Alfa Romeo MiTo 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 161 of 280

BUITENLAMPEN VERVANGEN
KOPLAMPUNITS
De koplampunits omvatten de gloeilampen voor de parkeer-/
dagverlichting (DRL), het dimlicht, het grootlicht en de
richtingaanwijzers. De plaatsing van de lampen is als volgt fig. 134:
AParkeer-/dagverlichting en grootlicht
BDimlichten
CRichtingaanwijzers
STADSLICHT/DAGVERLICHTING (DRL)
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒verwijder het deksel A fig. 134;
❒verwijder lamphouder B fig. 135, verwijder de lamp en vervang
hem;
❒monteer lamphouder B weer, controleer of hij goed vast zit;
❒monteer deksel A fig. 134;
GROOTLICHT
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒verwijder het deksel A fig. 134;
❒verwijder lamphouder C fig. 135, verwijder de lamp en vervang
hem;
❒monteer de lamphouder weer, controleer of hij goed vast zit;
❒monteer deksel A fig. 134;
DIMLICHT
Met gloeilampen
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒verwijder het deksel B fig. 134;
❒verwijder deksel A fig. 136 die de lamp beschermt;
❒verwijder de lamp en vervang hem;
❒monteer de lamphouder weer, controleer of hij goed vast zit;
❒monteer deksel B fig. 134;
fig. 134A0J0021fig. 135A0J0041
157
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 162 of 280

RICHTINGAANWIJZERS
Voor
Om de lamp te vervangen, sleutel A fig. 137 (die zich in het
documentenvak zit) gebruiken, steek deze in zitting B en draai de
lamphouder linksom.
Verwijder de lamp en vervang hem.
Flanken
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒gebruik lampenglas A fig. 138 om de veer B in te drukken, trek
daarna de eenheid naar buiten;
❒draai lamphouder C linksom, verwijder de lamp en vervang hem;
❒monteer lamphouder C in het lampenglas en draai hem rechtsom;
❒monteer de unit, controleer of de inwendige borgveer B goed
vastzit.
MISTLAMPEN VOOR
(voor bepaalde versies/markten)
Raapleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk om deze lampen te laten
vervangen.
fig. 136A0J0040fig. 137A0J0018
158
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 163 of 280

ACHTERLICHTUNITS
Verwijder de zijbekleding van de bagageruimte voor toegang tot de
lichtunit (zie fig. 139). De rechter achterlichtunit bevat de lampen
van de stadslichten, de richtingaanwijzers en de remlichten.
PARKEER-/REMLICHTEN
Dit zijn led lampjes. Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om deze lampen te laten vervangen.
RICHTINGAANWIJZERS
Om de lamp te vervangen: til de zijbekleding van de bagageruimte
op, draai de lamphouder fig. 139 en vervang de lamp.
MISTLICHTEN/MISTACHTERLICHTEN
Voor het vervangen van de lampen van het mistachterlicht A fig. 140
of achteruitrijlicht B fig. 140, contact opnemen met het Alfa Romeo
Service Netwerk.
3eREMLICHT
Deze zitten in de achterklep en bestaan uit led lampjes. Neem voor het
vervangen van de lampjes contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
fig. 138A0J0042
fig. 139A0J0043fig. 140A0J0044
159
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 164 of 280

KENTEKENVERLICHTING
Ga als volgt te werk om een lamp te vervangen:
❒verwijder de lichtunits van de kentekenverlichting fig. 141;
❒draai de lamphouder B fig. 142 linksom, verwijder de lamp C en
vervang hem;
BINNENLAMPEN VERVANGEN
PLAFONDVERLICHTING VOOR
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒verwijder het plafondlampje A fig. 143 door het op de pijl
aangegeven punten los te trekken;
❒open de klep B fig. 144, verwijder de lampen C uit de zijdelingse
veercontacten en vervang de lampen. Zorg dat de nieuwe lampen
goed vastzit tussen de veercontacten;
❒sluit de klep B fig. 144 en monteer het plafondlampje A fig. 143 in
de zitting en controleer of het goed gesloten is.
BAGAGERUIMTEVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒open de achterklep en verwijder het lampje A fig. 145 vanaf het
punt dat met de pijl is aangegeven;
fig. 141A0J0046
fig. 142A0J0045fig. 143A0J0120
160
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 165 of 280

❒open het deksel B fig. 146 en vervang de lamp;
❒dek het lampenglas af met de beschermkap B;
❒monteer het plafondlampje A fig. 145 door eerst het lampje aan
een zijde correct te monteren en vervolgens de andere zijde ervan
aan te drukken, zodat het hoorbaar vastklikt.DASHBOARDKASTVERLICHTING
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒open het dashboardkastje en verwijder het lampje A fig. 147;
❒vervang lamp B door hem uit de zijcontacten los te maken;
controleer of de nieuwe lamp correct tussen de contacten wordt
vastgeklemd;
INSTAPVERLICHTING
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒zet de zonneklep naar beneden en verwijder instapverlichting A fig.
148, door deze los te maken op het met de pijl aangegeven punt;
❒verwijder bescherming B, door hem los te maken uit de borglippen
C, vervang vervolgens lamp D fig. 149 door hem naar buiten te
trekken en los te maken uit de contacten aan de zijkant;
❒plaats de nieuwe lamp, controleer of hij goed op zijn plaats zit en
goed is vastgeklemd tussen de contacten;
fig. 144A0J0121
fig. 145A0J0119fig. 146A0J0118
161
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 166 of 280

❒zet bescherming B fig. 148 terug, door hem goed vast te zetten
tussen de borglippen C;
❒monteer de plafondverlichting weer, door hem eerst vanaf kant E fig.
149 te plaatsen, druk vervolgens op de andere kant tot u borglip F
op zijn plaats hoort klikken.INSTAPLICHTEN IN DE SPIEGELS
Ga als volgt te werk om de lamp te vervangen:
❒open het portier en verwijder de plafondverlichting door op clip A
fig. 150 te duwen met een schroevendraaier;
fig. 147A0J0122
fig. 148A0J0123
fig. 149A0J0124
fig. 150A0J0125
162
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 167 of 280

❒druk op de zijkanten van bescherming B fig. 150 naast de twee
bevestigingspennen en vervang lamp C;
❒zet de bescherming terug, zet hem vast met de twee
bevestigingspennen;
❒monteer de plafondverlichting weer, door hem eerst vanaf kant D te
plaatsen, druk vervolgens op de andere kant tot u borglip F op zijn
plaats hoort klikken.ZEKERINGEN VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
Het elektrische systeem wordt beveiligd door zekeringen: bij een
storing of bij oneigenlijk gebruik van het systeem brandt de zekering
door.
Controleer eerst de toestand van de zekering wanneer een elektrisch
onderdeel niet meer werkt: de geleidende band A fig. 151 mag niet
onderbroken zijn.
Als dit wel het geval is, dan moet de zekering worden vervangen door
een nieuw exemplaar met dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur).
B = intacte zekering.
C = zekering met doorgebrande geleidende band.
Vervang een doorgrande zekering nooit door metalen
draden of ander materiaal.
fig. 151A0J0048
163
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 168 of 280

Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk
als de zekering opnieuw doorbrandt.
Vervang een zekering nooit door een exemplaar met
een hogere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR.
Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE, MEGA-FUSE,
MIDI-FUSE) doorbrandt, neem dan contact op met het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
Alvorens een zekering te vervangen, moet men
controleren of de contactsleutel uit het slot is genomen
en of alle stroomverbruikers uit staan en/of zijn
uitgeschakeld.
Als een hoofdzekering voor veiligheidsinrichtingen
(airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen
(motorsysteem, transmissiesysteem) of stuurinrichting
doorbrandt, neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
164
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 169 of 280

TOEGANG TOT DE ZEKERINGEN
De zekeringen van het voertuig zijn in drie zekeringenkasten
opgenomen; deze regeleenheden bevinden zich in de motorruimte, het
dashboard en in de bagageruimte.
Zekeringenkast in de motorruimte
Deze bevindt zich naast de accu fig. 153: voor toegang tot de
zekeringen, de schroeven A fig. 152 losdraaien en het deksel B
verwijderen.
Op het deksel zijn de identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen overeenkomen aangegeven.
Monteer, na het vervangen van de zekering, het deksel B weer op de
zekeringenkast.
Als de motorruimte moet worden schoongespoten,
voorkom dan dat de waterstraal rechtstreeks op de
zekeringenkast en de motoren van de ruitenwissers in de
motorruimte wordt gericht.
fig. 152A0J0126fig. 153A0J0417
165
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page 170 of 280

Zekeringenkast in het dashboard
Om bij de zekeringen te kunnen komen fig. 155, klep A fig. 154 naar
beneden zetten, deksel B met een hand vastpakken op de plaats die
aangegeven is in de afbeelding en het deksel verwijderen in de
richting die aangegeven is met de pijl, om eerst de binnenste
bevestigingen C en daarna de borglippen D los te kunnen maken.
fig. 154A0J0334fig. 155A0J0205
166
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Page:   < prev 1-10 ... 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 ... 280 next >