stop start Alfa Romeo 159 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: 159, Model: Alfa Romeo 159 2010Pages: 331, PDF Size: 5.37 MB
Page 121 of 331

93
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
OPEN DAK
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten, waar voorzien)
Dit is een glazen paneel dat in een kan-
telstand kan worden geopend en hori-
zontaal in het dak schuift.
Dankzij het glazen paneel kan er bui-
tenlicht in het interieur komen en kunt
u vanuit de auto naar buiten kijken; als
het paneel is geopend, ontstaat er een
opening ter grootte van het glazen pa-
neel.
Het open dak is bovendien voorzien van
een handbediend zonnescherm met een
handgreep en een sleufvormige opening
voor het doorlaten van lucht.
Het open dak werkt alleen als de elek-
tronische sleutel zich in het startsysteem
bevindt.
Open het dak niet bij
sneeuw of ijs: het kan
dan beschadigd raken.
WAARSCHUWINGHet open dak
staat in de optimale comfortstand als de
knopA-fig. 87in de stand bij het sym-
bool “C” wordt gezet.
Het open dak kan met de knop worden
geopend/gesloten als er aan een van de
volgende voorwaarden wordt voldaan:
❒de elektronische sleutel wordt in het
startsysteem geplaatst;
❒tijdens de eerste 2 minuten na het
verwijderen van de elektronische
sleutel uit het startsysteem of totdat
er een portier wordt geopend.
Openen vanaf de buitenzijde
van de auto
Houd de knop
Ëop de elektronische
sleutel langer dan 2 seconden ingedrukt.
Als u uit de auto stapt,
moet u altijd de elek-
tronische sleutel uit het start-
systeem halen om te voorko-
men dat het open dak per on-
geluk wordt bediend en zo ge-
vaar kan opleveren voor de
achtergebleven inzittenden:
verkeerd gebruik van het dak
kan gevaarlijk zijn. Controleer
voor en tijdens de bediening
van het open dak altijd of de
passagiers niet gewond kunnen
raken door de beweging van
het open dak zelf of door in be-
weging gebrachte voorwerpen.
OPGELET
C
A0E0238mfig. 87
DAK OPENEN
Openen vanuit het interieur
Draai de knop A-fig. 87in de richting
van de pijl. Als de knop wordt losgela-
ten, stopt het open dak in de bereikte
stand.
De beweging van het dak kan worden
onderbroken en hervat door de knop A
kort in te drukken.
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 93
Page 123 of 331

95
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
ANTIBEKLEMMINGSFUNCTIE
De antibeklemmingsfunctie op het voor-
ste profiel van het scherm is ingescha-
keld als het dak horizontaal (voorste
rand) en verticaal (onderste rand) wordt
gesloten en grijpt in als er een obsta-
kel wordt geraakt (bijvoorbeeld een vin-
ger of hand), waarbij de beweging over
een korte afstand wordt omgekeerd.
Als er een obstakel wordt waargeno-
men, wordt het dak onmiddellijk gestopt
en wordt de beweging vervolgens om-
gekeerd, waardoor het dak terugkeert
naar een ingestelde stand:
❒tijdens het horizontaal sluiten is het
systeem gedurende het hele bereik
van het dak ingeschakeld en als er
aan de voorzijde van het paneel een
obstakel wordt geraakt, wordt de be-
weging omgekeerd en wordt het
dak 10 cm vanaf het punt dat de be-
weging werd omgekeerd verplaatst;
❒als het dak verticaal sluit, is de func-
tie gedurende de hele dakbeweging
ingeschakeld en als er een obstakel
aan de achterzijde van het paneel
wordt geraakt, wordt de beweging
omgekeerd.
INITIALISATIEPROCEDURE
VAN HET OPEN DAK
Als de accu losgekoppeld is geweest of
als er een zekering is doorgebrand,
moet het open dak worden geïnitiali-
seerd; ga hiervoor als volgt te werk:
❒draai de knop helemaal linksom (te-
gen de klok in);
❒druk op de knop en houd de knop
ingedrukt totdat het dak mechanisch
blokkeert;
❒laat de knop los;
❒druk binnen 3 seconden nog een
keer op de knop en houd de knop
ingedrukt;
❒na enkele seconden beweegt het
dak automatisch (houd daarbij de
knop nog altijd ingedrukt);
❒als het dak is gesloten, is de initiali-
satie afgerond. Laat de knop los.
A0E0187mfig. 89
BEDIENING IN
NOODGEVALLEN
In een noodsituatie of als de elektrische
voeding bij onderhoud is uitgeschakeld
kan het open dak handmatig worden
bediend; voer hiervoor de volgende han-
delingen uit:
❒Druk nabij de merktekens op het pla-
fondlampje om de veren los te ma-
ken en verwijder het plafondlampje
voorA-fig.89.
❒steek een inbussleutel in de opening
B;
❒draai de sleutel om het dak te slui-
ten of te openen (afhankelijk van de
draairichting).
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 95
Page 128 of 331

