Alfa Romeo 4C 2016 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2016, Model line: 4C, Model: Alfa Romeo 4C 2016Pages: 193, PDF Size: 7.84 MB
Page 71 of 193

Service
(Geprogrammeerd
onderhoud)
Deze functie zorgt voor weergave van
informatie over de intervallen waarmee
de servicebeurten uitgevoerd moeten
worden.
Ga voor het raadplegen van deze
informatie als volgt te werk:
druk kort op knop SET/.Ophet
display wordt het onderhoudsinterval in
kilometers (km) of mijlen (mi)
weergegeven, op grond van wat eerder
is ingesteld (zie paragraaf
"Meeteenheden (Meeteenheden
instellen");
druk op de SET/knop om terug
te keren naar het menuscherm of houd
de knop ingedrukt om terug te keren
naar het standaardscherm.
BELANGRIJK In het “Geprogrammeerd
Onderhoudsschema” zijn de
onderhoudsbeurten van de auto op
vaste intervallen vermeld, zie het
hoofdstuk "Onderhoud en zorg". Het
bericht "Service" wordt automatisch
weergegeven, en het
waarschuwingslampje
gaat
branden, wanneer de sleutel in de
stand MAR wordt gedraaid, vanaf
2.000 km (of het equivalent in mijl) vóór
de volgende servicebeurt, en wordt elke
200 km (of het equivalent in mijl)
herhaald. Onder de 200 km wordt deze
melding met kortere intervallenweergegeven. Het bericht verschijnt in
kilometers of mijlen, afhankelijk van de
"Meeteenheid" die is ingesteld.
Bovendien gaat het
waarschuwingslampje
branden en
verschijnt het bericht "Service" op de
display, gevolgd door het aantal
resterende kilometers of mijlen,
wanneer het onderhoudsinterval bijna is
vervallen en de sleutel in de stand MAR
wordt gedraaid. Neem contact op met
het Alfa Romeo Servicenetwerk. De
werkzaamheden van het
"Geprogrammeerd
onderhoudsschema" zullen uitgevoerd
worden en het bericht zal gereset
worden.
Passagiersairbags
(In-/uitschakeling van
frontairbag
passagierszijde)
Deze functie zorgt voor in- en
uitschakeling van de frontairbag aan
passagierszijde.
Ga als volgt te werk:
druk op de SET/knop en, nadat
de melding (Bag pass: Off) (voor het
uitschakelen) of de melding (Bag pass:
On) (voor het inschakelen) op het
display is verschenen door het
indrukken van de knoppen "
"en"
", nogmaals op de SET/knop
drukken;
op het display verschijnt een verzoek
om bevestiging;
druk op de knoppenofom
"Ja" te selecteren (om het
inschakelen/uitschakelen te bevestigen)
of "Nee" (om te annuleren);
druk kort op de SET/knop: er
verschijnt een bevestigingsbericht van
de gekozen instelling en er wordt
teruggekeerd naar het menuscherm.
Houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan. Het controlelampje
op het instrumentenpaneel gaat
branden.
Dagverlichting (DRL)(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de dagverlichting
worden in- en uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
druk kort op knop SET/. "On"
of "Off" knippert op het display,
afhankelijk van de eerder gemaakte
instelling;
druk opofom uw keuze te
maken;
Druk kort op de SET/knop om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop ingedrukt om terug te
keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Houd de SET/knop ingedrukt
om terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
68
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
g
Page 72 of 193

