CITROEN DS5 HYBRID 2012 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 81 of 358

79Toegang tot de auto
Gooi de lege batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze bevattenmetalen die schadelijk zijn voor het milieu. Lever lege batterijen in bij een speciaal verzamelpunt.
Batterij van de elektronische
sleutel ver vangen
Batterij ref.: CR2032 / 3 V.
Deze batterij is via het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats verkrijgbaar.
Als de batterij ver vangen moet worden, wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display
van het instrumentenpaneel.
) Wip het deksel met een kleineschroevendraaier bij de uitsparing los. )
Ver wijder het deksel. )
Verwijder de lege batterij. )
Plaats een nieuwe batterij in de juiste richting in de houder. )
Druk het deksel vast.
Storing in en resetten van
de afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels, het ver vangen van de batterij van de afstandsbedieningof een storing in de afstandsbediening kan de auto niet meer met de afstandsbediening ontgrendeld,
vergrendeld en gelokaliseerd worden.
)Steek eerst de mechanische sleutel(ondergebracht in de afstandsbediening) in het slot om de auto te ontgrendelen. )Plaats de elektronische sleutel in de lezer. )Zet het contact aan door op "STA R T/STOP" te drukken.
De elektronische sleutel werkt nu weer.
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als
de storing niet is verholpen.

Page 82 of 358

Elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto en uw legitimatiebewijs naar het CITROËN-netwerk.
Het CITROËN-netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken en een nieuwe bestellen.
Elektronische sleutel
De radiografische elektronische sleutel is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knoppen van de sleutel te spelen
om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.Druk nooit op de knoppen van uw elektronische sleutel buiten het bereik en het zicht van uw auto. De sleutel kan dan onbruikbaar worden en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd. De elektronische sleutel kan niet als afstandsbediening functioneren als de sleutel in de lezer zit of als het contact is aangezet.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde por tieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur belemmeren. Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de auto) de sleutel van het keyless entry and star t-systeem mee als u de auto verlaat, zelfs al isdit voor korte duur.
Elektrische storingen
De sleutel van het keyless entry and star t-systeem werkt in sommige gevallen niet correct in de nabijheid van elektronische apparatuur: telefoon, laptop, sterke magnetische velden, ...
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische star tblokkering; dit kan tot storingen leiden. Vergeet niet aan het stuur wiel te draaien om het stuurslot te activeren.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat uw sleutels door het CITROËN-netwerk in het elektronische geheugen van de auto opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in uw
bezit zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.

Page 83 of 358

81Toegang tot de auto














Vergrendelen / ontgrendelen van binnenuit
Automatische centralevergrendeling van de portieren
De por tieren kunnen tijdens het rijdenautomatisch worden vergrendeld (bij een
snelheid hoger dan 10 km/h).Om deze functie, die standaard op 'actief '
staat, in of uit te schakelen:
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,is de knop buiten werking. Gebruik in dat geval de afstandsbediening om de auto teontgrendelen.
Het rijden met vergrendelde portierenkan bij een noodgeval de toegang tot deauto voor de hulpdiensten belemmeren.

)Druk op het symbooltje van hetgesloten hangslot om de eerder
vergrendelde auto te lokaliseren
op een parkeerplaats.
Lokaliseren van de auto
)Bedien de knop.
Hiermee kunt u de portieren en de koffer
vergrendelen en ontgrendelen. De plafonniers
gaan branden en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende enkele seconden.) Bedien de knop tot er eenbericht op het display van het instrumentenpaneel wordt
weergegeven.

Page 84 of 358












Achterklep
)Houd deze knop ingedrukt tot u hoort dat de achterklep ontgrendeld is.
Openen vanuit het interieur
Sluiten
)Trek de achterklep omlaag met behulp vande handgreep aan de binnenzijde.
Noodbediening

Ontgrendelen

Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in het systeem van de centrale
vergrendeling de achterklep mechanisch
ontgrendeld worden.

Als de achterklep niet goed is gesloten bijingeschakeld hybridesysteem
of rijdende auto(snelheid boven de 10 km/uur), verschijnt
er gedurende enkele seconden een melding op het display van het instumentenpaneel.

Vergrendeling na het sluiten

Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem niet is verholpen.

)Klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen.)Steek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.)Verplaats de nok naar links.

Page 85 of 358

OFF
83Toegang tot de auto
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en
diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende
typen beveiliging:





Alarm


- Omtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een por tier, de
achterklep of de motorkap probeert te openen.




- Interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er bewegingen in het interieur worden waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt
ingeslagen, als iets of iemand de auto
binnendringt of als iets of iemand in de auto
beweegt.
- Wegsleepbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er veranderingen in de wagenhoogte worden waargenomen.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild,
verplaatst of aangestoten.
Automatische beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemandprobeert het alarm te saboteren.Het alarm gaat af als iemand probeert de accu, de knop of de kabels van de sirene uit te schakelen of te beschadigen.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaatsalvorens wijzigingen aan het alarmsysteem aan te brengen.
Vergrendelen van de auto met
volledig ingeschakeld alarm
Inschakelen
)
Zet het contact af en verlaat de auto.
)
Druk op de vergrendelknop
van de a
fstandsbediening of
vergrendel de auto met het
"Keyless entry and star t"-systeem. Het alarmsysteem is geactiveerd: het
controlelampje van de knop zal één keer per seconde knipperen.
Nadat de vergrendelknop van de
afstandsbediening is ingedrukt of nadat de
auto met het "Keyless entry and star t"-systeem
vergrendeld is, wordt de uitwendige beveiliging
na 5 seconden, de interieurbeveiliging na45 seconden en de wegsleepbeveiliging na
1 minuut en 30 seconden geactiveerd.
Indien een por tier o
f de achterklep niet goed
is gesloten, wordt de auto niet vergrendeld,
maar wordt de uitwendige beveiliging na
45 seconden wel ingeschakeld.
) Druk op de ontgrendelknop
van de afstandsbediening of ontgrendel de auto met het"Keyless entry and star t"-systeem.

Uitschakelen van de interieurbeveiliging
De interieurbeveiliging wordt uitgeschakeld; het controlelampje
van de knop gaat uit.

Page 86 of 358

OFF
OFF
OFF
Vergrendelen van de auto
met alleen de uitwendige
beveiliging ingeschakeld
Schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit
om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
- een ruit op een kier blijft staan,
- de auto wordt gewassen,
- een wiel wordt ver wisseld,
- de auto wordt gesleept,
- de auto op een boot wordt ver voerd.
Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
) Zet het contact af en druk binnen
10 seconden op deze knop tot
het controlelampje blijft branden. ) Verlaat de auto.
)
Druk onmiddellijk op de
vergrendelknop van de
afstandsbediening of vergrendel
de auto met het "Keyless entryand start"-systeem.
Alleen de uitwendige beveiliging wordt ingeschakeld;
het controlelampje van de knop zal één keer per
seconde knipperen.De interieur- en wegsleepbeveiliging worden uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure elke
keer na het afzetten van het contact wordt uitgevoerd.


Opnieuw inschakelen van deinterieur- en wegsleepbeveiliging


Afgaan van het alarm


Als het alarm afgaat, treedt de sirene in werkingen knipperen de richtingaanwijzers gedurende
dertig seconden.
Als het alarm voor de 11 ekeer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
) Druk op de ontgrendelknop van deafstandsbediening of ontgrendel
de auto met het "Keyless entry and start"-systeem om de
omtrekbeveiliging uit te schakelen.
)Druk op de vergrendelknop van de afstandsbediening of vergrendel de auto met het "Keyless entry and start"-systeem om alle alarmsystemen in te schakelen.
Het controlelampje van de knop
zal opnieuw één keer per seconde
knipperen.

Als het controlelampje van de knop snel knipper t bij het ontgrendelen van
de auto met de afstandsbediening of
met het "Keyless entry and start"-
systeem, is het alarm tijdens uw afwezigheid
afgegaan. Het lampje stopt met knipperen als
het contact wordt aangezet.



Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
)Ontgrendel de auto met de sleutel (in deafstandsbediening) in het slot van het
bestuurdersportier.
)Open het por tier; het alarm gaat af. )Zet het contact aan, het alarm stopt. Hetcontrolelampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto zonder
het alarm in te schakelen
)Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling
in met de sleutel (in de afstandsbediening) in het slot
van het bestuurdersportier.




Storing

Als bij het aanzetten van het contact hetcontrolelampje van de knop blijft branden, duidt dit op een storing in het systeem.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.

*
Volgens land van bestemming.


Automatisch inschakelen *

Het systeem wordt 2 minuten nadat het laatsteportier of de achterklep is gesloten, automatisch ingeschakeld.)Om het afgaan van het alarm bij het
openen van een portier of de achterklep te
voorkomen, moet eerst op de ontgrendelknop
van de afstandsbediening worden gedrukt
of moet de auto ontgrendeld worden met het"Keyless entry and start"-systeem.

Page 87 of 358

85
Toegang tot de auto





Elektrisch bedienbare ruiten
1.Schakelaar ruitbediening linksvoor.2.Schakelaar ruitbediening rechtsvoor.3.Schakelaar ruitbediening rechtsachter.
Handbediening
Duw of trek de schakelaar tot het zware punt om de ruit te openen of sluiten. De ruit stopt
zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische bedienin
g Duw of trek de schakelaar voorbij het zware
punt om de ruit te openen of te sluiten. Als u de
schakelaar hebt losgelaten, opent of sluit de ruit
volledig. Druk opnieuw op de schakelaar om
het openen of sluiten te stoppen.
Ongeveer 45 seconden nadat het contact is
afgezet, kunnen de ruiten niet meer wordenbediend. Zet het contact aan om de ruiten weer te
kunnen bedienen.

4
. Schakelaar ruitbediening linksachter.5.Blokkeerschakelaar elektrisch bedienbare ruiten achter , rvergrendeling van de achterportieren(kinderbeveiliging).

Page 88 of 358

Antiklemvoorziening
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk
w
eer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op deschakelaar om de ruit helemaal te openen en
trek vervolgens de schakelaar omhoog tot de ruit volledig is gesloten. Houd de schakelaar nahet sluiten nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Blokkering van de ruitbedieningachter

Resetten van de
ruitbedienin
g

Wanneer tijdens het bedienen van deruit iets tussen de ruit en de sponningbekneld raakt, moet de ruit weer worden geopend. Druk daar voor op de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aanpassagierszijde bedient, moet deze ervan verzekerd zijn dat niets hetcorrecte sluiten van de ruit hindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat de passagiers op de juiste manier gebruik maken van deelektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.
Let op inzittenden en/of personen in de buurt van de auto tijdens het sluiten vande ruiten met de elektronische sleutel of het "keyless entry and star t"-systeem. Als de accu los
gekoppeld is geweest, moet deruitbediening gereset worden. Tijdens deze handelingen is de
ant
iklemvoorziening uitgeschakeld:


- open de ruit volledig en sluit de ruit.
Telkens als de schakelaar omhoo
g wordt getrokken, sluit de ruit enkele centimeters.
Laat de schakelaar los en trek hemopnieuw omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,

- houd de schakelaar na het sluiten nog
minimaal 1 seconde vast.
Druk, voor de veiligheid van uwkinderen, op de schakelaar 5om deruitbediening achter, ongeacht de
stand van de ruiten, te blokkeren.
Ter bevesti
ging gaat het controlelampje van
de knop branden en wordt er een melding
weergegeven. Het lampje blijft branden zolangde kinderbeveiliging is ingeschakeld.
De binnenportiergrepen van de achterportieren
worden in dat geval ook geblokkeerd.
Het blijft mogelijk om de portieren van buitenaf
te openen en de achterportierruiten via het
bedieningspaneel op het bestuurderspor tier te
bedienen.

Page 89 of 358

87
Toegang tot de auto





Cockpit roof

U hebt de beschikking over een panoramisch
opper vlak van getint glas, waardoor delichtinval en het zicht in het interieur worden
vergroot.

De drie elektrisch bedienbare zonneschermen
zorgen voor een beter thermisch comfort.
Daarnaast hebben ze een geluidsisolerende
werking voor het interieur. Zowel het openen als het sluiten is op twee
manieren mo
gelijk:
Elektrische zonneschermen
) Duw of trek de schakelaar tot voorbij het
zware punt.
Bedien de schakelaar één keer om het scherm volledig te openen of te sluiten.
Nadat u de schakelaar nogmaals hebt bediend, verplaatst het scherm zich nogongeveer 2 cm, waarna het stopt.
) Duw of trek de schakelaar tot aan hetzware punt (naar voren voor het sluiten,
naar achteren voor het openen). Wanneer de schakelaar wordt losgelaten,
verplaatst het scherm zich nog ongeveer
2 cm, waarna het stopt.

Page 90 of 358

Klembeveiliging
Als het zonnescherm tijdens het automatischsluiten bijna volledig is gesloten en op een
obstakel stuit, stopt het scherm en gaat het gedeeltelijk weer open.
Meteen nadat het scherm ti
jdens het sluiten
stopt en weer opengaat:
) bedien de schakelaar tot het scherm
volledig is geopend, ) bedien vervolgens de schakelaar tot hetscherm volledig is gesloten.Tijdens deze handelingen werkt de
klembeveiliging niet.

Wanneer tijdens het bedienen vanhet scherm iets bekneld raakt, moet het scherm weer worden geopend. Druk daarvoor op de desbetreffendeschakelaar.
Wanneer de bestuurder het schermbedient, moet deze ervan verzekerd zijn dat niets het correcte sluiten van het scherm verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd zijn dat de passagiers op de juiste manier gebruik maken van het zonnescherm.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens het bedienen van het scherm niet kunnen bezeren.

Resetten
Wanneer de elektrische voeding van het
zonnescherm tijdens de werking ervan
onderbroken is geweest, moet u de
klembeveili
ging resetten: )bedien de schakelaar tot het scherm
volledig is gesloten,
)houd de schakelaar nog minimaal 3 seconden ingedrukt. Er zal dan een lichte beweging van het scherm waarneembaar zijn, ter bevestiging van het resetten.

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 ... 360 next >