Alfa Romeo MiTo 2013 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2013, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2013Pages: 312, PDF Size: 11.43 MB
Page 21 of 312

Mistachterlicht (geel)
Het lampje gaan branden wanneer het mistachterlicht wordt
ingeschakeld.
Mistlampen voor (groen)
Het lampje gaan branden wanneer de mistlampen voor worden
ingeschakeld.
Parkeerverlichting (groen)
Dit lampje gaat branden wanneer de parkeerverlichting wordt
ingeschakeld.Follow me home (groen)Dit lampje gaat branden (en er verschijnt ook een melding op de
display) als deze functie wordt ingeschakeld (zie de paragraaf “Follow
me home” in dit hoofdstuk).
2
Dimlicht (groen)
Het lampje gaan branden wanneer het dimlicht wordt ingeschakeld.
Grootlicht (blauw)
Het lampje gaan branden wanneer het grootlicht wordt ingeschakeld.
Linker richtingaanwijzer
(groen)
Het lampje gaat branden wanneer de richtingaanwijzer-hendel
omlaag wordt verplaatst of wanneer de drukknop voor de
alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
Rechter richtingaanwijzer
(groen)
Het lampje gaat branden wanneer de richtingaanwijzerhendel
omhoog wordt verplaatst of wanneer de drukknop voor de
alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
17WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 22 of 312

Lage bandenspanning(voor bepaalde versies/markten)
Dit lampje (of symbool op de display) gaat branden (bij sommige
versies verschijnt ook een melding op de display) (alsook een
geluidsignaal) als de bandenspanning van een of meerdere banden
onder een bepaalde grenswaarde komt.
Zo wordt de bestuurder door de TPMS op de hoogte gebracht wanneer
de bandenspanning gevaarlijk laag is en het risico op lekkage
optreedt.
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of meerdere banden met te lage
spanning, dit kan de wendbaarheid van de auto nadelig beïnvloeden.
Breng de auto tot stilstand, voorkom bruusk remmen en sturen.
Vervang het wiel meteen door het noodreservewiel (voor bepaalde
versies/markten) of repareer het m.b.v. de speciale reparatiekit (zie
“Een wiel vervangen” in hoofdstuk “Noodgevallen” en raadpleeg het
Alfa Romeo Servicenetwerk zo spoedig mogelijk.Storing TPMS
Dit lampje (of symbool op de display) gaat branden (en bij sommige
versies verschijnt ook een melding op de display) wanneer een fout
in de TPMS is waargenomen.
Raadpleeg in dat geval zo snel mogelijk het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Als een of meerdere wielen niet met sensoren wordt gemonteerd,
verschijnt een melding op de display tot de oorspronkelijke condities
zijn hersteld.
Bandenspanning controleren
De lampje (of symbool op de display) gaat branden (bij sommige
versies verschijnt ook een melding op de display) wanneer de
bandenspanning onder de aanbevolen waarde voor een lange
levensduur van de band en een zuinig brandstofverbruik komt. Het
lampje kan ook wijzen op drukverlies.
Als twee of meerdere banden zich in voornoemde toestand bevinden,
toont de display sequentieel de aanwijzingen voor elkeen van de
banden.
Onder dergelijke omstandigheden moet de juiste bandenspanning
worden hersteld (zie het hoofdstuk “Technische gegevens”).
18
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 23 of 312

