Abarth Grande Punto 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2010, Model line: Grande Punto, Model: Abarth Grande Punto 2010Pages: 206, PDF Size: 3.12 MB
Page 81 of 206

80
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Storingsmeldingen
Bij een storing in het systeem brandt op
het instrumentenpaneel het waarschu-
wingslampje *bij een digitaal display en
het lampje
ábij een instelbaar multifunc-
tioneel display (zie het hoofdstuk “Lamp-
jes en berichten”).
BELANGRIJK Het Hill Holder-systeem is
geen handrem; verlaat dus nooit de auto
zonder de handrem aan te trekken, de
motor uit te zetten en de eerste versnel-
ling in te schakelen.
Voor de juiste werking van
het ESP- en ASR-systeem is
het noodzakelijk dat de banden van
alle wielen van hetzelfde merk en ty-
pe zijn. De banden moeten in perfec-
te conditie zijn en de voorgeschreven
afmetingen hebben.
ATTENTIETijdens het wegrijden zorgt de regeleen-
heid van het ESP ervoor dat de wielen ge-
remd blijven, totdat het noodzakelijke mo-
torkoppel is bereikt om weg te rijden (of
maximaal 2 seconden), zodat u meer tijd
heeft om uw rechter voet van het rem-
pedaal naar het gaspedaal te verplaatsen.
Als u na 2 seconden niet bent weggere-
den, schakelt het systeem automatisch uit
en wordt de remdruk geleidelijk verlaagd.
Tijdens deze fase kunt u een typisch geluid
horen. Dit geluid betekent dat de auto ie-
der moment in beweging kan komen.
Page 82 of 206

81
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ASR-SYSTEEM (Antislip Regulator)
Het ASR-systeem controleert de trek-
kracht van de auto en grijpt automatisch
in als een of beide aangedreven wielen
dreigen door te slippen.
Afhankelijk van de oorzaak van het door-
slippen, worden er twee verschillende
regelsystemen geactiveerd:
❒als beide aangedreven wielen doorslip-
pen, vermindert de ASR het motor-
vermogen;
❒als slechts een aangedreven wiel
doorslipt, zorgt het ASR-systeem
ervoor dat het wiel automatisch
wordt afgeremd. Het ASR-systeem is vooral nuttig onder
de volgende omstandigheden:
❒doorslippen van het binnenste wiel in
bochten, door verandering van de
wielbelasting of door te felle accele-
ratie;
❒te hoog vermogen naar de wielen,
ook in samenhang met de condities
van het wegdek;
❒acceleratie op gladde wegen en bij
sneeuw en ijzel;
❒verlies van grip op natte weggedeel-
ten (aquaplaning).
Voor de juiste werking van
het ESP- en ASR-systeem is
het noodzakelijk dat de banden van
alle wielen van hetzelfde merk en ty-
pe zijn. De banden moeten in per-
fecte conditie zijn en de voorge-
schreven afmetingen hebben.
ATTENTIE
Page 83 of 206

82
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
MSR-systeem (regeling van
motorremwerking)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in het
ASR-systeem, verhoogt bij bruusk terug-
schakelen het motorkoppel, zodat over-
matige vertraging van de aangedreven wie-
len wordt voorkomen. Dit heeft vooral
voordelen op een wegdek met weinig grip,
waarop de stabiliteit van de auto snel ver-
loren kan gaan.Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat
het lampje op de schakelaar branden en
verschijnt er op het instelbare multifunc-
tionele display een bericht.
Als het ASR-systeem tijdens het rijden
wordt uitgeschakeld, schakelt het auto-
matisch weer in als de auto opnieuw
wordt gestart.
Als u met sneeuwkettingen rijdt, dan kan
het nuttig zijn om het ASR-systeem uit te
schakelen: onder deze omstandigheden le-
vert het doorslaan van de aangedreven
wielen juist meer trekkracht op.
fig. 96F0M078Ab
In-/uitschakelingvan het systeem
fig. 96
Het ASR-systeem schakelt automatisch in
als de motor wordt gestart.
Tijdens het rijden kan de ASR worden uit-
geschakeld en vervolgens weer worden in-
geschakeld door de knop Aop het scha-
kelaarpaneel op het dashboard in te druk-
ken fig. 96.
Page 84 of 206

