ABS Alfa Romeo Giulietta 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2010, Model line: Giulietta, Model: Alfa Romeo Giulietta 2010Pages: 294, PDF Size: 5.15 MB
Page 3 of 294
BRANDSTOF TANKEN
Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine
met een minimum octaangetal van 95 RON.
Dieselmotoren: tank uitsluitend diesel voor motor-
voertuigen conform de Europese specificatie EN590. Het gebruik
van andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar be-
schadigen en het vervallen van de garantie tot gevolg hebben.
MOTOR STARTEN
Benzinemotoren: controleer of de handrem is aange-
trokken; zet de versnellingspook in vrij; trap het koppe-
lingspedaal volledig in, maar trap het gaspedaal niet in;
draai vervolgens de contactsleutel in stand AVV en laat
de sleutel los zodra de motor aanslaat.
Dieselmotoren: draai de contactsleutel in stand MAR en wacht
tot de waarschuwingslampjes
Yenmdoven; draai de contact-
sleutel in stand AVV en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat.
PARKEREN BOVEN BRANDBARE MATERIALEN
Onder normale bedrijfsomstandigheden bereikt de kata-
lysator hoge temperaturen. Parkeer de auto dus niet op
gras of boven droge bladeren, dennennaalden of ander
ontvlambaar materiaal: brandgevaar.
BESCHERMING VAN HET MILIEU
De auto is uitgerust met een diagnosesysteem dat conti-
nu controles uitvoert op de componenten die van invloed
zijn op de uitlaatgasemissie, zodat overmatige vervuiling
van het milieu wordt voorkomen.
ELEKTRISCHE APPARATUUR
Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren
die stroom verbruiken (waardoor de accu langzaam kan
ontladen), wendt u dan tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk. Deze kan controleren of de elektrische installatie
van de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik.
CODE CARD(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bewaar deze op een veilige plaats, maar niet in de auto.
Wij raden u aan de elektronische code van de CODE-card
te noteren en altijd bij u te hebben, omdat deze onmis-
baar is voor het uitvoeren van een noodstart.
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Bedenk dat een goed onderhoud van de auto de beste ma-
nier is om de prestaties en de veiligheid van de auto ge-
durende langere tijd te garanderen. Daarbij wordt ook
het milieu ontzien en blijven de exploitatiekosten laag.
IN HET INSTRUCTIEBOEKJE…
…treft u informatie, tips en belangrijke waarschuwingen
aan voor het juiste gebruik, de rijveiligheid en het onder-
houd van uw auto. Let vooral op de symbolen
"(veilig-
heid van de inzittenden)#(bescherming van het milieu)â(conditie van de auto).
ABSOLUUT LEZEN!
K
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 8:59 Pagina 2
Page 8 of 294
7
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
StoringinEBD
Als bij een draaiende motor tegelijkertijd de waar-
schuwingslampjes
x(rood) en>(geel) gaan bran-
den, dan is er een storing in het EBD-systeem of is
het systeem niet beschikbaar; in dat geval kunnen bij
hard remmen de achterwielen vroegtijdig blokkeren
waardoor de auto kan slippen. Rijd zeer voorzichtig
naar de dichtstbijzijnde vestiging van het Alfa Romeo
Servicenetwerk om het systeem te laten controleren.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.x
>
Storing ABS (geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele seconden moet het lamp-
je doven. Het lampje (of het symbool op het display)
gaat branden als het systeem defect is. In dat geval blijft het remsy-
steem normaal werken, maar zonder de mogelijkheden van het
ABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u zo snel mogelijk tot het Al-
fa Romeo Servicenetwerk. Op het display verschijnt de bijbeho-
rende melding.>
Versleten remblokken (geel)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het lampje (of het symbool op het display) gaat bran-
den als de remblokken voor versleten zijn; laat deze in
dat geval zo snel mogelijk vervangen. Op het display verschijnt
de bijbehorende melding.
BELANGRIJK Omdat de auto is uitgerust met een slijtage-indicator
op de remblokken voor, moet u, als deze remblokken worden
vervangen, ook de remblokken achter laten controleren.d
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 8:59 Pagina 7
Page 11 of 294
10
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
CONTINU BRANDEN:Te lage motoroliedruk
(rood)
KNIPPEREN:Oliekwaliteit onvoldoende
(alleen dieseluitvoeringen met DPF – rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje bran-
den. Het moet doven zodra de motor is aangeslagen.
