CITROEN C3 PICASSO 2012 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 151 of 245

11
PRAKTISCHE INFORMATIE
Interieurverlichting

Plafonniers (1/W5W)
Maak de kap van de plafonnier 1
los
met een dunne schroevendraaier aan
de zijde van de schakelaar, om de de-
fecte gloeilamp te kunnen bereiken.

Kaartleeslampjes (2/W5W)
Maak de kap van de plafonnier los.
Maak indien nodig het schot van het
desbetreffende kaartleeslampje 2
los,
om de defecte gloeilamp te kunnen be-
reiken.
Voetenruimteverlichting (W5W)
Maak de kap los met een dunne schroe-
vendraaier, om de defecte gloeilamp te
kunnen bereiken.

Bagageruimteverlichting
Trek het huis los door de voet naar ach-
teren te trekken.
Zaklamp (Krypton 3,6 V)


)
Open het deksel.

)
Druk met een dunne schroeven-
draaier in de uitsparing onder het
deksel en verwijder het huis.

)
Open het huis om de gloeilamp te
vervangen.


Verlichting in de buitenspiegels
(W5W)
Maak de kap los met een dunne schroe-
vendraaier, om de defecte gloeilamp te
kunnen bereiken.

Page 152 of 245

11
PRAKTISCHE INFORMATIE
CITROËN is niet aansprakelijk
voor kosten die voortvloeien
uit storingen veroorzaakt door
het monteren van extra acces-
soires die niet door CITROËN
aanbevolen en geleverd wor-
den, en die niet volgens haar
voorschriften zijn gemonteerd.
Dit geldt met name als het ge-
zamenlijke stroomverbruik van
de extra accessoires meer dan
10 milliampère bedraagt.

Montage van elektrische
accessoires
Bij het ontwerp van het elektri-
sche circuit van uw auto is reeds
rekening gehouden met de mon-
tage van zowel de standaarduit-
rusting als eventuele opties.
Raadpleeg het CITROËN-net-
werk of een gekwalifi ceerde
werkplaats voordat u andere
elektrische voorzieningen of ac-
cessoires in de auto monteert of
laat monteren.
ZEKERINGEN VERVANGEN
In het geval van een storing in een be-
paalde functie kunt u de desbetreffende
defecte zekering vervangen volgens de
onderstaande procedure.

To egang tot het gereedschap

De tang voor het verwijderen van zeke-
ringen evenals de reservezekeringhou-
ders bevinden zich aan de binnenzijde
van het deksel van de zekeringkast in
het dashboard:




)
trek aan de zijkant van het deksel
om het los te maken,

)
verwijder het deksel volledig,

)
maak de tang los.

Vervangen van een zekering

Voordat u een zekering vervangt, dient
u de oorzaak van de storing op te spo-
ren en te (laten) verhelpen.


)
U kunt aan de draad van een zeke-
ring zien of deze defect is.


)
Gebruik de speciale tang om de ze-
kering uit de zekeringkast te verwij-
deren.

)
Vervang een defecte zekering al-
tijd door een zekering met dezelfde
stroomsterkte.

)
Selecteer de zekering aan de hand
van het nummer op de zekering-
kast, de op de zekering aangegeven
stroomsterkte en het onderstaande
overzicht.
Goed

Defect

Page 153 of 245

11
151
PRAKTISCHE INFORMATIE

Zekeringen dashboard

De zekeringkast bevindt zich aan de
onderzijde van het dashboard (linker-
zijde).

Toegang tot de zekeringen


)
zie de paragraaf "Toegang tot het
gereedschap".

Overzicht zekeringen


Zekering



Ampère


Functies



FH36



5
A

Trekhaakmodule.


FH37



5 A

Voeding accessoirestekker caravan.


FH38



15 A

Navigatiesysteem (achteraf ingebouwd).


FH39



20 A

Stoelverwarming.


FH40



20 A

Trekhaakmodule.


Zekering



Ampère


Functies



F1



15 A

Ruitenwisser achter.


F2



-

Niet gebruikt.


F3



5 A

Computer airbags en pyrotechnische
gordelspanners.


F4



10 A

Stuurhoeksensor, airconditioning,
koppelingscontact, roetfi lterpomp, diagnosestekker,
luchthoeveelheidsmeter.


F5



30 A

Ruitbedieningspaneel, ruitbediening passagier,
motor ruitbediening voor.


F6



30 A

Motor ruitbediening achter en motor bediening
bestuurdersruit.


F7



5 A

Plafonnier en kaartleeslampje voor, verlichting
dashboardkastje, zaklamp, verlichting
achtercompartiment.

Page 154 of 245

11
152
PRAKTISCHE INFORMATIE


Zekering



Ampère


Functies



F8



20 A

Multifunctioneel display, autoradio, radio-navigatie.


F9



30 A

Autoradio (inbouw achteraf), 12V-aansluiting.


F10



15 A

Stuurkolomschakelaars.


F11



15 A

Contactslot, diagnosestekker.


F12



15 A

Regen-/lichtsensor, trekhaakmodule.


F13



5 A

Hoofdremlichtschakelaar, BSI.


F14



15 A

Parkeerhulpcomputer, display
waarschuwingslampjes autogordels, airbagmodule,
instrumentenpaneel, airconditioning, USB-box.


F15



30 A

Vergrendeling.


F16



-

Niet gebruikt.


F17



40 A

Achterruit- en buitenspiegelverwarming.


SH



-

Shunt tijdens opslag.

Page 155 of 245

11
153
PRAKTISCHE INFORMATIE

Zekeringen motorruimte

De zekeringkast bevindt zich onder de
motorkap, naast de accu (links).

Werkzaamheden aan zekeringen
in de zekeringhouder op de accu
moeten door het CITROËN-net-
werk of door een gekwalifi ceerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Toegang tot de zekeringen


)
Maak het deksel los.

)
Vervang de zekering (zie de desbe-
treffende paragraaf).

)
Sluit na het vervangen van de zeke-
ring zorgvuldig het deksel voor een
goede afdichting van de zekering-
kast.

Page 156 of 245

11
154
PRAKTISCHE INFORMATIE

Overzicht zekeringen


Zekering



Ampère


Functies



F1



20 A

Voeding motormanagementcomputer, bediening koelventilatorunit, multifunctioneel
hoofdrelais motormanagement.


F2



15 A

Claxon.


F3



10 A

Ruitensproeiers voor en achter.


F4



20 A

Dagrijverlichting.


F5



15 A

Voorverwarming brandstof (dieselmotor), brandstofpomp (benzinemotor).


F6



10 A

ABS/ESP-computer, onderbrekingsrelais ABS/ESP, secundaire remlichtschakelaar.


F7



10 A

Elektrische stuurbekrachtiging.


F8



25 A

Bediening startmotor.


F9



10 A

Schakel- en beveiligingsmodule (diesel).


F10



30 A

Elektroklep brandstofpomp dieselmotor, verstuivers en bobines (benzinemotor) .


F11



40 A

Aanjager airconditioning.

Page 157 of 245

11
PRAKTISCHE INFORMATIE


Zekering



Ampère


Functies



F12



30 A

Lage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.


F13



40 A

Voeding intelligente servicecentrale (BSI)
(+ na contact).


F14



30 A

Brandstoftoevoer valvetronic (benzine) .


F15



10 A

Grootlicht rechts.


F16



10 A

Grootlicht links.


F17



15 A

Dimlicht links.


F18



15 A

Dimlicht rechts.


F19



15 A

Voeding multifunctioneel motormanagement
(benzinemotor), elektrokleppen inlaatluchtkoeling
(diesel).


F20



10 A

Voeding multifunctioneel motormanagement
(benzine) elektroklep turbodrukregeling (Diesel),
niveaucontact koelvloeistof (Diesel).


F21



5 A

Voeding bediening koelventilatorunit,
relais APC, ABS, ESP.

Page 158 of 245

11
156
PRAKTISCHE INFORMATIE

Overzicht hoofdzekeringen


Zekering



Ampère


Functies



MF1 *



60 A

Koelventilatorunit.


MF2 *



30 A

ABS/ESP-computer .


MF3 *



30 A

ABS/ESP-computer .


MF4 *



60 A

Voeding BSI .


MF5 *



60 A

Voeding BSI.


MF6 *



-

Niet gebruikt.


MF7 *



-

Zekeringkast interieur.


MF8 *



-

Niet gebruikt.

*
De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische installatie. Werkzaamheden aan de hoofdzekerin-
gen dienen door het CITROËN-netwerk of door een gekwalifi ceerde werkplaats uitgevoerd te worden.

Page 159 of 245

11
PRAKTISCHE INFORMATIE
ACCU
Procedure voor het opladen van de
accu en het gebruik van een hulpaccu
voor het starten van de motor met be-
hulp van startkabels.
To egang tot de accu Starten van de motor met een
hulpaccu en startkabels


)
Sluit de rode kabel aan op de (+)
pool van de ontladen accu A
en ver-
volgens op de (+) pool van de hulp-
accu B
.

)
Sluit de groene of zwarte kabel aan
op de (-) pool van de hulpaccu B
.

)
Sluit het andere uiteinde van de
groene of zwarte kabel aan op het
afzonderlijke massapunt (-) van uw
auto.

)
Start de stroomgevende auto.

)
Stel de startmotor van de auto met
ontladen accu in werking en laat de
motor draaien.

)
Wacht tot de motor stationair draait
en neem dan de kabels los.
De accu bevindt zich in de motorruimte.
Toegang tot de accu:


)
open de motorkap met de hendel in
het interieur en deblokkeer vervol-
gens de veiligheidshaak via de bui-
tenzijde,

)
bevestig de motorkapsteun,

)
beweeg de kunststof afdekkap van
de (+) pool omhoog.






Deze sticker hoort bij het Stop &
Start-systeem en geeft aan dat
er een speciale 12V-loodaccu
is gebruikt die alleen losgekop-
peld en/of vervangen mag wor-
den door een dealer van het
CITROËN-netwerk of een ge-
kwalifi ceerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwij-
zing kan ertoe leiden dat de
accu vroegtijdig aan vervanging
toe is.


Na het monteren van de accu door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalifi ceerde werkplaats duurt
het even voordat het Stop & Start-
systeem weer zal werken, hoe
lang dit duurt is afhankelijk van kli-
matologische omstandigheden en
de laadtoestand van de accu (kan
tot ongeveer 8 uur duren).

Page 160 of 245

11
158
PRAKTISCHE INFORMATIE
Accu's bevatten schadelijke
stoffen, zoals zwavelzuur en
lood. Accu's moeten volgens de
wettelijke voorschriften worden
afgevoerd en mogen in geen
geval bij het huisvuil terechtko-
men.
Lever lege batterijen en accu's
in bij een speciaal afvalstoffen-
depot.
Laden met behulp van eenacculader SPAARFASE

De spaarfase stuurt de elektrische func-
ties van de auto aan om het ontladen
van de accu te voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband
met de laadtoestand van de accu en-
kele functies (airconditioning, achter-
ruitverwarming, ...) tijdelijk worden
uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch in-
geschakeld zodra de laadtoestand van
de accu dit toelaat.
Duw de auto niet om de motor te
starten als deze een elektronisch
bediende handgeschakelde ver-
snellingsbak heeft.
Koppel de accu niet los om deze
op te laden.


)
Volg de aanwijzingen van de fabri-
kant van de acculader.

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 250 next >