stop start Alfa Romeo 159 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: 159, Model: Alfa Romeo 159 2010Pages: 331, PDF Size: 5.37 MB
Page 182 of 331

WAARSCHUWINGAls de auto
wordt uitgeschakeld, worden de elek-
tronische beveiligingssystemen uitge-
schakeld en de buitenverlichting ge-
doofd.
WAARSCHUWINGAls de motor
wordt uitgeschakeld en de auto rijdt,
kan om veiligheidsredenen, de elektro-
nische sleutel niet uit het startsysteem
worden verwijderd. Schakel, om de sleu-
tel te verwijderen, het instrumentenpa-
neel aan en uit door op de
START/STOP-knop te drukken bij los-
gelaten rem- of koppelingspedaal en stil-
staande auto. ELEKTRONISCHE SLEUTEL IN
NOODGEVALLEN
VERWIJDEREN
Als er een probleem is met het uitscha-
kelen van de auto of het ontgrendel-
mechanisme van de elektronische sleu-
tel, ga dan als volgt te werk:
❒druk de ontgrendelknop in om de
metalen baard uit te laten klappen
(zie de paragraaf “Elektronische
sleutel” in het hoofdstuk “Dash-
board en bediening”);
❒steek de metalen baard B-fig. 1
van de elektronische sleutel in de
openingA;
❒verwijder de elektronische sleutel uit
het startsysteem.
154
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Het heeft geen enkel nut
gas te geven voordat u
de motor uitschakelt; dit
is verspilling van brandstof en
is schadelijk, vooral voor moto-
ren met turbocompressor.
WAARSCHUWINGPlaats in opening
A-fig. 1geen andere voorwerpen dan
de metalen baard Bvan de elektronische
sleutel.
WAARSCHUWINGZet de auto stil
voordat de elektronische sleutel op de-
ze manier wordt verwijderd, omdat als
de sleutel bij een draaiende motor wordt
verwijderd, worden de motor en het in-
strumentenpaneel uitgeschakeld en het
stuurslot niet ingeschakeld.
A0E0043mfig. 1
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 154
Page 186 of 331

Keuze van de versnellingen
Gebruik als het verkeer en de weg het
toelaten de hoogste versnelling. Het in-
schakelen van een lage versnelling voor
een snelle acceleratie verhoogt het
brandstofverbruik. Bij het oneigenlijke
gebruik van een hoge versnelling neemt
het verbruik en de schadelijke uitlaat-
gasemissie toe. Bovendien slijt de mo-
tor hierdoor sneller.
Maximum snelheid
Het brandstofverbruik neemt aanzienlijk
toe bij een hogere snelheid. Rijd daar-
om zoveel mogelijk met een gelijkma-
tige snelheid, vermijd overbodig rem-
men en optrekken. Dit kost brandstof
en verhoogt de uitstoot van schadelij-
ke uitlaatgassen.
Acceleratie
Met vol gas optrekken kost veel brandstof
en verhoogt de uitstoot van schadelijke
uitlaatgassen: het is beter geleidelijk op
te trekken en het toerental waarbij het
maximum koppel wordt geleverd, niet te
overschrijden.GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij korte ritten en regelmatig koud star-
ten bereikt de motor niet de optimale
bedrijfstemperatuur. Hierdoor neemt niet
alleen het brandstofverbruik toe (van
15 tot aan 30% in stadsverkeer), maar
ook de uitstoot van uitlaatgassen.
Verkeerssituatie en
toestand van het wegdek
Op een drukke weg, bijvoorbeeld bij fi-
lerijden, waarbij overwegend lage ver-
snellingen worden gebruikt, of in de stad
waar zich veel verkeerslichten bevinden,
zal het brandstofverbruik aanzienlijk ho-
ger zijn. Bochtige trajecten, bergwegen
en een slecht wegdek verhogen even-
eens het brandstofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Als u langere tijd stilstaat (bijv. spoor-
wegovergangen), is het raadzaam de
motor uit te zetten.
RIJSTIJL
Starten
Laat de motor als de auto stilstaat, niet
warmdraaien met stationair toerental en
ook niet met een hoog toerental: on-
der deze omstandigheden warmt de mo-
tor veel langzamer op, terwijl het ver-
bruik en de schadelijke uitlaatgasemis-
sie toenemen. Het is beter om rustig
weg te rijden en geen hoge toerentallen
te gebruiken: op deze manier warmt de
motor sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in als u stilstaat
voor een stoplicht of voordat u de mo-
tor afzet. Deze handeling heeft evenals
het overschakelen met tussengas, geen
enkel nut. Het kost brandstof en ver-
hoogt de uitstoot van schadelijke uit-
laatgassen.
158
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
149-164 Alfa 159 NL 17-06-2009 14:14 Pagina 158
Page 193 of 331