1. Te lage motoroliedruk
Het lampje gaat continu branden en er verschijnt een melding op
het display (voor bepaalde uitvoeringen/markten) als de motor-
oliedruk onvoldoende is.
v
Als het lampjevtijdens het rijden gaat branden
(op enkele uitvoeringen verschijnt ook een mel-
ding op het display), zet dan onmiddellijk de mo-
tor uit en wendt u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
2. Oliekwaliteit onvoldoende
(alleen dieseluitvoeringen met DPF)
Het lampje gaat knipperen en er verschijnt (voor bepaalde uit-
voeringen/markten) een bijbehorende melding op het display.
Afhankelijk van de uitvoering knippert het lampje op de volgende
manier:
❍elke twee uur 1 minuut;
❍telkens 3 minuten, waarbij het lampje telkens 5 seconden
dooft, totdat de olie wordt ververst.Iedere keer als de motor na de eerste melding wordt gestart, blijft
het lampje knipperen op de hierboven beschreven wijze, totdat
de olie wordt ververst. Als aanvulling op het lampje toont het dis-
play (voor bepaalde uitvoeringen/markten) ook een bijbehoren-
de melding.
Het knipperen van dit lampje duidt niet op een defect aan de au-
to, maar geeft aan dat door het normale gebruik van de auto de
olie moet worden ververst.
Motorolie wordt slechter van kwaliteit door:
❍overwegend stadsgebruik van de auto waardoor het regene-
ratieproces van het DPF vaker moet worden uitgevoerd;
❍gebruik van de auto voor korte ritten, waardoor de motor niet
goed op bedrijfstemperatuur komt;
❍het vaak onderbreken van het regeneratieproces dat wordt aan-
gegeven door het branden van het DPF-lampje.
Als het lampje gaat branden, moet de motorolie
van onvoldoende kwaliteit zo snel mogelijk wor-
den ververst; er mag zeker niet nog meer dan
500 km worden doorgereden nadat het lampje voor de
eerste keer is gaan branden. Als bovenstaande richtlijn
niet wordt opgevolgd, dan kan dat ernstige schade aan
de motor veroorzaken en het vervallen van de garantie
tot gevolg hebben. Onthoud dat het branden van dit lamp-
je geen betrekking heeft op de hoeveelheid olie in de mo-
tor. Als het lampje gaat knipperen, dan is het absoluut niet
nodig motorolie bij te vullen.
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 8:59 Pagina 10
Page 82 of 294
81
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING VOOR fig. 44
Met de schakelaar A kunnen de plafondlampjes worden in- en uit-
geschakeld.
Standen schakelaar A:
❍in het midden (stand 1): de lampjes C en D worden in-/uit-
geschakeld bij het openen/sluiten van de portieren;
❍in de linker stand (stand 0): de lampjes C en D blijven altijd
uitgeschakeld;
❍in de rechter stand (stand 2): de lampjes C en D blijven altijd
ingeschakeld.
Het inschakelen/doven van de verlichting gaat geleidelijk.
Automatische uitschakeling
Het systeem schakelt in de volgende gevallen automatisch uit:
❍als het ABS of de VDC in werking treedt;
❍als de snelheid van de auto onder de vastgestelde limiet komt;
❍als er een storing in het systeem is.
Als de cruise-control tijdens het rijden is inge-
schakeld, zet dan nooit de versnellingspook in
de vrijstand.
Bij een storing of een afwijkende werking van
de cruise-control, moet de draaiknop A-fig. 43
in stand OFF worden gezet en moet u contact op-
nemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
fig. 44A0K0061m
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 8:59 Pagina 81
Page 110 of 294
109
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als het ABS in werking treedt, dan is de grip van
de banden op het wegdek beperkt: u dient uw snel-
heid te verlagen en aan te passen aan de be-
schikbare grip.
ABS
Het ABS dat geïntegreerd is in het remsysteem, voorkomt dat tij-
dens het remmen de wielen blokkeren, ongeacht de conditie van
het wegdek en de pedaaldruk, en verhindert daarmee het door-
slippen van een of meerdere wielen. Hierdoor blijft de auto be-
stuurbaar, zelfs bij noodstops.
Het systeem wordt gecompleteerd met een elektronische rem-
drukverdeling EBD (Electronic Braking Force Distribution), die de
remdruk verdeelt tussen de voor- en achterwielen.
