Alfa Romeo 147 2011 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2011, Model line: 147, Model: Alfa Romeo 147 2011Pages: 283, PDF Size: 5.86 MB
Page 231 of 283

NOODGEVALLEN
229
EEN LEGE ACCU
Wij raden u aan in het hoofdstuk
“Onderhoud van de auto” de voorzorgs-
maatregelen door te lezen om een lege
accu te voorkomen en om een lange
levensduur van de accu te garanderen.
ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De beschrijving voor het
opladen van de accu dient slechts ter infor-
matie. Wendt u bij voorkeur tot een Alfa
Romeo-dealer om deze werkzaamheden
uit te laten voeren.
We raden u aan de accu langzaam en
met een lage stroomsterkte (ampère)
gedurende ca. 24 uur op te laden. Als u
de accu langer oplaadt, kan de accu wor-
den beschadigd. Ga voor het opladen volgt te werk:
– Maak de minklem (
–) los van de
accu.
– Sluit de kabels van het laadapparaat
aan op de accupolen. Let hierbij op de
polariteit.
– Schakel het laadapparaat in.
– Schakel aan het einde van het opla-
den eerst de acculader uit en koppel dan
de accu los.
– Sluit de minklem ( –) weer aan op de
accu.
STARTEN MET EEN HULPACCU
Zie “Starten met een hulpaccu” in dit
hoofdstuk.
Gebruik voor een nood-
start beslist nooit een
acculader: de elektroni-
sche systemen kunnen beschadi-
gen; in het bijzonder de regeleen-
heden van de ontsteking en de
inspuiting.
De vloeistof in de accu is
giftig en corrosief.
V oorkom contact met de huid en
de ogen. Het opladen van de accu
moet worden uitgevoerd in een
goed geventileerde ruimte, ver
verwijderd van open vuur en
vonkvormende apparaten: brand-
en ontploffingsgevaar.
A TTENTIE
Probeer een bevroren
accu niet op te laden:
eerst moet de accu ontdooid wor-
den, anders loopt u het risico dat
de accu ontploft. Als de accu
bevroren is geweest, moet door
deskundig personeel worden
gecontroleerd of de cellen niet
beschadigd zijn en of de bak geen
scheuren vertoont, waardoor de
giftige en corrosieve vloeistof
kan weglekken.
AT T E NTIE
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 229
Page 232 of 283

NOODGEVALLEN
230
HET SLEPEN VAN DE AUTO
Bij de auto is een sleepoog geleverd. Het
sleepoog bevindt zich in de gereedschap-
houder onder de bekleding van de baga-
geruimte.
Sleepoog bevestigen:
– Verwijder het sleepoog uit de gereed-
schaphouder.
– Verwijder het geklemde gemonteerde
dekseltje (A) op de voor- (fig. 52) of
achterbumper ( fig. 53). Gebruik hier-
voor de schroevendraaier met platte punt
en bescherm de punt met een zachte
doek, zodat beschadigingen aan de auto
worden voorkomen.
– Draai het sleepoog geheel op de
schroefdraadpen.
fig. 52
A0A1083m
fig. 53
A0A1084m
Maak de schroefdraad
zorgvuldig schoon, voor-
dat u het sleepoog op de schroef-
draadpen draait. Controleer,
voordat de auto wordt gesleept,
of het sleepoog geheel op de
schroefdraadpen is gedraaid.
AT T ENTIE
Draai voor het slepen de
sleutel in stand MAR en
vervolgens in STOP zonder de
contactsleutel uit het slot te ver-
wijderen. Als de contactsleutel uit
het contactslot wordt genomen,
schakelt automatisch het stuur-
slot in waardoor het onmogelijk
wordt de auto te besturen. Houd
er rekening mee dat de rem- en
stuurbekrachtiging niet werken
zolang de motor niet is aangesla-
gen, waardoor meer kracht nodig
is voor de bediening van het rem-
pedaal en het stuur. Gebruik voor
het slepen geen elastische kabels
en rijd zo gelijkmatig mogelijk.
Controleer tijdens het slepen of
de sleepkabel geen carrosserie-
delen kan beschadigen. Houdt u
bij het slepen van een auto aan
de wettelijke voorschriften. Dit
geldt zowel voor het slepen zelf
als voor het gedrag naar andere
weggebruikers.
A TTENTIE
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 230
Page 233 of 283