165
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
L L
A A
M M
P P
J J
E E
S S
E E
N N
B B
E E
R R
I I
C C
H H
T T
E E
N N
TE LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU/AANGETROKKEN
HANDREM........................................................ 166
VERSLETEN REMBLOKKEN................................... 167
NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDELS ............... 167
STORING AIRBAGSYSTEEM................................. 168
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD ............. 168
TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR............... 169
TE HOGE MOTOROLIETEMPERATUUR..................... 169
MINIMAAL MOTOROLIEPEIL................................. 170
TE LAGE MOTOROLIEDRUK
ONVOLDOENDE MOTOROLIE-/OLIEKWALITEIT ........ 170
ACCU WORDT NIET VOLDOENDE OPGELADEN ......... 170
NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN ........................ 171
GEOPENDE MOTORKAP....................................... 171
GEOPENDE BAGAGERUIMTE................................. 171
STORING INSPUITING/STORING EOBD.................. 171
STORING BEVEILIGINGSSYSTEEM/
UITSCHAKELING STUURSLOT .............................. 172
STORING ALARM/INBRAAKPOGING/
ELEKTRONISCHE SLEUTEL NIET HERKEND .............. 172
KANS OP GLADHEID........................................... 173
VOORGLOEIEN/STORING VOORGLOEISYSTEEM ...... 173
WATER IN BRANDSTOFFILTER .............................. 174
BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR GEACTIVEERD ....... 174
STORING ABS................................................... 175
STORING EBD................................................... 175
VDC-SYSTEEM.................................................. 175
STORING HILL HOLDER....................................... 176
ASR (ANTIDOORSLIPREGELING) ........................... 176DEFECTE BUITENVERLICHTING ............................. 176
STORING REMLICHTEN....................................... 177
MISTACHTERLICHTEN......................................... 177
MISTLAMPEN VOOR........................................... 177
BUITENVERLICHTING/FOLLOW ME HOME ............. 177
DIMLICHT......................................................... 177
GROOTLICHT..................................................... 177
RICHTINGAANWIJZER LINKS ............................... 177
RICHTINGAANWIJZER RECHTS.............................. 177
STORING SCHEMERSENSOR................................... 178
STORING REGENSENSOR........................................ 178
STORING PARKEERSENSOREN.............................. 178
BRANDSTOFRESERVE - BEPERKTE ACTIERADIUS ...... 178
CRUISE CONTROL............................................. 178
VERSTOPT ROETFILTER ...................................... 178
STORING ANTIBEKLEMMINGSFUNCTIE RUITEN ....... 179
TE LAAG RUITENSPROEIERVLOEISTOFNIVEAU ......... 179
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN...................... 179
STORING IN TPMS-SYSTEEM ............................... 179
BANDENSPANNING CONTROLEREN ....................... 179
ONVOLDOENDE BANDENSPANNING ..................... 180
BANDENSPANNING NIET AANGEPAST
AAN SNELHEID.................................................. 180
165-180 Alfa 159 NL:165-180 Alfa 159 1ed 31-03-2009 9:40 Pagina 165
Page 197 of 331

169
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
–Als de auto onder zware om-
standigheden gebruikt wordt
(trekken van aanhangers op hellingen,
volledig geladen auto): verlaag de snel-
heid en breng, als het lampje blijft bran-
den, de auto tot stilstand. Stop 2 of 3
minuten met draaiende motor en geef
iets gas voor een snellere circulatie van
de koelvloeistof. Zet vervolgens de mo-
tor uit.
WAARSCHUWINGLaat na een
zware rit de motor draaien en acceler-
eer iets gedurende enige minuten voor-
dat de motor wordt uitgeschakeld.TE HOGE
TEMPERATUUR
MOTORKOELVLOEI-
STOF (rood)
Als u de sleutel in het startsysteem
plaatst, gaat het lampje (in de koel-
vloeistoftemperatuurmeter) branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden (bij enkele uit-
voeringen verschijnt ook een bericht op
het display) als de motor te warm
wordt.
Als het lampje gaat branden, moeten de
volgende maatregelen worden genomen:
–bij normale rij-omstandighe-
den: breng de auto tot stilstand, scha-
kel de motor uit en controleer of het
koelvloeistofniveau niet onder het MIN-
merkteken staat. Als dit wel het geval
is, wacht dan enkele minuten zodat de
motor kan afkoelen, open vervolgens
langzaam en voorzichtig de dop, vul
koelvloeistof bij en controleer of de koel-
vloeistof tussen het MIN- en MAX-
merkteken staat. Controleer ook of er
geen vloeistof weglekt. Als bij het star-
ten van de motor het lampje opnieuw
gaat branden, wendt u dan tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
u
Draai bij een zeer war-
me motor de dop van
het expansiereservoir nooit
los: gevaar voor verbranding.
OPGELET
TE HOGE
MOTOROLIE-
TEMPERATUUR
Als u de sleutel in het startsysteem
plaatst, gaat het lampje (in de motoro-
lietemperatuurmeter) branden. Na en-
kele seconden moet het lampje doven.
Als tijdens de rit het waarschuwings-
lampje gaat branden (bij enkele uit-
voeringen verschijnt op het display ook
een bericht), is motorolietemperatuur te
hoog; zet in dat geval de motor uit en
wendt u tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
`
Als het lampje `tijdens
het rijden gaat knipperen,
moet u zich tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk wenden.
165-180 Alfa 159 NL:165-180 Alfa 159 1ed 31-03-2009 9:40 Pagina 169
Page 201 of 331

173
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Dit wordt slechts één keer uitgevoerd
nadat het systeem een temperatuur la-
ger of gelijk aan 3°C heeft gesignaleerd
en kan worden alleen herhaald als de
buitentemperatuur hoger is dan
6 °C en vervolgens weer lager of ge-
lijk wordt aan 3 °C.
WAARSCHUWINGIn geval van een
storing van de buitentemperatuursensor
worden op het display streepjes weer-
gegeven in plaats van de temperatuur.VOORGLOEI-
BOUGIES
(dieseluitvoeringen
- geel)
STORING VOORGLOEI-
BOUGIES
(dieseluitvoeringen - geel)
Voorgloeibougies
Als u de sleutel in het startsysteem
plaatst, gaat het lampje branden. Het
lampje dooft als de voorgloeibougies de
vooraf ingestelde temperatuur hebben
bereikt. Start de motor, zodra het lamp-
je gedoofd is.
WAARSCHUWINGAls de buiten-
temperatuur gemiddeld of hoog is, gaat
het lampje zeer kort branden (vrijwel
niet waar te nemen).
m
Elektronische sleutel
niet herkend
Een brandend lampje (waar voorzien) (bij
enkele uitvoeringen verschijnt een bericht
op het display) geeft aan dat bij een start-
poging de elektronische sleutel niet wordt
herkend door het systeem.
KANS OP GLADHEID
Als de buitentemperatuur lager of ge-
lijk is aan 3 °C, worden op het display
het symbool
√en een waarschuwings-
bericht weergegeven en klinkt er een
geluidssignaal, om de bestuurder te
waarschuwen voor mogelijke ijsvorming
op de weg.
Bij enkele uitvoeringen kan de signale-
ringscyclus worden beëindigd door kort
op de knop MENUte drukken:
– het bericht op het display verdwijnt
en het daarvoor weergegeven scherm
wordt opnieuw weergegeven;
– de temperatuuraanduiding stopt met
knipperen;
– het symbool
√blijft rechtsonder op
het display staan (totdat de buitentem-
peratuur hoger of gelijk is aan 6 °C).
165-180 Alfa 159 NL:165-180 Alfa 159 1ed 31-03-2009 9:41 Pagina 173
Page 206 of 331

BRANDSTOF-
RESERVE –
BEPERKTE
ACTIERADIUS
(geel)
Het lampje gaat branden als in de brand-
stoftank nog ongeveer 10 liter brand-
stof aanwezig is. Als de actieradius min-
der dan ongeveer 50 km (of 31 mijl)
bedraagt, wordt op het display bij en-
kele uitvoeringen een waarschuwings-
bericht weergegeven.
CRUISE CONTROL
(groen)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Het lampje (bij enkele uitvoeringen ver-
schijnt ook een bericht op het display)
gaat branden als de draaiknop van de
cruise control in de stand
Üwordt ge-
draaid.
STORING
SCHEMERSENSOR
(ambergeel)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele uitvoeringen een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
een storing van de schemersensor wordt
gesignaleerd.
STORING
PARKEERSENSOREN
(ambergeel)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele uitvoeringen een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
een storing van de parkeersensoren
wordt gesignaleerd.
STORING
REGENSENSOR
(ambergeel)
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Het lampje (waar voorzien) gaat bran-
den (bij enkele uitvoeringen verschijnt
een bericht op het display) als een sto-
ring van de regensensor wordt gesig-
naleerd.
178
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
1
u
t
K
Ü
ROETFILTER
VERSTOPT
(dieseluitvoeringen)
(ambergeel)
Het lampje (of in plaats daarvan bij en-
kele utvoeringen, een symbool en een
bericht op het display) gaat branden als
het roetfilter is verstopt en door het rij-
gedrag de automatische regeneratie-
procedure niet gestart kan worden.
Het filter kan alleen worden geregene-
reerd en dus gereinigd als u met de au-
to blijft rijden totdat het lampje uit gaat
(bij sommige uitvoeringen moet het
symbool
hvan het display ver-
dwijnen).
h
Als lampje Ktijdens het
rijden gaat knipperen,
moet u zich tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk wenden.
165-180 Alfa 159 NL:165-180 Alfa 159 1ed 31-03-2009 9:41 Pagina 178
Page 208 of 331

180
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
TE LAGE
BANDENSPANNING
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Bij enkele uitvoeringen wordt op het dis-
play een bericht + een rood symbool
weergegeven, om aan te geven dat de
spanning van één of meer banden lager
is dan de aanbevolen waarde. Op deze
manier waarschuwt het TPMS-systeem
de bestuurder op het mogelijk leeglopen
van de band(en) en dus op een moge-
lijke lekke band.
WAARSCHUWINGRijd niet verder
met een of meerdere zachte banden om-
dat de rijveiligheid van de auto in gevaar
kan worden gebracht. Stop de auto zon-
der bruusk te remmen en vermijd hefti-
ge stuurbewegingen. Vervang het wiel
onmiddellijk door het reservewiel(voor
bepaalde uitvoeringen/markten,
waar aanwezig) of repareer de band met
de betreffende set (zie “Wiel verwisse-
len” in het hoofdstuk “In noodgevallen”)
en wendt u zo snel mogelijk tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
BANDENSPANNING
NIET AANGEPAST
AAN SNELHEID
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten,
waar voorzien)
Als waarschijnlijk harder gereden gaat
worden dan 160 km/h moet de ban-
denspanning worden verhoogd naar de
waarde voor volledige belading (zie de
paragraaf “Bandenspanning bij koude”
in het hoofdstuk “Technische gegevens”).
Bij enkele uitvoeringen verschijnt, als het
TPMS een bandenspanning signaleert bij
één of meer banden die niet geschikt is
voor de snelheid waarmee wordt gere-
den, op het display een bericht + een geel
symbool), die aanwezig blijven, totdat
de voertuigsnelheid weer onder de drem-
pelwaarde zakt.
WAARSCHUWINGVerlaag in dat ge-
val onmiddellijk de snelheid om overver-
hitting van de banden te voorkomen;
door oververhitting kan de band onher-
stelbaar beschadigen en wordt de le-
vensduur aanzienlijk korter. WAARSCHUWINGAls u de reis met
een hoge snelheid wilt voortzetten (snel-
ler dan 160 km/h) en het symbool op
het display gaat branden, dan moet de
auto tot stilstand worden gebracht en de
bandenspanning worden aangepast (zie
de paragraaf “Bandenspanning bij kou-
de” in het hoofdstuk “Technische gege-
vens”).
nn
165-180 Alfa 159 NL:165-180 Alfa 159 1ed 31-03-2009 9:41 Pagina 180
Page 210 of 331

