Alfa Romeo MiTo 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2016, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2016Pages: 280, PDF Size: 8.53 MB
Page 81 of 280

ONDERHOUD/NOODBEDIENING
In geval van nood of onderhoud, kan het schuifdak handmatig worden
versteld wanneer er geen stroom aanwezig is (voorste ruitpaneel
openen/sluiten) door de volgende werkzaamheden uit te voeren:
❒verwijder de beschermdop A fig. 56 op de binnenbekleding, tussen
de twee zonneschermen;
❒neem de meegeleverde Allen sleutel B uit het dashboardkastje of uit
de gereedschapshouder in de bagageruimte;
❒steek de betreffende sleutel in de zitting C en draai hem rechtsom
om het schuifdak te openen of linksom om het schuifdak te sluiten.
PORTIEREN
CENTRALE PORTIERVERGRENDELING
De portieren vergrendelen van buitenaf
Druk bij gesloten portieren op de knop
van de afstandsbediening of
steek en draai de metalen baard (in de sleutel) in het slot van de
bestuurdersportier.
De led boven fig. 57 knop A gaat branden om aan te geven dat de
portieren zijn vergrendeld.
De portiervergrendeling werkt:
❒als alle portieren gesloten zijn;
❒als alle portieren gesloten zijn en de achterklep open is:
De portieren ontgrendelen van buitenaf
Druk op de knop
van de afstandsbediening of steek en draai de
metalen baard (in de sleutel) in het slot van de bestuurdersportier.
fig. 56A0J0328fig. 57A0J0030
77
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 82 of 280

De portieren ver-/ontgrendelen van binnenuit
Druk op fig. 57 knop A. De knop is voorzien van een led-lampje dat
aangeeft wanneer de portieren worden ver-/ontgrendeld.
Led aan: portieren vergrendeld. Druk nogmaals op de knop
om de
centrale portiervergrendeling uit te schakelen. De led gaat uit.
Led uit: portieren ontgrendeld. Druk nogmaals op de knop
om de
centrale portiervergrendeling in te schakelen. De centrale
portiervergrendeling werkt alleen als alle portieren perfect gesloten
zijn.
Na inschakeling van de centrale portiervergrendeling via
afstandsbediening of het portierslot, kunnen de portieren niet worden
ontgrendeld met de knop
.
BELANGRIJK Trek, bij ingeschakelde centrale portiervergrendeling,
aan de handgreep van een van de portieren om alleen dat portier te
openen (de led op knop A blijft branden als dit het portier aan
passagierszijde is).
Als de elektrische voeding wordt onderbroken (doorgebrande
zekering, losgekoppelde accu, enz.) kunnen de portieren met de hand
worden vergrendeld.
NOODVERGRENDELING VOORPORTIER
PASSAGIERSZIJDE
De voorportier aan passagierszijde is voorzien van een
vergrendelingssysteem wanneer er geen stroom aanwezig is.
Om de vergrendeling in te schakelen, de metalen baard van de sleutel
in opening A fig. 58 steken en omhoog trekken.
BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld of als de
beveiligingszekering is doorgebrand, dan moet de centrale
portiervergrendeling opnieuw worden geïnitialiseerd. Ga hiervoor als
volgt te werk:
❒sluit alle portieren;
❒druk op de knop
van het afstandsbediening of op de knop
voor centrale portiervergrendeling op het instrumentenpaneel;
❒druk op de knop
van het afstandsbediening of op de knop
voor centrale portiervergrendeling op het instrumentenpaneel.
fig. 58A0J0309
78
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 83 of 280

