CITROEN JUMPER 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 61 of 186

59
3
ERGONOMIE EN COMFOR
T
Ventilatie
Draaiknop instellen comfortwaarde
De waarde kan worden ingesteld tussen:


- een maximale waarde van 32 in de
stand HI (High), waarbij de toegevoerde
lucht wordt opgewarmd.

- een minimale waarde van 16 in de stand
LO (Low), waarbij de toegevoerde lucht
wordt afgekoeld.

Luchtverdeling

Druk op deze toetsen (de desbetreffende
lampjes gaan branden) om de luchtstroom te
verdelen naar:
de uitstroomopeningen voor het
ontwasemen/ontdooien van de
voorruit en de zijruiten vóór,
de middelste ventilatieroosters
en zijventilatieroosters (borst en
hoofd),
de uitstroomopeningen voor en
achter (voetenruimten).
Combineer de toetsen voor een optimale
luchtverdeling.
Luchtopbrengst

Druk herhaaldelijk op deze
toets om de luchtopbrengst te
vergroten (+) of te verkleinen (-).


Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie in hetinterieur

Als het verklikkerlampje brandt,
circuleert de lucht in het interieur en is de
toevoer van buitenlucht afgesloten om stank
en stofoverlast in het interieur tegen te
gaan. Gebruik deze stand niet langer dan
nodig is.
Druk op de toets om het verklikkerlampje uit
te schakelen en de toevoer van buitenlucht
te hervatten.
Wanneer u op de toets AUTO
drukt,
wordt de toevoer van buitenlucht weer
ingeschakeld. Deze stand maakt het
mogelijk de lucht in het interieur te
verversen en de ruiten te ontwasemen. Druk
nogmaals op de toets AUTO
om de functie
FULL AUTO
weer in te schakelen.


Snel ontwasemen/
ontdooien
Druk op deze toets om de ruiten
snel condens- en ijsvrij te krijgen.
Het lampje gaat branden.
Het systeem zorgt voor een optimale
regeling van de airconditioning, de
luchtopbrengst en luchttoevoer, de
achterruitverwarming en de luchtverdeling
naar de voorruit en zijruiten.
Schakel wanneer uw auto is voorzien van
een extra verwarming dit systeem uit om
de ruiten snel te kunnen ontwasemen/
ontdooien.
EXTRA VENTILATIE ACHTER


De bediening van dit systeem,
als aanvulling op de standaard
ventilatie in het interieur, bevindt
zich op het onderste gedeelte
van het dashboard, links van het
stuur.

Uitstroom van lucht

Door op deze schakelaar te
drukken wordt de lucht naar buiten
geblazen, het lampje gaat branden.
Door opnieuw op de schakelaar te
drukken wordt dit uitgeschakeld en
gaat het lampje uit.

Toevoer van buitenlucht

Door op deze schakelaar te
drukken wordt de lucht van buitenaf
toegevoerd in het interieur, het
lampje gaat branden. Door opnieuw
op de schakelaar te drukken wordt
dit uitgeschakeld en gaat het lampje
uit.

Page 62 of 186


Ventilatie

EXTRA VERWARMINGSSYSTEMEN
Extra verwarmingsunit

Bij de uitvoering met 2-3 zitplaatsen bevindt
deze zich onder de bestuurdersstoel en
wordt de lucht naar voren geblazen.
VERWARMING EN/OF
AIRCONDITIONING ACHTER
Afhankelijk van de uitvoering
kan uw auto zijn voorzien van
een extra airconditioningsunit
achter in de auto: het
luchtverdelingskanaal in het dak
en de afzonderlijke uitstroomopeningen
zorgen voor een perfecte regeling van de
verdeling van koele lucht in de auto.
De over de vloer verspreide warme lucht
wordt vanuit de airconditiningsunit vóór
verdeeld ter hoogte van de voetenruimte van
de passagiers op zitrij 2 en 3.
Op de wielkast links achter bevindt
zich een uitstroomopening voor de
verwarming van de voetenruimte van de
passagiers op zitrij 3.

Extra verwarming

Dit is een extra verwarming van het interieur
als aanvulling op de standaarduitrusting.
De werking is onafhankelijk van de motor.


Standkachel of aanvullende
programmeerbare verwarming
Dit is een aanvullend, programmeerbaar
en afzonderlijk systeem dat het korte
koelvloeistofcircuit van de dieselmotor
opwarmt om het starten te vergemakkelijken.
Het systeem verbetert de prestaties van
het ontdooien, ontwasemen en (volgens
uitvoering) de stoelverwarming.
Het opwarmen van het interieur kan sneller
plaatsvinden.
Het systeem kan geprogrammeerd worden
om te worden ingeschakeld voordat u in de
auto stapt. Bij de uitvoering met 5-
9 zitplaatsen bevindt deze
zich achter in de auto.
Afhankelijk van de uitvoering
wordt de lucht rechtstreeks
vanaf de verwarmingsunit of via de
uitstroomopeningen onder de twee zitrijen
het interieur in geblazen.
Druk op deze schakelaar om de
verwarming in of uit te schakelen.
Het lampje brandt als de
verwarming is ingeschakeld. Zet
de schakelaar uit wanneer u de ruiten snel
wilt ontdooien of ontwasemen.

