CITROEN DS4 2013 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 61 of 408
59Controle tijdens het rijden
Lichtsterkteregeling
U kunt de lichtsterkte van dedashboardverlichting handmatig aanpassen
aan het licht van de omgeving. De
lichtsterkteregeling werkt alleen als de
verlichtin
g van de auto is ingeschakeld, in denachtstand.
Actief
) Druk op de knop Aom de lichtsterkte te
veranderen. ) Laat de knop los als de verlichting dezwakste stand heeft bereikt en druk de knop opnieuw in om de verlichting weer feller te maken. of )
Laat de knop los als de verlichting desterkste stand heeft bereikt en druk de knop opnieuw in om de verlichting weer zwakker te maken. )
Laat de knop los zodra de gewenstelichtsterkte is bereikt.
Het controlelamp
je en het
lichtsterkteniveau worden tijdenshet instellen in het midden op het instrumentenpaneel aangegeven; er zijn 16 verschillende lichtsterkteniveaus beschikbaar.
U kunt de lichtsterkte ook regelen door het knopje B links op het stuur te verdraaien: ) omhoog; de verlichting wordt zwakker, )
omlaag; de verlichting wordt feller.
Uitgeschakeld
De lichtsterkteregeling werkt niet als de
verlichting van deichtsterkteregeling De
lichtsterkteregeling werkt niet als de verlichtingvan de auto uitgeschakeld is of in de dagstandstaat (dagrijverlichting ingeschakeld).
Page 62 of 408
Met dit systeem kan de verlichting van bepaalde
displays worden uitgeschakeld voor een rustiger
beeld tijdens nachtelijke ritten. Op het instrumentenpaneel blijft de rijsnelheid,
de weergave van de gekozen versnelling van
de EGS-versnellingsbak of automatische
versnellingsbak en de informatie van de snelheidsregelaar/-begrenzer (indien
ingeschakeld) verlicht; dat geldt ook voor de
waarschuwing "minimumbrandstofniveau",
indien van toepassing.
De black-panelfunctie wordt uitgeschakeld als er een waarschuwingsmelding wordt doorgegeven en bij het wijzigen van functies of instellingen.
Black-panelfunctie
(donker scherm)
Inschakelen
)
Druk, als de verlichting brandt, op dezeknop om de black-panelfunctie in te schakelen. )
Druk nogmaals op de knop om de
dashboardverlichting weer volledig in teschakelen.
U kunt op het instrumentenpaneel de kleur van
de meters (toets A ) afzonderlijk van de displays A(toets B ) instellen.
U kunt kiezen uit 5 verschillende kleurstellingen
t
ussen wit en blauw. )Druk de desbetreffende toets een paar
keer achter elkaar in tot de gewenste kleur is bereikt.
Kleuren van
instrumentenpaneel instellen
Page 63 of 408
61Controle tijdens het rijden
Geluiden instellen
Via dit menu kunt u de weergave van geluideninstellen. Er zijn 4 verschillende settings die
zijn ingedeeld naar aard en omstandigheden(waarschuwingen, bevestigingen, weigeringen,
richtingaanwijzers, vergeten verlichting, "sleutel
in slot" enz.
).
Bij een instrumentenpaneel met kleurinstelling - type 2
)
Druk op het draaiknopje om naar hethoofdmenu te gaan. )
Selecteer "Geluidkeuze" en bevestig uw
keuze. ) Selecteer de door u gewenste setting en
bevestig uw keuze. ) Sla de wijzigingen op met "OK".
Voer deze handelingen omwille van de veiligheid alleen uit als de auto helemaal stilstaat.
Deze handelingen zijn omwille van de veiligheid alleen mogelijk als de auto helemaal stilstaat.
Bij een instrumentenpaneel met kleurinstelling - type 1
)
Druk op de toets "MENU"
om naar het
hoofdmenu te gaan. ) Selecteer het menu "Persoonlijke
instellingen - Configuratie" en bevestig uwkeuze. ) Selecteer "Geluidkeuze" en bevestig uw keuze. )
Selecteer de door u gewenste setting en bevestig uw keuze. )
Sla de wijzigingen op met "OK".
Page 64 of 408
002
Multifunctionele displays
Page 65 of 408
Page 66 of 408
Monochroom display C
Dit display kan de volgende informatie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (de temperatuur knippert bij kans op gladheid),
- controle van portieren, achterklep (of ze
open zijn),
- de parkeerhulp,
- de parkeerplaatsassistent,
- de
geluidsbron waarnaar geluisterd wordt,
- de informatie van de telefoon of de handsfree kit,
- informatie van de boordcomputer (zie het
einde van dit hoofdstuk).
Het display kan tijdelijk waarschuwingsmeldingen(bijv.: " S t o r i ng emissieregeling") of informatie (bijv.: "Automatische verlichting actief")
weergeven. Deze kunnen worden gewist door op de toets "ESC"te drukken.
Weergave op het display
Druk op het bedieningspaneel van de audio-
installatie op:
) de toets "A"
om te kiezen tussen weergave
van de audio-informatie op een volledig scherm of de gecombineerde weergave
van de audiogegevens en de informatie
van de boordcomputer,
) de toets "MENU"voor toegang tot het
hoofdmenu, ) de toets "
" of "