Abarth 500 2016 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2016, Model line: 500, Model: Abarth 500 2016Pages: 211, PDF Size: 15.91 MB
Page 51 of 211

30) Verdeel de lading gelijkmatig en
houd bij het rijden rekening met
een verhoogde
zijwindgevoeligheid. Controleer na
enkele kilometers of de bouten
van de bevestigingspunten nog
goed zijn vastgedraaid.KOPLAMPEN
LICHTBUNDEL
AFSTELLEN
Een goede afstelling van de koplampen
is belangrijk voor het comfort en de
veiligheid van de bestuurder en alle
overige weggebruikers. Dit wordt
bovendien geregeld door specifieke
voorschriften van de
wegenverkeerswetgeving.
De koplampen moeten juist gericht zijn
om de beste zichtcondities aan alle
bestuurders te garanderen, terwijl met
ingeschakelde koplampen wordt
gereden.
Neem contact op met het Abarth
Servicenetwerk om ze correct te laten
afstellen.
Controleer de afstelling van de
lichtbundel telkens als het gewicht of de
verdeling van de lading verandert.
BELANGRIJK Als de (Xenon)
koplampen met gasontlading (voor
bepaalde versies/markten) zijn
ingeschakeld, is het normaal dat de
parabolen en de lichtbundel ongeveer 2
seconden verticaal bewegen totdat de
correcte hoogte van de koplampen
is gestabiliseerd.HOOGTEREGELING
KOPLAMPEN
De hoogteregeling werkt met de
contactsleutel in de stand MAR en
ingeschakelde dimlichten.
Hoogteregeling
koplampen
Als de auto beladen is, helt hij
achterover. Dit betekent dat de
lichtbundel hoger wordt gericht.
Herstel in dat geval de juiste uitlijning
met de bedieningsknoppen+en–
De ingestelde stand wordt op het
display weergegeven.
Stand 0 - een of twee personen op de
voorstoelen.
Stand1-4personen.
59AB0A0002
47
fig. 59.
Page 52 of 211

Stand2-4personen + bagage in de
bagageruimte.
Stand 3 - bestuurder + maximum
toegestane lading in de bagageruimte.
BELANGRIJK Xenon koplampen met
gasontlading worden automatisch
geregeld. De koplampafstelling is
elektronisch en kan dus niet handmatig
worden geregeld met de knoppen+
en–.
MISTLAMPEN
AFSTELLEN
(voor bepaalde versies/markten)
Neem contact op met het Abarth
Servicenetwerk om de mistlampen
correct te laten afstellen.
KOPLAMPAFSTELLING IN
HET BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor
gebruik in het land waar de auto
oorspronkelijk is gekocht. Als gereden
wordt in landen waar op de andere
weghelft wordt gereden, moeten, om
verblinding van tegenliggers te
voorkomen, delen van de koplamp
worden afgedekt overeenkomstig de
wegenverkeerswetgeving van het
betreffende land.ESC-SYSTEEM
IN HET KORT
Het ESC-systeem verbetert de
richtingscontrole en stabiliteit van de
auto onder diverse
rijomstandigheden.
Het ESC-systeem corrigeert het
onderstuur en overstuur van de auto
door de remkracht naar de juiste
wielen te sturen. Ook het door de
motor geleverde koppel kan
verminderd worden om de controle
over de auto te behouden.
Het systeem herkent potentieel
gevaarlijke situaties voor de stabiliteit
van de auto en grijpt automatisch en op
gedifferentieerde manier in op de
remmen van de vier wielen door een
stabiliserend koppel te leveren.
Het ESC systeem bestaat uit de
volgende subsystemen:
❒EBD
❒ABS
❒ASR
❒HILL HOLDER
❒HBA❒MSR
❒TTC
INSCHAKELING VAN HET
SYSTEEM
Het ESC-systeem wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de motor wordt
gestart; het kan niet worden
uitgeschakeld.
INWERKINGTREDING VAN
HET SYSTEEM
Dit wordt aangegeven door het
knipperen van het ESC-
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel, om de bestuurder
te waarschuwen dat de stabiliteit en
de grip van de auto kritiek zijn.
EBD-SYSTEEM
(Electronic Brakeforce
Distribution)
Dit systeem (dat niet uitgeschakeld kan
worden) herkent eventuele noodstops
op basis van de snelheid waarmee
het rempedaal wordt ingetrapt en levert
een extra hydraulische remdruk om
de door de bestuurder geleverd druk te
ondersteunen. Hierdoor kan het
remsysteem sneller en krachtiger
ingrijpen.
48
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 53 of 211

ABS
Dit systeem, dat deel uitmaakt van het
remsysteem, voorkomt het blokkeren of
slippen van een of meerdere wielen op
alle soorten wegdek en ongeacht de
kracht van de remwerking, zodat de
auto ook tijdens paniekremmen onder
controle gehouden kan worden en
de remweg wordt geoptimaliseerd.
Het systeem grijpt in tijdens het
remmen wanneer de wielen dreigen te
blokkeren tijdens paniekremmen of
onder slechte adhesiecondities, waarbij
blokkering vaker kan voorkomen.
Het systeem verhoogt tevens de
controleerbaarheid en stabiliteit van de
auto wanneer op oppervlakken met
verschillende grip voor de wielen aan
rechter- en linkerzijde of in bochten
wordt geremd.
Inwerkingtreding van
het systeem
Een licht pulseren van het rempedaal en
geluid duiden op het inwerkingtreden
van het ABS: dit zijn volledig normale
verschijnselen
31) 32) 33) 34) 35) 36) 37)
ASR-SYSTEEM (AntiSlip
Regulation)
Dit systeem maakt deel uit van het
ESC-systeem en grijpt automatisch in
als één of beide aangedreven wielen
slippen, grip verliezen op natte wegen
(aquaplaning) en tijdens het optrekken
op glad, besneeuwd of met ijzel bedekt
wegdek, enz.
Afhankelijk van de slipcondities, kunnen
twee verschillende regelsystemen
worden geactiveerd:
❒als beide aangedreven wielen
doorslippen, grijpt het ASR-systeem
in door het door de motor
doorgegeven vermogen te
reduceren;
❒als slechts één aangedreven wiel
doorslipt, grijpt het ook automatisch
in door het doorslippende wiel af
te remmen.
Inwerkingtreding van
het systeem
Dit wordt aangegeven door het
knipperen van het lampje op het
instrumentenpaneel, om de bestuurder
te waarschuwen dat de stabiliteit en
de grip van de auto kritiek zijn.
38) 39) 40) 41)
HILL HOLDER-SYSTEEM
Dit systeem is een onderdeel van het
ESC-systeem en assisteert de
bestuurder bij het wegrijden op
hellingen in de volgende gevallen:
❒helling omhoog: auto stilstaand op
een weg met een hellingsgraad van
meer dan 5%, draaiende motor,
ingetrapt rempedaal en de
versnellingsbak in de vrijstand of met
ingeschakelde versnelling (andere
dan achteruit);
❒helling omlaag: auto stilstaand op
een weg met een hellingsgraad
van meer dan 5%, draaiende motor,
ingetrapt rempedaal en
ingeschakelde achteruitversnelling.
Tijdens het wegrijden houdt de
regeleenheid van het ESC-systeem de
wielen geremd, totdat het nodige
motorkoppel is bereikt om te kunnen
wegrijden, of in ieder geval maximaal 2
seconden, zodat de bestuurder de
tijd heeft om de rechtervoet van het
rempedaal naar het gaspedaal te
verplaatsen.
49
Page 54 of 211

Als na twee seconden niet wordt
weggereden, wordt het systeem
automatisch uitgeschakeld en wordt de
remdruk geleidelijk gereduceerd.
Tijdens deze fase kan een typisch
mechanisch remgeluid gehoord
worden, wat aangeeft dat de auto zich
begint te verplaatsen.