Page 63 of 186

61
3
ERGONOMIE EN COMFOR
T
Ventilatie
Inschakelen/uitschakelen
Met behulp van deze schakelaar
op het bedieningspaneel uiterst
links op het dashboard kan de
bestuurder de bediening achter in
de auto in- of uitschakelen.
Eén keer indrukken: inschakelen (lampje
brandt).
Twee keer indrukken: uitschakelen
(lampje uit). Zet de knop in de stand 0 om de aanjager
uit te schakelen. Om condens te voorkomen, zorgt een
veiligheidssysteem echter automatisch voor
de ventilatie achter, ook als de schakelaar in
de stand 0 staat.
Luchtopbrengst

De kracht van de luchttoevoer via
de ventilatieroosters varieert van 1
tot 4.
Zet de knop in de gewenste stand
voor een optimaal comfort.

Instellen comfortwaarde



- van blauw (toevoer van koude
lucht),

- tot rood (toevoer van warme
lucht).
De functie kan worden uitgeschakeld
met de schakelaar OFF van het centrale
"Monozone" bedieningspaneel. Zet de knop in de gewenste stand:

Page 64 of 186

62

Ventilatie

PROGRAMMEERBARE
STANDKACHEL
De programmeerbare standkachel (volgens
uitvoering) zorgt voor een geleidelijke
voorverwarming van het koelcircuit, zodat de
motor beter op temperatuur is bij het starten. Met behulp van de tijdschakelaar kunt u
het gewenste inschakeltijdstip kiezen. Het
systeem zorgt ervoor dat het interieur sneller
wordt opgewarmd. Pictogram verwarmingscyclus
Digitale programmering

Het bedieningspaneel van de standkachel
bevindt zich links onder op het dashboard. Verlichting display
Weergave nummer
geselecteerd programma
Toets weergave tijd
Toetsen instellen tijd
Selectie opgeslagen programma
Toets voor direct inschakelen
verwarming
Pictogram instellen en
weergave tijd

Page 65 of 186

63
3
ERGONOMIE EN COMFOR
T
Ventilatie
Instellen van de tijdschakelaar
Zet voordat u de standkachel programmeert
de klok van de tijdschakelaar gelijk.
Direct inschakelen van de standkachel

Controleer voor het inschakelen van de
standkachel of:


- de knop van de temperatuurregeling in
de stand "warme lucht" (rood) staat.

- de knop van de luchtopbrengstregeling
in de stand 2 staat. Dit symbool of de eerder ingestelde tijd
en het voorkeuzenummer (bijv. 1) worden
gedurende 10 seconden weergegeven.
Opmerking: druk om de overige
voorkeuze-instellingen weer te geven
binnen 10 seconden herhaaldelijk op de
toets SET. Druk op deze toets.
Het display wordt verlicht en het
pictogram verschijnt.
Druk binnen 10 seconden op een van de
twee toetsen voor het instellen van de tijd
tot de juiste tijd wordt weergegeven.
Druk op ">" om de klok vooruit te
zetten of op "<" om de klok terug
te zetten.
Druk lang op de toets om de klok
sneller vooruit of terug te zetten.
Weergeven van de tijd

Druk op deze toets.
Het pictogram verschijnt
en gedurende ongeveer
10 seconden wordt de tijd
weergegeven. Druk op deze toets.
Het display wordt verlicht en het
pictogram verwarmingscyclus
verschijnt en wordt weergegeven
zolang de standkachel in werking is.

Uitgestelde inschakeling van de
standkachel
Het inschakelen van de standkachel kan
tussen 1 minuut en 24 uur van tevoren
geprogrammeerd worden.
U kunt drie verschillende tijdschakelingen
opslaan en een uitgestelde inschakeling
programmeren.
Opmerking: wanneer u de standkachel
dagelijks op dezelfde tijd wilt inschakelen,
hoeft u alleen de opgeslagen tijdschakeling
elke dag opnieuw te programmeren.
Druk op deze toets om het
display te verlichten. Druk binnen 10 seconden op de
twee toetsen voor het instellen
van de tijd om de inschakeltijd in
te stellen.
De programmering wordt
opgeslagen als de inschakeltijd
en het voorkeuzenummer (bijv. 1)
verdwijnen en de verlichting van
het display wordt uitgeschakeld.