BELANGRIJK Voor een maximale werking van het remsysteem
is een inrijperiode nodig van ongeveer 500 km: tijdens deze
periode moet bruusk, herhaaldelijk of langdurig remmen worden
voorkomen.
Het ABS maakt zoveel mogelijk gebruik van de be-
schikbare grip maar kan deze niet verhogen. Daar-
om moet op gladde weggedeelten altijd voorzich-
tig worden gereden en mogen er geen onnodige risico’s
worden genomen.
Als het ABS in werking treedt, merkt u dat aan een
trilling in het rempedaal. Verlaag de remdruk niet
maar houd het rempedaal juist goed ingetrapt; op
deze manier hebt u de kortste remweg in relatie tot de
conditie van het wegdek.
ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Als het ABS in werking is getreden, merkt de bestuurder dit aan
een trilling in het rempedaal, die gepaard gaat met enig geluid: dit
geeft aan dat het noodzakelijk is uw snelheid aan te passen aan
de beschikbare grip op het wegdek.
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 9:00 Pagina 109
Page 113 of 294
112
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
„ELECTRONIC Q2”-SYSTEEM („E-Q2”)
Het „Electronic Q2”-systeem benut het remsysteem en is qua wer-
king vergelijkbaar met een traditioneel sperdifferentieel.
Bij acceleratie in bochten bedient het remsysteem de rem van het
binnenste wiel, waardoor de aandrijfkracht naar het (zwaarder be-
laste) buitenste wiel wordt overgebracht. Het systeem verdeelt, af-
hankelijk van de rijomstandigheden en de conditie van het weg-
dek, het motorvermogen dynamisch en constant over de
aangedreven voorwielen.
Het systeem in combinatie met de McPherson voorwielophanging
maakt een bijzonder effectieve en sportieve rijstijl mogelijk.
DST-SYSTEEM (Dynamic Steering Torque)
Deze functie integreert de actieve Dual Pinion stuurinrichting met
de functie van het VDC. In bepaalde situaties geeft de VDC aan
de stuurbekrachtiging opdracht om een bepaalde kracht op het
stuurwiel uit te oefenen, die de bestuurder aanspoort om de ma-
noeuvre op de best mogelijke wijze uit te voeren. De functie zorgt
ervoor dat remmen en sturen op elkaar zijn afgestemd, zodat het
weggedrag wordt verbeterd en de veiligheid van de auto wordt ver-
groot. De stuurbekrachtiging geeft aan het stuur een extra stuur-
koppel.
RAB-SYSTEEM (Ready Alert Brake)
(alleen bij ingeschakelde „Dynamic”-functie)
Deze functie spant de remblokken (voor en achter) aan na het snel
loslaten van het gaspedaal, zodat sneller geremd kan worden en
een kortere remweg wordt bereikt.
BRAKE ASSIST
(remregeling bij noodstops)
Dit systeem, dat niet kan worden uitgeschakeld, herkent nood-
stops (op basis van de snelheid waarmee het rempedaal wordt
ingetrapt) en verhoogt de druk in het remcircuit aanzienlijk. Het
Brake Assist-systeem wordt uitgeschakeld als er een storing is in
het VDC-systeem.
MSR-SYSTEEM
(Motor Schleppmoment Regelung)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in de ABS, verhoogt bij bruusk
terugschakelen het motorkoppel, zodat overmatige vertraging van
de aangedreven wielen wordt voorkomen. Dit heeft vooral voor-
delen op een wegdek met weinig grip, waarop de stabiliteit van
de auto snel verloren kan gaan.
CBC-SYSTEEM (Cornering Braking Control)
Met deze functie wordt de distributie van de remkracht over de vier
wielen geoptimaliseerd (door gebruik te maken van alle beschik-
bare grip op de weg), als in een bocht wordt geremd en het ABS
ingrijpt. Hierdoor verbetert de remweg in de bocht en vooral de sta-
biliteit van de auto.