WAARSCHUWINGVerbind de min-
klemmen van de twee accu’s niet direct
met elkaar: eventuele vonken kunnen
het explosieve gas ontsteken dat uit de
accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu
is geïnstalleerd aan boord van een an-
dere auto, mogen tussen deze auto en
de auto met de lege accu niet per on-
geluk metalen delen met elkaar in ver-
binding staan.
STARTEN MET
EEN HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor wor-
den gestart met een hulpaccu, die ten
minste dezelfde capaciteit moet hebben
als de lege accu.
Ga voor het starten als volgt te werk
fig. 1:
❒verbind de pluspolen (+teken na-
bij de pool) van de beide accu’s met
een startkabel;
❒sluit een tweede startkabel aan op
de minpool (–) van de hulpaccu en
op de massa-aansluiting
Eop de
motor van de auto die moet worden
gestart;
❒start de motor;
❒neem als de motor draait de kabels
in de omgekeerde volgorde los.Als na enige pogingen de motor niet
aanslaat, stop dan met starten en wendt
u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Gebruik voor een nood-
start beslist nooit een ac-
cusnellader: hierdoor
kunnen de elektrische systemen
en de regeleenheden voor het
motormanagementsysteem wor-
den beschadigd.
Deze startprocedure
mag alleen door des-
kundige personen worden uit-
gevoerd, omdat er bij ver-
keerde handelingen vonken
kunnen ontstaan. De vloeistof
in de accu is giftig en corrosief.
Vermijd het contact met de
huid en de ogen. Kom ook niet
dicht bij een accu met open
vuur of een brandende sigaret
en veroorzaak geen vonken.
OPGELET
A0E0201mfig. 1
182
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed 31-03-2009 10:33 Pagina 182
Page 221 of 331

❒als de band op de juiste spanning is
gebracht (zie de paragraaf “Ban-
den” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”), vertrek dan onmiddel-
lijk;
❒als u er niet in slaagt binnen 5 mi-
nuten de bandenspanning op ten
minste 1,5 bar te krijgen, koppel
dan de compressor los van het ven-
tiel en de stekkerdoos en verplaats
vervolgens de auto ongeveer 10 me-
ter naar voren of naar achteren, zo-
dat de afdichtvloeistof in de band
verdeeld wordt; pomp de band ver-
volgens weer op;
❒als de bandenspanning ook op deze
manier niet binnen 5 minuten na het
inschakelen van de compressor een
spanning van ten minste 1,8 bar be-
reikt, rijd dan niet verder met de te
zwaar beschadigde band; de snelle
bandenreparatieset is niet in staat
om het lek te dichten; wendt u tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk;
❒controleer of de schakelaar A-fig.
19van de compressor in stand 0
(uitgeschakeld) staat, start de mo-
tor, steek de stekker A-fig. 20in
het contact of de aansteker op de
voortunnel en schakel de compres-
sor in door de schakelaar A-fig 19
in stand I(ingeschakeld) te zetten.
❒pomp de band op tot de voorge-
schreven spanning (zie de paragraaf
“Banden” in het hoofdstuk “Techni-
sche gegevens”). Controleer de ban-
denspanning op de drukmeter B-
fig. 19 . Voor een nauwkeurige af-
lezing moet de compressor worden
uitgeschakeld;
193
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
A0E0213mfig. 19A0E0217mfig. 20Plaats de sticker op
een voor de bestuurder
goed zichtbare plaats om aan
te geven dat de band behan-
deld is met de snelle banden-
reparatieset. Rijd voorzichtig
vooral in bochten. Rijd niet
harder dan 80 km/h. Vermijd
bruusk accelereren en remmen.
OPGELET
❒stop na ongeveer 10 minuten en
controleer opnieuw de bandenspan-
ning;vergeet niet de handrem
aan te trekken;
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed 31-03-2009 10:33 Pagina 193
Page 245 of 331

VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE FIGUUR
Achterruitverwarming F40 30 56
Buitenspiegelverwarming/spoel van relais voorruitverwarming F41 7,5 56
Voeding knooppunt remsysteem (ABS/VDC) –
Knooppunt stuurhoeksensor – Gierhoeksensor F42 7,5 56
Ruitenwissers/-sproeiers F43 30 56
Aansteker voor op de middenconsole F44 10 56
Voeding stopcontact in de bagageruimte F45 15 56
Opendak F46 20 56
Vermogensvoeding voor knooppunt bestuurdersportier F47 20 56
Vermogensvoeding voor knooppunt passagiersportier F48 30 56
+ vanaf startsysteem voor knooppunt stuur/Regeleenheid
open dak/Plafondlampje voor en achter/CVS/
Knooppunt Blue&Me/Bewegingsdetectie/Stoel links en rechts F49 7,5 56
Airbagsysteem F50 7,5 56
Voeding vanaf startsysteem voor knooppunt infotelematica/
Knooppunt automaat/Extra verwarming/Paneel links/
START/STOP-knop, Regeleenheid parkeersensoren/
Dimbare spiegel/Knooppunt Blue&Me/Inbouwvoorbereiding
autoradio/AQS/Cruise Control F51 7,5 56
217
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed 31-03-2009 10:34 Pagina 217