Abarth Grande Punto 2010 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2010, Model line: Grande Punto, Model: Abarth Grande Punto 2010Pages: 206, PDF Size: 3.12 MB
Page 101 of 206

100
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VEILIGHEID
GROEP 3
Bij kinderen met een gewicht tussen 22 en
36 kg is de borstomvang van dien aard dat
de kinderen gewoon tegen de rugleuning
kunnen steunen en niet meer in een kin-
derzitje hoeven te worden vervoerd.
In fig. 10wordt een voorbeeld gegeven
van de juiste positie van het kind op de
achterbank.
Kinderen die langer zijn dan 1,50 m kun-
nen net zoals volwassenen de veiligheids-
gordels omleggen.GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN
DE KINDERZITJES
De auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van
kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto. Zie de volgende tabel:
fig. 10F0M0049m
De afbeelding dient alleen
ter illustratie van de monta-
ge. Houdt u voor de montage van het
kinderzitje aan de instructies. De fa-
brikant is verplicht deze instructies bij
te leveren.
ATTENTIE
Passagierszitplaats PassagierszitplaatsGroep Gewicht voor achter
Groep 0, 0+ tot 13 kg U (▼)U
Groep 1 9-18 kg U (▼)U
Groep 2 15-25 kg U (▼)U
Groep 3 22-36 kg U (▼)U
Legenda:
U = geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-
voorschriften voor de aangegeven “groepen”.
(
▼) bij auto’s met een passagiersstoel zonder hoogteverstelling, moet de rugleuning vol-
ledig rechtop staan.
Page 102 of 206

101
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VEILIGHEID
Hieronder zijn de richtlijnen voor
een veilig vervoer van kinderen
aangegeven. U dient zich hieraan
te houden.
1) Plaats het kinderzitje bij voorkeur op
een van de zitplaatsen achter omdat de-
ze plaatsen bij een ongeval de meeste be-
scherming bieden.
2) Als de airbag aan passagierszijde bui-
ten werking wordt gesteld, moet altijd ge-
controleerd worden of het betreffende
gele lampje op het instrumentenpaneel
continu brandt.
3) Houdt u bij de montage van het kin-
derzitje strikt aan de instructies. De fa-
brikant is verplicht deze instructies bij te
leveren. Bewaar de instructies samen met
het instructieboekje in de auto. Monteer
geen gebruikte kinderzitjes waarvan de ge-
bruiksaanwijzingen ontbreken.4) Controleer of de gordels goed zijn
vastgemaakt door aan de gordelband te
trekken.
5) Ieder veiligheidssysteem is bedoeld
voor slechts één kind: vervoer nooit twee
kinderen in een systeem.
6) Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
7) Zorg er tijdens de rit voor dat het kind
geen afwijkende houding aanneemt of de
gordels losmaakt.
8) Vervoer kinderen nooit in uw armen,
ook geen pasgeboren kinderen. Niemand
is sterk genoeg om ze bij een ongeval vast
te houden.
9) Na een ongeval moet het zitje door
een nieuw exemplaar worden vervangen.
Monteer absoluut geen kin-
derzitje achterstevoren op
de passagiersstoel voor als de airbag
aan passagierszijde is ingeschakeld.
Als bij een ongeval de airbag in wer-
king treedt (opblaast), kan dit ernstig
letsel en zelfs de dood tot gevolg heb-
ben, ongeacht de zwaarte van het on-
geluk. Wij raden u aan kinderen altijd
op de zitplaatsen achter in een ge-
schikt kinderzitje te vervoeren, omdat
die plaatsen bij een ongeval de mees-
te bescherming bieden.
ATTENTIE
Page 103 of 206