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 9:00 Pagina 112
Page 114 of 294
113
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
„Alfa DNA”-SYSTEEM
(Dynamisch voertuigregelsysteem)
Met dit systeem kunnen, met behulp van hendeltje A-fig. 80 (op
de tunnelconsole), drie verschillende rijstijlen gekozen worden, aan-
gepast aan de rij-omstandigheden en de conditie van het weg-
dek:
❍d = Dynamic (sportieve rijstijl)
❍n = Normal (rijden onder normale omstandigheden)
❍a = All Weather (rijden met weinig grip op het wegdek zoals
bijv. bij regen en sneeuw)
Het systeem heeft ook invloed op de dynamische regelsystemen van
de auto (motor, stuurinrichting, VDC-systeem, instrumentenpaneel).
fig. 80A0K0072m
RIJSTIJL
Het hendeltje A-fig. 80 heeft geen vergrendelde stand en keert altijd
terug in de middelste stand. De ingeschakelde rijstijl wordt aangege-
ven door het branden van het bijbehorende lampje op het paneel en
door de melding op het instelbare multifunctionele display, zoals hier-
onder wordt weergegeven:
A0K0009m
A0K0010m
Rijstijl Dynamic(weergave op het display
beschikbaar voor bepaalde
uitvoeringen/markten)Rijstijl All Weather
Rijstijl Normal
Als de rijstijl „Normal” is ingeschakeld, verschijnt geen enkel op-
schrift/symbool op het display.
VDCenASR: inschakeldrempels gericht op het comfort onder
normale gebruiksomstandigheden bij normale rij-
omstandigheden.
Tuning stuurinrichting: functie gericht op het comfort onder
normale gebruiksomstandigheden.
DST: Standaard regeling van de remwerking door ABS/VDC.
Standaard controle op dwarsversnelling.
Compensatie van overstuur: een lichte correctie op het stuur-
wiel om de bestuurder aan te sporen de juiste manoeuvre
uit te voeren.
Motor: Standaard reactie
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 9:00 Pagina 113
Page 115 of 294
114
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
IN-/UITSCHAKELEN RIJSTIJL „Dynamic”
Inschakelen
Druk het hendeltje A-fig. 80 naar boven (tot naast letter „d”) en
laat het hendeltje een halve seconde in die stand staan en in ie-
der geval totdat het betreffende lampje gaat branden of het op-
schrift „Dynamic” op het display verschijnt (zie de afbeelding). Als
u hendeltje A loslaat keert deze terug in de middelste stand.Motor: Snellere reactie + Overboost (indien beschikbaar) voor
maximalisering van het motorkoppel.
Electronic Q2: verbetert de aandrijving en beperkt het onderstuur
tijdens gasgeven in bochten.
RAB: deze functie spant de remblokken (voor en achter) aan na
het snel loslaten van het gaspedaal, zodat sneller geremd
kan worden, een kortere remweg wordt bereikt en het ge-
voel in het rempedaal verbeterd wordt.
De inschakeling van de Dynamic-stand wordt ook aangegeven door
de wijziging van de instrumentenpaneelverlichting, die eerst iets
dimt, daarna de maximale lichtsterkte bereikt om ten slotte terug
te keren naar de eerdere instelling.
Uitschakelen
Voor het uitschakelen van de rijstijl „Dynamic” en om terug te
keren naar „Normal”, moet dezelfde handeling met het hendel-
tje en met binnen dezelfde tijden worden herhaald. In dat geval
gaat het lampje naast de rijstijl „Normal” branden en verschijnt op
het instelbare, multifunctionele display de melding „Normal inge-
schakeld” (zie de afbeelding).A0K1225gA0K1055g
A0K1052g
VDCenASR: inschakeldrempels voor een dynamischere en spor-
tievere rijstijl, waarbij toch de stabiliteit wordt ge-
garandeerd als de bestuurder de controle over de
auto dreigt te verliezen. Verbetert de aandrijf-
krachten tijdens het accelereren in een bocht.
Tuning stuurinrichting: werking met sportieve instelling.
DST: Standaard regeling van de remwerking door ABS/VDC.
Standaard controle op dwarsversnelling.
Compensatie van het overstuur aangepast aan de inscha-
keldrempels van het VDC/ASR: een lichte correctie op het
stuurwiel om de bestuurder aan te sporen de juiste ma-
noeuvre uit te voeren.
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 9:00 Pagina 114
Page 116 of 294
115
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
IN-/UITSCHAKELEN RIJSTIJL „All Weather”
Inschakelen
Druk het hendeltje A-fig. 80 naar beneden (tot naast letter „a”)
en laat het hendeltje een halve seconde in die stand staan en in
ieder geval totdat het betreffende lampje gaat branden of het op-
schrift „All Weather” op het display verschijnt (zie de afbeelding).
A0K1226gA0K1180g
VDCenASR: inschakeldrempels voor maximale veiligheid en
controle over de auto ook bij slechte wegomstan-
digheden (bij regen, sneeuw enz.)
Tuning stuurinrichting: werking met sportieve instelling.
DST: Meer controle over de remregeling door ABS/VDC.
Standaard controle op dwarsversnelling.
Compensatie van het overstuur aangepast aan de inscha-
keldrempels van het VDC/ASR: een lichte correctie op het
stuurwiel om de bestuurder aan te sporen de juiste ma-
noeuvre uit te voeren.
Motor: Standaard reactie
Uitschakelen
Voor het uitschakelen van de rijstijl „All Weather” en om terug te
keren naar „Normal”, moet dezelfde handeling als die beschreven
staat bij „Dynamic” worden uitgevoerd met dit verschil dat het hen-
deltje A-fig. 80 tot naast letter „a” moet worden geplaatst.
BELANGRIJKE TIPS
❍Het is niet mogelijk om direct van rijstijl „Dynamic” naar rij-
stijl „All Weather” te gaan en omgekeerd. Eerst moet worden
teruggekeerd naar de rijstijl „Normal” en daarna moet de an-
dere rijstijl worden gekozen.
❍Als voor het uitzetten van de motor de rijstijl „Dynamic” was
gekozen, dan zal bij het opnieuw starten van de motor auto-
matisch de rijstijl „Normal” worden gekozen. Als daarente-
gen „All Weather” of „Normal” was ingeschakeld bij het uit-
zetten van de motor, dan wordt bij het opnieuw starten van de
motor de ingeschakelde rijstijl gehandhaafd.
❍Boven de 110 km/h kan rijstijl „Dynamic” niet worden gekozen.
❍Bij een storing in het systeem of in het hendeltje A-fig. 80
kan geen enkele rijstijl worden gekozen. Op het display ver-
schijnt een waarschuwing.
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 9:00 Pagina 115
Page 139 of 294
138
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KINDEREN VEILIG VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle inzitten-
den zittend reizen en beschermd worden door goedgekeurde vei-
ligheidssystemen. Dit geldt met name voor kinderen. Dit is een wet-
telijk voorschrift volgens richtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten van
de Europese Unie. Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding
met de rest van het lichaam groter en zwaarder dan dat van vol-
wassenen, terwijl spieren en botstructuur nog niet volledig zijn ont-
wikkeld. Daarom moeten kleine kinderen door andere systemen
beschermd worden dan door de veiligheidsgordels.
De resultaten van het onderzoek over de optimale bescherming
van kleine kinderen zijn opgenomen in de Europese ECE/R44-voor-
schriften die wettelijk verplicht zijn. De systemen zijn onderverdeeld
in vijf groepen:
Groep 0 gewicht tot 10 kg
Groep 0+ gewicht tot 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
Alle systemen moeten zijn voorzien van de typegoedkeuring en
van een goed vastgehecht plaatje met het controlemerk, dat ab-
soluut niet mag worden verwijderd. Kinderen met een lengte van
meer dan 1,50 m worden, met betrekking tot de veiligheidssys-
temen, gelijkgesteld met volwassenen en moeten dan ook nor-
maal de veiligheidsgordels omleggen.
Als het absoluut noodzakelijk is een kind op de pas-
sagiersstoel voor te vervoeren, in een kinderzitje
dat achterstevoren is geplaatst, moeten de airbags
aan passagierszijde worden uitgeschakeld (fron-
tairbag en zij-airbag voor de bescherming van borst-
kas/bekken (sidebag)) in het Setup-menu. Controleer di-
rect of de airbags daadwerkelijk zijn uitgeschakeld: het
waarschuwingslampje
“op het instrumentenpaneel moet
continu branden. Bovendien moet de stoel zo ver moge-
lijk naar achteren zijn geschoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking komt met het dashboard.
In het Alfa Romeo Lineaccessori-programma zijn kinderzitjes op-
genomen voor elke gewichtsgroep. Deze zijn speciaal ontworpen
en ontwikkeld voor de Alfa Romeo-modellen.
Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevoren
op de passagiersstoel voor als de airbag aan pas-
sagierszijde is ingeschakeld. Als bij een ongeval de
airbag in werking treedt (opblaast), kan dit ernstig letsel
en zelfs de dood tot gevolg hebben, ongeacht de zwaarte
van het ongeluk. Wij raden u aan kinderen altijd in een kin-
derzitje op de zitplaatsen achter te vervoeren, omdat die
plaatsen bij een ongeval de meeste bescherming bieden.
131-150 Alfa Giulietta NL 4ed 26-04-2010 12:02 Pagina 138