Alfa Romeo MiTo 2014 Handleiding (in Dutch)

Page 121 of 280

Zorg dat de gordelband nooit gedraaid is. Het bovenste
gordelgedeelte moet over de schouder en schuin over de borst liggen.
Het onderste gordelgedeelte moet over het bekken fig. 94 en dus
niet over de buik van de inzittende liggen. Steek nooit voorwerpen
(wasknijpers, klemmen enz.) tussen de gordel en het lichaam van de
inzittende.
Voor optimale bescherming moet de rugleuning
rechtop gezet worden, moet men goed tegen de
rugleuning aanzitten en moet de gordel goed
aansluiten op de borst en het bekken. Draag altijd
veiligheidsgordels, zowel voor- als achterin! Rijden zonder
veiligheidsgordels doet bij ongeval het risico op ernstige
verwondingen toenemen en kan zelfs de dood tot gevolg
hebben.
Elke gordel kan slechts een enkele persoon beschermen. Vervoer nooit
kinderen op de schoot van inzittenden met één veiligheidsgordel
voor beiden fig. 95. Steek geen enkel voorwerp tussen de gordel en
het lichaam van een inzittende.
Het is ten strengste verboden onderdelen van de
veiligheidsgordel of gordelspanner te demonteren of
aan te passen. Werkzaamheden aan deze onderdelen
moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd en erkend
personeel. Raapleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk.
fig. 93
A0J0401
fig. 94
A0J0095
fig. 95
A0J0096
117WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 122 of 280

Nadat een gordel aan een zware belasting is
blootgesteld (bijvoorbeeld bij een ongeval), moet de
gordel compleet met de verankeringen,
bevestigingsschroeven en de gordelspanner worden vervangen.
Ook als er geen zichtbare schade is, kan de gordel toch verzwakt
zijn.
ONDERHOUD VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS❒Zorg altijd dat de gordel degelijk uitgetrokken en niet gedraaid is;
controleer ook of het oprolautomaat niet haperend werkt;
❒vervang de gordels na een ongeval, ook al lijken ze niet
beschadigd. Vervang de gordels ook steeds als de gordelspanners
werden geactiveerd;
❒gebruik water en neutrale zeep om de gordels met de hand te
wassen. Spoel de gordels en laat ze in de schaduw drogen. Gebruik
nooit agressieve, blekende of kleurende middelen of andere
producten die het weefsel van de gordel kunnen aantasten;
❒zorg dat er geen vocht in de oprolautomaat komt: de goede werking
ervan is alleen gegarandeerd als ze droog blijven;
❒vervang de gordels als ze sporen van slijtage of beschadiging
vertonen.
VEILIG KINDEREN VERVOERENOm een optimale bescherming bij een ongeval te kunnen garanderen,
moeten alle inzittenden neerzitten en gebruik maken van
goedgekeurde beveiligingssystemen, ook pasgeborenen en kinderen!
Dit is een wettelijke verplichting in alle EU-landen, conform de
Europese richtlijn 2003/20/EG.
Vergeleken met volwassen is het hoofd van kleine kinderen in
verhouding met de rest van het lichaam groter en zwaarder, maar de
spieren en de botstructuur van kinderen zijn nog niet volledig
ontwikkeld. Daarom zijn correcte veiligheidssystemen, naast
veiligheidsgordels voor volwassenen, noodzakelijk om het gevaar van
letsel in geval van een aanrijding, remmen of plotselinge manoeuvre,
zo veel mogelijk te beperken.
Kinderen moeten veilig en comfortabel op hun zitplaats blijven. Voor
zover de eigenschappen van de gebruikte kinderzitjes dit toelaten,
is het raadzaam om kinderzitjes zo lang mogelijk tegen de rijrichting
in te monteren (tot het kind minstens 2 jaar oud is), omdat die plaats
bij een ongeval de meeste bescherming biedt.
Om het meest geschikte kinderzitje te kiezen, moet rekening worden
gehouden met het gewicht van het kind; er zijn verschillende types
kinderzitjes en men dient steeds het type te kiezen dat het meest
geschikt is voor het kind.
Kinderen langer dan 1,50 m worden voor wat betreft
beveiligingssystemen gelijkgesteld met volwassenen en moeten de
standaard veiligheidsgordels dragen.
118WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 123 of 280