102
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VEILIGHEID
MONTAGEVOORBEREI
DING VOOR “ISOFIX
UNIVERSEEL”-
KINDERZITJE
De auto is voorbereid op de montage van
“Isofix Universeel”-kinderzitjes; een nieuw
gestandaardiseerd Europees systeem voor
het vervoeren van kinderen.
In fig. 11is een voorbeeld gegeven van
het kinderzitje.
Het Isofix Universeel-kinderzitje is er voor
drie gewichtsgroepen: 1.
Vanwege het verschillende bevestigings-
systeem, moet het kinderzitje aan de daar-
voor bestemde onderste metalen beugels
A-fig. 12worden bevestigd. Deze bevin-
den zich tussen de rugleuning en zitting van
de achterbank. Bevestig daarna de boven-
ste riem (bij het kinderzitje geleverd) aan
de beugel B-fig. 13aan de achterkant van
de rugleuning ter hoogte van het zitje.
Er kan ook een mengvorm worden geko-
zen, een traditioneel kinderzitje en een
“Isofix Universeel”-kinderzitje.
Bedenk dat bij Isofix Universeel-kinder-
zitjes, alle zitjes gebruikt kunnen worden
die goedgekeurd zijn volgens de ECE
R44/03-richtlijn “Isofix Universeel”.
fig. 12F0M030Ab
fig. 11F0M0253mfig. 13F0M029Ab
Monteer het kinderzitje al-
leen als de auto stilstaat. Het
kinderzitje is op de juiste wijze aan de
beugels bevestigd als u het hoort ver-
grendelen. Houdt u in ieder geval aan
de instructies voor de montage, de de-
montage en de plaatsing. De fabrikant
van het kinderzitje is verplicht deze in-
structies bij te leveren.
ATTENTIEIn het Abarth Lineaccessori-programma is
een “Duo Plus” Isofix Universeel-kinder-
zitje beschikbaar.
Zie voor meer informatie over de mon-
tage en/of het gebruik van het kinderzit-
je, het “Instructieboekje” dat bij het kin-
derzitje wordt geleverd.
Page 104 of 206

103
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VEILIGHEID
FRONTAIRBAGS
De auto is uitgerust met frontairbags, aan
bestuurders- en passagierszijde, en een
knie-airbag aan bestuurderszijde (voor
versies/markten waar voorzien).
De frontairbags (bestuurder en passagier)
en de knie-airbag aan bestuurderszijde
(voor versies/markten waar voorzien) be-
schermen de inzittenden voor bij middel-
zware en zware frontale botsingen, door
het opblazen van een luchtkussen tussen
de inzittende en het stuurwiel of het dash-
board.
Als de airbags niet worden geactiveerd bij
andere soorten botsingen (zijdelings, van
achter, over de kop slaan enz.), betekent
dit niet dat het systeem niet goed func-
tioneert.
Bij een frontale botsing zorgt een rege-
leenheid ervoor, indien nodig, dat het kus-
sen wordt opgeblazen. Het kussen blaast
onmiddellijk op, waardoor het lichaam van
de inzittenden voor wordt opgevangen en
de kans op letsel beperkt wordt. Direct
daarna loopt het kussen weer leeg.
De frontairbags (bestuurder en passagier)
en de knie-airbag aan bestuurderszijde
(voor versies/markten waar voorzien) zijn
geen vervanging voor de veiligheidsgor-
dels, maar een aanvulling. Draag dus altijd
veiligheidsgordels. Bovendien is het dra-
gen van veiligheidsgordels wettelijk ver-
E
E
D
C
D
C
B
B1
A
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK
VAN DE ISOFIX UNIVERSEEL-KINDERZITJES
In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkhe-
den weergegeven van de montage van de Isofix Universeel-kinderzitjes op de zitplaat-
sen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
Gewichtsgroep Richting Klasse- Plaats Isofixkinderzitje indeling Isofix zijkant achter
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep I vanaf 9 kg
tot 18 kg
IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevesti-
gingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd moeten worden en goedgekeurd
zijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.
IL: geschikt voor Isofix-kinderzitjes, die speciaal ontworpen en goedgekeurd zijn voor
dit type auto. Het kinderzitje kan gemonteerd worden door de voorstoel naar vo-
ren te schuiven.
IL
IL
IL
IL
IL
IL
IUF
IUF
IUF Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
In de rijrichting
In de rijrichting
In de rijrichting
Page 105 of 206

104
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VEILIGHEID
FRONTAIRBAG AAN
PASSAGIERSZIJDE fig. 15
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen
met een groter volume dan dat aan be-
stuurderszijde. Het kussen is in een daar-
voor bestemde ruimte in het dashboard
geplaatst.
fig. 14F0M031Ab
fig. 15F0M032Ab
Bij lichte aanrijdingen (waarbij de be-
scherming door de veiligheidsgordel vol-
doende is) worden de airbags niet geacti-
veerd. Daarom is het gebruik van de vei-
ligheidsgordels absoluut noodzakelijk,
want de gordel houdt de inzittende bij een
zijdelingse botsing in de juiste positie en
voorkomt dat de inzittende uit de auto
wordt geslingerd bij zware botsingen.
FRONTAIRBAG AAN
BESTUURDERSZIJDE fig. 14
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen
dat in een daarvoor bestemde ruimte in
het midden van het stuurwiel is geplaatst.
Plaats geen stickers of ande-
re objecten op het stuurwiel,
op het deksel van de airbag aan pas-
sagierszijde of op de zijkant van de
hemelbekleding. Plaats geen voor-
werpen op het dashboard aan de pas-
sagierszijde (bijv. een mobiele tele-
foon), omdat deze het correct ope-
nen van de airbag aan passagierszij-
de kunnen hinderen en de inzittenden
ernstig kunnen verwonden.
ATTENTIEplicht in Europa (en in de meeste landen
daarbuiten).
Als de frontairbags volledig opgeblazen
zijn, vullen zij het grootste deel van de
ruimte tussen het stuurwiel en de be-
stuurder en het dashboard en de voor-
passagier.
Bij een ongeval kan een inzittende die geen
veiligheidsgordel heeft omgelegd, in con-
tact komen met een airbag die nog niet
volledig opgeblazen is. Hierdoor wordt de
inzittende minder door de airbag be-
schermd.
Het is mogelijk dat de frontairbags in de
volgende gevallen niet worden geacti-
veerd:
❒bij frontale botsingen, met een ander
deel van de auto dan het front, tegen
makkelijk vervormbare objecten (bijv.
als het voorspatbord tegen de vangrail
komt of tegen grindhopen);
❒als de auto onder andere auto’s of vei-
ligheidsvoorzieningen schuift (bijvoor-
beeld onder vrachtwagens of de vang-
rail); omdat geen enkele aanvullende
bescherming wordt geboden op de vei-
ligheidsgordels. Als de airbags in deze
gevallen niet geactiveerd worden, be-
tekent dit niet dat het systeem niet
goed functioneert.
Page 106 of 206

105
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VEILIGHEID
FRONTAIRBAG EN SIDEBAG
(voor versies/markten waar
voorzien) AAN
PASSAGIERSZIJDE HANDMATIG
UITSCHAKELEN
Als het absoluut noodzakelijk is een kind
op de passagiersstoel voor te vervoeren,
moeten de frontairbag en de sidebag (voor
versies/markten waar voorzien) aan pas-
sagierszijde worden uitgeschakeld.
Het waarschuwingslampje “op het dash-
board blijft continu branden totdat de
frontairbag en de zij-airbag (sidebag) (voor
versies/markten waar voorzien) aan pas-
sagierszijde opnieuw worden ingeschakeld.
ZEER GEVAARLIJK: Mon-
teer absoluut geen kinder-
zitje achterstevoren op de
passagiersstoel voor als de
airbag aan passagierszijde is
ingeschakeld (ON). Als bij
een ongeval de airbag wordt geacti-
veerd, kan het kind hierdoor dodelij-
ke verwondingen oplopen. Als er geen
andere mogelijkheid is, moet in ieder
geval de airbag aan passagierszijde
uitgeschakeld worden als het kinder-
zitje op de passagiersstoel voor wordt
geplaatst. Bovendien moet de passa-
giersstoel zo ver mogelijk naar ach-
teren zijn geschoven om te voorko-
men dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Ook als het niet wettelijk verplicht is,
raden wij u aan, voor een optimale
bescherming van de volwassenen, de
airbag onmiddellijk weer in te scha-
kelen zodra er geen kinderen meer
vervoerd worden.
ATTENTIE
Raadpleeg voor het hand-
matig uitschakelen van de
frontairbag en zij-airbag (sidebag)
(voor versies/markten waar voorzien)
aan passagierszijde, de paragraaf “In-
stelbaar multifunctioneel display” in
het hoofdstuk “Dashboard en bedie-
ning”.
ATTENTIE
Page 107 of 206