In-/uitschakeling Start&Stop
systeem(voor bepaalde versies/markten)
Storing start&Stop systeem
Inschakeling Start&Stop systeem
Wanneer het Start&Stop systeem wordt ingeschakeld, verschijnt een
melding op de display.
De led op de
knop (op de bekleding nabij het stuurwiel) is
uitgeschakeld (zie de paragraaf “Start&Stop” in dit hoofdstuk).
Start&Stop systeem uitschakelen
❒Versies met herconfigureerbaar multifunctioneel display: wanneer
het Start&Stop systeem wordt uitgeschakeld, verschijnt een melding
op de display.
❒Versies met multifunctioneel display: wanneer het Start&Stop
systeem wordt uitgeschakeld, verschijnt het symbool
op de
display.
De led op de
knop brandt wanneer het systeem is uitgeschakeld.
Storing Start&Stop systeem
Als er een storing optreedt in het Start&Stop systeem, knippert het
symbool
(versies met multifunctioneel display) of
(versies met
herconfigureerbaar multifunctioneel display) op de display.
Voor bepaalde versies/markten, indien aanwezig, wordt er ook een
bericht weergegeven.
Raapleeg in zo'n geval het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Bagageruimte open
Bij sommige versies wordt een melding + symbool op de display
weergegeven wanneer de bagageruimte open is.
Motorkap open
Bij sommige versies wordt een melding + symbool op de display
weergegeven wanneer de motorkap open is.
Mogelijke aanwezigheid van
ijs op de weg
Bij versies met herconfigureerbaar multifunctioneel display, verschijnt
een melding + symbool op de display wanneer de buitentemperatuur
3°C of minder bedraagt.
Bij versies met multifunctioneel display, wordt alleen een melding
weergegeven.
BELANGRIJK Bij een storing van de buitentemperatuursensor, worden
streepjes i.p.v. temperatuurwaarden op de display weergegeven.
19WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 24 of 312

Afsluiter van de
brandstoftoevoer
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer de afsluiter van de brandstoftoevoer inschakelt.
Voor het opnieuw inschakelen van de afsluiter van de
brandstoftoevoer, zie de paragraaf “Afsluiter van de brandstoftoevoer”
in dit hoofdstuk.
Storing buitenverlichting
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in een van de volgende lichten optreedt:
❒dagverlichting (DRL)
❒stadslicht
❒richtingaanwijzers
❒mistachterlichten
❒kentekenverlichting.
De storing kan de volgende oorzaken hebben: een of meer lampen
doorgebrand, de betreffende zekering(en) doorgebrand of elektrische
verbinding onderbroken.
Storing remlichten
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in de remlichten optreedt.
De storing kan de volgende oorzaken hebben: lamp doorgebrand,
zekering doorgebrand of elektrische verbinding onderbroken.
Storing schemersensor(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in de schemersensor optreedt.Storing regensensor(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in de regensensor optreedt.Storing parkeersensor(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in de parkeersensoren optreedt.Storing dynamic suspension
(actief schokdempersysteem)(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies, wordt het symbool + op de display weergegeven
in geval van een storing in het actief schokdempersysteem.
Raadpleeg in dat geval zo snel mogelijk het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
20
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 25 of 312

Weergave van de gekozen rijmodus
(“Alfa DNA”-systeem)(voor bepaalde versies/markten)
Bij versies met een "Herconfigureerbaar multifunctioneel display",
wordt een + symbool samen met de gekozen rijmodus weergegeven -
“DYNAMIC”, “NATURAL” of “ALL WEATHER”.
Er verschijnt een bericht op de display wanneer een van deze
rijmodussen niet beschikbaar is.
Bij versies met multifunctioneel display, wordt samen met melding ook
een letter (d of a) in functie van de gekozen rijmodus weergegeven.
Weergave motorolieniveau(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR-ON wordt gedraaid,
verschijnt het motorolieniveau enkele seconden op de display. Als het
motorolieniveau onvoldoende is, wordt een melding op de display
weergegeven.
BELANGRIJK Controleer voor het juiste olieniveau steeds de
oliepeilstok (zie paragraaf “Niveaus controleren” in het hoofdstuk
“Onderhoud en zorg”).
BELANGRIJK Controleer het oliepeil met de auto op een vlakke
ondergrond voor een juiste aflezing.
BELANGRIJK Om het olieniveau juist af te lezen, wacht ongeveer 2
seconden na de sleutel in de stand MAR-ON te hebben gezet alvorens
de motor aan te zetten.
BELANGRIJK Het olieniveau kan toenemen na een lange stilstand.
21WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 26 of 312

