BMW MOTORRAD K 1200 R 2006 Handleiding (in Dutch)

Page 51 of 164

Gemiddeld verbruik
terugzettenToets INFO1zo vaak be-
dienen, tot op het display
het gemiddelde verbruik
wordt weergegeven.
Toets INFO ingedrukt hou-
den, tot de weergave wijzigt
("RESET").
Display geeft aan "--.- l/100
km".
ActieradiusDe functiebeschrijving voor de
resterende actieradius ( 44)
geldt ook voor de actieradi-
usweergave. De actieradius 1
kan echter ook worden op-
geroepen voordat de benzi-
nereserve is bereikt. Voor de
berekening van de actiera-
dius wordt een speciaal ge-
middeld verbruik gebruikt, die
niet altijd overeenkomt met de
weergave van de oproepbare
waarde. De berekende actiera-
dius betreft slechts een
globale waarde. Daarom ad-
viseert BMW Motorrad om de
aangegeven actieradius niet
tot op de laatste kilometer te
benutten.
OliepeilaanduidingDe oliepeilaanduiding 1geeft
informatie over het oliepeil in
de motor.
Voor de oliepeilcontrole moet
aan de volgende voorwaarden
zijn voldaan:
449zBediening

Page 52 of 164

Motor draait stationair (mini-
maal 10 seconden)
Motor op bedrijfstempera-
tuur
Zijstandaard ingeklapt.
De symbolen betekenen:OK
: Oliepeil correct.
CHECK
: Oliepeil controleren.
---
: Geen meting mogelijk
(niet aan genoemde voor-
waarden voldaan).
Na het opnieuw inschake-
len van het contact wordt de
laatst gemeten toestand ge-
durende 5 seconden weerge-
geven.
Als ondanks een cor-
rect oliepeil in het olie-
peilglas, op het display per-
manent de melding "Ölstand
prüfen" (oliepeil controleren)
wordt weergegeven, is moge- lijkerwijs de oliepeilsensor de-
fect. In dit geval kunt u con-
tact opnemen met uw BMW
Motorrad dealer.
Noodstopschakelaar1
Noodstopschakelaar
Bediening van de nood-
stopschakelaar tijdens
het rijden kan een blokkerend
achterwiel en daardoor een
val tot gevolg hebben.
De noodstopschakelaar nooit
tijdens het rijden bedienen. Met behulp van de noodstop-
schakelaar kan de motor op
eenvoudige wijze snel worden
afgezet.
A
Bedrijfsstand
B Motor uitgeschakeld
De motor kan alleen in
de bedrijfsstand worden
gestart.
450zBediening

Page 53 of 164

Handvatverwarming
SU
1 Schakelaar handvatver-
warming
De handvatten kunnen in
twee standen worden ver-
warmd. Handvatverwarming
is alleen bij draaiende motor
mogelijk. Het door de handgreep-
verwarming veroorzaakte
hogere stroomverbruik kan bij
ritten met lage toerentallen tot
ontlading van de accu leiden.
Bij een te lage accuspan-
ning wordt ter behoud van de startcapaciteit de handgreep-
verwarming uitgeschakeld.
2
Verwarming uit
3 50 % verwarming (één
stip zichtbaar)
4 100 % verwarming (drie
stippen zichtbaar)
KoppelingKoppelingshendel
instellen
Wordt de stand van het
koppelingsvloeistofre-
servoir veranderd, dan kan er
lucht in het systeem komen. Zowel de stuurhendel als het
stuur niet verdraaien.
Het afstellen van de kop-
pelingshendel tijdens het
rijden kan tot ongevallen lei-
den.
De koppelingshendel alleen
afstellen als de motorfiets
stilstaat.
Stelbout 1rechtsom draai-
en.
De stelschroef heeft een
arretering en kan gemak-
kelijker worden verdraaid,
wanneer u tegelijkertijd de
451zBediening

Page 54 of 164

koppelingshendel naar voren
drukt.Afstand tussen handvat en
koppelingshendel wordt
groter.
Stelbout 1linksom draaien.
Afstand tussen handvat en
koppelingshendel wordt
kleiner.RemRemhendel instellen
Als de stand van het
remvloeistofreservoir
wordt veranderd, kan er lucht
in het remsysteem komen.
Zowel de stuurhendel als het
stuur niet verdraaien.
Het afstellen van de rem-
hendel tijdens het rijden
kan tot ongevallen leiden.
De remhendel alleen afstellen
als de motorfiets stilstaat. Stelbout
1rechtsom draai-
en.
De stelschroef heeft een
arretering en kan gemak-
kelijker worden verdraaid,
wanneer u tegelijkertijd de
remhendel naar voren drukt.
Afstand tussen handvat en
remhendel wordt groter.
Stelbout 1linksom draaien.
Afstand tussen handvat en
remhendel wordt kleiner.
VerlichtingParkeerlicht inschakelenHet parkeerlicht wordt auto-
matisch tegelijk met het con-
tact ingeschakeld.
Het stadslicht belast
de accu. Het contact
slechts voor een beperkte
tijdsduur inschakelen.Dimlicht inschakelenHet dimlicht wordt automa-
tisch ingeschakeld na het
starten van de motor.
U kunt bij een afgezette
motor het licht inscha-
kelen, door bij ingeschakeld
contact het grootlicht in te
schakelen of het lichtsignaal
te bedienen.
452zBediening