106
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VEILIGHEID
ZIJ-AIRBAGS
De auto is uitgerust met zij-airbags voor
(sidebags voor) aan bestuurders- en pas-
sagierszijde (voor versies/markten waar
voorzien) voor bescherming van borst-
bekken en headbags voor en achter (win-
dowbags) (voor versies/markten waar
voorzien).
De zij-airbags (voor versies/markten waar
voorzien) beschermen de inzittenden bij
middelzware en zware zijdelingse aanrij-
dingen, door het opblazen van een lucht-
kussen tussen de inzittende en de interi-
eurdelen aan de zijkant van de auto.
Als de zij-airbags niet worden geactiveerd
bij andere soorten botsingen (frontaal, van
achter, over de kop slaan enz.), betekent
dit niet dat het systeem niet goed func-
tioneert.
Bij een zijdelingse aanrijding zorgt de cen-
trale regeleenheid ervoor, indien nodig,
dat het kussen opblaast. Het kussen blaast
onmiddellijk op, waardoor het lichaam van
de inzittenden wordt opgevangen en de
kans op letsel wordt beperkt. Direct daar-
na loopt het kussen weer leeg.
De zij-airbags (voor versies/markten waar
voorzien) zijn geen vervanging voor de vei-
ligheidsgordels, maar een aanvulling. Draag
dus altijd veiligheidsgordels. Bovendien is
het dragen van veiligheidsgordels wettelijk
verplicht in Europa (en in de meeste lan-
den daarbuiten).ZIJ-AIRBAGS VOOR
BESCHERMING VAN
BORSTKAS/BEKKEN
(SIDE BAGS) fig. 16
(voor versies/markten waar
voorzien)
Deze sidebags zijn kussens die zich snel
opblazen en bevinden zich in de rugleuning
van de voorstoelen, en hebben tot doel de
borstkas en het bekken van de inzittenden
te beschermen bij middelzware en zware
zijdelingse aanrijdingen.HEADBAGS (WINDOWBAGS)
fig. 17 (voor versies/markten
waar voorzien)
De headbag is een “gordijn”-systeem en
bevindt zich aan de rechter- en aan de lin-
kerzijde in de hemelbekleding aan de zij-
kant en is afgedekt met een afwerklijst.
De headbags bieden bescherming aan het
hoofd van de inzittenden voor en achter
tijdens een zijdelingse botsing, dankzij het
grote effectieve oppervlak van de kussens.
BELANGRIJK De inzittende wordt bij een
zijdelingse botsing optimaal door het sys-
teem beschermd als hij/zij in de juiste po-
sitie in de stoel zit. Hierdoor kunnen de zij-
airbags op de juiste wijze worden opgebla-
zen.
fig. 16F0M033Abfig. 17F0M0141m
Page 108 of 206

107
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VEILIGHEID
BELANGRIJK De frontairbags en/of zij-air-
bags kunnen ook worden geactiveerd bij
krachtige stoten aan de onderzijde van de
carrosserie, bijvoorbeeld bij zware bots-
ingen tegen drempels of stoepranden of
obstakels op het wegdek of als de auto te-
recht komt in grote gaten of verzakkingen
in het wegdek.
BELANGRIJK Als de airbags in werking
treden, ontsnapt een beetje rook. Deze
rook is niet schadelijk en duidt niet op
brand; bovendien kan het oppervlak van
het opgeblazen kussen en het interieur van
de auto bedekt zijn met een laagje poeder:
dit poeder kan de huid en de ogen irrite-
ren. Als u hiermee in aanraking bent ge-
komen, moet u zich met neutrale zeep en
water wassen.
De geldigheidsduur van de pyrotechnische
lading en van het spiraalmechanisme is ver-
meld op het betreffende plaatje in het
dashboardkastje. Na deze periode moe-
ten ze door het Abarth Servicenetwerk
worden vervangen.
BELANGRIJK Na een ongeval waarbij een
of meerdere airbags zijn geactiveerd, dient
u contact op te nemen met het Abarth
Servicenetwerk om de geactiveerde air-
bags te laten vervangen en de werking van
het systeem te laten controleren.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties
en vervanging van het airbagsysteem moe-
ten door het Abarth Servicenetwerk wor-
den uitgevoerd.Aan het einde van de lange levensduur van
uw auto, moet u contact opnemen met het
Abarth Servicenetwerk om het systeem
buiten werking te laten stellen. Bovendien
moet bij verkoop van de auto de nieuwe
eigenaar op de hoogte gesteld worden van
het gebruik en de instructies, en moet hij
het instructieboekje ontvangen.
BELANGRIJK Het in werking treden van
de gordelspanners, de frontairbags en de
zij-airbags voor wordt door de elektro-
nische regeleenheid bepaald, afhankelijk
van het type ongeval. Als een van deze on-
derdelen niet wordt geactiveerd, dan hoeft
dit niet op een storing in het systeem te
duiden.
Steun niet met het hoofd, de
armen of de ellebogen tegen
het portier, de ruiten of in het gebied
van de headbag (Window Bag) om
verwondingen tijdens het opblazen te
voorkomen.
ATTENTIE
Steek nooit het hoofd, de ar-
men of ellebogen uit het
raam.
ATTENTIE
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden (en er ver-
schijnt ook een bericht op het instel-
bare multifunctionele display), dan is
er mogelijk een storing in de veilig-
heidssystemen; in dat geval kunnen de
airbags of gordelspanners niet geacti-
veerd worden bij een ongeval of, in een
zeer beperkt aantal gevallen, niet op
de juiste wijze geactiveerd worden.
Voordat u verder rijdt, dient u contact
op te nemen met het Abarth Service-
netwerk om het systeem direct te laten
controleren.
ATTENTIE
Bedek de rugleuning van de
stoelen voor en achter niet
met hoezen of kleden die niet zijn voor-
bereid op het gebruik met sidebags.
ATTENTIE
Reis niet met voorwerpen op
schoot of voor de borst en
houd vooral geen pijp, potlood enz.
in de mond. Bij een ongeval waarbij
de airbag in werking treedt, kan dit
ernstig letsel veroorzaken.
ATTENTIE
Page 109 of 206