DISPLAYDe auto kan uitgerust zijn met een multifunctioneel/herconfigureerbaar
display dat tijdens het rijden nuttige informatie op basis van wat
eerder is ingesteld aan de bestuurder toont.
Bij verwijderde contactsleutel, schakelt de display in en toont enkele
seconden de tijd en de totaalstand van de kilometerteller (in km of
mijlen) wanneer een portier wordt geopend/gesloten.
"STANDAARD" SCHERM
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAYDe volgende informatie wordt op de display getoond fig. 4 :ADatumBKilometerteller (afgelegde afstand in km of mijlen)CDe rijmodus die is gekozen met het "Alfa DNA"-systeem
(dynamische controle van de auto) (bij bepaalde versies/markten):
d = Dynamic; n = Natural; a = All WeatherDTijd (altijd weergegeven, ook bij verwijderde contactsleutel en
gesloten portieren)EAanduiding Start&Stop-functie (voor bepaalde versies/markten)FBuitentemperatuurGGear Shift Indicator (voor bepaalde versies/markten)HStand hoogteregeling koplampen (alleen bij ingeschakeld dimlicht).fig. 4
A0J1270
22
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 27 of 312

"STANDAARD" SCHERM
HERCONFIGUREERBAAR
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAYDe volgende informatie wordt op de display getoond fig. 5 :ATijdBReisteller (in km of mijlen)CKilometerteller (afgelegde afstand in km of mijlen)DAanwijzingen autotoestand (bijv. open portieren, eventuele
ijsvorming op de weg, etc.) /Aanduiding Start&Stop-functie (voor
bepaalde versies/markten)/Gear Shift Indicator (voor bepaalde
versies/markten)EStand hoogteregeling koplampen (alleen bij ingeschakeld dimlicht).FBuitentemperatuurBij sommige versies toont de display bij het kiezen van de rijmodus
“DYNAMIC” (zie de paragraaf “Alfa DNA-systeem” in dit hoofdstuk)
de turbinedruk fig. 6.
Het instrument is gekalibreerd voor motoren met hogere
turbodrukwaardes. Daarom is het, bij sommige versies, normaal dat
het einde van de schaal bereikt wordt.fig. 5
A0J0333
fig. 6
A0J0228
23WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 28 of 312

GEAR SHIFT INDICATORDe "GSI" (Gear Shift Indicator) adviseert de bestuurder een andere
versnelling in te schakelen via een speciale melding op het
instrumentenpaneel fig. 7.
Via de GSI wordt de bestuurder gewaarschuwd dat een andere
versnelling brandstofbesparing kan opleveren.
Daarom is het voor een zuinig brandstofverbruik raadzaam om de
rijmodus "Natural" of "All Weather" te selecteren, en om de
aanwijzingen van de Gear Shift Indicator op te volgen wanneer de
verkeersomstandigheden dit toelaten.
Wanneer het pictogram SHIFT UP (
SHIFT) op de display wordt
getoond, geeft de GSI het advies om een hogere versnelling in te
schakelen, terwijl wanneer het pictogram SHIFT DOWN (
SHIFT)
wordt getoond, de bestuurder wordt geadviseerd een lagere
versnelling in te schakelen.OpmerkingDe aanduiding op het instrumentenpaneel blijft branden
zolang de bestuurder niet schakelt of zolang de rijomstandigheden
niet terugkeren naar een situatie waarin schakelen niet nodig is om het
verbruik te optimaliseren.
WELCOME MOVEMENTBij sommige versies gebeurt het volgende wanneer de sleutel in de
stand MAR-ON wordt gezet:
❒snelle beweging (op en neer) van de wijzers van de snelheidsmeter
en de toerenteller;
❒verlichting van grafische symbolen/display;
❒weergave van een grafische animatie van het autoprofiel.
Wijzerbewegingen
❒Als de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd terwijl de wijzers
bewegen, keren ze onmiddellijk naar hun beginstand terug.
❒Nadat de wijzers de maximum schaalwaarden hebben bereikt,
keren ze terug naar de door de auto aangegeven waarde.
❒De beweging van de wijzers stopt wanneer de motor is gestart.
fig. 7
A0J0233
24
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 29 of 312