100
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
C(voor bepaalde uitvoeringen/ mark-
ten, waar voorzien) openen/sluiten ruit
linksachter; “continu automatische”
werking tijdens openen/sluiten van de
ruit;
D(voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien) ope-
nen/sluiten ruit rechtsachter; “continu
automatische” werking tijdens het ope-
nen/sluiten van de ruit.
E(voor bepaalde uitvoeringen/ mark-
ten, waar voorzien) in-/uitschakelen
van de ruitbediening achter (blokkeren
van de knoppen op het achterportier, op
de knop Egaat de LED branden en de
verlichting van de uitgeschakelde knop-
pen gaat uit)
Druk op de knoppen A,B,CofDom
de gewenste ruit te openen/sluiten.
Druk kort op een van de knoppen voor
het “stapsgewijs” openen/sluiten van
de ruit; als de knop langer wordt inge-
drukt, wordt de “automatisch continue”
werking ingeschakeld zowel tijdens het
openen als het sluiten.
De ruit stopt op de gewenste plaats als
de knop A,B,CofDnogmaals wordt
ingedrukt.Passagiersportier /
achterportieren
Op het passagiersportier en bij sommi-
ge uitvoeringen de achterportieren zijn de
bedieningsknoppen voor de betreffende
ruit geplaatst.
BEDIENINGSKNOPPEN
Bestuurdersportier
Op het portierpaneel van het bestuur-
dersportier zijn de knoppen fig. 93
aanwezig, die de volgende functies heb-
ben als de elektronische sleutel in het
startsysteem is geplaatst:
A– openen/sluiten ruit linksvoor; “con-
tinu automatische” werking tijdens het
openen/sluiten van de ruit;
B– openen/sluiten ruit rechtsvoor;
“continu automatische” werking tijdens
openen/sluiten van de ruit (alleen bij
uitvoeringen met 4 elektrisch bediende
ruiten);
A0E0051mfig. 93
Onzorgvuldig gebruik
van de elektrische ruit-
bediening kan gevaarlijk
zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen van de ruit altijd of
de passagiers niet gewond kun-
nen raken door de bewegende
ruiten, zowel direct door contact
met de ruit als door voorwerpen
die door de ruit worden meege-
sleept of geraakt. Verwijder al-
tijd de sleutel uit het contactslot
als u de auto verlaat om te
voorkomen dat de elektrische
ruitbediening per ongeluk wordt
ingeschakeld en gevaar oplevert
voor de achtergebleven passa-
giers.
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 100
Page 133 of 331