ELEKTRISCHE RUITBEDIENING
Deze zijn uitgerust met een automatische functie om de voorruit aan
bestuurderszijde te openen en te sluiten.
BEDIENINGSELEMENTEN
Voorportier bestuurderszijde fig. 59
❒A - Linker voorruit openen/sluiten;
❒B - Rechter voorruit openen/sluiten;
Ruit openen
Druk op de toetsen om de gewenste ruit te openen.
Wanneer een van de twee knoppen kort wordt ingedrukt, beweegt de
ruit in "stappen"; als de knop ingedrukt wordt gehouden, wordt de
"continue automatische" werking geactiveerd.Als opnieuw op de bedieningsknop wordt gedrukt, stopt de ruit in de
gewenste positie. Als de knop enkele seconden ingedrukt wordt
gehouden, gaat de ruit automatisch open of dicht (alleen met de
contactsleutel in de stand MAR).
Ruit sluiten
Trek de knoppen omhoog om de gewenste ruit te sluiten.
Bij het sluiten van de ruit wordt dezelfde werkingslogica als bij het
openen gebruikt.
Portier passagierszijde
Het portier aan passagierszijde is uitgerust met een knop waarmee het
openen/sluiten van de voorruit aan passagierszijde geregeld wordt.
Continue automatische werking
(bij bepaalde versies/markten)
Deze wordt geactiveerd door langer dan een seconde op een van de
twee knoppen te drukken. De ruitbeweging stopt wanneer de ruit
volledig geopend op gesloten is, of wanneer de knop opnieuw wordt
ingedrukt:
❒Bestuurderszijde:naar boven/naar beneden.
❒Passagierszijde:alleen naar beneden.
❒Waar een knelbeveiliging aanwezig is:naar boven/beneden
bestuurderszijde en passagierszijde.
Knelbeveiliging
(bij bepaalde versies/markten)
De functie knelbeveiliging van de auto is ingeschakeld als de ruiten
gesloten worden.
fig. 59A0J0023
79
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 84 of 280

Dit veiligheidssysteem detecteert de aanwezigheid van een obstakel
tijdens het sluiten van de ruit en grijpt in door de slag van de ruit
te stoppen en, afhankelijk van de positie van de ruit, om te keren.
Deze voorziening is ook nuttig als de ruiten per ongeluk worden
bediend door kinderen aan boord.
De knelbeveiliging is zowel tijdens de handmatige als de automatische
bediening van de ruit actief. Wanneer de knelbeveiliging geactiveerd
wordt, wordt de beweging van de ruit onmiddellijk gestopt en
omgekeerd. Tijdens de omkering van de beweging kan de ruit op geen
enkele manier bediend worden.
BELANGRIJK Als de knelbeveiliging binnen één minuut 5 keer achter
elkaar ingrijpt of defect is, wordt het automatische sluiten van de
ruit geblokkeerd, en alleen in stappen van een halve seconde
toegestaan; hierbij moet de knop losgelaten worden voor de volgende
manoeuvre.
Om de correcte werking van het systeem te herstellen, moet de
betreffende ruit geopend worden.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in de stand STOP staat of verwijderd
is, dan kunnen de ruiten nog ongeveer 3 minuten worden bediend.
Het systeem wordt echter uitgeschakeld als een van de portieren wordt
geopend.
BELANGRIJK Daar waar de knelbeveiliging aanwezig is, zorgt
bediening van de knop
op de afstandsbediening langer dan 2
seconden voor het openen van de ruiten zolang de knop ingedrukt
wordt gehouden. Als de knop
langer dan 2 seconden ingedrukt
wordt gehouden, worden de ruiten gesloten.
Het systeem voldoet aan de 2000/4/EG richtlijn inzake de
bescherming van de inzittenden die uit het
inzittendencompartiment leunen.
Oneigenlijk gebruik van de elektrische ruitbediening
kan gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens het
bedienen altijd of de passagiers niet kunnen worden
verwond door de bewegende ruit of door voorwerpen die door
het mechanisme worden meegesleept of geraakt. Verwijder altijd
de sleutel uit het contactslot als de auto wordt verlaten om te
voorkomen dat onverwachtse bediening van de elektrische
ruitbediening gevaar oplevert voor de achtergebleven
passagiers.
Initialisatie elektrische ruitbediening
Als de accu werd losgekoppeld of als de zekering van de
knelbeveiliging is doorgebrand, moet het systeem opnieuw worden
geïnitialiseerd.
Initialisatieprocedure:
❒sluit de ruit volledig om handmatig te initialiseren;
❒houd, nadat de ruit het einde van de opwaartse slag heeft bereikt,
de sluitknop minstens 1 seconde ingedrukt.
Voor bepaalde uitvoeringen/markten, na een stroomonderbreking van
de regeleenheden (vervangen of loskoppelen van de accu of
vervangen van de zekeringen van de regeleenheden voor elektrische
ruitbediening), moet de automatische ruitbediening opnieuw worden
geïnitialiseerd.
De initialisatieprocedure moet met gesloten portieren uitgevoerd
worden, zoals hieronder beschreven:
❒open de ruit van het bestuurdersportier helemaal en houd, nadat de
ruit het einde van de neerwaartse slag heeft bereikt, de
bedieningsknop minstens 3 seconden ingedrukt;
80
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 85 of 280

❒sluit de ruit van het bestuurdersportier helemaal en houd, nadat de
ruit het einde van de opwaartse slag heeft bereikt, de
bedieningsknop minstens 3 seconden ingedrukt;
❒ga vervolgens op dezelfde wijze te werk zoals beschreven onder
punten 1 en 2 voor de ruit van het passagiersportier;
❒controleer na afronding van de initialisatieprocedure of de
automatische ruitbediening goed werkt.
BELANGRIJK Wanneer bij ingeschakelde centrale portiervergrendeling
een van de voorportieren van binnenuit wordt geopend met de
handgreep, dan wordt de centrale vergrendeling voor alle portieren
uitgeschakeld. Als de elektrische voeding wordt onderbroken
(doorgebrande zekering, losgekoppelde accu, enz.) kunnen de
portieren met de hand worden afgesloten. In dat geval is de
automatische functie voor het openen van de ruiten niet beschikbaar.
Duw de ruit naar het interieur van de auto (zie fig. 60) om het portier
te openen of sluit het portier met de ruit gesloten om de passage
van de ruit in het ruitrubber te vergemakkelijken.BAGAGERUIMTE
De ontgrendeling van de bagageruimte gebeurt elektrisch en kan niet
worden ontgrendeld wanneer de auto rijdt.
OPENEN
Indien ontgrendeld kan de achterklep van buitenaf geopend worden
met het elektrische embleem fig. 61 tot de klik van het ontgrendelen
wordt gehoord of met behulp van de
knop op de
afstandsbediening.
Wanneer de achterklep wordt geopend, knipperen de
richtingaanwijzers twee keer en gaat de bagageruimteverlichting
branden. Wanneer de achterklep wordt gesloten, gaat de verlichting
automatisch uit. De verlichting gaat ook uit wanneer de bagageruimte
een paar minuten open wordt gelaten.
fig. 60A0J0170fig. 61A0J0058
81
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 86 of 280

Achterklep van binnenuit openen in geval van nood
Ga als volgt te werk:
❒verwijder de achterste hoofdsteunen en klap de zittingen volledig
om (zie de paragraaf "Bagageruimte uitbreiden");
❒druk op de hendel A fig. 62;
SLUITEN
Laat de achterklep zakken en druk in de buurt van het slot totdat het
vastklikt.
Trek aan het lipje A fig. 63 en laat de achterklep zakken, druk in de
buurt van het slot tot het vastklikt.
BELANGRIJK Controleer of u in het bezit van de sleutels bent voordat
de achterklep wordt gesloten. De achterklep wordt namelijk
automatisch vergrendeld.
INITIALISATIE BAGAGERUIMTE
BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld of als een zekering is
doorgebrand, dan moet de vergrendeling van de achterklep opnieuw
worden geïnitialiseerd. Ga hiervoor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren en de achterklep;
❒Druk op de knop
van de afstandsbediening;
❒Druk op de knop
van de afstandsbediening.
BAGAGERUIMTE UITBREIDEN
De bagageruimte kan deels (1/3 of 2/3) of helemaal worden
uitgebreid door de achterbank te scheiden. Zie voor het uitbreiden van
de bagageruimte de beschrijvingen in de paragrafen “Hoedenplank
verwijderen” en “Achterbank neerklappen”.
fig. 62A0J0178fig. 63A0J0079
82
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 87 of 280