83
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
De prestaties van het sys-
teem mogen de bestuurder
er niet toe verleiden onnodige en on-
verantwoorde risico’s te nemen. De
rijstijl moet altijd zijn aangepast aan
het wegdek, het zicht en het verkeer.
De verantwoordelijkheid voor de ver-
keersveiligheid ligt altijd en overal bij
de bestuurder van de auto.
ATTENTIE
Voor de juiste werking van het ASR-sys-
teem is het noodzakelijk dat de banden
van alle wielen van hetzelfde merk en ty-
pe zijn. De banden moeten in perfecte
conditie zijn en de voorgeschreven afme-
tingen hebben.
STORINGSMELDINGEN
Bij een storing in het ASR-systeem wordt
het systeem automatisch uitgeschakeld en
gaat het lampje
áop het instrumenten-
paneel continu branden. Bovendien ver-
schijnt een melding op het instelbare mul-
tifunctionele display (zie het hoofdstuk
“Lampjes en berichten”). Wendt u in dat
geval zo snel mogelijk tot het Abarth Ser-
vicenetwerk.
EOBD-SYSTEEM
Met het EOBD-systeem (European On
Board Diagnosis) kan een doorlopende
diagnose worden uitgevoerd op die com-
ponenten op de auto die van invloed zijn
op de emissie.
Bovendien meldt het systeem, door het
branden van het lampje
Uop het instru-
mentenpaneel en het verschijnen van een
bericht op het instelbare multifunctione-
le display (zie hoofdstuk “Lampjes en be-
richten”) dat de betreffende componen-
ten defect zijn.
Het doel is:
❒de werking van het systeem controle-
ren;
❒signaleren wanneer door een storing de
emissies boven de wettelijk vastgestel-
de drempelwaarde uitkomen;
❒signaleren wanneer het noodzakelijk is
defecte componenten te vervangen.
Het systeem beschikt verder nog over een
diagnosestekker die het mogelijk maakt,
na het aansluiten van speciale apparatuur,
de door de regeleenheid opgeslagen sto-
ringscodes en de specifieke parameters
voor de diagnose en werking van de mo-
tor te lezen. Deze controle kan ook wor-
den uitgevoerd door de verkeerspolitie.BELANGRIJK Na het verhelpen van de
storing moet het Abarth Servicenetwerk
voor een complete controle van het sys-
teem, tests uitvoeren op een testbank en,
zo nodig, een proefrit maken die eventu-
eel een langere afstand kan omvatten.
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje Ugaat niet branden
of het gaat branden of knip-
peren tijdens het rijden (er verschijnt
ook een bericht op het instelbare mul-
tifunctionele display), wendt u dan zo
snel mogelijk tot het Abarth Service-
netwerk. De werking van het lampje
Ukan worden gecontroleerd met be-
hulp van speciale apparatuur van de
verkeerspolitie. Houdt u aan de wet-
geving van het land waarin u rijdt.
Page 85 of 206

84
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BANDENSPANNING-
CONTROLESYSTEEM
TPMS
(voor versies/markten
waar voorzien)
De auto kan zijn uitgerust met een con-
trolesysteem voor de bandenspanning
TPMS (Tyre Pressure Monitoring System).
Dit systeem bestaat uit een sensor die op
radiogolven werkt, op de velg van elk wiel.
Deze sensor stuurt informatie over de
spanning van iedere band naar de rege-
leenheid.AANWIJZINGEN VOOR HET
GEBRUIK VAN HET TPMS
Storingsmeldingen worden niet opgesla-
gen en worden dus niet aangegeven als de
motor wordt uitgezet en vervolgens weer
wordt gestart. Als de storingen blijven be-
staan, stuurt de regeleenheid de be-
treffende meldingen pas naar het instru-
mentenpaneel als de auto een korte tijd
rijdt.
BELANGRIJK Zeer hevige storingen door
radiofrequentie kunnen het TPMS-sys-
teem ontregelen. Dit wordt aan de be-
stuurder aangegeven door het verschijnen
van een melding op het display. Deze mel-
ding verdwijnt automatisch zodra de sto-
ring het systeem niet meer ontregelt.
Wees zeer zorgvuldig bij het
controleren of herstellen van
de bandenspanning. Een te hoge
spanning vermindert de grip op het
wegdek, verhoogt de belasting op de
wielophanging en de wielen en ver-
oorzaakt een onregelmatige slijtage
van de banden.
ATTENTIE
De spanning van de banden
moet bij stilstaande auto en
koude banden gecontroleerd worden;
als om wat voor reden dan ook de
spanning bij warme banden gecon-
troleerd wordt, verminder dan de
spanning niet, ook als deze boven de
voorgeschreven waarde ligt, maar
controleer de spanning opnieuw bij
koude banden.
ATTENTIE
Ook als de auto is uitgerust
met het TPMS-systeem, moet
de bestuurder regelmatig de spanning
van de banden en die van het reser-
vewiel (zie de paragraaf “Wielen” in
het hoofdstuk “Onderhoud en zorg”)
controleren.
ATTENTIE
Het TPMS is niet in staat om
te waarschuwen voor een
plotselinge vermindering van de ban-
denspanning (bijvoorbeeld bij een
klapband). Zet in dat geval de auto
stil door voorzichtig te remmen en
maak daarbij geen plotselinge stuur-
bewegingen.
ATTENTIE
Page 86 of 206

85
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Het vervangen van de nor-
male banden door winter-
banden en omgekeerd, vereist ook
een aanpassing van het TPMS, die
uitsluitend door het Abarth Service-
netwerk mag worden uitgevoerd.
ATTENTIE
Het TPMS vereist het ge-
bruik van speciale appara-
tuur. Raadpleeg het Abarth Service-
netwerk over de accessoires die ge-
schikt zijn voor het systeem (wielen,
wieldeksels enz.) Het gebruik van an-
dere accessoires kan de normale wer-
king van het systeem verhinderen.
ATTENTIE
De bandenspanning kan va-
riëren afhankelijk van de
buitentemperatuur. Het TPMS kan
tijdelijk een te lage bandenspanning
signaleren. Controleer in dat geval de
bandenspanning bij koude banden en
herstel, indien nodig, de juiste span-
ning.
ATTENTIE
Als de auto is uitgerust met
het TPMS, moeten bij het
monteren/demonteren van de banden
en/of velgen speciale voorzorgsmaat-
regelen in acht worden genomen. Om
te voorkomen dat de sensoren be-
schadigen of verkeerd gemonteerd
worden, mogen de banden en/of de
velgen uitsluitend door gespeciali-
seerd personeel vervangen worden.
Wendt u tot het Abarth Servicenet-
werk.
ATTENTIE
Als de auto is uitgerust met
het TPMS, moet bij het de-
monteren van een band, ook het rub-
ber van het ventiel vervangen worden.
Wendt u tot het Abarth Servicenet-
werk.
ATTENTIE
Sterke straling op een radio-
frequentie kunnen het TPMS-
systeem ontregelen.
Dit wordt aan de bestuurder aange-
geven door het verschijnen van een
melding op het multifunctionele dis-
play (voor versies/markten waar voor-
zien). Deze melding verdwijnt auto-
matisch zodra de storing het systeem
niet meer ontregelt.
ATTENTIE
Page 87 of 206