105
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Als de bagageruimte niet goed is geslo-
ten, gaat er bij sommige uitvoeringen een
lampje
(voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten, waar voorzien) op het in-
strumentenpaneel branden of wordt het
symbool
Ssamen met een bericht op
het display (zie het hoofdstuk “Lampjes
en berichten”) weergegeven.
WAARSCHUWINGControleer altijd
of de motorkap goed is gesloten om te
voorkomen dat deze tijdens het rijden
opengaat.
MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de hendel A-fig. 98omhoog
totdat u merkt dat de motorkap
wordt ontgrendeld;
❒druk het hendeltje B-fig. 99van
het beveiligingsmechanisme om-
hoog en til de motorkap op.
WAARSCHUWING Het optillen van
de motorkap wordt makkelijk gemaakt
door de twee gasdempers aan de zij-
kant. Deze gasdempers mogen niet wor-
den gerepareerd of gewijzigd; begeleid
de motorkap tijdens het openen.
WAARSCHUWING Controleer voor
het optillen van de motorkap of de rui-
tenwisserarmen op de voorruit liggen en
of de ruitenwissers zijn uitgeschakeld.
A0E0122mfig. 98
A0E0470mfig. 99
SLUITEN
Laat de motorkap tot op ongeveer 20
centimeter van de motorruimte zakken
en laat de motorkap vallen; controleer
vervolgens door de motorkap op te til-
len of de motorkap goed is gesloten en
niet alleen vastzit aan de veiligheids-
vergrendeling. Druk in dit laatste geval
de motorkap niet dicht, maar til hem op-
nieuw op en herhaal de handeling.
Voer deze handelingen
uit terwijl de auto stil-
staat.
OPGELET
Om veiligheidsredenen
moet de motorkap tij-
dens de rit altijd goed zijn ge-
sloten. Controleer daarom al-
tijd of de motorkap goed is
vergrendeld. Als u tijdens het
rijden merkt dat de motorkap
niet goed is vergrendeld, stop
dan onmiddellijk en sluit de
motorkap op de juiste wijze.
OPGELET
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 105
Page 136 of 331

108
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
ABS
Het ABS-systeem dat in het remsysteem
is geïntegreerd, voorkomt dat de wielen
tijdens het remmen blokkeren, ongeacht
de toestand van het wegdek en de druk
op het pedaal, en verhindert daarmee
dat een of meerdere wielen slippen.
Hierdoor blijft de auto bestuurbaar, zelfs
bij noodstops.
Het systeem wordt aangevuld met het
EBD-systeem (Electronic Braking Force
Distribution, elektronische remdrukver-
deling), dat de remdruk tussen de voor-
en achterwielen verdeelt.
WAARSCHUWING Voor een maxi-
male werking van het remsysteem is
een inrijperiode van circa 500 km no-
dig: tijdens deze periode moet bruusk,
herhaaldelijk of langdurig remmen wor-
den voorkomen.
ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het ABS-systeem in werking treedt,
merkt de bestuurder dit aan een trilling
in het rempedaal, die gepaard gaat met
enig geluid: dit geeft aan dat u uw snel-
heid moet aanpassen aan de grip op het
wegdek.
Als het ABS-systeem in
werking treedt, is de
grip van de banden op het
wegdek beperkt: minder snel-
heid om deze aan te passen
aan de beschikbare grip.
OPGELET
Het ABS-systeem maakt
zo goed mogelijk ge-
bruik van de beschikbare grip,
maar kan niet de grip verhogen.
Rijd dus altijd voorzichtig op
een glad wegdek, zodat u geen
onnodige risico’s loopt.
OPGELET
Als het ABS-systeem in
werking treedt en u de
pulsaties op het rempedaal
voelt, moet de druk op het pe-
daal niet worden verminderd,
maar moet het pedaal goed in-
gedrukt worden gehouden. Zo
komt men binnen een zo kort
mogelijke afstand tot stil-
stand, afhankelijk van de toe-
stand van het wegdek.
OPGELET
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 108
Page 137 of 331

109
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Storing in EBD
Dit wordt aangegeven door de bran-
dende lampjes
>+xop het instru-
mentenpaneel (bij sommige uitvoerin-
gen wordt er ook een bericht op het dis-
play weergegeven) (zie het hoofdstuk
“Lampjes en berichten”).
In dit geval kunnen bij krachtig remmen
de achterwielen vroegtijdig blokkeren
waardoor de auto kan slippen. Rijd ui-
terst voorzichtig verder naar het dichtst-
bijzijnde bedrijf in het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk om het systeem te laten
controleren.
BRAKE ASSIST
(regeling bij noodstops)
Het systeem, dat niet uitgeschakeld kan
worden, herkent noodstops (afhanke-
lijk van de snelheid waarmee het rem-
pedaal wordt ingetrapt) waardoor het
sneller op het remsysteem kan ingrijpen.
Brake Assist wordt bij een auto met VDC
uitgeschakeld als er een storing wordt
gesignaleerd (als er een storing is, gaat
het lampje
áop het instrumentenpa-
neel branden (bij sommige uitvoeringen
wordt er ook een bericht op het display
weergegeven).
STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Dit wordt aangegeven door een bran-
dend lampje
>op het instrumenten-
paneel (bij sommige uitvoeringen wordt
er ook een bericht op het display weer-
gegeven) (zie het hoofdstuk “Lampjes
en berichten”). In dat geval blijft het
remsysteem normaal werken, maar zon-
der de mogelijkheden van het ABS.
Rijd voorzichtig verder naar het dichtst-
bijzijnde bedrijf in het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk om het systeem te laten
controleren.
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 109
Page 147 of 331