42) 43)
HBA-SYSTEEM
(Hydraulic Brake Assist)
Dit systeem maakt deel uit van het
ESC-systeem en grijpt automatisch in
als één of beide aangedreven wielen
slippen, grip verliezen op natte wegen
(aquaplaning) en tijdens het optrekken
op glad, besneeuwd of met ijzel bedekt
wegdek, enz.
Het HBA-systeem is ontworpen om het
remvermogen van de auto tijdens
noodremmen te verbeteren.
Het systeem detecteert het
noodremmen door de snelheid en de
kracht waarmee het rempedaal wordt
ingetrapt te controleren en past
vervolgens de optimale remdruk toe. Dit
kan de remweg verkorten en dus vormt
het HBA-systeem een aanvulling op
het ABS.Er wordt maximale assistentie van het
HBA-systeem verkregen als het
rempedaal zeer snel wordt ingetrapt;
tevens moet het rempedaal continu,
dus niet intermitterend, ingetrapt
worden tijdens het remmen, om
voordelen van het systeem te
verkrijgen.
Verminder niet de druk op het
rempedaal zolang geremd moet
worden.
Het HBA-systeem wordt uitgeschakeld
wanneer het rempedaal wordt
losgelaten.
44) 45) 46) 47)
MSR-SYSTEEM (Motor
Schleppmoment
Regelung)
Dit systeem is een onderdeel van het
ABS-systeem dat bij bruusk
terugschakelen ingrijpt door het
motorkoppel te regelen, zodat
overmatige aandrijving op de
aangedreven wielen wordt voorkomen,
wat vooral bij slechte gripcondities
tot verlies van stabiliteit van de auto kan
leiden.TTC-SYSTEEM (Torque
Transfer Control)
Dit systeem is een onderdeel van het
ESC-systeem. Het verbetert de
overdracht van het motorkoppel op de
wielen waardoor een veiliger
weggedrag en gevoeligere besturing
kan worden verzekerd, in het bijzonder
bij bochtenwerk, waarbij onderstuur
in de kiem gesmoord wordt.
Inschakeling van het
systeem
Het systeem wordt ingeschakeld door
het indrukken van de knop A fig. 60
op het dashboard. Bij inschakeling gaat
de led op de TTC knop branden.
Het systeem wordt uitgeschakeld door
nogmaals op de knop te drukken of
wanneer de motor wordt afgezet
(contactsleutel in de stand OFF).
60AB0A0226
50
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 55 of 211

BELANGRIJK
31) Wanneer het ABS in werking
treedt en u het rempedaal voelt
trillen, de druk niet verminderen,
maar het pedaal stevig ingetrapt
houden; op die manier wordt
de kortst mogelijke remweg
verkregen, afhankelijk van de
huidige wegcondities.
32) Om de maximale efficiënte van
het remsysteem te verkrijgen, is
er een inrijperiode van ongeveer
500 km nodig: tijdens deze
periode is het beter om bruusk,
herhaaldelijk en langdurig
remmen te vermijden.
33) Als het ABS- systeem in werking
treedt, betekent dit dat de grip
van de wielen op het wegdek
beperkt is. Minder dus snelheid
om deze aan de beschikbare grip
aan te passen.
34) Het ABS kan niet de door het
wegdek geboden grip boven de
limieten van de natuurkundige
wetten laten toenemen.35) Het ABS kan geen ongevallen
voorkomen, waaronder
ongelukken wegens overmatige
snelheid in bochten, rijden op
wegdek met weinig grip of
aquaplaning.
36) De capaciteiten van het ABS
mogen nooit op
onverantwoordelijke en
gevaarlijke wijze worden getest,
waardoor de persoonlijke
veiligheid en die van anderen in
gevaar komt.
37) Voor de goede werking van het
ABS, is het essentieel dat de
banden van alle wielen van
hetzelfde merk en type zijn, in
perfecte conditie verkeren en,
vooral, van het voorgeschreven
type en maat zijn.
38) Voor de goede werking van het
ASR-systeem, is het essentieel
dat de banden van alle wielen van
hetzelfde merk en type zijn, in
perfecte conditie verkeren en,
vooral, van het voorgeschreven
type en maat zijn.