afhankelijk van de menuopties waarin u
zich bevindt.
Menu afsluiten
Met deze laatste functie wordt de
cyclus van de in het menuscherm
vermelde instellingen afgesloten.
Druk kort op de knop SET/
om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Druk op de knop
om terug te keren
naar de eerste menuoptie.
TRIP COMPUTER
De Trip computer geeft informatie over
de werking van het voertuig weer,
wanneer de contactsleutel in de stand
MAR is gedraaid.
Met deze functie kunnen twee
afzonderlijke reizen worden
aangemaakt, “Trip A” en Trip B”
genaamd, waarmee "volledige reizen"
van de auto worden bewaakt. Beide
functies werken onafhankelijk van
elkaar.
Beide functies kunnen gereset worden
bijv begin van een nieuwe rit.
“Trip A” geeft informatie over:
Bereik
Afgelegde afstand
Gemiddeld verbruik
Huidig verbruik
Gemiddelde snelheid
Reistijd.
“Trip B” geeft informatie over:
Afgelegde afstand B
Gemiddeld verbruik B
Gemiddelde snelheid B
Reistijd B.
“Trip B” kan uitgeschakeld worden (zie
paragraaf "Inschakeling/Gegevens Trip
B (Inschakeling Trip B)". De parameters
“Actieradius” en “Huidig verbruik"
kunnen niet worden gereset.
WEERGEGEVEN
WAARDEN
Bereik
Dit geeft de afstand bij benadering weer
die nog gereisd kan worden met de
aanwezige brandstof in de tank,
aangenomen dat de rijstijl ongewijzigd
blijft.
Op het display wordt “----”
weergegeven, wanneer de volgende
gebeurtenissen zich voordoen:
het bereik is minder dan 50 km (of
30 mijl)
de auto staat lang geparkeerd met
draaiende motor.
BELANGRIJK Het bereik kan variëren
afhankelijk van verschillende factoren:
de rijstijl, het type route (snelweg,
stadsverkeer, bergwegen, enz.…), en
de gebruiksomstandigheden
(beladingstoestand, bandenspanning,
enz.). Bij de planning van een reis dient
men dus rekening te houden met deze
factoren.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand weer die de auto heeft
afgelegd sinds het begin van een
nieuwe reis.
Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddeld brandstofverbruik
van de auto weer sinds het begin van
een nieuwe reis.
69
g
Page 73 of 193

Huidig verbruik
Geeft het huidige brandstofverbruik
weer. Deze waarde wordt continu
bijgewerkt. Als de auto stilstaat met
draaiende motor verschijnt “----”op
het display.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid weer
afhankelijk van de totale tijd die is
verlopen sinds het begin van de reis.
Reistijd
Tijd die is verstreken sinds het begin
van de nieuwe reis.
Aanwijzingen op het
display
Telkens wanneer een waarde wordt
geselecteerd, verschijnt de volgende
informatie:
het woord “Trip” (of “Trip A” of “Trip
B”) (A fig. 62 );
naam, waarde en meeteenheid van
de gekozen waarde (bijv. "Actieradius
520 km") (B fig. 62 ).
Na enkele seconden wordt de naam
van de geselecteerde waarde
vervangen door het bijbehorende
pictogram (zie voorbeeld fig. 63 ).
Knop TRIP RESET
De TRIP RESET-knop bevindt zich op
de rechterhendel fig. 64. Wanneer de
contactsleutel in de stand MAR staat,
kunnen met deze knop de hiervoor
beschreven waarden bekeken worden
en kunnen de gegevens worden
gereset om een nieuwe reis te
beginnen:
kort indrukken: weergave van de
verschillende waarden;
lang indrukken: reset de waarden en
start een nieuwe reis.
Nieuwe reis
Deze begint na een:“handmatige” reset door de
gebruiker door de betreffende knop in
te drukken;
"automatische" reset wanneer de
"afgelegde afstand" de waarde
99999,9 km bereikt of wanneer de
"reistijd" de waarde 999:59 bereikt (999
uur en 59 minuten);
nadat de accu losgekoppeld is
geweest.
BELANGRIJK Als het systeem wordt
gereset wanneer de details van “Trip A”
of “Trip B” worden weergegeven, dan
worden alleen de gegevens van de
weergegeven reis gereset.
62A0L0122
63A0L0123
64A0L0124
70
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
g
Page 74 of 193

Procedure om een
nieuwe reis te starten
Houd de knop TRIP REST langer dan 2
seconden ingedrukt wanneer de sleutel
in de stand MAR staat om te resetten.
Trip verlaten
De Tripfunctie wordt automatisch
verlaten, nadat alle waardes zijn
weergegeven. U kunt de functie
handmatig afsluiten door de knop SET/
langer dan 1 seconde in te
drukken.
71
g
Page 75 of 193

LAMPJES EN BERICHTEN
WAARSCHUWING Het waarschuwingslampje gaat branden en er verschijnt een speciaal bericht en/of er klinkt een
geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun beknopte
karakter niet worden beschouwd als volledig en/of een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het Instructieboek.
Het wordt daarom geadviseerd het instructieboek altijd aandachtig te lezen. Zie de informatie in dit hoofdstuk in de gevallen dat
een storing wordt gemeld.
BELANGRIJK De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:
ernstige storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden langdurig herhaald weergegeven. Ernstige storingen
worden langdurig herhaald weergegeven. De herhaaldelijke weergave op het display van beide categorieën kan onderbroken
worden. Het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is verholpen.
WAARSCHUWINGSLAMPJES OP INSTRUMENTENPANEEL
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
roodLAAG REMVLOEISTOFNIVEAU / HANDREM
AANGETROKKEN
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de
contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid en
moet enkele seconden later doven.
Laag remvloeistofniveau
Dit lampje gaat branden wanneer het
remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het
minimumpeil bevindt, bijvoorbeeld wegens een lek
in het circuit.Herstel het remvloeistofniveau, controleer daarna of het
lampje gedoofd is.
Als het waarschuwingslampje blijft branden, neem dan
contact op met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
Handrem aangetrokken
Het lampje gaat branden wanneer de handrem is
aangetrokken.
Herstel het remvloeistofniveau, controleer daarna of het
lampje gedoofd is.
Als het waarschuwingslampje blijft branden, neem dan
contact op met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
72
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
g
Page 76 of 193

Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
rood
geel
STORING EBD
Wanneer de lampjes
(rood) en(geel) bij
draaiende motor tegelijk gaan branden, dan is er een
storing in het EBD-systeem of is het systeem niet
beschikbaar. In dit geval kunnen de achterwielen bij
hard remmen plotseling blokkeren waardoor de auto
begint te slippen.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.Rijd zeer voorzichtig naar het dichtstbijzijnde speciale
Alfa Romeo Servicepunt om het systeem onmiddellijk te
laten controleren.
roodSTORING AIRBAG
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele seconden
moet het doven.
Het lampje blijft continu branden als er een storing in het
airbagsysteem is.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
roodVEILIGHEIDSGORDELS NIET VASTGEMAAKT
(voor bepaalde versies/markten)
Het waarschuwingslampje blijft continu branden bij
stilstaande auto als de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet is vastgemaakt.
Het lampje gaat knipperen en er klinkt een
geluidssignaal als de auto rijdt en de veiligheidsgordel
van de bestuurder niet goed is vastgemaakt.Neem contact op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt om het geluidssignaal van het
SBR-systeem (Seat Belt Reminder) permanent te laten
uitschakelen. Het systeem kan weer worden
ingeschakeld in het Setup-menu.
73
g
59) 60)
Page 77 of 193

BELANGRIJK
59)Als hetwaarschuwingslampje niet dooft wanneer de sleutel naar MAR wordt gedraaid of als het blijft branden tijdens het rijden (terwijl
er ook een bericht op het display wordt weergegeven), dan kan er iets mis zijn met de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags of
gordelspanners niet in werking treden bij een ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, onbedoeld in werking treden. Laat het systeem
onmiddellijk controleren door een speciaal Alfa Romeo Servicepunt alvorens verder te rijden.
60)Een storing van het
lampje wordt aangegeven door het langer dan de gebruikelijke 4 seconden knipperen van hetwaarschuwingslampje. Bovendien schakelt het airbagsysteem de airbag aan passagierszijde automatisch uit. In dat geval kan hetlampje een eventueel probleem met het airbagsysteem misschien niet aangeven. Laat het systeem onmiddellijk controleren door een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt alvorens verder te rijden.
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
geelSTORING AIRBAG
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele seconden
moet het doven.
Het lampje gaat branden om een systeemstoring aan te
geven. In dit geval blijft het remsysteem normaal
werken, maar zonder de extra prestaties van het
ABS-systeem.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.Rijd zeer voorzichtig en neem zo snel mogelijk contact
op met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
74
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
g
Page 78 of 193

Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
geelAIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD
Het lampje
gaat branden wanneer de airbag van de
passagier op de voorstoel uitgeschakeld wordt.
Wanneer de airbag van de passagier op de voorstoel is
ingeschakeld en de contactsleutel naar MAR wordt
gedraaid, gaat het lampje
ongeveer 4 seconden
continu branden, daarna dooft het.
Als het lampje gaat knipperen, dan duidt dit op een
storing van het airbagwaarschuwingslampje.
Laat het systeem onmiddellijk controleren door een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt alvorens verder te
rijden.
75
g
61 )
Page 79 of 193

Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
geelSTORING INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM
Onder normale omstandigheden, wanneer de contactsleutel
naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden maar dit
moet doven zodra de motor is gestart.
De verkeerspolitie beschikt over speciale apparatuur waarmee
de werking van het lampje
kan worden gecontroleerd. Neem in elk geval de wettelijke
voorschriften van het land waar u rijdt in acht.
Wanneer het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat
branden, wijst dit op een onjuiste werking van het inspuitsysteem;
met name duidt een continu brandend lampje op een storing in
het brandstoftoevoer-/inspuitsysteem die zou kunnen leiden tot
overmatige uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies, slechte
rijeigenschappen en een hoog brandstofverbruik.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op het
display.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen, maar de
storing wordt toch door het systeem in het geheugen
opgeslagen.
Onder deze omstandigheden kan men met
gematigde snelheid verder rijden zonder te veel
van de motor te eisen. Het langdurig rijden met
continu brandend lampje kan tot schade leiden.
Neem zo snel mogelijk contact op met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
Als het waarschuwingslampje knippert, betekent dit dat de
katalysator beschadigd kan zijn.In dit geval moet het gaspedaal worden
losgelaten om het motortoerental te verlagen
tot het lampje stopt met knipperen. Rijd verder
met gematigde snelheid en voorkom
rijomstandigheden die kunnen leiden tot het
opnieuw gaan knipperen van het lampje. Neem
zo snel mogelijk contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
76
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
g
5)
Page 80 of 193

Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
geelTPMSBELANGRIJK Rijd niet verder met een of meerdere
lekke banden, dit kan de bestuurbaarheid van de auto
in gevaar brengen. Breng de auto tot stilstand,
voorkom bruusk remmen en sturen. Repareer de
band(en) onmiddellijk met behulp van de speciale kit
(zie de paragraaf "Een wiel repareren" in het hoofdstuk
"Noodgevallen") en neem zo snel mogelijk contact op
met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
Storing TPMS
Het lampje gaat branden wanneer er een storing in
het TPMS wordt gedetecteerd.
Als op een of meerdere wielen geen sensoren zijn
gemonteerd, verschijnt er een bericht op het display
tot de oorspronkelijke condities zijn hersteld.
Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
Lage bandenspanning - Zie instructieboek
Het waarschuwingslampje gaat branden en er
verschijnt een speciaal bericht op het display, om
aan te geven dat de bandenspanning lager is dan de
aanbevolen waarde en/of dat de band langzaam
spanning verliest. Onder deze omstandigheden
kunnen de optimale levensduur van de banden en
het benzineverbruik niet gegarandeerd worden.
Als twee of meerdere banden zich in boven
genoemde toestand bevinden, worden op het
display afwisselend de indicaties voor elke band
weergegeven.
In elke situatie waarin op het display het bericht "Zie
instructieboek" wordt weergegeven, is het
ESSENTIEEL om de inhoud van de paragraaf "Wielen"
in het hoofdstuk "Technische gegevens" te
raadplegen, en moeten de aanwijzingen die u daarin
vindt strikt worden opgevolgd.
77
g