In Europa vallen de eigenschappen van kinderzitjes onder de richtlijn
ECE-R44, ze zijn onderverdeeld in vijf gewichtsgroepen:Groep Gewichtsgroep
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9-18 kg
Groep 2 15-25 kg
Groep 3 22-36 kgAlle beveiligingssystemen moeten de typegoedkeuring hebben, alsook
een goed vastgehecht plaatje met het controleteken dat nooit niet
mag worden verwijderd.
In het Alfa Romeo Lineaccessori-assortiment zijn kinderzitjes voor elke
gewichtsgroep opgenomen. Het gebruik van deze kinderzitjes is
sterk aanbevolen, want ze zijn speciaal ontworpen voor Alfa Romeo
voertuigen.
Plaats NOOIT een kinderzitje achterstevoren op de
passagiersstoel van auto's met een actieve
passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe klein ook, kan
de airbag ernstig letsel en zelfs de dood van de baby tot gevolg
hebben. Het is raadzaam kinderen altijd op de achterbank te
vervoeren, bij een ongeval biedt de achterbank de meeste
bescherming.Mocht het toch nodig zijn om een kind in een kinderzitje
achterstevoren op de passagiersstoel te vervoeren, dan
moeten de passagiersairbags (airbags ter bescherming van
bekken/borst en zijairbags) worden uitgeschakeld via het
Setup menu. Controleer in dergelijke gevallen steeds of
de airbags effectief zijn uitgeschakeld door na te gaan of het
waarschuwingslampje in de bekleding boven de
achteruitkijkspiegel brandt. Bovendien moet de passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking komt met het dashboard.
119WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 124 of 280

"UNIVERSEEL" KINDERZITJE
MONTEREN (met de
veiligheidsgordels)GROEP 0 en 0+
De afbeelding dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
Baby's tot 13 kg moeten in kinderzitjes worden vervoerd die
achterstevoren zijn geplaatst, zoals afgebeeld in fig. 96 waarbij het
achterhoofd wordt gesteund en bij plotseling remmen de nek niet
wordt belast.
Het kinderzitje wordt op zijn plaats gehouden door de
veiligheidsgordels van de auto, zoals getoond in fig. 96, en moet het
kind beschermen met de eigen gordels.
GROEP 1
De afbeelding dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
Kinderen met een gewicht van 9 tot 18 kg mogen in een in de
rijrichting gemonteerd kinderzitje vervoerd worden fig. 97.
Er zijn kinderzitjes met Isofix bevestigingen
beschikbaar, waarmee het zitje veilig met de stoel
verankerd kan worden zonder de veiligheidsgordels
van de auto te gebruiken.
fig. 96
A0J0097
fig. 97
A0J0371
120WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 125 of 280

GROEP 2
De afbeelding dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg mogen rechtstreeks de
veiligheidsgordels van de auto gebruiken fig. 98.
Het kinderzitje is in dit geval nodig om het kind correct ten opzichte
van de gordels te plaatsen, zodat het diagonale gordelgedeelte schuin
over de borst en nooit langs de nek ligt; het onderste gordelgedeelte
moet over het bekken en niet over de buik liggen.
GROEP 3
De afbeelding dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
Voor kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg bestaan er
geschikte beveiligingssystemen om de veiligheidsgordel correct te
kunnen omleggen.
fig. 99 wordt een voorbeeld gegeven van de juiste positie van het kind
op de achterbank.
Kinderen langer dan 1,50 m kunnen de veiligheidsgordels net zoals
volwassenen dragen.
fig. 98
A0J0099
fig. 99
A0J0100
121WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 126 of 280

GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN HET UNIVERSELE
KINDERZITJEIn overeenstemming met de Europese Richtlijn 2000/3/EG is de geschiktheid van elke passagiersstoel voor de montage van universele
kinderzitjes in de volgende tabel weergegeven:Groep Gewichtsgroep VoorpassagierPassagier zijkant en midden
achter
Groep 0, 0+ tot 13 kg
UU
Groep 1 9-18 kg
UU
Groep 2 15-25 kg
UU
Groep 3 22-36 kg
UU
U= Geschikt voor "Universele" kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-norm voor de aangegeven "Groepen".
122WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 127 of 280

INBOUWVOORBEREIDING
UNIVERSEEL "ISOFIX"
KINDERZITJEDe auto is uitgerust met ISOFIX verankeringspunten, een nieuwe
standaard die het monteren van een kinderzitje snel, eenvoudig en
veilig maakt.
Isofix systemen en conventionele kinderzitjes kunnen in dezelfde auto
op verschillende stoelen worden gemonteerd.
Ter illustratie is een Isofix Universeel-kinderzitje voor gewichtsgroep 1
weergegeven op fig. 100.
De afbeelding dient slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
Voor andere gewichtsgroepen zijn specifieke Isofix-kinderzitjes
voorzien; deze kunnen alleen gebruikt worden als ze speciaal voor
deze auto getest zijn (zie overzicht auto’s met bijbehorend kinderzitje).BELANGRIJK De zitplaats midden op de achterbank is ongeschikt
voor gebruik van alle types Isofix kinderzitjes.
fig. 100
A0J0093
123WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 128 of 280

MONTAGE UNIVERSEEL ISOFIX
KINDERZITJEGa als volgt te werk:
❒bevestig het kinderzitje aan de daarvoor bedoelde onderste metalen
ringen A fig. 101, die tussen de rugleuning en de zitting van de
achterbank zitten;
❒bevestig de bovenste riem (bij het kinderzitje geleverd) aan de
beugel B fig. 102 op de achterkant van de rugleuning.
Een Universeel Isofix-kinderzitje kan naast een conventioneel
kinderzitje worden gemonteerd. Bij Isofix Universeel-kinderzitjes
moeten alle zitjes goedgekeurd zijn volgens de ECE R44-richtlijn
(R44/03 of hoger) “Universeel Isofix".
Het universele Isofix "Duo Plus" kinderzitje is beschikbaar in het Alfa
Romeo Lineaccessori-assortiment.
Zie het bij het kinderzitje geleverde instructieboekje voor meer
informatie over de montage en/of het gebruik.
Als een universeel Isofix kinderzitje niet aan alle drie
verankeringspunten is vastgemaakt, zal het kinderzitje
het kind niet goed kunnen beschermen. In geval van
een aanrijding zou het kind ernstig gewond kunnen raken of
zelfs kunnen overlijden.Monteer het kinderzitje alleen bij stilstaande auto. Het
kinderzitje is op de juiste wijze aan de beugels
bevestigd als de vergrendeling hoorbaar vastklikt. De
instructies voor de montage, de demontage en de plaatsing
moeten in elk geval worden nageleefd. De fabrikant van het
kinderzitje is verplicht deze instructies bij het kinderzitje te
leveren.
fig. 101
A0J0092
fig. 102
A0J0335
124WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 129 of 280

GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR GEBRUIK VAN HET ISOFIX
UNIVERSEEL KINDERZITJEIn de onderstaande tabel worden, conform de Europese regelgeving ECE 16, de verschillende mogelijkheden weergegeven van de montage van
Universeel Isofix kinderzitjes op de stoelen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.Gewichtsgroep Richting zitjeKlasse Isofix
bevestigingInzittende achter
linkerkant rechterkant
Groep 0 tot 10 kg Tegen rijrichting in E
XX
Groep 0+ tot 13 kgTegen rijrichting in E
XX
Tegen rijrichting in D
XX
Tegen rijrichting in C
XX
Groep 1 van 9 tot 18 kgTegen rijrichting in D
XX
Tegen rijrichting in C
XX
In de rijrichting B
IUF IUF
In de rijrichting BI
IUF IUF
In de rijrichting A
XX
X: Isofix plaats niet geschikt voor Isofix-kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of maatklasse.
IUF: Geschikt voor Isofix kinderzitjes uit de universele klasse (met derde bevestigingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd moeten worden endie goedgekeurd zijn
voor het gebruik voor de specifieke gewichtsgroep
125WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 130 of 280

Monteer het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die bijgesloten moeten zijn.
Belangrijke aanbevelingen voor het veilig vervoeren
van kinderen
❒Monteer kinderzitjes altijd op de achterbank, omdat die plaats bij
een ongeval de meeste bescherming biedt.
❒Houd kinderen zo lang mogelijk in kinderzitjes tegen de rijrichting
in, tot ze 2 jaar zijn.
❒Indien een kinderzitje tegen de rijrichting in op de achterbank is
gemonteerd, dan is het raadzaam om het zo ver mogelijk naar
voren te plaatsen als de stand van de voorstoel toestaat.
❒Als de passagiersairbag buiten werking is gesteld, controleer dan of
het lampje op het instrumentenpaneel brandt om er zeker van te
zijn dat deze airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld.
❒Neem de aanwijzingen die bij het kinderzitje zijn geleverd
zorgvuldig in acht. Bewaar deze aanwijzingen samen met
de overige documenten en dit instructieboek in de auto. Gebruik
geen gebruikte kinderzitjes waarvan de gebruiksaanwijzingen
ontbreken.
❒Elk tegenhoudsysteem is bedoeld voor slechts één kind: vervoer
nooit twee kinderen in een zitje.
❒Controleer altijd of de gordel niet langs de hals van het kind loopt.
❒Controleer of de gordel goed is vastgemaakt door eraan te trekken.❒Controleer tijdens het rijden dat het kind geen verkeerde houding
aanneemt of de gordels losmaakt.
❒Laat een kind nooit de het diagonale gordelgedeelte onder zijn arm
of achter zijn rug omleggen.
❒Vervoer kinderen nooit op schoot, ook geen pasgeborenen.
Niemand is in staat om een kind vast te houden bij een ongeval.
❒Na een ongeval moet het kinderzitje door een nieuw exemplaar
worden vervangen.
126WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 280 next >