39) Het ASR-systeem kan niet de
door het wegdek geboden grip
boven de limieten van de
natuurkundige wetten laten
toenemen.40) Het ASR-systeem kan geen
ongelukken voorkomen,
waaronder ongelukken wegens
overmatige snelheid in bochten,
rijden op wegdek met weinig grip
of aquaplaning.
41) De capaciteiten van het
ESC-systeem mogen nooit op
onverantwoordelijke en
gevaarlijke wijze worden getest,
waardoor de persoonlijke
veiligheid en die van anderen in
gevaar komt.
42) Het Hill Holdersysteem is geen
parkeerrem; laat de auto dus
nooit achter zonder te handrem te
hebben aangetrokken, de motor
te hebben afgezet en de eerste
versnelling te hebben
ingeschakeld, zodat het voertuig
veilig geparkeerd staat (zie voor
meer informatie de paragraaf
"Parkeren" in het hoofdstuk
"Starten en rijden").
51
Page 56 of 211

43) Er kunnen situaties op kleine
hellingen (minder dan 8%)
voorkomen waarin, bij beladen
auto of een aangekoppelde
aanhanger (indien aanwezig), het
Hill Holder-systeem niet in
werking treedt en de auto zich
iets naar achteren verplaatst,
waardoor het risico op een
botsing met een ander voertuig of
voorwerp toeneemt. De
bestuurder is in elk geval
verantwoordelijk voor een veilige
rijstijl.
44) Het HBA-systeem kan de grip
van de banden op het wegdek niet
boven de limieten van de
natuurkundige wetten laten
toenemen; rijd altijd voorzichtig,
overeenkomstig de toestand
van het wegdek.
45) Het HBA-systeem kan geen
ongelukken voorkomen,
waaronder ongelukken wegens
overmatige snelheid in bochten,
rijden op wegdek met weinig grip
of aquaplaning.
46) Het HBA-systeem is een
ondersteuning voor de bestuurder
die altijd zijn volle aandacht bij
het rijden moet houden. De
uiteindelijke verantwoordelijkheid
ligt altijd bij de bestuurder.47) De capaciteiten van het
HBA-systeem mogen nooit op
onverantwoorde en gevaarlijke
wijze worden uitgetest, waardoor
de veiligheid van de bestuurder,
inzittenden of andere
weggebruikers in gevaar komt.iTPMS (indirect Tyre
Pressure
Monitoring System)
(voor bepaalde versies/markten)
BESCHRIJVING
Het voertuig kan uitgerust zijn met het
iTPMS (indirect Tyre Pressure
Monitoring System) dat via de
wielsnelheidsensoren de toestand van
de bandenspanning controleert.
Om toegang te krijgen tot de iTPMS
fig. 61 - fig. 62) schermen, op de toets
TRIP drukken.
Het fig. 62 scherm verschijnt alleen als
een of meer banden leeg zijn.
Correcte
bandenspanning
(versies met
kleurendisplay)
Als alle banden op de juiste spanning
zijn, toont het display het volgende
scherm fig. 61.
Lage bandenspanning
Het systeem waarschuwt de
bestuurder als een of meer banden leeg
zijn door het aangaan van het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel.
52
WEGWIJS IN UW AUTO(
Page 57 of 211

Op het display verschijnt ook de
volgende informatie:
❒meer dan één band leeg: het
samen met een
waarschuwingsbericht.
Als het systeem de spanningswaarde
van een of meer banden niet herkent,
toont het display streepjes "– –"Deze aanduiding wordt ook
weergegeven nadat de motor wordt
afgezet en weer gestart wordt, zolang
de resetprocedure niet wordt
uitgevoerd.
RESETPROCEDURE
Het iTPMS-systeem heeft een
"inleerfase" nodig (met een duur die
afhangt van de rijstijl en de
wegomstandigheden: bij optimale
omstandigheden wordt gereden op een
rechte weg met 80 km/h gedurende
minstens 20 minuten) die begint
wanneer de resetprocedure wordt
uitgevoerd.