Hoedenplank verwijderen
Ga als volgt te werk:
❒haak de twee trekkoorden B fig. 64 los A door de oogjes C uit de
steunpennen te verwijderen;
❒maak de pennen A fig. 65 aan de buitenkant van de hoedenplank
uit de zittingen B in de steunen aan de zijkant los, verwijder
vervolgens de hoedenplank;
❒na verwijdering kan de hoedenplank dwars in de bagageruimte of
tussen de leuningen van de voorstoelen en de omgeklapte zittingen
van de achterbank worden geplaatst (bij volledig uitgebreide
bagageruimte).
Achterbank neerklappen
Ga als volgt te werk:
❒zet de hoofdsteunen helemaal omhoog, druk op beide knoppen A
fig. 66 aan de zijkanten van de twee steunen, en verwijder de
hoofdsteunen door ze omhoog te trekken;❒plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of ze goed gestrekt
en niet verdraaid zijn;
❒trek de borghendels A fig. 67 van de rugleuning naar boven en
vouw het gewenste kussen naar voren (een rode streep geeft aan dat
hendel A naar boven is getrokken).
fig. 64A0J0080
fig. 65A0J0081
fig. 66A0J0083
83
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 88 of 280

Achterbank terugzetten
Plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of ze goed gestrekt en
niet verdraaid zijn.
Zet de eerder neergeklapte rugleuning omhoog tot de klik van het
vergrendelmechanisme wordt gehoord. Controleer visueel of het rode
streepje op de hendel A fig. 67 niet meer zichtbaar is. Deze rode
streep geeft aan dat de rugleuning niet is vergrendeld.
Monteer al laatste de hoofdsteunen in hun behuizingen.MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de hendel A fig. 68 in de richting van de pijl;
❒trek hendel B in de richting van de pijl;
❒til de motorkap op en maak tegelijkertijd de motorkapsteun C fig.
69 los uit zijn vergrendeling. Steek vervolgens het uiteinde in de
behuizing D, controleer of de motorkapsteun vast zit in de kleinste
opening van de borgveer.
BELANGRIJK Controleer of de ruitenwissers zich in de ruststand
bevinden en niet actief zijn alvorens de motorkap op te tillen.
fig. 67A0J0082fig. 68A0J0085
84
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 89 of 280

SLUITEN
Ga als volgt te werk:
❒Houd de motorkap met één hand omhoog, verwijder met de andere
hand de stang C fig. 69 uit de zitting D en plaats hem terug in de
klem;❒laat de motorkap zakken tot ongeveer 20 cm boven de motorruimte,
laat hem dan vallen en controleer, door te proberen hem op te tillen,
of hij volledig dicht zit en niet alleen in een veiligheidsstand is
bevestigd. Als de motorkap niet perfect gesloten is, probeer dan niet
erop te drukken maar open hem opnieuw en herhaal de handeling.
Probeer de motorkap niet te sluiten door erop te drukken.
BELANGRIJK Controleer altijd of de motorkap goed vergrendeld is om
te voorkomen dat deze tijdens het rijden opent.
Voor bepaalde versies/markten, het volgende plaatje is aangebracht
in de motorruimte fig. 70:
Voor de rijveiligheid moet de motorkap tijdens het
rijden altijd perfect gesloten zijn. Controleer dus altijd
of de motorkap goed gesloten en vergrendeld is.
Mocht men tijdens het rijden merken dat de motorkap niet goed
vergrendeld is, stop dan onmiddellijk en sluit de motorkap op de
correcte manier.
fig. 69A0J0086fig. 70A0J1520
85
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 90 of 280

Verricht deze handelingen uitsluitend bij stilstaande
auto.
De motorkap kan plotseling naar benden vallen als de
steunstang niet correct geplaatst is.
IMPERIAAL/SKIDRAGER
Om het imperiaal/de skidrager te monteren, de speciale borglippen A
fig. 71 naar boven zetten met behulp van de schroevendraaier die
bijgeleverd is om toegang te krijgen tot de bevestigingen B.
fig. 71A0J0059
86
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER