BMW X6 M 2016 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 31 of 268
Bediening
Dit hoofdstuk geeft u volledig inzicht in de
bediening van uw auto. Alle accessoires die
dienen voor het rijden, voor uw veiligheid en uw comfort worden hier beschreven.Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Page 32 of 268
Openen en sluitenUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Afstandsbediening/sleutel Algemeen
In de leveringsomvang zijn twee afstandsbe‐
dieningen met geïntegreerde sleutel inbegre‐
pen.
Elke afstandsbediening heeft een vervangbare
batterij.
Afhankelijk van de landspecifieke of gekozen
speciale uitrusting kunnen de functies van de
toetsen worden ingesteld. Instellingen, zie pa‐
gina 44.
Voor elke afstandsbediening zijn persoonlijke
instellingen in de auto opgeslagen. Personal
Profile, zie pagina 33.
In de afstandsbedieningen wordt informatie
opgeslagen over de onderhoudsbehoefte. Ser‐
vicegegevens in de afstandsbediening, zie pa‐
gina 230.Overzicht1Ontgrendelen2Vergrendelen3Achterklep openen/sluiten
Geïntegreerde sleutel
Toets indrukken, pijl 1, en sleutel eruit trekken,
pijl 2.
Geïntegreerde sleutel past bij de volgende slo‐
ten:
▷Bestuurdersportier.▷Dashboardkastje aan passagierszijde.Seite 32BedieningOpenen en sluiten32
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Page 33 of 268
Batterij vervangen1.Geïntegreerde sleutel uit de afstandsbe‐
diening nemen.2.Deksel van het batterijvak optillen, pijl 1.3.Deksel van het batterijvak verwijderen,
pijl 2.4.Batterij van hetzelfde type met de pluskant
naar boven plaatsen.5.Deksel terugdrukken.
Oude accu's door een Service Partner
of een gekwalificeerde specialist laten
afvoeren of op een verzamelpunt afge‐
ven.
Nieuwe afstandsbedieningen
Nieuwe afstandsbedieningen zijn verkrijgbaar
bij een Service Partner of een gekwalificeerde
specialist.
Verlies van afstandsbedieningen De verloren afstandsbediening kan door een
Service Partner of een gekwalificeerde specia‐
list worden geblokkeerd.
Noodherkenning van de
afstandsbediening
Ook in een van de volgende situaties kan het
contact worden ingeschakeld of de motor wor‐
den gestart:
▷Storing van de signaaloverdracht naar de
afstandsbediening door externe bronnen,
bijv. door zendmasten.▷Lege batterij van de afstandsbediening.▷Storing van de signaaloverdracht door
draadloze apparatuur in directe nabijheid
van de afstandsbediening.▷Storing van de signaaloverdracht door la‐
der bij het opladen in de auto, bijv. voor
draadloze apparatuur.
Bij een poging tot inschakeling van het contact
of een start van de motor wordt een Check-
Control-melding weergegeven.
Motor starten bij noodherkenning van
de afstandsbediening
Bij Check-Control-melding de afstandsbedie‐
ning met de achterkant op de markering tegen
de stuurkolom houden. De achterkleptoets op
de afstandsbediening moet zich op de hoogte
van de markering bevinden. Binnen 10 secon‐
den, met ingetrapte rem, op de start/stop-knop
drukken.
Wanneer de afstandsbediening niet wordt her‐
kend: positie van de afstandsbediening in de
hoogte veranderen en de procedure herhalen.
Personal Profile
Principe Personal Profile stelt drie profielen beschik‐
baar waarin de persoonlijke auto-instellingen
worden opgeslagen. Aan iedere afstandsbe‐
diening is één van deze profielen toegewezen.
Als de auto met een afstandsbediening wordt
ontgrendeld, wordt het bijbehorende persoon‐
lijke profiel geactiveerd. Alle in het profiel op‐
Seite 33Openen en sluitenBediening33
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Page 34 of 268
geslagen instellingen worden automatisch in‐
gesteld.
Als meerdere bestuurders ieder een eigen af‐
standsbediening hebben, past de auto zich bij
het ontgrendelen aan de persoonlijke instellin‐
gen aan. Deze instellingen worden ook her‐
steld als de auto tussendoor door een persoon
werd gebruikt met een andere afstandsbedie‐
ning.
Wijzigingen aan de instellingen worden auto‐
matisch in het persoonlijke profiel opgeslagen.
Er kunnen drie persoonlijke profielen en een
gastprofiel aangemaakt worden.
Instellingen
De instellingen van de volgende systemen en
functies worden opgeslagen in het geacti‐
veerde profiel. De omvang van de instellingen
die worden opgeslagen is afhankelijk van land
en uitvoering.▷Ontgrendelen en vergrendelen.▷Licht.▷Klimaatregeling.▷Radio.▷Instrumentenpaneel.▷Voorkeuzetoetsen.▷Volume, klank.▷Control Display.▷Navigatie.▷Tv.▷Park Distance Control PDC.▷Achteruitrijcamera.▷Side View.▷Head-up-display.▷M Drive: configuraties.▷Intelligent Safety.▷Rijstrookwisselmelding.▷Night Vision.Profielbeheer
Profielen oproepen Onafhankelijk van de gebruikte afstandsbedie‐
ning kan een ander profiel worden opgeroe‐
pen.
Via iDrive:1."Instellingen"2."Profielen"3.Profiel selecteren.▷Het in het opgeroepen profiel opgeslagen
instellingen worden automatisch uitge‐
voerd.▷Het opgeroepen profiel wordt toegewezen
aan de op dat moment gebruikte afstands‐
bediening.▷Als het profiel reeds aan een andere af‐
standsbediening is toegewezen, geldt dit
profiel voor beide afstandsbedieningen.
Een onderscheiding van de instellingen
voor de beide afstandsbedieningen is niet
meer mogelijk.
Profielen herbenoemen
Om te voorkomen dat de profielen worden ver‐
wisseld, kan aan iedere profiel een persoonlijke
naam worden gegeven.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Profielen"3."Opties" oproepen.4."Huidige profiel wijzigen"
Profielen resetten Instellingen van het actieve profiel worden op
de fabrieksinstellingen gereset.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Profielen"Seite 34BedieningOpenen en sluiten34
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Page 35 of 268
3."Opties" oproepen.4."Huidige profiel terugzetten"
Profielen exporterenDe meeste instellingen van het actieve profiel
kunnen worden geëxporteerd.
Dit kan handig zijn bij de opslag en het herstel
van persoonlijke instellingen, bijv. voor een
verblijf in de werkplaats. De beveiligde profie‐
len kunnen in een andere auto met Personal
Profile-functie worden meegenomen.
De export geschiedt via de USB-aansluiting op
een USB-medium. De gangbare bestandssys‐
temen voor USB-media worden ondersteund.
Voor de export van profielen worden de forma‐
ten FAT32 en exFAT aanbevolen, bij andere
formaten kan het exporteren soms niet moge‐
lijk zijn.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Profielen"3."Profiel exporteren"4."USB"
Profielen importeren
Op een USB-medium opgeslagen profielen
kunnen geïmporteerd worden via de USB-aan‐
sluiting.
Bestaande instellingen worden met het geïm‐
porteerde profiel overschreven.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Profielen"3."Profiel importeren"4."USB"
Gastprofiel gebruiken Met het gastprofiel kunnen individuele instel‐
lingen worden ingesteld die in geen van de drie
persoonlijke profielen worden opgeslagen.
Dit kan nuttig zijn bij tijdelijk gebruik van de
auto door bestuurders zonder eigen profiel.
Op het Control Display:1."Instellingen"2."Profielen"3."Gast"
De naam van het gastprofiel kan niet worden
gewijzigd. Het wordt niet toegewezen aan de
actuele afstandsbediening.
Profiellijst bij start weergeven De profiellijst kan bij elke start worden weerge‐
geven voor de keuze van het gewenste profiel.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Profielen"3."Opties" oproepen.4."Gebruikerslijst bij start"
Met de afstandsbediening
Opmerking WAARSCHUWING
Personen of huisdieren in de auto kun‐
nen de portieren van binnenuit vergrendelen
en zichzelf insluiten. De auto kan dan niet van
buitenaf worden geopend. Er bestaat kans op
letsel. Afstandsbediening meenemen, zodat de
auto van buitenaf kan worden geopend.◀
Ontgrendelen Toets van de afstandsbediening in‐
drukken.
Afhankelijk van de instellingen, zie pagina 44,
worden de volgende toegangen ontgrendeld.
▷Het bestuurdersportier en de tankdopklep.▷Alle portieren, de achterklep en de tank‐
dopklep.Seite 35Openen en sluitenBediening35
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Page 36 of 268
Daarnaast worden de volgende functies uitge‐
voerd:▷De interieurverlichting wordt ingeschakeld,
bij duisternis wordt tevens de omgevings‐
verlichting ingeschakeld. Deze functie is
niet beschikbaar wanneer de interieurver‐
lichting handmatig wordt uitgeschakeld.▷Bij activering van deze functie wordt de be‐
groetingsverlichting ingeschakeld.▷De installatie voor diefstalbeveiliging wordt
uitgeschakeld.▷De alarminstallatie, zie pagina 45, wordt
uitgezet.
Comfortopenen
Toets afstandsbediening na ontgren‐
delen ingedrukt houden.
Zolang de toets op de afstandsbediening
wordt ingedrukt, worden de ramen en het gla‐
zen dak geopend.
Vergrendelen WAARSCHUWING
Bij sommige landuitvoeringen is ontgren‐
delen van binnenuit niet mogelijk als de auto
van buitenaf is vergrendeld.
Als personen een langere tijd in de auto moe‐
ten doorbrengen en daarbij aan overmatige
warmte of koude worden blootgesteld, bestaat
er kans op letsel of levensgevaar. De auto niet
van buitenaf vergrendelen als zich daarin per‐
sonen bevinden.◀
Het bestuurdersportier moet gesloten zijn. Toets van de afstandsbediening indruk‐
ken.
Alle portieren, de achterklep en de tankdop‐
klep worden vergrendeld.
De installatie voor diefstalbeveiliging wordt in‐
geschakeld. Deze verhindert dat de portieren
via de vergrendelingsknoppen of de portier‐
openers worden ontgrendeld.
De alarminstallatie, zie pagina 45, wordt ge‐
activeerd.
Comfortsluiten Toets afstandsbediening na vergrende‐
ling ingedrukt houden.
De ruiten en het glazen dak worden gesloten
zolang de toets op de afstandsbediening wordt
ingedrukt.
Bij ingeschakelde waarschuwingsknipperlicht
worden de buitenspiegels niet ingeklapt.
WAARSCHUWING
Bij het comfortsluiten kunnen lichaams‐
delen worden ingeklemd. Er bestaat kans op
letsel. Bij het comfortsluiten erop letten dat het
bewegingsgebied vrij is.◀
Interieurverlichting en
omgevingsverlichting inschakelen
Toets van de afstandsbediening bij ver‐
grendelde auto indrukken.
De omgevingsverlichting wordt alleen inge‐
schakeld als het donker is. Deze functie is niet
beschikbaar wanneer de interieurverlichting
handmatig wordt uitgeschakeld.
Wordt de toets binnen 10 seconden na het
vergrendelen opnieuw ingedrukt, dan worden
de interieurbeveiliging en hellingshoeksensor
van de alarminstallatie, zie pagina 46, uitge‐
schakeld. Na het vergrendelen 10 seconden
wachten, alvorens de toets opnieuw in te druk‐
ken.
Achterklep openen en sluiten ATTENTIE
De achterklep kantelt bij het openen naar
achteren en naar boven. Er bestaat gevaar voor
schade. Bij het openen en sluiten erop letten
dat het bewegingsgebied van de achterklep vrij
is.◀Seite 36BedieningOpenen en sluiten36
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Page 37 of 268
De afstandsbediening niet in de bagageruimte
leggen om mogelijk insluiten van de afstands‐
bediening te vermijden.
Toets van de afstandsbediening ca.
1 seconde indrukken.
De gesloten achterklep wordt automatisch ge‐
opend, ongeacht of de auto ver- of ontgren‐
deld is. Om de geopende achterklep te sluiten,
toets van de afstandsbediening ingedrukt hou‐
den, totdat de achterklep is gesloten. Hiervoor
moet de onderste achterklep zijn gesloten.
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering
kan ingesteld worden of ook de portieren ont‐
grendeld worden. Instellingen uitvoeren, zie
pagina 44.
Bij het rijden met een aanhangwagen kan de
achterklep niet worden geopend met de af‐
standsbediening.
Als de portieren niet ontgrendeld werden,
wordt de achterklep weer vergrendeld zodra
deze gesloten wordt. Daarom de afstandsbe‐
diening meenemen en nooit in de bagage‐
ruimte opbergen, anders wordt de afstandsbe‐
diening bij het sluiten van de achterklep in de
auto ingesloten.
ATTENTIE
Scherpe of spitse voorwerpen kunnen tij‐
dens de rit tegen de achterruit en de verwar‐
mingsdraden stoten. Er bestaat gevaar voor
schade. Randen afdekken en erop letten dat
spitse voorwerpen niet tegen de achterruit sto‐
ten.◀
Storing De herkenning van de afstandsbediening door
het voertuig kan o.a. door de volgende om‐
standigheden worden verstoord:▷De batterij van de afstandsbediening is
leeg. Batterij vervangen, zie pagina 33.▷Storing in de verbinding door zendmasten
of andere installaties met een hoog zend‐
vermogen.▷Afscherming van de afstandsbediening
door metalen objecten.▷Storing in de verbinding door mobiele tele‐
foons of andere elektrische toestellen in de
onmiddellijke omgeving.
Transporteer de afstandsbediening nooit sa‐
men met metalen voorwerpen of andere elek‐
trische apparatuur.
In geval van storing kan het voertuig ook zon‐
der afstandsbediening, zie pagina 37, van
buitenaf worden ont- c.q. vergrendeld.
Zonder afstandsbediening
Van buitenaf WAARSCHUWING
Bij sommige landuitvoeringen is ontgren‐
delen van binnenuit niet mogelijk als de auto
van buitenaf is vergrendeld.
Als personen een langere tijd in de auto moe‐
ten doorbrengen en daarbij aan overmatige
warmte of koude worden blootgesteld, bestaat
er kans op letsel of levensgevaar. De auto niet
van buitenaf vergrendelen als zich daarin per‐
sonen bevinden.◀
ATTENTIE
Het portierslot is vast met het portier ver‐
bonden. De portierhandgreep kan worden be‐
wogen. Als bij aangebrachte geïntegreerde
sleutel aan de portierhandgreep word getrok‐
ken, kan de lak of de sleutel worden bescha‐
digd. Er bestaat gevaar voor schade. Alvorens
aan de portierhandgreep aan de buitenzijde te
trekken, de geïntegreerde sleutel verwijde‐
ren.◀
Bestuurdersportier via het portierslot met de
geïntegreerde sleutel, zie pagina 32, ontgren‐
delen of vergrendelen. In dit geval moeten de
andere portieren van binnenuit worden ont- of
vergrendeld.
1.Afdekkap op het portierslot verwijderen.Seite 37Openen en sluitenBediening37
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Page 38 of 268
Daartoe de geïntegreerde sleutel van on‐
deraf tot de aanslag in de opening steken
en de afdekkap verwijderen.2.Portierslot ont- of vergrendelen.
Alarminstallatie
De alarminstallatie wordt niet geactiveerd wan‐
neer de auto met de geïntegreerde sleutel
wordt vergrendeld.
De alarminstallatie gaat af bij het openen van
het portier, als de auto via het portierslot wordt
ontgrendeld.
Om dit alarm te beëindigen, de auto met de af‐
standsbediening ontgrendelen of het contact
inschakelen, evt. door noodherkenning van af‐
standsbediening, zie pagina 33.
Van binnenuit
Ontgrendelen en vergrendelen
Met de toetsen voor de centrale vergrendeling.
▷ Door op de toets te drukken, wordt
de auto bij gesloten portieren vergrendeld.▷ Door op de toets te drukken, wordt
de auto ontgrendeld.
Bij het vergrendelen wordt de auto niet bevei‐
ligd tegen diefstal.
De klep van de tankdop blijft ontgrendeld.
Bij een ernstig ongeval wordt de auto automa‐
tisch ontgrendeld. Waarschuwingsknipper‐
lichtinstallatie en interieurverlichting worden
ingeschakeld.
Ontgrendelen en openen
▷Toets voor de centrale vergrende‐
ling indrukken om alle portieren
tegelijk te ontgrendelen en vervolgens aan
de portieropener boven de armsteun trek‐
ken.▷Trek aan de portieropener van het te ope‐
nen portier. De andere portieren blijven
vergrendeld.
Portieren
Soft Close Automatic Voor het sluiten de portieren licht aandrukken.
Het sluiten geschiedt automatisch.
WAARSCHUWING
Soft Close zorgt voor automatisch sluiten
in het slot. Lichaamsdelen kunnen worden in‐
geklemd. Er bestaat kans op letsel. Bij het ope‐
nen en sluiten erop letten dat het bewegings‐
gebied vrij is.◀
Achterklep
Aanwijzingen De afstandsbediening niet in de bagageruimte
leggen om mogelijk insluiten van de afstands‐
bediening te vermijden.
Seite 38BedieningOpenen en sluiten38
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Page 39 of 268
Automatische kofferdekselbediening
Openingshoogte instellen
Er kan worden ingesteld hoever zich de achter‐
klep mag openen.
ATTENTIE
De achterklep kantelt bij het openen naar
achteren en naar boven. Er bestaat gevaar voor
schade. Bij het openen en sluiten erop letten
dat het bewegingsgebied van de achterklep vrij
is.◀
Bij het instellen van de openingshoogte erop
letten dat minstens 10 cm bewegingsruimte
boven de achterklep aanwezig is.1."Instellingen"2."Achterklep"3.Controller draaien tot de gewenste ope‐
ningshoogte bereikt is.
Openen
ATTENTIE
De achterklep kantelt bij het openen naar
achteren en naar boven. Er bestaat gevaar voor
schade. Bij het openen en sluiten erop letten
dat het bewegingsgebied van de achterklep vrij
is.◀
BMW X5 M:BMW X6 M:▷Knop aan de buitenzijde van de achterklep
indrukken.▷Toets van de afstandsbediening
ca. 1 seconde indrukken.
Zo nodig worden de portieren tevens ont‐
grendeld. Openen met de afstandsbedie‐
ning, zie pagina 36.
Bij het rijden met een aanhangwagen kan
de achterklep niet worden geopend met de
afstandsbediening.▷Toets in het bestuurdersportier in‐
drukken.
Bij het rijden met een aanhangwagen kan
de achterklep niet worden geopend met de
toets in het bestuurdersportier.
Bij stilstand opent de achterklep automatisch
tot aan de ingestelde openingshoogte.
Openen wordt afgebroken:
▷Bij opnieuw indrukken van een toets.▷Bij het starten van de motor.▷Als zich de auto in beweging zet.▷Door indrukken van de knop aan de bin‐
nenzijde van de achterklep.
Sluiten
WAARSCHUWING
Bij de bediening van de achterklep kun‐
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er be‐
staat kans op letsel. Bij het openen en sluiten
erop letten dat het bewegingsgebied van de
achterklep vrij is.◀
Seite 39Openen en sluitenBediening39
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Page 40 of 268
ATTENTIE
Scherpe of spitse voorwerpen kunnen tij‐
dens de rit tegen de achterruit en de verwar‐
mingsdraden stoten. Er bestaat gevaar voor
schade. Randen afdekken en erop letten dat
spitse voorwerpen niet tegen de achterruit sto‐
ten.◀
BMW X5 M:De onderste achterklep moet ge‐
sloten zijn, anders wordt een Check-Control-
melding getoond.
Zonder comforttoegang:▷Knop aan de binnenzijde van de achterklep
indrukken.
Bij comforttoegang:
▷Toets aan de binnenzijde van de achter‐
klep indrukken, pijl 1.
Opnieuw indrukken van de toets stopt de
beweging.▷Toets indrukken, pijl 2.
Het voertuig wordt vergrendeld zodra de
achterklep is gesloten. Hiervoor moet het
bestuurdersportier gesloten zijn en de af‐
standsbediening moet zich buiten hetvoertuig binnen het bereik van de achter‐
klep bevinden.
De afstandsbediening niet in de bagage‐
ruimte leggen om mogelijk insluiten van de
afstandsbediening te vermijden.
Opnieuw indrukken van de toets stopt de
beweging.BMW X5 M:BMW X6 M:▷Knop aan de buitenzijde van de achterklep
indrukken.
Opnieuw indrukken van de toets stopt de
beweging.▷Toets van de afstandsbediening
ingedrukt houden tot de achter‐
klep gesloten is.
Bij het loslaten van de toets stopt de be‐
weging.▷Blijven drukken op de toets in het
bestuurdersportier. Door de toets
los te laten stopt de beweging.
Voor deze functie moet de afstandsbedie‐
ning zich in het interieur bevinden.Seite 40BedieningOpenen en sluiten40
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15