De resetprocedure moet worden
uitgevoerd:
❒elke keer dat de bandenspanning
wordt gewijzigd;
❒wanneer ook slechts een wiel
verwisseld wordt;
❒wanneer de banden worden gedraaid
of omgewisseld;
❒wanneer het noodreservewiel wordt
gemonteerd.Pomp, voordat de RESET-procedure
wordt uitgevoerd, de banden tot de
juiste bandenspanning op, vermeld in
de bandenspanningstabel (zie de
paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk
"Technische gegevens").
Als de RESET niet wordt uitgevoerd in
alle bovenstaande gevallen, kan het
waarschuwingslampje
verkeerde
aanduidingen over een of meer banden
geven.
Om de procedure RESET uit te voeren,
bij stilstaand voertuig en de
contactsleutel op MAR gedraaid, het
Setupmenu openen (zie beschrijving
onder paragraaf “Menuopties” in dit
hoofdstuk).
Na afronding van de resetprocedure
verschijnt op display het bericht "Reset
opgeslagen" wat aangeeft dat het
inleren is gestart.
WERKINGSCONDITIES
48), 49), 50), 51), 52), 53)
Het systeem is actief bij snelheden van
meer dan 15 km/h.
61AB0A0123
62AB0A0217
53
een of
display toont “KO” naast de banden
fig. 62
Page 58 of 211

In enkele situaties zoals sportief rijden,
bijzondere omstandigheden van het
wegdek (bijv. ijs, sneeuw, onverharde
wegen) kan de signalering vertraagd
worden of kan het gelijktijdige
spanningsverlies van meer dan een
band slechts gedeeltelijk gedetecteerd
worden.
Onder speciale omstandigheden (bijv.
auto asymmetrisch beladen aan één
kant, beschadigde of versleten band,
montage van het noodreservewiel,
gebruik van sneeuwkettingen, gebruik
van verschillende banden per as) kan
het systeem onjuiste indicaties geven of
tijdelijk uitgeschakeld zijn.
Als het systeem tijdelijk uitgeschakeld
is, knippert het waarschuwingslampje
ongeveer 75 seconden en blijft
daarna vast branden; tegelijkertijd
wordt op het display een
waarschuwingsbericht weergegeven.
Deze aanduiding wordt ook
aangegeven na het afzetten en opnieuw
starten van de motor, als de correcte
werkingscondities niet hersteld worden.
BELANGRIJK
48) Als het systeem een
spanningsafname van een
bepaalde band aangeeft, wordt
geadviseerd om de spanning van
alle vier de banden te controleren.
49) Het iTPMS ontslaat de
bestuurder niet van de
verplichting om de
bandenspanning elke maand te
controleren en mag niet
beschouwd worden als een
systeem dat het onderhoud of de
veiligheid vervangt.
50) De bandenspanning moet bij
koude banden gecontroleerd
worden. Als de bandenspanning
om welke reden dan ook bij
warme banden moet worden
gecontroleerd, dan mag de
spanning niet worden verlaagd,
ook wanneer de gemeten waarde
hoger is dan de voorgeschreven
spanningswaarde. Controleer
de bandenspanning nadien
nogmaals bij koude banden.51) Het iTPMS-systeem waarschuwt
niet bij een plotselinge afname
van de bandenspanning
(bijvoorbeeld bij een klapband).
Breng in dergelijke gevallen de
auto tot stilstand en voorkom
bruuske stuurbewegingen.
52) Het systeem waarschuwt alleen
dat de bandenspanning laag is:
het is niet in staat om de banden
op te blazen.
53) Een te lage bandenspanning
verhoogt het brandstofverbruik,
verlaagt de duur van het loopvlak
en kan het vermogen om de auto
op veilige manier te besturen
beïnvloeden.
54
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 59 of 211

EOBD-SYSTEEM
Het EOBD (European On Board
Diagnosis) voert een voortdurende
diagnose uit op die componenten van
de auto die te maken hebben met
de uitlaatgasemissie. Bovendien
waarschuwt het systeem de bestuurder
door het inschakelen van een
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel samen met het
verschijnen van een speciaal bericht op
het display, wanneer deze
componenten niet langer in uitstekende
staat verkeren (zie hoofdstuk "Lampjes
en berichten").