86
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Zie voor het juiste gebruik van het systeem als de velgen/banden vervangen worden, de volgende tabel:
Handeling Aanwezigheid sensor Storingsmelding Wendt u tot het
Abarth Servicenetwerk
–
Een wiel vervangen door het reservewiel
Wielen vervangen door
winterbanden
Wielen vervangen door
winterbanden
Wielen vervangen
door andere met afwijkende
afmetingen (*)
Wielen omwisselen
(voor/achter) (**)
(*) Velgmaten die als alternatief staan vermeld in het instructieboekje en die zijn gekozen uit het Abarth Lineaccessori-programma.
(**) Niet kruiselings (de banden moeten aan dezelfde zijde van de auto blijven).–
NEE
NEE
JA
JA
JAJA
JA
JA
NEE
NEE
NEEWendt u tot het Abarth
Servicenetwerk
Het beschadigde wiel
repareren
Wendt u tot het Abarth
Servicenetwerk
–
–
–
Page 88 of 206

87
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
SPORT BOOST-FUNCTIE
De auto is uitgerust met een keuzesys-
teem voor twee soorten rijstijlen: normaal
en sportief.
Als u op de SPORT BOOST-knop fig. 98
drukt, wordt de sport-functie ingescha-
keld. Hierdoor reageert de motor snel-
ler op gaspedaalbewegingen en is meer
kracht nodig voor het draaien van het
stuur voor een optimaal stuurgevoel.
Als u op de SPORT BOOST-knop drukt,
wordt ook de turbodruk verhoogd (over-
boost).
Via deze functie verhoogt de regeleenheid
van de motor de maximum turbodruk tij-
delijk in relatie tot de stand van het gas-
pedaal, waardoor een hoger motorkoppel
geleverd wordt dan onder normale om-
standigheden.
Deze functie is zeer nuttig als tijdelijk
maximale prestaties vereist zijn (bijv. tij-
dens het inhalen).
Als de functie is ingeschakeld, dan wordt
op het display van het instrumentenpaneel
het opschrift SPORT verlicht. Druk nog-
maals op de knop om deze functie uit te
schakelen en de instelling voor normaal rij-
den te herstellen.
fig. 98F0M074Ab
BELANGRIJK De benodigde stuurkracht
kan toenemen bij langdurige parkeer-
manoeuvres; dit is een normaal verschijn-
sel om oververhitting van de motor voor
de stuurbekrachtiging te voorkomen. In
deze situatie zijn er geen reparaties ver-
eist. Als u de auto een volgende keer weer
gebruikt, zal de stuurbekrachtiging weer
normaal werken.
Acceleratie
Met vol gas optrekken kost veel brandstof
en verhoogt de uitstoot van schadelijke
uitlaatgassen: het is beter geleidelijk op te
trekken om het verbruik te beperken.
Als u de SPORT BOOST-functie gebruikt,
neemt het verbruik iets toe ten opzichte
van de aangegeven waarden.
BELANGRIJK Als u de SPORT BOOST-
knop indrukt, wordt de functie na onge-
veer 5 seconden ingeschakeld.
BELANGRIJK Als u tijdens het accelere-
ren de SPORT BOOST-functie gebruikt,
kunt u stoten in het stuurwiel voelen, die
kenmerkend zijn voor een sportieve in-
stelling.
fig. 99F0M081Ab
Page 89 of 206

88
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
EXTRA ACCESSOIRES
Als u na aanschaf van uw auto accessoires
wilt monteren die constante voeding no-
dig hebben (autoradio, anti-diefstalsatel-
lietbewaking enz.), of accessoires die de
elektrische installatie zwaar belasten,
wendt u dan tot het Abarth Servicenet-
werk, dat kan u de meest geschikte in-
stallaties aanraden uit het Abarth Lineac-
cessori-programma en controleren of de
elektrische installatie van de auto geschikt
is voor het extra stroomverbruik of dat
het noodzakelijk is een accu met een gro-
tere capaciteit te monteren.
Let op bij de montage van
spoilers, lichtmetalen velgen
en niet standaard wieldoppen: ze
kunnen de ventilatie van de remmen
verminderen en daarmee hun doel-
matigheid tijdens krachtig en veel-
vuldig remmen; bijvoorbeeld tijdens
een lange afdaling. Controleer bo-
vendien of de slag van de pedalen niet
beperkt wordt (door matten enz.).
ATTENTIE
ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN MONTEREN
De elektrische/elektronische systemen die
na aankoop van de auto en binnen de af-
tersales-service worden gemonteerd,
moeten voorzien zijn van het merkteken:
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montage
van zend-/ontvangstapparatuur op voor-
waarde dat de montagewerkzaamheden
op de juiste wijze bij een gespecialiseerd
bedrijf worden uitgevoerd, waarbij de aan-
wijzingen van de fabrikant in acht moeten
worden genomen.
BELANGRIJK Als door de montage van
systemen de kenmerken van de auto wor-
den gewijzigd, kan het kentekenbewijs
worden ingenomen door de bevoegde in-
stanties en eventueel de garantie komen
te vervallen bij defecten die veroorzaakt
zijn door de bovengenoemde modificatie
of op defecten die direct of indirect daar-
van het gevolg zijn.
Fiat Auto S.p.A. is op geen enkele wijze
aansprakelijk voor schade die het gevolg
is van de installatie van accessoires die niet
door Fiat Auto S.p.A. zijn geleverd of aan-
bevolen en/of die niet conform de gele-
verde instructies zijn geïnstalleerd.
fig. 99/aF0M0431m
INBOUWVOORBE-
REIDING
NAVIGATIESYSTEEM
(MY PORT)
(voor versies/markten
waar voorzien)
Bij een aantal uitvoeringen is de auto voor-
zien van een inbouwvoorbereiding voor
het navigatiesysteem uit Lineaccessori Fiat
Plaats het navigatiesysteem zoals is aan-
gegeven in fig. 99/a.
Page 90 of 206

89
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
RADIOZENDAPPARATUUR EN
MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele telefoons,
27 mc en dergelijke) mogen alleen in de
auto worden gebruikt met een aparte an-
tenne aan de buitenkant van de auto.
BELANGRIJK Het gebruik van dergelijke
apparaten in de auto (zonder buitenan-
tenne) kan niet alleen schadelijk zijn voor
de gezondheid van de inzittenden, maar
kan ook storingen in de elektrische sys-
temen van de auto veroorzaken. Hierdoor
wordt de veiligheid in gevaar gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ontvangst-
kwaliteit aanzienlijk beperkt door de iso-
lerende eigenschappen van de carrosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobiele tele-
foons (GSM, GPRS, UMTS) met het offi-
ciële EU-keurmerk, strikt aan de instruc-
ties die door de fabrikant van de mobiele
telefoon zijn bijgeleverd.
fig. 100F0M0138m
TANKEN
Tank uitsluitend loodvrije benzine.
Om vergissingen te voorkomen is de dia-
meter van de vulpijp van de tank kleiner,
zodat het vulpistool voor loodhoudende
benzine er niet in past. Het octaangetal van
de benzine moet ten minste 95 RON zijn.
BELANGRIJK Een beschadigde katalysator
laat schadelijke stoffen in het uitlaatgas
achter, waardoor het milieu wordt ver-
vuild.
BELANGRIJK Tank met de auto nooit,
niet in noodgevallen en ook niet een klein
beetje, loodhoudende benzine. U zou de
katalysator onherstelbaar beschadigen.TANKDOP fig. 100
Om te tanken moet u het klepje Aope-
nen en vervolgens de dop Blosdraaien.
De tankdop is voorzien van een koord C
dat aan het klepje vastzit, om verlies van
de dop te voorkomen.
Op enkele uitvoeringen is de tankdop B
voorzien van een slot. De tankdop kan
worden bereikt door het tankklepje Ate
openen. Draai vervolgens de contactsleu-
tel in het slot van de dop linksom en draai
de dop los.
Door de hermetische afsluiting van de
tank kan de druk in de tank iets verhoogd
zijn. Het is daarom normaal als u bij het
losdraaien van de tankdop een sissend ge-
luid hoort.
Plaats tijdens het tanken de dop in de uit-
sparing op het tankklepje, zoals is afge-
beeld in fig. 100.