BMW MOTORRAD K 1200 R 2006 Handleiding (in Dutch)
Page 111 of 164
binnen schuiven dat geen
contact ontstaat met de sen-
sorring van het BMW Integral
ABS.Afstelbouten 1vastzetten.
Als de motorfiets op de
middenstandaard staat,
en de motorfiets aan de voor-
zijde te ver wordt opgetild,
komt de middenstandaard los
van de grond en kan de mo-
torfiets opzij vallen.
Erop letten dat de midden-
standaard bij het optillen op
de grond blijft. De voorwielstandaard gelijk-
matig naar beneden druk-
ken om de motorfiets op te
tillen.
AchterwielstandaardAchterwielstandaardOm ook aan motorfietsen
zonder middenstandaard
veilig te kunnen werken,
biedt BMW Motorrad een
achterwielstandaard aan.
Deze achterwielstandaard
met het BMW speciaal-
gereedschapnummer
36 3 980 is verkrijgbaar bij uw
BMW Motorrad dealer.
Achterwielstandaard
monterenDe gewenste hoogte van de
achterwielstandaard m.b.v.
de bouten
1instellen.
De borgring 2verwijde-
ren, hiertoe ontgrendelings-
knop 3indrukken.
7109zOnderhoud
Page 112 of 164
De achterwielstandaard
vanaf de linkerzijde in de
achteras schuiven.
De borgring vanaf de rech-
terzijde aanbrengen, hiertoe
de ontgrendelingsknop in-
drukken.
Met de linkerhand de linker
handgreep van de motor-
fiets4vasthouden, met de
rechter hand de hendel van
de achterwielstandaard 5. De motorfiets optillen, tege-
lijkertijd de hendel naar be-
neden drukken tot de mo-
torfiets loodrecht staat.
De hendel op de bodem
drukken.
LampenAlgemene aanwijzingenEen defect van een gloei-
lamp wordt op het display
door het symbool lampde-
fect aangeduid. Bij een de-
fect aan het rem- of het ach-
terlicht brandt bovendien de
waarschuwingslamp alge-
meen geel. Bij het uitvallen
van het achterlicht wordt als
vervanging het remlicht ge-
bruikt door de lichtsterkte
van de tweede gloeispiraal
tot achterlichtniveau terug te
brengen. Het uitvallen van het
achterlicht wordt bovendien
op het display aangegeven.
Een defecte lamp bij een
motorfiets vormt een vei-
ligheidsrisico, omdat berijder
en machine door andere ver-
keersdeelnemers sneller over
het hoofd worden gezien.
Defecte gloeilampen zo snel
7110zOnderhoud
Page 113 of 164
mogelijk vervangen; bij voor-
keur altijd een set geschikte
reservelampen meenemen.Gloeilampen staan onder
druk, beschadigingen
kunnen tot verwondingen lei-
den.
Bij het verwisselen van lam-
pen bescherming voor ogen
en handen dragen.
In het hoofdstuk
"Technische gegevens"
vindt u een overzicht van de
op uw motorfiets aanwezige
lampen.
Het glas van de nieuwe
gloeilamp niet met de
blote vingers aanraken. Voor
het aanbrengen een schone
droge doek gebruiken. Vuilaf-
zettingen, vooral olie en vet-
ten, beïnvloeden de warmte-
afvoer. Oververhitting en een
kortere levensduur van de gloeilampen zijn hiervan het
gevolg.
Gloeilamp groot- en
dimlicht vervangen
Bij de volgende werk-
zaamheden kan een niet
goed geplaatste motorfiets
kantelen.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.
Om een betere toegang
te krijgen het stuur naar
links draaien.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Contact uitschakelen. Afdekking
1(grootlicht)
resp. afdekking 2(dimlicht)
door rechtsom draaien
verwijderen.
Stekker 3losmaken.
7111zOnderhoud
Page 114 of 164
Veerbeugel4losmaken uit
de vergrendelingen en om-
hoogklappen.
De stand van de
veerbeugel kan
lampafhankelijk van de
afbeelding afwijken. Gloeilamp
5verwijderen.
Defecte gloeilamp vervan-
gen.
Verlichtingstype groot-
licht
H7/12V/55W Verlichtingstype dim-
licht
H7/12V/55W Gloeilamp
5aanbrengen.
Bij het aanbrengen erop let-
ten dat de nok 6naar boven
wijst.
Veerbeugel 4in de vergren-
delingen aanbrengen.
7112zOnderhoud
Page 115 of 164
Stekker3aansluiten.
Afdekking 1(grootlicht)
resp. afdekking 2(dimlicht)
door rechtsom draaien
aanbrengen.
Gloeilamp stadslicht
vervangen
Bij de volgende werk-
zaamheden kan een niet
goed geplaatste motorfiets
kantelen.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Contact uitschakelen.
Bevestigingsbouten 1aan
beide zijden van het lamp-
huis verwijderen. Lamphuis naar voren trek-
ken en iets naar beneden
klappen.
Lamphouder
2door linksom
draaien uit het koplamphuis
verwijderen.
7113zOnderhoud
Page 116 of 164
Gloeilamp3uit de lamphou-
der trekken.
Defecte gloeilamp vervan-
gen.
Verlichtingstype stads-
licht
W5W/12V/5W Gloeilamp
3in lamphouder
aanbrengen.
Lamphouder door rechtsom
draaien in het richtingaan-
wijzerhuis aanbrengen. Foutief aangebrachte be-
drading van de lampen
kan aan de besturing blijven
vasthaken.
Elektrische bedrading met de
betreffende klemmen aan de
achterzijde van de koplamp
vastzetten.
Lamphuis in de bevestigin-
gen 4op het frame drukken.
7114zOnderhoud
Page 117 of 164
Bevestigingsbouten1aan
beide zijden van het lamp-
huis aanbrengen.Gloeilamp rem- en
achterlicht vervangen
Bij de volgende werk-
zaamheden kan een niet
goed geplaatste motorfiets
kantelen.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is. Buddyseat verwijderen.
( 55)
Contact uitschakelen.
Schroef
1losdraaien.
Lamphuis naar achteren uit
de houders 2trekken. Lamphouder
3door links-
om draaien uit het lamphuis
verwijderen.
Gloeilamp 4in de houder 5
drukken en door linksom
draaien verwijderen.
7115zOnderhoud
Page 118 of 164
Defecte gloeilamp vervan-
gen.Soort lamp van
achter-/remlicht
P21W / 12 V / 21 W
Gloeilamp 4in de houder 5
drukken en door rechtsom
draaien vastzetten. Lamphouder
3rechtsom
draaiend in het lamphuis
aanbrengen.
Lamphuis in steunen 2aan-
brengen. Schroef
1aanbrengen.
Gloeilampen
richtingaanwijzers, voor
en achter, vervangen
Bij de volgende werk-
zaamheden kan een niet
goed geplaatste motorfiets
kantelen.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Contact uitschakelen.
7116zOnderhoud
Page 119 of 164
Schroef1losdraaien.
Lampglas aan de bevesti-
gingszijde uit het richting-
aanwijzerhuis trekken. Gloeilamp
2in de houder 3
drukken en door linksom
draaien verwijderen.
Defecte gloeilamp vervan-
gen.
Soort lamp richting-
aanwijzers, voor
R10W / 12 V / 10 W met SU Richtingaan-
wijzers, wit:
RY10W / 12 V / 10 W Verlichtingstype rich-
tingaanwijzers, achter
R10W / 12 V / 10 W met SU Richtingaan-
wijzers, wit:
RY10W / 12 V / 10 W
Gloeilamp 2door rechtsom
draaien in de lamphouder 3
aanbrengen.
7117zOnderhoud
Page 120 of 164
Lamphuis op het richting-
aanwijzerhuis aanbrengen.
Schroef1aanbrengen.
Starten met
hulpstartkabels
De bedrading naar de
contactdoos is niet be-
rekend op het starten van de
motor m.b.v. hulpstartkabels.
Een te hoge stroomsterkte
kan tot brand of schade aan
de boordelektronica leiden.
Bij starthulp de contactdoos
niet gebruiken.
Het aanraken van onder
spanning staande delen
van het ontstekingssysteem
bij draaiende motor kan tot
elektrische schokken leiden.
Bij draaiende motor geen on-
derdelen van het ontstekings-
systeem aanraken.
Door contact tussen de
pooltangen van de start-
kabels en de motorfiets kan
kortsluiting ontstaan.
Alleen startkabels met volle- dig geïsoleerde pooltangen
gebruiken.
Starthulp met een ho-
gere spanning dan 12 V
kan tot schade aan de boord-
elektronica leiden.
De accu van het stroomle-
verende voertuig moet een
spanning van 12 V hebben.
Bij de volgende werk-
zaamheden kan een niet
goed geplaatste motorfiets
kantelen.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.
Tijdens de starthulp de accu
niet van het boordnet los-
maken.
Het accuvakdeksel verwij-
deren. ( 121)
De motor van de stroomle-
verende motorfiets tijdens
de starthulp laten draaien.
De rode hulpstartkabel eerst
op de pluspool van de ont-
7118zOnderhoud