Het signaal stopt onmiddellijk als de af-
stand tot het obstakel groter wordt. De
frequentie van de tonen blijft gelijk als
de door de middelste sensoren gemeten
afstand gelijk blijft. Als deze situatie op-
treedt bij de zijsensoren, dan wordt het
signaal na 3 seconden onderbroken (bij-
voorbeeld om te voorkomen dat het ge-
luid ingeschakeld blijft als er langs een
muur wordt gereden).
SENSOREN
Het systeem voor het bepalen van de
afstand tot de obstakels maakt gebruik
van 4 sensoren in de voorbumper (voor
bepaalde uitvoeringen/markten, waar
voorzien) fig. 105en 4 sensoren in
de achterbumperfig. 106.
De verantwoordelijk-
heid tijdens het parke-
ren en andere gevaarlijke han-
delingen ligt altijd en overal bij
de bestuurder. Controleer als
u de auto parkeert of er zich
geen personen (in het bijzon-
der kinderen) of dieren in de
buurt van de auto bevinden.
De parkeersensoren moeten
als een hulpmiddel voor de be-
stuurder worden beschouwd.
De bestuurder moet tijdens
eventueel gevaarlijke par-
keermanoeuvres altijd zeer
goed opletten, ook als de
manoeuvres met lage snelheid
worden uitgevoerd.
OPGELET
A0E0231mfig. 105
A0E0232mfig. 106
119
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
ZOEMER
De informatie over de aanwezigheid van
en de afstand tot het obstakel wordt aan
de bestuurder doorgegeven door middel
van geluidssignalen die afkomstig zijn
van de in het interieur geïnstalleerde
zoemers:
❒bij uitvoeringen met 4 sensoren ach-
ter bevindt de zoemer zich aan de
achterzijde en geeft de zoemer ob-
stakels achter de auto aan;
❒bij uitvoeringen met 8 sensoren (4
voor en 4 achter) heeft de auto niet
alleen een zoemer achter, maar ook
een zoemer aan de voorzijde, die in-
formatie geeft over obstakels vóór
de auto. Hierdoor krijgt de bestuur-
der ruimtelijke informatie over de lo-
catie van de obstakels (voor/ ach-
ter).
083-128 Alfa 159 NL 31-03-2009 11:21 Pagina 119
Page 179 of 331

De startmotor wordt automatisch inge-
schakeld, totdat de motor is gestart.
Als de motor is uitgeschakeld en de elek-
tronische sleutel is in het startsysteem ge-
plaatst, dan kan de motor automatisch
worden gestart door kort op de
START/STOP-knop te drukken en het
koppelingspedaal ingetrapt te houden.
WAARSCHUWINGDe motor kan
worden gestart als het rempedaal
in plaats van het koppelingspedaal
wordt ingetrapt. In dat geval
wordt de motor niet automatisch ge-
start. Druk in dat geval de
START/STOP-knop in en laat deze
los zodra de motor is gestart.DIESELMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan;
❒trap het koppelingspedaal helemaal
in, zonder het gaspedaal in te trap-
pen;
❒zet de versnellingspook in de
vrijstand;
❒steek de elektronische sleutel na het
stoppen in het startsysteem. Op het
instrumentenpaneel gaat het lamp-
je
mbranden;
❒wacht tot het lampje mgedoofd is.
Hoe warmer de motor, hoe sneller het
lampje dooft;
❒druk kort op de knop START/STOP
meteen nadat het lampje
muit
gaat. Als u te lang wacht, zijn de
voorgloeibougies weer afgekoeld.
BENZINEMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan;
❒trap het koppelingspedaal helemaal
in, zonder het gaspedaal in te trap-
pen;
❒zet de versnellingspook in de
vrijstand;
❒steek de elektronische sleutel na het
stoppen in het startsysteem;
❒druk kort op de knop START/STOP.
151
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 151
Page 180 of 331

BELANGRIJKE TIPS
Als u tijdens het starten de motor uit
moet schakelen, is het voldoende om
voor het opnieuw starten van de motor
het koppelings- of rempedaal in te trap-
pen en vervolgens op de
START/STOP-knop te drukken.
Als het starten moeizaam verloopt, blijf
dit dan niet langdurig proberen, maar
wendt u tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Als de motor draait, wordt de elektro-
nische sleutel in het startsysteem ver-
grendeld en kan deze alleen uit het
startsysteem worden verwijderd als de
motor wordt uitgeschakeld. Als de au-
to rijdt en de elektronische sleutel is ver-
grendeld, kan het startsysteem worden
beschadigd als de sleutel geforceerd
wordt verwijderd.Bij eventuele problemen met het start-
systeem gaat het lampje
Yop het ins-
trumentenpaneel branden (bij sommige
uitvoeringen wordt er ook een bericht op
het display weergegeven). Wendt u zich
in dit geval tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Als na het indrukken van de
START/STOP-knop de motor niet
start, herhaal dan de startprocedure,
maar trap het andere pedaal in (kop-
pelings- of rempedaal). De startmotor wordt automatisch inge-
schakeld, totdat de motor is gestart.
Als de motor is uitgeschakeld en de elek-
tronische sleutel is in het startsysteem
geplaatst, dan kan de motor automatisch
worden gestart door kort op de
START/STOP-knop te drukken en het
koppelingspedaal ingetrapt te houden.
Bij zeer lage temperaturen moet u al-
tijd wachten, totdat het lampje
mis
gedoofd, voordat de motor wordt ge-
start.
WAARSCHUWINGDe motor kan
worden gestart, als alleen het rempedaal
is ingetrapt. In dat geval wordt de mo-
tor niet automatisch gestart. Druk in dat
geval de START/STOP-knop in en laat
deze los zodra de motor is gestart.
152
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 152
Page 181 of 331

153
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Storing bij het starten van de
motor
Het systeem kan herkennen dat de mo-
tor niet aanslaat of dat de motor afslaat.
In dat geval wordt de elektronische sleu-
tel ontgrendeld, zodat de bestuurder de vol-
gende handelingen kan uitvoeren:
❒schakel het instrumentenpaneel uit
met behulp van de START/STOP-
knop of door de elektronische sleu-
tel uit het startsysteem te verwijde-
ren;
❒start de motor door het koppelings-
/rempedaal in te trappen en de
START/STOP-knop in te drukken.
WAARSCHUWING Als de motor af-
slaat en de auto rijdt, kan om veilig-
heidsredenen, de elektronische sleutel
niet uit het startsysteem worden ver-
wijderd. Druk om de sleutel te verwij-
deren op de START/STOP-knop met
ingetrapt rem- of koppelingspedaal en
bij stilstaande auto.
MOTOR OPWARMEN NA
HET STARTEN
(benzine en diesel)
Ga als volgt te werk:
❒rijd rustig weg, laat de motor niet
met hoge toerentallen draaien en
trap het gaspedaal niet bruusk in;
❒verlang de eerste kilometers geen
maximale prestaties. Wij raden u
aan te wachten tot de wijzernaald
van de koelvloeistoftemperatuur-
meter begint te bewegen.
In noodgevallen of om
veiligheidredenen kan
de motor bij een rijdende auto
worden uitgeschakeld door een
aantal malen (drie keer binnen
2 seconden) de START/STOP-
knop in te drukken en vervol-
gens de knop enige seconden in-
gedrukt te houden. In dat geval
kunt u geen gebruik meer ma-
ken van de stuurbekrachtiging.
OPGELET
MOTOR UITZETTEN
Druk bij stilstaande auto de
START/STOP-knop in. Als de motor is
uitgeschakeld, kan de elektronische sleu-
tel uit het startsysteem worden verwij-
derd.
WAARSCHUWINGZet de motor na
een zware rit niet onmiddellijk uit, maar
laat de motor even stationair draaien.
Hierdoor kan de temperatuur in de mo-
torruimte dalen.
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 153