108
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VEILIGHEID
Rijd altijd met beide handen
op de stuurwielrand, zodat bij
het in werking treden van de airbag,
het systeem niet wordt gehinderd door
obstakels. Rijd niet met voorover ge-
bogen lichaam maar ga goed rechtop
zitten en steun tegen de rugleuning.
ATTENTIE
Bedenk dat als de contact-
sleutel in stand MAR staat,
ook bij uitgezette motor de airbags ge-
activeerd kunnen worden als de auto
wordt aangereden door een andere
auto. Daarom mogen, ook als de au-
to stilstaat, absoluut geen kinderen op
de passagiersstoel voor worden ge-
plaatst. Als de contactsleutel echter in
stand STOP staat, wordt bij een on-
geval geen enkel beveiligingssysteem
(airbag of gordelspanners) geactiveerd;
als een systeem niet in werking treedt,
betekent dit niet dat het systeem niet
goed werkt.
ATTENTIE
De stoelen mogen niet met water
worden afgenomen of met stoom
worden gereinigd (met de hand of in
een automatisch wasapparaat).
De frontairbag treedt in wer-
king als de botsing zwaarder
is dan een botsing waarbij alleen de
gordelspanners worden geactiveerd.
Bij aanrijdingen die tussen die twee
drempelwaarden in liggen, treden al-
leen de gordelspanners in werking.
ATTENTIE
Haak geen harde voorwer-
pen aan de kledinghaakjes
en aan de steunhandgrepen.
ATTENTIE
De airbag is geen vervanging
voor de veiligheidsgordels,
maar een aanvulling. Omdat de fron-
tairbags niet worden geactiveerd bij
frontale botsingen bij lage snelheid,
bij zijdelingse aanrijdingen en als de
auto van achter wordt aangereden of
over de kop slaat, worden in deze ge-
vallen de inzittenden uitsluitend door
de veiligheidsgordels beschermd. De
gordels moeten dus altijd gedragen
worden.
ATTENTIE
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait, gaat het
lampje “(met ingeschakelde fron-
tairbag aan passagierszijde) enige se-
conden branden en vervolgens enige
seconden knipperen, om aan te geven
dat de airbag aan passagierszijde bij
een ongeval wordt geactiveerd. Hier-
na moet het lampje doven.
ATTENTIE
Laat bij diefstal of een poging
tot diefstal, bij beschadiging
of als de auto bij een overstroming on-
der water is geweest, het airbagsys-
teem door het Abarth Servicenetwerk
controleren.
ATTENTIE
De stoelen mogen niet met
water worden afgenomen of
met stoom worden gereinigd (met de
hand of in een automatisch wasap-
paraat).
ATTENTIE
Page 110 of 206

109
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN
EN RIJDEN
MOTOR STARTEN ............................................................. 110
PARKEREN ............................................................................ 112
GEBRUIK VAN DE HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK ........................................................... 113
BRANDSTOFBESPARING ................................................. 114
TREKKEN VAN AANHANGERS ...................................... 116
SNEEUWKETTINGEN ....................................................... 119
AUTO LANGERE TIJD STALLEN ................................... 120
S S
T T
A A
R R
T T
E E
N N
E E
N N
R R
I I
J J
D D
E E
N N