Verlichting van grafische symbolen/display
Enkele seconden nadat de sleutel is ingebracht, worden de meters, de
grafische symbolen en de display achter elkaar verlicht.
Weergave van een grafische animatie
Wanneer de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd (bij gesloten
portieren), blijft de display branden en wordt een grafische animatie
weergegeven.
De displayverlichting wordt geleidelijk aan gedimd en tenslotte
volledig uitgeschakeld.
BEDIENINGSKNOPPEN"+" of
(versies met Start&Stop systeem): om naar boven te
bladeren door het scherm en de bijbehorende optie of om de
weergegeven waarde te verhogen fig. 8.
MENU ESC: kort indrukken om het menu te openen en/of naar het
volgende scherm te gaan of uw keuze te bevestigen. Druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het standaardscherm
"–" of(versies met Start&Stop systeem): om naar beneden te
bladeren door het scherm en de bijbehorende opties of om de
weergegeven waarde te verlagen.
BELANGRIJK De "+" en "–" knoppen (of
en
voor versies
met Start&Stop systeem) activeren verschillende functies afhankelijk
van de volgende situaties:
❒zorgen binnen het menu voor het naar beneden en naar boven
doorlopen van de opties;
❒zorgen tijdens instellingen voor het verhogen en verlagen van de
waarden.
fig. 8
A0J0024
25WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 30 of 312

SETUP-MENUHet menu bestaat uit een serie opties die gekozen kunnen worden met
de knoppen "+" en "–" (of
en
voor versies met
Start&Stop systeem), om toegang te krijgen tot onderstaande
verschillende keuze- en instellingsmogelijkheden (Setup).
Sommige opties hebben een submenu. Het menu wordt geactiveerd
door de knop MENU ESC kort in te drukken.
Het menu bestaat uit de volgende opties:
❒MENU
❒PIEP SNELHEID
❒SENSOR KOPLAMPEN (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
❒REGENSENSOR (voor bepaalde versies/markten)
❒ACTIVERING TRIP B
❒STEL UUR (tijd) IN
❒STEL DATUM IN
❒EERSTE PAGINA (voor bepaalde versies/markten)
❒ZIE RADIO
❒AUTOCLOSE
❒MEETEENHEID
❒TAAL
❒GELUIDSSTERKTE WAARSCHUWINGEN (zoemervolume)
❒GELUIDSSTERKTE TOETSEN
❒PIEP VEILIGHEIDSGORDELS/CONTROLEZOEMER❒SERVICE
❒AIRBAG/PASSAGIERSAIRBAG
❒"DAYTIME RUNNING LIGHTS"
❒INSTAPVERLICHTING
❒MENU VERLATEN
OpmerkingBij auto's met radio-navigatiesystemen (voor bepaalde
versies/markten) worden sommige menuopties op de display van
het navigatiesysteem weergegeven.
Een optie in het hoofdmenu zonder
een submenu kiezen:❒druk kort op de MENU ESC knop om de instelling van het
hoofdmenu die gewijzigd moet worden te selecteren;
❒druk op de knoppen "+" of "–" (deze telkens indrukken) om de
nieuwe instelling te selecteren;
❒kort drukken op de MENU ESC-knop zorgt ervoor dat de instelling
wordt opgeslagen. Keer daarna terug naar dezelfde menuoptie die
eerst gekozen was.
26
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER