Alfa Romeo MiTo 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2016, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2016Pages: 280, PDF Size: 8.53 MB
Page 121 of 280

In Europa vallen de eigenschappen van kinderzitjes onder de richtlijn
ECE-R44, ze zijn onderverdeeld in vijf gewichtsgroepen:
Groep Gewichtsgroep
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9-18 kg
Groep 2 15-25 kg
Groep 3 22-36 kg
Alle beveiligingssystemen moeten de typegoedkeuring hebben, alsook
een goed vastgehecht plaatje met het controleteken dat nooit niet
mag worden verwijderd.
In het Alfa Romeo Lineaccessori-assortiment zijn kinderzitjes voor elke
gewichtsgroep opgenomen. Het gebruik van deze kinderzitjes wordt
ten zeerste aanbevolen, omdat ze speciaal voor Alfa Romeo
voertuigen ontworpen zijn.
ERNSTIG GEVAAR. Plaats NOOIT een kinderzitje
achterstevoren op de passagiersstoel van auto's met een
actieve passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe klein ook,
kan de airbag ernstig letsel en zelfs de dood van de baby
tot gevolg hebben. Het is raadzaam kinderen altijd in
kinderzitjes op de achterbank te vervoeren: bij een ongeval biedt de
achterbank de meeste bescherming.
Op de zonneklep is een etiket met symbolen
aangebracht dat eraan herinnert dat de airbag
verplicht uitgeschakeld moet worden als een naar
achteren gericht kinderzitje op de voorstoel wordt gemonteerd.
Neem altijd de aanwijzingen op de zonneklep aan passagierzijde
in acht (zie de paragraaf “Frontairbag”).
117
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 122 of 280

"UNIVERSEEL" KINDERZITJE
MONTEREN (met de
veiligheidsgordels)
GROEP 0 en 0+
De afbeelding dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
Baby's tot 13 kg moeten in kinderzitjes worden vervoerd die
achterstevoren zijn geplaatst, zoals afgebeeld in fig. 96 waarbij het
achterhoofd wordt gesteund en bij plotseling remmen de nek niet
wordt belast.
Het kinderzitje wordt op zijn plaats gehouden door de
veiligheidsgordels van de auto, zoals getoond in fig. 96, en moet het
kind beschermen met de eigen gordels.
GROEP 1
De afbeelding dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
Kinderen met een gewicht van 9 tot 18 kg mogen in een in de
rijrichting gemonteerd kinderzitje vervoerd worden fig. 97.
Er zijn kinderzitjes met Isofix bevestigingen
beschikbaar, waarmee het zitje veilig met de stoel
verankerd kan worden zonder de veiligheidsgordels
van de auto te gebruiken.
fig. 96A0J0097fig. 97A0J0371
118
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 123 of 280

GROEP 2
De afbeelding dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg mogen rechtstreeks de
veiligheidsgordels van de auto gebruiken fig. 98.
Het kinderzitje is in dit geval nodig om het kind correct ten opzichte
van de gordels te plaatsen, zodat het diagonale gordelgedeelte schuin
over de borst en nooit langs de nek ligt; het onderste gordelgedeelte
moet over het bekken en niet over de buik liggen.
GROEP 3
De afbeelding dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
Voor kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg bestaan er
geschikte beveiligingssystemen om de veiligheidsgordel correct te
kunnen omleggen.
fig. 99 wordt een voorbeeld gegeven van de juiste positie van het kind
op de achterbank.
Kinderen langer dan 1,50 m kunnen de veiligheidsgordels net zoals
volwassenen dragen.
fig. 98A0J0099fig. 99A0J0100
119
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 124 of 280

GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN HET
UNIVERSELE KINDERZITJE
In overeenstemming met de Europese Richtlijn 2000/3/EG is de geschiktheid van elke passagiersstoel voor de montage van universele
kinderzitjes in de volgende tabel weergegeven:
Groep Gewichtsgroep VoorpassagierPassagier zijkant en midden
achter
Groep 0, 0+ tot 13 kg
UU
Groep 1 9-18 kgUU
Groep 2 15-25 kgUU
Groep 3 22-36 kgUU
U= Geschikt voor "Universele" kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-norm voor de aangegeven "Groepen".
120
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 125 of 280

INBOUWVOORBEREIDING
UNIVERSEEL "ISOFIX"
KINDERZITJE
De auto is uitgerust met ISOFIX verankeringspunten, een nieuwe
standaard die het monteren van een kinderzitje snel, eenvoudig en
veilig maakt.
Isofix systemen en conventionele kinderzitjes kunnen in dezelfde auto
op verschillende stoelen worden gemonteerd.
Ter illustratie is een Isofix Universeel-kinderzitje voor gewichtsgroep 1
weergegeven op fig. 100.
De afbeelding dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
Voor andere gewichtsgroepen zijn specifieke Isofix-kinderzitjes
voorzien; deze kunnen alleen gebruikt worden als ze speciaal voor
deze auto getest zijn (zie overzicht auto’s met bijbehorend kinderzitje).
BELANGRIJK De zitplaats midden op de achterbank is ongeschikt
voor gebruik van alle types Isofix kinderzitjes.
MONTAGE UNIVERSEEL ISOFIX
KINDERZITJE
Ga als volgt te werk:
❒bevestig het kinderzitje aan de daarvoor bedoelde onderste metalen
ringen A fig. 101, die tussen de rugleuning en de zitting van de
achterbank zitten;❒bevestig de bovenste riem (bij het kinderzitje geleverd) aan de
beugel B fig. 102 op de achterkant van de rugleuning.
Een Universeel Isofix-kinderzitje kan naast een conventioneel
kinderzitje worden gemonteerd. Bij Isofix Universeel-kinderzitjes
moeten alle zitjes goedgekeurd zijn volgens de ECE R44-richtlijn
(R44/03 of hoger) “Universeel Isofix".
fig. 100A0J0093
121
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 126 of 280

Het universele Isofix "Duo Plus" kinderzitje is beschikbaar in het Alfa
Romeo Lineaccessori-assortiment.
Zie het bij het kinderzitje geleverde instructieboekje voor meer
informatie over de montage en/of het gebruik.Als een universeel Isofix kinderzitje niet aan alle drie
verankeringspunten is vastgemaakt, zal het kinderzitje
het kind niet goed kunnen beschermen. In geval van
een aanrijding zou het kind ernstig gewond kunnen raken of
zelfs kunnen overlijden.
Monteer het kinderzitje alleen bij stilstaande auto. Het
kinderzitje is op de juiste wijze aan de beugels
bevestigd als de vergrendeling hoorbaar vastklikt. De
instructies voor de montage, de demontage en de plaatsing
moeten in elk geval worden nageleefd. De fabrikant van het
kinderzitje is verplicht deze instructies bij het kinderzitje te
leveren.
fig. 101A0J0092
fig. 102A0J0335
122
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 127 of 280

GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR GEBRUIK VAN HET ISOFIX
UNIVERSEEL KINDERZITJE
In de onderstaande tabel worden, conform de Europese regelgeving ECE 16, de verschillende mogelijkheden weergegeven van de montage van
Universeel Isofix kinderzitjes op de stoelen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
Gewichtsgroep Richting zitjeKlasse Isofix
bevestigingInzittende achter
linkerkant rechterkant
Groep 0 tot 10 kg Tegen rijrichting in E
XX
Groep 0+ tot 13 kgTegen rijrichting in E
XX
Tegen rijrichting in DXX
Tegen rijrichting in CXX
Groep 1 van 9 tot 18 kgTegen rijrichting in D
XX
Tegen rijrichting in CXX
In de rijrichting BIUF IUF
In de rijrichting BIIUF IUF
In de rijrichting AXX
X: Isofix plaats niet geschikt voor Isofix-kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of maatklasse.
IUF: Geschikt voor Isofix kinderzitjes uit de universele klasse (met derde bevestigingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd moeten worden endie goedgekeurd zijn
voor het gebruik voor de specifieke gewichtsgroep
Monteer het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.Belangrijke aanbevelingen voor het veilig vervoeren
van kinderen
❒Monteer kinderzitjes altijd op de achterbank, omdat die plaats bij
een ongeval de meeste bescherming biedt.
❒Houd kinderen zo lang mogelijk in kinderzitjes tegen de rijrichting
in, tot ze 2 jaar zijn.
123
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 128 of 280

❒Indien een kinderzitje tegen de rijrichting in op de achterbank is
gemonteerd, dan is het raadzaam om het zo ver mogelijk naar
voren te plaatsen als de stand van de voorstoel toestaat.
❒Als de passagiersairbag buiten werking is gesteld, controleer dan of
het lampje op het instrumentenpaneel brandt om er zeker van te
zijn dat deze airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld.
❒Neem de aanwijzingen die bij het kinderzitje zijn geleverd
zorgvuldig in acht. Bewaar deze aanwijzingen samen met
de overige documenten en dit instructieboek in de auto. Gebruik
geen gebruikte kinderzitjes waarvan de gebruiksaanwijzingen
ontbreken.
❒Elk tegenhoudsysteem is bedoeld voor slechts één kind: vervoer
nooit twee kinderen in een zitje.
❒Controleer altijd of de gordel niet langs de hals van het kind loopt.
❒Controleer of de gordel goed is vastgemaakt door eraan te trekken.
❒Controleer tijdens het rijden dat het kind geen verkeerde houding
aanneemt of de gordels losmaakt.
❒Laat een kind nooit de het diagonale gordelgedeelte onder zijn arm
of achter zijn rug omleggen.
❒Vervoer kinderen nooit op schoot, ook geen pasgeborenen.
Niemand is in staat om een kind vast te houden bij een ongeval.
❒Na een ongeval moet het kinderzitje door een nieuw exemplaar
worden vervangen.FRONTAIRBAGS
“SMART BAG” SYSTEEM (MEERTRAPS
FRONTAIRBAGS)
De auto is uitgerust met meertraps frontairbags (“Smart bags”) voor de
bestuurder en passagier en knie-airbags voor de bestuurder.
De frontairbags (bestuurder en passagier) en knie-airbag bestuurder
beschermen de inzittenden voorin bij middelzware en zware frontale
botsingen, door de airbag tussen de inzittende en het stuurwiel of
het dashboard op te blazen.
Als de airbags niet worden opgeblazen bij andere soorten botsingen
(botsingen opzij, achterop, over de kop slaan enz.), betekent dit niet
dat het systeem slecht functioneert.
Airbags zijn geen vervanging voor maar een aanvulling op de
veiligheidsgordels, die u altijd moet dragen. Bij een botsing worden
degenen die geen veiligheidsgordel dragen naar voren geworpen en
kunnen zo in contact komen met een airbag die nog niet volledig
opgeblazen is. Onder deze omstandigheden wordt de inzittende
minder door de airbag beschermd.
In de volgende omstandigheden kan het voorkomen dat de
frontairbags niet worden opgeblazen:
❒frontale botsingen tegen makkelijk vervormbare onderdelen, die niet
het front van de auto zijn (bijv. spatbord tegen de vangrail, etc. )
❒de auto schuift onder andere voertuigen of veiligheidsbarrières
(bijvoorbeeld onder vrachtwagens of vangrails); in deze situaties
bieden ze geen aanvullende bescherming ten opzichte van de
veiligheidsgordels, zodat hun activering geen zin heeft. In deze
gevallen wijst de uitgebleven activering dus niet op een storing van
het systeem.
124
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 129 of 280

Breng geen stickers of andere voorwerpen op het
stuurwiel, op het dashboard in de zone van de
passagiersairbag, op de zijkant van de dakbekleding
en op de stoelen aan. Plaats nooit voorwerpen (bijv. mobiele
telefoons) op het dashboard aan passagierszijde, omdat deze het
correct openen van de airbag kunnen hinderen en tevens de
inzittenden ernstig kunnen verwonden.
FRONTAIRBAG BESTUURDERSZIJDE
Deze bestaat uit een onmiddellijk opblaasbaar kussen dat in een
speciale ruimte in het midden van het stuurwiel is geplaatst fig. 103.
Rijd altijd met de handen op de stuurwielrand zodat
de airbag indien nodig ongehinderd opgeblazen kan
worden. Rijd niet met voorover gebogen lichaam. Ga
goed rechtop zitten en steun tegen de rugleuning.
FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE
Deze bestaat uit een onmiddellijk opblaasbaar kussen dat in een
speciale ruimte in dashboard is opgeborgen fig. 104: deze airbag
heeft een groter volume dan de bestuurdersairbag.
ZEER GEVAARLIJK Plaats NOOIT een kinderzitje tegen de
rijrichting in op de passagiersstoel van auto's met een
actieve passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe klein ook,
kan de airbag ernstig letsel en zelfs de dood van het kind
tot gevolg hebben. Daarom moet de passagiersairbag altijd
uitgeschakeld worden als een kinderzitje tegen de rijrichting in
gemonteerd wordt op de voorste passagiersstoel. Bovendien moet de
voorste passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren zijn geschoven
om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in aanraking komt met
het dashboard. Schakel de passagiersairbag onmiddellijk weer in als
het kinderzitje is verwijderd.
fig. 103A0J0047fig. 104A0J0050
125
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 130 of 280

FRONTAIRBAG PASSAGIER EN
KINDERZITJES
Plaats NOOIT een kinderzitje achterstevoren op de
passagiersstoel van auto's met een actieve
passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe klein ook, kan
de airbag ernstig letsel en zelfs de dood van de baby tot gevolg
hebben.
NeemALTIJDde aanwijzingen vermeld op het etiket op de zonneklep
aan passagierszijde in acht fig. 105.
fig. 105A0J0450
126
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER