Alfa Romeo 147 2011 Instructieboek (in Dutch)

Page 201 of 283

NOODGEVALLEN
199
ROLLEND STARTEN
BELANGRIJKAls de auto is uitgerust
met de snelle bandenreparatieset
“Fix&Go automatic”, zie dan de
betreffende instructies in het volgende
hoofdstuk.
ALGEMENE AANWIJZINGEN
V oor het verwisselen van het wiel en
voor het juiste gebruik van de krik en het
noodreservewiel (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten) moeten de onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht worden
genomen.
EEN LEKKE BAND
Probeer auto’s nooit te
starten door ze aan te
duwen, te slepen of van
een helling af te laten rijden. Op
die wijze kan er onverbrande
benzine in de katalysator terecht-
komen, waardoor deze onher-
stelbaar zal beschadigen.
Houd er rekening mee dat
de rem- en stuurbekrach-
tiging niet werken zolang de
motor niet is aangeslagen, waar-
door meer kracht nodig is voor de
bediening van het rempedaal en
het stuur.
AT TENTIE
Attendeer het overige weg-
verkeer op de stilstaande
auto m.b.v.: de waarschuwings-
knipperlichten, de gevarendriehoek
enz.
T ijdens het verwisselen van een
wiel moeten alle inzittenden de
auto hebben verlaten, en op een
veilige afstand van het verkeer
wachten, totdat het wiel verwis-
seld is.
Blokkeer de wielen met stenen of
andere voorwerpen als de auto
schuin op een helling of op een
slecht wegdek staat.
A TTENTIE
Start de motor nooit als de
auto is opgekrikt. Als de
auto een aanhanger trekt, ontkop-
pel dan eerst de aanhanger en krik
dan de auto op.
Het noodreservewiel behoort bij
de auto waarbij het geleverd is.
Gebruik het reservewiel niet bij
andere auto’s en monteer geen
reservewielen van andere auto’s.
Als u het gemonteerde velgtype
wilt vervangen (stalen in plaats
van lichtmetalen of omgekeerd),
moeten tevens alle wielbouten
worden vervangen door bouten
met een lengte die aangepast is
aan het velgtype.
Het noodreservewiel is kleiner
dan de normale wielen en mag
uitsluitend gebruikt worden om
de dichtstbijzijnde reparatie-
werkplaats te bereiken, waar de
lekke band gerepareerd kan wor-
den. Tijdens het gebruik van het
noodreservewiel mag u niet har-
A TTENTIE
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 199

Page 202 of 283

NOODGEVALLEN
200
der dan 80 km/h rijden.
Op het noodreservewiel
is een sticker aangebracht waar-
op de belangrijkste aanwijzingen
en de beperkingen staan vermeld
met betrekking tot het gebruik
van het reservewiel. Deze sticker
mag absoluut niet worden ver-
wijderd of afgedekt. Op de stic-
ker staan de volgende aanwijzin-
gen in vier talen vermeld:
A TTENTIE! ALLEEN VOOR TIJDE-
LIJK GEBRUIK! MAXIMAAL 80
km/h! VERVANG ZO SNEL
MOGELIJK DOOR EEN NORMAAL
WIEL. BEDEK DEZE AANWIJZIN-
GEN NIET.
Op het noodreservewiel mag
nooit een wieldeksel worden
gemonteerd. Bij een gemonteerd
noodreservewiel veranderen de
rij-eigenschappen van de auto.
V ermijd met vol gas optrekken,
bruusk remmen en hoge snelhe-
den in de bochten.
AT TENTIE
Het noodreservewiel heeft
een levensduur van maxi-
maal 3000 km. Na deze afstand
moet de band van het noodreserve-
wiel vervangen worden door een
nieuwe band van hetzelfde type.
Monteer nooit een normale band op
de velg van het noodreservewiel.
Laat het verwisselde wiel zo snel
mogelijk repareren en monteren. Ge-
bruik nooit twee of meer noodreser-
vewielen. Smeer de schroefdraad
van de wielbouten niet met vet in
voordat u ze monteert: de bouten
kunnen loslopen. De krik dient uit-
sluitend voor het verwisselen van
een wiel van de auto waarbij de
krik geleverd is of voor auto’s van
hetzelfde model. Gebruik de krik
niet voor het opkrikken van ande-
re auto’s. En beslist nooit voor het
uitvoeren van werkzaamheden on-
der de auto. Als de krik niet juist
geplaatst wordt, kan de opgekrik-
te auto van de krik vallen. Op een
sticker op de krik is het maximum
hefvermogen aangegeven; de krik
mag nooit voor een zwaardere last
worden gebruikt.
A TTENTIE
Het noodreservewiel is niet
geschikt voor de montage
van sneeuwkettingen. Als u een
lekke voorband (aangedreven wiel)
hebt en er moet met sneeuwket-
tingen worden gereden, dan moet
u een wiel van de achteras afha-
len en daarvoor in de plaats het re-
servewiel monteren. Zo hebt u op
de vooras twee normale wielen
waarop uw sneeuwkettingen kunt
monteren.
Maak het ventiel absoluut niet
open.
Plaats geen enkel stuk gereed-
schap tussen velg en band.
Controleer regelmatig en herstel,
indien nodig, de spanning van de
banden en van het reservewiel en
houdt u daarbij aan de waarden die
beschreven staan in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.
A TTENTIE
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 200

Page 203 of 283

NOODGEVALLEN
201
WIEL VERWISSELEN
Het is nodig te weten dat:
– De krik 2,100 kg weegt.
– De krik geen afstelwerkzaamheden
vereist.
– De krik niet kan worden gerepareerd.
Bij een defect moet de krik door een krik
van hetzelfde type worden vervangen.
– Behalve de slinger geen enkel ander
gereedschap op de krik gemonteerd mag
worden.
Ga voor het verwisselen van een wiel als
volgt te werk:
– Stop de auto op een plaats waar het
verkeer niet in gevaar wordt gebracht en
in alle veiligheid het wiel kan worden ver-
wisseld. Zet de auto zo mogelijk op een
vlakke en stevige ondergrond. – Zet de motor uit en trek de handrem
aan.
– Schakel de eerste versnelling of de
achteruit in.
– Verwijder met de handgreep ( A) de
afdekplaat (B).
– Draai de blokkeerschroef ( A-fig. 3)
los. – Neem de gereedschaphouder (
B) uit
en zet de houder dicht bij het te verwisse-
len wiel.
– Pak het noodreservewiel ( C).
– Verwijder het wieldeksel (A-fig. 4)
(alleen uitvoeringen met stalen velgen)
– Draai met de bijgeleverde sleutel (A-
fig. 5) de wielbouten van het te verwis-
selen wiel ongeveer één slag los.
– Plaats de krik onder de auto nabij het
te verwisselen wiel. Zorg ervoor dat de
kunststof side-skirt niet wordt beschadigd.
– Draai de krik (A-fig. 6) omhoog,
zodat de inkeping ( B) aan de bovenzijde
van de krik juist om het profiel onder de
carrosserie (C) valt op ongeveer 40 cm
van de wielkuip.
fig. 2
A0A0150m
fig. 3
A0A0151m
fig. 4
A0A1059m
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 201

Page 204 of 283

NOODGEVALLEN
202
– Plaats de slinger in de krik en krik de
auto omhoog, totdat het wiel enige centi-
meters los van de grond is.
– Verwijder de wielbouten volledig en
verwijder het wiel.
– Zorg ervoor dat de boutgaten en alle
contactvlakken van het noodreservewiel
schoon zijn en geen onzuiverheden bevat-
ten, omdat hierdoor na verloop van tijd de
wielbouten kunnen loslopen.
– Monteer het noodreservewiel, waarbij
een gat (A-fig. 7) over pen (B) moet
vallen.
– Draai met de bijgeleverde sleutel de
vijf wielbouten aan.
– Laat de auto zakken en verwijder de
krik.
– Draai met de bijgeleverde sleutel de
wielbouten vast in de volgorde die is aan-
gegeven in fig. 8.NORMALE WIEL
MONTEREN
– Volg de hiervoor beschreven procedu-
re, krik de auto op en demonteer het
noodreservewiel.
V oor uitvoeringen met stalen
velgen:
– Monteer het normale wiel, waarbij
een pasgat in de velg ( A-fig. 7) om de
pen (B) moet vallen.
– Zorg ervoor dat de boutgaten en alle
contactvlakken van het normale wiel
schoon zijn en geen onzuiverheden bevat-
ten, omdat hierdoor na verloop van tijd de
wielbouten kunnen loslopen.
– Draai met de bijgeleverde sleutel de
wielbouten aan. – Laat de auto zakken en verwijder de
krik.
– Draai met de bijgeleverde sleutel de
wielbouten vast in de volgorde die hier-
voor is aangegeven voor het noodreserve-
wiel in fig. 8.
– Druk het geklemde wieldeksel voor-
zichtig vast. Zorg ervoor dat het ventiel uit
de opening in het wieldeksel steekt.
– Druk op de rand van het wieldeksel, te
beginnen bij de delen die het dichtst bij
het ventiel zitten, totdat het wieldeksel
geheel vast zit.
BELANGRIJK Door een verkeerde
montage kan het wieldeksel tijdens het rij-
den loslaten.
fig. 5
A0A0152m
fig. 6
A0A0341m
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 202

Page 205 of 283

NOODGEVALLEN
203
Voor uitvoeringen met lichtmeta-
len velgen:
– Draai de centreerpen ( A-fig. 9) in
één van de boutgaten in de wielnaaf.
– Plaats het wiel op de pen en draai met
de bijgeleverde sleutel de vier bouten aan;
de bouten kunnen makkelijker worden
aangebracht met het bijgeleverde verleng-
stuk (B).
– Draai de centreerpen ( A-fig. 9) los
en draai de laatste bout aan.
– Laat de auto zakken en verwijder de
krik.
– Draai met de bijgeleverde sleutel de
wielbouten vast in de volgorde die hier-
voor is aangegeven voor het noodreserve-
wiel in fig. 8.
Ter afsluiting:
– berg het noodreservewiel op in de
daarvoor bestemde ruimte in de bagage-
r uimte – druk de krik stevig in de houder om
rammelen tijdens het rijden te voorkomen
– berg het gebruikte gereedschap op in
de houder
– plaats de gereedschaphouder op het
noodreservewiel en draai de blokkeer-
schroef (A-fig. 3) vast
– plaats de afdekplaat in de bagage-
r uimte.
Behalve bij uitvoeringen met
VDC-systeem
fig. 7
A0A0155m
fig. 8
A0A0156m
fig. 9
A0A0157m
dan moet een gevarieerd
traject van circa 30 km (20
minuten) worden afgelegd of circa
15 km (10 minuten) op de snelweg
worden gereden, zodat de software
van de ABS/ASR-regeleenheid de
maten van het “normale” wiel kan
herkennen; gedurende deze tijd kan
de auto tijdens het remmen in lichte
mate naar een kant trekken en het
ASR-lampje (indien aanwezig)
branden. Het verdient aanbeveling
dit traject met verhoogde voorzich-
tigheid af te leggen en zo mogelijk
krachtig remmen te vermijden. Bij
auto’s met ASR moet dit traject
worden afgelegd waarbij de ASR
met de betreffende knop is uitge-
schakeld.
A TTENTIE
Als na gebruik van het
noodreservewiel het nor-
male wiel weer is gemonteerd,
AT T ENTIE
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 203

Page 206 of 283

NOODGEVALLEN
204
SNELLE BANDEN-
REPARATIESET
FIX&GO automatic
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)De auto kan zijn uitgerust met de snelle
bandenreparatieset “FIX&GO automatic”,
als vervanging van het gebruikelijke
gereedschap en het noodreservewiel.
De reparatieset fig. 10 is in de baga-
geruimte geplaatst. In de houder van de
bandenreparatieset zijn ook de schroeven-
draaier en het sleepoog te vinden. De reparatieset bevat:
– een spuitbus
A-fig. 10met afdicht-
vloeistof, die voorzien is van:
❒ een vulbuis B
❒ een sticker C met het opschrift
“max. 80 km/h”. Na het repareren
van het wiel moet deze sticker op
een voor de bestuurder goed zichtba-
re plaats worden aangebracht (op
het dashboard);
– een compressor Dmet manometer en
verbindingsstukken; – een informatiefolder
fig. 11, voor
een correct gebruik van de snelle repara-
tieset. De folder moet overhandigd wor-
den aan het personeel dat de band die
behandeld is met de bandenreparatieset,
moet repareren;
– een paar werkhandschoenen die in
het zijvak van de compressor zijn te vin-
den;
– adapters voor het oppompen van
diverse voorwerpen.
fig. 10
A0A1095m
fig. 11
A0A1096m
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 204

Page 207 of 283

Als u een lekke band
krijgt, kan de band gere-
pareerd worden als de
diameter van het lek niet groter
is dan 4 mm.
NOODGEVALLEN
205
Overhandig de informa-
tiefolder aan het perso-
neel dat de band moet repareren
die behandeld is met de banden-
reparatieset.
AT TENTIE
Het is niet mogelijk lekken
aan de zijkanten van de
band te repareren. Gebruik de
reparatieset niet als de band
beschadigd is geraakt door het rij-
den met een lege band.
A TTENTIE
Bij schade aan de velg
(zodanige vervorming van
het kanaal dat er lucht wegloopt)
kan de band niet gerepareerd
worden. Verwijder de eventueel
in de band binnengedrongen voor-
werpen (schroeven of spijkers)
niet.
A TTENTIE
Het is noodzakelijk te weten
dat:
De afdichtvloeistof bij buitentemperatu-
ren tussen -20°C en +50°C werkt.
De spuitbus bevat ethy-
leenglycol. Bevat latex:
kan een allergische reactie ver-
oorzaken. Schadelijk bij inslikken.
Irriterend voor de ogen. Kan
overgevoeligheid veroorzaken bij
inademing en contact. Vermijd
contact met ogen, huid en kle-
ding. Spoel bij contact onmiddel-
lijk overvloedig met water.
V ermijd braken bij inslikken,
spoel de mond uit, drink veel
water en raadpleeg onmiddellijk
een arts. Houd buiten het bereik
van kinderen. Het product mag
niet gebruikt worden door ast-
matische patiënten. Adem de
dampen niet in tijdens het vullen
en oppompen. Raadpleeg onmid-
dellijk een arts bij allergische
reacties. Bewaar de spuitbus in
de daarvoor bestemde ruimte,
ver verwijderd van warmte-
bronnen. De afdichtvloeistof
heeft een houdbaarheidsdatum.
A TTENTIE
De afdichtvloeistof een
houdbaarheidsdatum
heeft. Vervang de spuitbus voor-
dat de houdbaarheidsdatum van
de afdichtvloeistof is verstreken.
AT T ENTIE
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 205

Page 208 of 283

Spuitbussen en afdicht-
vloeistof zijn schadelijk
voor het milieu. Houdt u
voor het afvoeren van deze pro-
ducten aan de wettelijke normen.
NOODGEVALLEN
206
OPPOMPEN VAN DE BAND– draai de ventieldop los, neem de vulbuis
A-fig. 13 uit en draai de ring B-fig. 14
op het ventiel van de band;
– controleer of de schakelaar A-fig. 15
van de compressor in stand 0(uitgescha-
keld) staat, start de motor, steek de stek-
ker G-fig. 16 in de contactdoos/aanste-
kerhouder op de tunnelconsole voor en scha-
kel de compressor in door de schakelaar A-
fig. 15 in stand I (ingeschakeld) te zet-
ten;
– pomp de band op tot de voorgeschre-
ven druk. Controleer de bandenspanning op
de manometer B-fig. 15 en schakel de
compressor uit voor een nauwkeurige afle-
zing;
fig. 12
A0A1097m
fig. 13
A0A1098m
fig. 14
A0A1099m
De compressor mag niet
langer dan 20 minuten ach-
ter elkaar worden ingeschakeld.
Gevaar voor oververhitting. De re-
paratieset is niet geschikt voor
permanente reparatie; de gerepa-
reerde banden mogen daarom
slechts tijdelijk worden gebruikt.
AT TENTIE
Doe de handschoenen aan
die bij de snelle bandenre-
paratieset zijn geleverd.
AT T ENTIE
Ga als volgt te werk:
– plaats het te repareren wiel met het ven-
tiel A-fig. 12 in de in de figuur aangege-
ven stand; trek de handrem aan, pak
de snelle reparatieset en plaats de set dicht
bij het wiel op de grond;
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 206

Page 209 of 283

NOODGEVALLEN
207
– als u er niet in slaagt binnen 5 minu-
ten de bandenspanning op ten minste 1,5
bar te krijgen, koppel dan de compressor los
van het ventiel en de contactdoos en ver-
plaats vervolgens de auto ongeveer 10 me-
ter naar voren of naar achteren, zodat de
afdichtvloeistof in de band verdeeld wordt;
pomp de band vervolgens weer op;
– als u er ook dan niet in slaagt om, bin-
nen 5 minuten na inschakeling van de com-
pressor, de spanning op ten minste 1,8 bar
te brengen, mag niet verder worden gere-
den, omdat de band te erg beschadigd is en
de reparatieset de vereiste wegligging niet
kan garanderen; wendt u tot de Alfa Romeo-
dealer;
– als de band is opgepompt tot de juiste
waarde, vertrek dan onmiddellijk;
fig. 15
A0A1100m
fig. 16
A0A1039m
A TTENTIE– als een spanning van ten minste 1,8
bar wordt gemeten, herstel dan de correc-
te bandenspanning (met draaiende motor
en aangetrokken handrem) en rijdt ver-
der;
– rijd zeer voorzichtig naar de Alfa
Romeo-dealer.
Als de bandenspanning
onder 1,8 bar is gedaald,
mag niet verder worden gereden:
de snelle reparatieset Fix & Go
automatic kan de vereiste weg-
ligging niet garanderen omdat de
band te erg beschadigd is. Wendt
u tot de Alfa Romeo-dealer.
AT T E NTIE
Plaats de sticker op een
voor de bestuurder goed
zichtbare plaats om aan te geven
dat de band behandeld is met de
snelle bandenreparatieset. Rijd
voorzichtig vooral in bochten.
Rijd niet harder dan 80 km/h.
V ermijd bruusk accelereren en
remmen.
– stop na ongeveer 10 minuten en con-
troleer opnieuw de bandenspanning; ver-
geet niet de handrem aan te trek-
ken;
U moet absoluut aange-
ven dat de band is gere-
pareerd met de snelle bandenre-
paratieset. Overhandig de infor-
matiefolder aan het personeel dat
de band moet repareren die
behandeld is met de bandenrepa-
ratieset.
AT T ENTIE
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 207

Page 210 of 283

NOODGEVALLEN
208fig. 17
A0A1101m
fig. 18
A0A1102m
fig. 19
A0A1103m
wordt de afdichtvloeistof niet in de band
gespoten.
PROCEDURE VOOR HET VER-
VANGEN VAN DE SPUITBUS
Ga als volgt te werk voor het vervangen
van de spuitbus:
– maak de koppeling A-fig. 19 en de
vulbuis Blos;
– draai de te vervangen spuitbus links-
om en trek de spuitbus omhoog;
– plaats de nieuwe spuitbus en draai de
spuitbus rechtsom;
– plaats de koppeling Aterug of sluit de
vulbuis Baan op de zitting.
U moet absoluut aange-
ven, aan iedereen die de
auto kan gebruiken, dat de band
is gerepareerd met de snelle
reparatieset. Overhandig de
informatiesticker aan het perso-
neel dat de reparatiewerkzaam-
heden uitvoert.
AT T E NTIEALLEEN VOOR HET CONTROLE-
REN EN HERSTELLEN VAN DE
SPANNING
De compressor kan ook worden gebruikt
voor het herstellen van de bandenspan-
ning. Maak de snelkoppeling A-fig. 17
los en verbind de koppeling direct met het
ventiel van de op te pompen band fig.
18; op deze manier wordt de spuitbus
niet met de compressor verbonden en
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 208

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 290 next >