Page 55 of 164

Grootlicht inschakelenSchakelaar grootlicht1bo-
ven bedienen.
Grootlicht ingeschakeld.
Schakelaar grootlicht 1in
middenstand zetten.
Grootlicht uitgeschakeld.
Schakelaar grootlicht 1on-
der bedienen.
Zolang de schakelaar wordt
bediend, is het grootlicht
ingeschakeld (lichtsignaal).Parkeerlicht inschakelenContact uitschakelen. Het parkeerlicht kan al-
leen direct na het uit-
schakelen van het contact
worden ingeschakeld.
Toets richtingaanwijzers
links 1ingedrukt houden,
tot het parkeerlicht is inge-
schakeld.
Parkeerlicht
uitschakelenContact in- en weer uitscha-
kelen.
Parkeerlicht uitgeschakeld
KoplampKoplampinstelling
rechts-/linksrijdend
verkeer
Universeel plakband be-
schadigt het kunststof-
glas.
Om beschadiging van het
kunststofglas te voorkomen
contact opnemen met een
specialist, bij voorkeur een
BMW Motorrad dealer.
Bij het rijden in landen waar
aan de andere zijde van de
weg wordt gereden dan in het
land waar het kenteken van
de motorfiets is afgegeven,
verblindt het asymmetrische
dimlicht het tegemoetkomen-
de verkeer.
Gaat u naar een specialist, bij
voorkeur een BMW Motorrad
dealer, om de koplamp aan
453zBediening

Page 56 of 164

de betreffende omstandighe-
den aan te laten passen.RichtingaanwijzersRichtingaanwijzers links
inschakelenContact inschakelen
Schakelaar richtingaanwij-
zers links1bedienen.
Na circa 10 seconden
rijden of een afstand van
circa 200 m worden de rich-
tingaanwijzers automatisch
uitgeschakeld. Richtingaanwijzers links in-
geschakeld.
Controlelamp richtingaanwij-
zers links knippert.
Richtingaanwijzers
rechts inschakelenContact inschakelen
Schakelaar richtingaanwij-
zers rechts
2bedienen.
Na circa 10 seconden
rijden of een afstand van
circa 200 m worden de rich-
tingaanwijzers automatisch
uitgeschakeld. Richtingaanwijzers rechts
ingeschakeld.
Controlelamp richtingaanwij-
zers rechts knippert.
Richtingaanwijzers
uitschakelenSchakelaar richtingaanwij-
zers uit
3bedienen.
Richtingaanwijzers uitge-
schakeld
Controlelampen richtingaan-
wijzers uit.
454zBediening

Page 57 of 164

BuddyseatBuddyseat verwijderen.De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Sleutel in het buddyseatslot
linksom draaien.De buddyseat hierbij boven-
dien omlaagdrukken.
Buddyseat aan de achterzij-
de optillen. Als de buddyseat op een
ruw oppervlak wordt ge-
legd, kunnen de zijkanten be-
schadigd worden.
De buddyseat met de be-
kledingzijde op een glad en
schoon oppervlak leggen,
bijv. op de tank.
Sleutel loslaten en buddy-
seat naar achteren uit de
houder trekken.
Buddyseat aanbrengen
Als de motorfiets te sterk
naar voren wordt ge-
duwd, bestaat het gevaar dat
455zBediening

Page 58 of 164

hij van de standaard wordt
gedrukt.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.Buddyseat naar voren in de
steunen 1schuiven.
Buddyseat boven de ver-
grendeling krachtig omlaag-
drukken.
De buddyseat vergrendelt
hoorbaar.
HelmhaakHelmhaak onder de
buddyseatDe helmhaak 1bevindt zich
onder de buddyseat.
Aan de helmhaak kan een
motorhelm met de kinband
worden bevestigd. Als er
koffers zijn gemonteerd of
wanneer de kinband te kort
is, dan kan een motorhelm
m.b.v. een staalkabel worden
bevestigd.
Helmhaak gebruikenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Buddyseat verwijderen.
( 55)
De kinbandsluiting kan
de bekleding beschadi-
gen.
Bij het inhangen op de positie
van het helmslot letten.
Aan de rechterzijde van
de motorfiets kan de
helm worden beschadigd
456zBediening

Page 59 of 164

door de hitte van de uitlaat-
demper.
De helm alleen aan de lin-
kerzijde van de motorfiets
bevestigen.De helm met de als acces-
soire verkrijgbare staalkabel
aan de helmhouder 1be-
vestigen.
BagagelussenBagagelussen onder de
buddyseatAan de onderzijde van de
buddyseat bevinden zich de
lussen 1ter bevestiging van
bagagebanden.Bagagelussen gebruikenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Buddyseat verwijderen.
( 55)
Buddyseat omdraaien. Lussen
1uit bevestigin-
gen 2trekken.
In de lussen kunnen baga-
gebanden worden beves-
tigd.
457zBediening

Page 60 of 164

SpiegelsSpiegel instellenSpiegel door licht drukken
op de betreffende hoek in
de gewenste stand bren-
gen.
Spiegelarm verstellenDe beschermkap over de
schroefdraadbevestiging
op de spiegelarm omhoog
schuiven.
Wartelmoer1losdraaien.
Spiegelarm in de gewenste
stand draaien.
Wartelmoer weer vastdraai-
en.
Spiegel aan klemstuk
18 Nm Beschermkap over de bout-
verbinding trekken.
VeervoorspanningVeervoorspanning en
gewichtDe veervoorspanning moet
aan de belading van de mo-
torfiets worden aangepast.
Een verhoging van de bela-
ding vereist een verhoging
van de veervoorspanning,
minder gewicht een overeen-
komstig lagere veervoorspan-
ning.Veervoorspanning
achterwiel instellen
Niet optimale instellingen
van de veervoorspanning
en demping verslechteren het
rijgedrag van uw motorfiets.
Demping van de veervoor-
spanning aanpassen.
458zBediening

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 170 next >