NOODGEVALLEN
231
BELANGRIJKControleer bij auto’s
met een Selespeed versnellingsbak of de
versnellingsbak in de vrijstand ( N) staat
(controleer of de auto rolt als er tegen
wordt geduwd) en sleep de auto zoals
een auto met een handgeschakelde ver-
snellingsbak, zoals hiervoor is beschreven.
Als de versnellingsbak niet in de vrijstand
kan worden gezet, dan mag de auto niet
worden gesleept. Wendt u tot de Alfa
Romeo-dealer.
MET DE BOORDKRIK
Zie de paragraaf “Een lekke band” in dit
hoofdstuk.
Het is nodig te weten dat:
– de krik 2,100 kg weegt;
– de krik geen afstelwerkzaamheden
vereist;
– de krik bij beschadiging vervangen
moet worden door een krik van hetzelfde
type;
– behalve de slinger geen enkel ander
gereedschap op de krik gemonteerd mag
worden.
HET OPKRIKKEN VAN
DE AUTO
Start de motor niet als de
auto wordt gesleept.
AT TENTIE
De krik dient uitsluitend
voor het verwisselen van
een wiel van de auto waarbij de
krik geleverd is of voor auto’s
van hetzelfde model. Gebruik de
krik niet voor het opkrikken van
andere auto’s. En beslist nooit
voor het uitvoeren van werk-
zaamheden onder de auto.
A TTENTIE
Als de krik niet juist
geplaatst wordt, kan de opge-
krikte auto van de krik vallen. Op
een sticker op de krik is het
maximum hefvermogen aangege-
ven; de krik mag nooit voor een
zwaardere last worden gebruikt.
AT TENTIE
MET DE HEFBRUG OF GARA-
GEKRIK
De auto mag uitsluitend worden opge-
krikt door de hefarm van de garagekrik of
de hefbrug te plaatsen, zoals is afgebeeld
in fig. 54-55.
fig. 54
A0A1085m
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 231
Page 234 of 283

NOODGEVALLEN
232
– Bij kettingbotsingen, in het bijzonder
bij mist, is het risico om bij volgende bot-
singen betrokken te raken groot. Verlaat
onmiddellijk de auto en zoek bescherming
achter de vangrail.
– Probeer bij geblokkeerde portieren de
auto niet te verlaten door de gelaagde
voorruit in te slaan. De zijruiten en de ach-
terruit kunnen makkelijker worden ingesla-
gen.
– Neem bij de betrokken auto’s de con-
tactsleutel uit.
– Als u brandstof of andere chemische
producten ruikt, rook dan niet en doof
sigaretten.
– Gebruik voor het blussen van branden,
zelfs als deze klein zijn, de brandblusser,
een wollen deken, zand of aarde. Gebruik
nooit water.
– Als de verlichting van de auto niet
hoeft te worden gebruikt, maak dan de
minklem (–) los van de accu.BIJ EEN ONGEVAL
– Het is belangrijk altijd rustig te blijven.
– Als u niet direct bij het ongeval betrok-
ken bent, stopt u dan op een afstand van
ten minste een tiental meters van het
ongeluk.
– Stop bij ongevallen op de snelweg zo
mogelijk in de berm en laat de vlucht-
strook vrij.
– Zet de motor uit en schakel de waar-
schuwingsknipperlichten in.
– Verlicht als het donker is, met de kop-
lampen de plaats van het ongeval.
– Wees voorzichtig, voorkom het risico
van een aanrijding.
– Geef het ongeval aan door de geva-
rendriehoek goed zichtbaar en op de wet-
telijk voorgeschreven afstand te plaatsen.
– Waarschuw de hulpinstanties en geef
zo duidelijk mogelijke informatie. Gebruik
op de snelweg de daarvoor bestemde
praatpalen.
Plaats de hefarmen van
de brug of de garagekrik
zeer zorgvuldig, zodat de
side-skirts niet worden bescha-
digd.
fig. 55
A0A1086m
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 232
Page 235 of 283

NOODGEVALLEN
233
ALS ER GEWONDEN ZIJN
– Blijf altijd bij de gewonde. Ook de per-
sonen die niet direct bij het ongeval
betrokken zijn, zijn verplicht hulp te bie-
den.
– Blijf niet om de gewonde heen staan.
– Stel de gewonde gerust over het tijdig
komen van de hulp. Blijf bij de gewonde
om eventuele paniekaanvallen te vermij-
den.
– Maak of snijd de veiligheidsgordel, die
de gewonde op zijn plaats houdt, los.
– Geef niets te drinken aan de gewon-
de.
– De gewonde mag nooit worden ver-
plaatst behalve in de gevallen die bij het
volgende punt worden behandeld.
– Haal de gewonde uitsluitend uit de
auto bij gevaar voor brand, verdrinking of
naar beneden storten. Als u een gewonde
uit de auto haalt: trek niet aan de lede- maten, buig nooit het hoofd en houd, voor
zover mogelijk, het lichaam in horizontale
positie.
VERBANDTROMMEL
W
ij raden u aan om naast de verband-
trommel ook een brandblusser en een
deken aan boord te hebben.
197-233 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:09 Pagina 233
Page 236 of 283

ONDERHOUD VAN DE AUTO
234
Onthoud echter dat het geprogrammeerd
onderhoud niet volledig toereikend is om
de auto in optimale staat te houden:
zowel in de beginperiode voor de service-
beurt bij 20.000 kilometer als daarna,
tussen twee servicebeurten in, moet regel-
matig wat aandacht aan de auto worden
geschonken. Controleer bijvoorbeeld regel-
matig de bandenspanning en de vloeistof-
niveaus en vul deze laatste zo nodig ook
bij.
BELANGRIJK De servicebeurten van
het geprogrammeerd onderhoud zijn door
de fabrikant voorgeschreven. Het niet uit-
voeren van deze servicebeurten kan het
vervallen van de garantie tot gevolg heb-
ben.
De werkzaamheden van het geprogram-
meerd onderhoud kunnen door alle Alfa
Romeo-dealers tegen vaste tarieftijden
worden uitgevoerd. Eventuele reparaties die nodig blijken tij-
dens het uitvoeren van de diverse inspec-
ties en controles van het geprogrammeerd
onderhoud worden uitsluitend na toestem-
ming van de klant uitgevoerd.
BELANGRIJK Het verdient aanbeve-
ling eventuele kleine defecten onmiddel-
lijk door de Alfa Romeo-dealer te laten ver-
helpen en daarmee niet te wachten tot de
volgende servicebeurt. GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Doelmatig onderhoud is een beslissende
factor voor een lange levensduur, de beste
prestaties en een zo zuinig mogelijk
gebruik van de auto.
Voor deze Alfa Romeo zijn service- en
inspectiebeurten voorgeschreven die om
de 20.000 km moeten worden uitge-
voerd.
BELANGRIJK Bij uitvoeringen met
instelbaar multifunctioneel display wordt
elke 2000 km, voordat het onderhoud
moet worden uitgevoerd, de mededeling
“ZIE SERVICE” weergegeven. Deze mede-
deling wordt elke 200 km opnieuw weer-
gegeven als de contactsleutel in stand
MAR wordt gezet. Zie voor meer infor-
matie “Service” in de paragraaf
“Instelbaar multifunctioneel display”.
O O
O
O
N
N
N
N
D
D
D
D
E
E
E
E
R
R
R
R
H
H
H
H
O
O
O
O
U
U
U
U
D
D
D
D
V
V
V
V
A
A
A
A
N
N
N
N
D
D
D
D
E
E
E
E
A
A
A
A
U
U
U
U
T
T
T
T
O
O
O
O
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 234
Page 237 of 283

ONDERHOUD VAN DE AUTO
235
ONDERHOUDSSCHEMA
20 40 60 80 100 120 140 160 180x 1000 km
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel h\
erstellen
Werking verlichting (koplampen/achterlichtunits, richtingaanwijzers, bag\
ageruimte,
interieur, dashboardkastje, waarschuwings-/controlelampjes enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers controleren en sproeiermonden afstellen
Stand wisserbladen voor/achter controleren en wisserbladen op slijtage c\
ontroleren
Werking waarschuwingslampje voor versleten remblokken van de schijfremmen\
voor
controleren
Remblokken achter op conditie en slijtage controleren (schijfremmen)
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie, bodemplaatbescherming,
uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.), en
rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep op vervuiling controleren en
mechanismen smeren
Conditie van diverse aandrijfriemen voor hulporganen visueel controleren\
Handrem controleren/afstellen
Benzinedamp-opvangsysteem controleren (benzine-uitvoeringen)
Luchtfilter vervangen (benzine-uitvoeringen)
Luchtfilter vervangen (JTD-uitvoeringen)
Vloeistofniveaus bijvullen (motorkoelsysteem, remsysteem, ruitensproeiers, accu enz.)
Oliepeil van versnellingsbakbediening controleren en eventueel bijvullen\
(uitvoeringen met Selespeed versnellingsbak)
●●●●●●●●●
●●●●●●●●●
●●●●●●●●●
●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●
●●●●●●●●● ●●
●●●● ●●
●●●●
●●●●●●●●●
●●●●●●●●●
●●●●●●●●●
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 235
Page 238 of 283

20 40 60 80 100 120 140 160 180
ONDERHOUD VAN DE AUTO
236
x 1000 km
●●
●●●● ●●●●●
●●●● ●
●●● ●
●
●
●●●
●●●●●●●●●
(●)(●)(●)(●)(●)(●)(●)(●)(●)
●●●
●●●●●●●●●
●●●●●●●●●
Conditie van getande distributieriem visueel controleren (dieseluitvoer\
ingen)
Inspuiting/ontsteking controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Klepspeling controleren/afstellen (JTDM120 pk)
Oliepeil in versnellingsbak controleren
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren (dieseluitvoeringen)
Aandrijfriem tegengesteld draaiende balansassen vervangen (2.0 T.SPARK)
Getande distributieriem vervangen (T. SPARK) (*)
Getande distributieriem vervangen (dieseluitvoeringen) (*)
Poly-V-aandrijfriem voor hulporganen vervangen
Bougies vervangen (benzine-uitvoeringen)
Bougies vervangen (1.6 T.SPARK 105 pk)
Motorolie en oliefilter vervangen (benzine-uitvoeringen) (of om de 24 maanden)
Motorolie en oliefilter vervangen (dieseluitvoeringen met DPF) (**) (of om de 24 maanden)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Brandstoffilter vervangen (dieseluitvoeringen)
Pollenfilter vervangen (of in ieder geval elk jaar)
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsoms\
tandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsverkeer, langdurig stationair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
(**) Het vervangingsinterval van de motorolie en het oliefilter hangt af van de gebruiksomstandigheden van de auto en wordt aangegeven door middel van een lampje of een bericht (indien aanwezig) op het instrumentenpaneel (zie de paragraaf “Lampjes en berichten”).
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 236
Page 239 of 283

ONDERHOUD VAN DE AUTO
237
AANVULLENDE
WERKZAAMHEDEN
Elke 1000 km of voor een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
– niveau van de motorkoelvloeistof
– niveau van de remvloeistof/vloeistof-
niveau hydraulische koppelingbediening
– niveau van de olie van de stuurbe-
krachtiging
– niveau van de ruitensproeier-/kop-
lampsproeiervloeistof
– conditie en spanning van de banden.
Controleer ook iedere 1.000 kmhet
motoroliepeil en vul het zo nodig bij.
Gebruik bij voorkeur producten van FL
Selenia die speciaal zijn afgestemd op
de Alfa Romeo-modellen (zie
“Vullingstabel” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”).
JAARLIJKS
INSPECTIESCHEMA
Voor auto’s waarmee jaarlijks
minder dan 20.000 km wordt
gereden (bijvoorbeeld ongeveer
10.000 km) is er een jaarlijks
inspectieschema dat het volgende
bevat:
– Banden op conditie en slijtage contro-
leren en bandenspanning eventueel her-
stellen (inclusief het reservewiel)
– Werking verlichting (koplamp-/achter-
lichtunits, richtingaanwijzers, waarschu-
wingsknipperlichten, bagageruimte, interi-
eur, dashboardkastje, waarschuwings-/
controlelampjes enz.) controleren
– Werking ruitenwissers-/sproeiers con-
troleren, sproeiers afstellen
– Stand wisserbladen voor/achter con-
troleren en wisserbladen op slijtage con-
troleren
– Remblokken voor (schijfremmen) op
conditie en slijtage controleren
– Vergrendelmechanismen van de
motorkap en achterklep op vervuiling con-
troleren en mechanismen smeren – Visueel de conditie controleren van:
motor, versnellingsbak, aandrijfassen, uit-
laat, brandstof- en remleidingen, rubber
delen (stofkappen, hoezen enz.) en rub-
ber slangen van rem- en brandstofsysteem
– Acculading controleren
– Conditie van diverse aandrijfriemen
visueel controleren
– Vloeistofniveaus controleren en even-
tueel bijvullen (motorkoelsysteem, rem-
systeem, ruitensproeiers, accu enz.)
– Motorolie en oliefilter vervangen
– Pollenfilter vervangen.
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 237
Page 240 of 283

ONDERHOUD VAN DE AUTO
238
BELANGRIJK
MotorolieAls de auto overwegend onder zware
bedrijfsomstandigheden rijdt, zoals:
– trekken van aanhangers of caravans
– rijden op stoffige wegen
– veel korte ritten (minder dan 7-8 km)
en bij buitentemperaturen onder nul
– veel langdurig stationair draaiende
motor of lange ritten bij lage snelheden
(bijv. bij gebruik als taxi of bij huis-aan-
huis bezorging) of als de auto lang stil-
staat
moet de motorolie vaker worden ver-
vangen dan in het onderhoudsschema
staat aangegeven.
BELANGRIJK
Dieselfilter
Door het gebruik van dieselbrandstof van
mindere kwaliteit kan het noodzakelijk
zijn het brandstoffilter vaker te vervangen
dan in het onderhoudsschema is aangege-
ven. Een hortende motor kan een indica-
tie zijn dat het filter vervangen moet wor-
den. BELANGRIJK
Luchtfilter
Als de auto over stoffige wegen rijdt,
moet het luchtfilter vaker worden vervan-
gen dan in het onderhoudsschema staat
aangegeven.
Raadpleeg de Alfa Romeo-dealer bij twij-
fel over de vervangingsinterval van motor-
olie en luchtfilter in relatie tot het gebruik
van de auto.
BELANGRIJK
Accu
Wij raden u aan de acculading voor het
begin van de winter te controleren, om
eventuele bevriezing van het elektrolyt te
voorkomen.
Voer deze controle vaker uit als de auto
overwegend voor korte trajecten wordt
gebruikt, of als accessoires zijn gemon-
teerd die permanent, ook bij uitgescha-
keld contact, stroom verbruiken. Dit geldt
in het bijzonder voor achteraf aangebrach-
te accessoires.
Controleer de acculading (elektrolyt)
vaker dan is voorgeschreven in het onder-
houdsschema in dit hoofdstuk, als de auto
wordt gebruikt in warme klimaten of
onder zeer zware bedrijfsomstandighe-
den. Vertrouw het onder-
houd in principe toe aan
de Alfa Romeo-dealer.
Als u toch zelf onderhoud of
kleine reparaties verricht, con-
troleer dan of u over het juiste
speciale gereedschap en de
noodzakelijke originele Alfa
Romeo-onderdelen en de voor-
geschreven bedrijfsvloeistoffen
beschikt. Voer niet zelf onder-
houdswerkzaamheden uit, als u
daarmee geen ervaring hebt.BELANGRIJK
Pollenfilter
Als de auto veel over stoffige wegen rijdt
of bij geconcentreerde luchtvervuiling,
moet het filterelement vaker worden ver-
vangen; dit is vooral raadzaam als een
beperking in de capaciteit van de ventila-
tie wordt geconstateerd.
234-257 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:37 Pagina 238