geven dat de functie is
ingeschakeld.
Om de accu efficiënt te houden, wordt
de functie na ongeveer 20 minuten
automatisch uitgeschakeld.
Snel ontwasemen/
ontdooien van de
voorruit en de voorste
zijruiten (MAX-DEF)
Ga als volgt te werk:
❒draai knop A naar het rode gebied;
❒draai de knop C naar
;
❒draai knop D naar
❒draai knop B naar 4(maximum
ventilatorsnelheid).
BELANGRIJK De airconditioning is zeer
nuttig om het ontwasemen te
versnellen, aangezien de lucht wordt
ontvochtigd. Zet de knoppen dus zoals
hierboven is beschreven en druk op
knop B om de klimaatregeling in te
schakelen: de led op de knop gaat
branden.ONDERHOUD VAN HET
SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning
minstens eens per maand ongeveer
10 minuten in. Laat vóór het begin van
het zomerseizoen het systeem
controleren door het Abarth
Servicenetwerk.
24
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 29 of 211

AUTOMATISCHE KLIMAATREGELING
(voor bepaalde versies/markten).
BEDIENINGSELEMENTEN
26AB0A0224
25
Page 30 of 211

Op basis van de ingestelde
temperatuur regelt het systeem:fig. 26
automatisch:
❒de temperatuur van de luchttoevoer
in het interieur;
❒de ventilatorsnelheid (traploze
regeling van de luchtstroom);
❒de verdeling van de lucht in het
interieur;
❒inschakeling/uitschakeling van de
compressor (voor koelen/
ontvochtigen van de lucht);
❒interne luchtrecirculatie aan/uit.
Alle bovengenoemde functies kunnen
handmatig gewijzigd worden door
het selecteren van de gewenste
functie(s).
De handmatige instelling van een
functie is niet van invloed op de
automatische regeling van de andere
functies, zelfs niet als de led op de
AUTO-knop uit is.AUTO-knop (functie
automatische
klimaatregeling aan)
Wanneer de AUTO-knop wordt
ingedrukt en de gewenste temperatuur
is ingesteld, past het systeem
luchttemperatuur, hoeveelheid en
verdeling in het interieur aan en regelt
de werking van de compressor.
Knop
(compressor
klimaatregeling aan/uit)
Druk op de knop wanneer de led
brandt om de compressor en de led uit
te schakelen.
Wanneer de compressor is
uitgeschakeld:
❒schakelt het systeem de
luchtrecirculatie uit om te voorkomen
dat de ruiten beslaan;
❒is het niet mogelijk om lucht naar het
interieur te voeren met een lagere
temperatuur dan de
buitentemperatuur (de temperatuur
aangegeven op het display gaat
knipperen als het systeem niet de
gewenste comfortsituatie kan
garanderen);❒kan de ventilatorsnelheid handmatig
gereset worden (bij ingeschakelde
compressor kan de ventilatie niet
onder een streepje op het display
zakken).
OFF-knop
(klimaatregeling uit)
Als de OFF-knop wordt ingedrukt,
wordt de klimaatregeling uitgeschakeld.
Bij uitgeschakelde klimaatregeling:
❒alle leds zijn uit;
❒het display van de ingestelde
temperatuur is uit;
❒de luchtrecirculatie is uit;
❒de compressor is uitgeschakeld;
❒de ventilator is uitgeschakeld.
In deze toestand kan de
luchtrecirculatie aan- of uitgeschakeld
worden zonder de klimaatregeling in
te schakelen.
Knop
(interne
luchtrecirculatie aan/
uit)
Geadviseerd wordt de interne
luchtrecirculatie in te schakelen in de file
of in tunnels, om te voorkomen dat er
vervuilde lucht in het interieur komt.
Led op knop AAN = recirculatie AAN.
26
WEGWIJS IN UW AUTO