Het doel van het EOBD-systeem is:
❒de efficiëntie van het systeem
controleren
❒signaleren wanneer de
emissiewaarden stijgen wegens een
defect van het voertuig
❒de noodzaak voor het vervangen van
beschadigde onderdelen aangeven.
Ook beschikt het systeem over een
stekker waarmee, na aansluiting van
speciale apparatuur, de door de
regeleenheid opgeslagen storingscodes
en de specifieke parameters voor
diagnose en werking van de motor
kunnen worden uitgelezen.BELANGRIJK Na de storing te hebben
verholpen zal het Abarth
Servicenetwerk zorgen voor een
complete controle van het systeem,
tests verrichten op een proefbank en zo
nodig, een proefrit maken die ook
lange afstandsritten kan omvatten.
ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING
"DUALDRIVE"
(voor bepaalde versies/markten)
WERKING
Dit systeem werkt alleen als de
contactsleutel in de stand MAR staat en
bij draaiende motor.
Met de elektrische stuurbekrachtiging
kan de bestuurder de benodigde kracht
voor het verdraaien van het stuurwiel
regelen op basis van de
rijomstandigheden.
BELANGRIJK Als de contactsleutel snel
wordt gedraaid, is de complete
werking van de stuurbekrachtiging
reeds na 1-2 seconden beschikbaar.
Wanneer de SPORT functie wordt
ingeschakeld (zie paragraaf
“Bedieningselementen” in dit
hoofdstuk), wordt ook de elektrische
stuurbekrachtiging aangepast waardoor
een verhoogde stuurgevoeligheid
wordt ingesteld.
54) 55)
55
Page 60 of 211

BELANGRIJK De benodigde kracht
voor het verdraaien van het stuurwiel
kan toenemen bij langdurige
parkeermanoeuvres; dit is een normaal
verschijnsel om te voorkomen dat de
motor voor de stuurbekrachtiging
oververhit kan raken. In dergelijke
gevallen zijn dus geen reparaties
vereist. Wanneer de auto een volgende
keer weer wordt gebruikt, zal de
stuurbekrachtiging weer normaal
functioneren.
BELANGRIJK
54) After-market werkzaamheden
waarbij wijzigingen van de
stuurinrichting of de stuurkolom
betrokken zijn (bv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten
strengste verboden. Dergelijke
werkzaamheden kunnen de
prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar
brengen waardoor de auto niet
meer aan de typegoedkeuring
voldoet.55) Zet altijd de motor uit en
verwijder de sleutel uit het
contactslot om het stuurslot in te
schakelen alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren. Dit is met name belangrijk
wanneer de wielen van de auto
de grond niet raken. Als dit niet
mogelijk is (bijv. als de
contactsleutel in de stand MAR
moet staan of als de motor moet
draaien), moet de hoofdzekering
van de elektrische
stuurbekrachtiging worden
verwijderd.
RADIO
Lees voor de bediening van de radio
met CD/MP3 speler (voor bepaalde
versies/markten), het supplement dat
bij dit Instructieboek is gevoegd.
RADIO
Het volledige systeem bestaat uit:
❒twee 165 mm diameter 40 W
mid-woofer luidsprekers, op
de voorportieren
❒twee 38 mm diameter 30 W tweeter
luidsprekers, in de voorstijlen
❒twee 165 mm diameter 40 W full
range luidsprekers, in de zijpanelen
achter
❒een antenne op het dak van het
voertuig
❒radio met CD MP3-speler (voor de
kenmerken en werking wordt
verwezen naar het supplement
"Radio" dat bij het instructieboek is
gevoegd).
Indien het een Hi-Fi-systeem betreft
(waar aanwezig):
❒twee 165 mm diameter 60 W
mid-woofer luidsprekers
❒twee 40 W tweeter luidsprekers in de
voorstijlen
56
WEGWIJS IN UW AUTO