Page 66 of 186


Ventilatie

Annuleren van de programmering

Druk kort op deze toets om een
geprogrammeerde inschakeltijd
te wissen.
De verlichting van het
display wordt uitgeschakeld en het
voorkeuzenummer (bijv. 1) verdwijnt.
Gebruiksvoorschrift

Gebruik om koolmonoxidevergiftiging
te voorkomen de standkachel nooit in
afgesloten ruimten zoals een garage of
werkplaats zonder afzuiginstallatie.
De standkachel wordt gevoed door brandstof
uit de brandstoftank van de auto. Controleer,
voordat u de standkachel programmeert of
inschakelt, of er nog voldoende brandstof in
de tank aanwezig is.
Schakel de standkachel bij het tanken
altijd uit om brand- en explosiegevaar te
voorkomen.
Parkeer om brandgevaar te voorkomen de
auto niet op een brandbare ondergrond
(dor gras, dode bladeren, papier...).
De temperatuur rondom de standkachel
mag niet hoger zijn dan 120°C. Een hogere
temperatuur (bijv. in een oven van een
spuiterij) kan het elektrische circuit van de
auto beschadigen.
De standkachel is voorzien van een
thermische beveiliging die in het geval
van oververhitting als gevolg van een
gebrek aan koelvloeistof de verbranding
onderbreekt. Vul in dat geval koelvloeistof
bij en druk op de programmaselectieknop
alvorens de verwarming in te schakelen. Laat de standkachel ten minste 1 keer
per jaar aan het einde van de herfst
controleren. Onderhoud en reparaties
aan het systeem mogen alleen worden
uitgevoerd door het CITROËN-netwerk.
Gebruik uitsluitend originele
vervangingsonderdelen.


Oproepen van een
programmering
Druk herhaaldelijk op deze toets
tot het voorkeuzenummer (bijv. 2)
van de gewenste inschakeltijd
verschijnt.
Na 10 seconden verdwijnt de tijd van het
display, dat echter blijft branden en het
voorkeuzenummer (bijv. 2) blijft weergeven.


Uitschakelen van de standkachel

Druk op deze toets.
Het pictogram verwarmingscyclus
verdwijnt en de verlichting van
het display gaat uit.


Twee verschillende functies

De standkachel is een afzonderlijk systeem
dat geprogrammeerd kan worden. Voordat
het interieur wordt opgewarmd, verwarmt
de standkachel geleidelijk de motor om
het starten te vergemakkelijken. Het
opwarmen van interieur en het ontdooien en
ontwasemen van de ruiten kan vervolgens
sneller plaatsvinden.
De extra verwarming is een systeem dat
een aanvulling is op de standaarduitrusting.
Het systeem kan onafhankelijk van de motor
werken. Het inschakelen van de verwarming
kan worden geprogrammeerd.

Page 67 of 186

65
3
ERGONOMIE EN COMFOR
T
Stoelen
BESTUURDERSSTOEL STOELEN
Hoofdsteun
Druk op de lip om de hoofdsteun hoger of
lager te zetten.
Druk om de hoofdsteun te verwijderen op de
lippen en trek de hoofdsteun omhoog.
Verstelbare armleuning

Draai aan de knop op het uiteinde van de
armleuning.

Page 68 of 186



Stoelen


Lendensteun

Draai aan de knop.
Hoogteverstelling van de zitting

Trek aan de hendel 1
om de voorzijde van
de zitting
te verhogen of verlagen.
Trek aan de hendel 2
om de achterzijde van
de zitting
te verhogen of verlagen.


Stoelverwarming

Druk op deze schakelaar om de
stoelverwarming in of uit te schakelen.


Stoel met variabele demping

Draai aan de knop om de demping van de
stoel (volgens uitvoering) aan te passen aan
het gewicht van de bestuurder.

Rugleuningverstelling

Draai aan de knop om de hoek van de
rugleuning te verstellen.
Verstellen in lengterichting

Til de beugel aan de onderzijde van de stoel
op en schuif de stoel in de gewenste stand.


Draaistoel

Druk, volgens uitvoering, op de knop om de
stoel 180° te draaien.

Page 69 of 186

67
3
ERGONOMIE EN COMFOR
T
Stoelen
TWEEZITSBANK VÓÓR
De tweezitsbank is voorzien van twee
veiligheidsgordels.
Handgreep
Deze bevindt zich aan de achterzijde van de
middelste zitplaats.
Schrijftafel

De rugleuning van de middelste zitplaats
kan worden neergeklapt om te worden
gebruikt als schrijftafel.
Trek aan de handgreep aan de bovenzijde
van de rugleuning.

Page 70 of 186

68


Stoelen

ACHTERSTOELEN

Verstellen van de rugleuning

Draai aan de knop om de hoek
van de rugleuning te verstellen.

Toegang tot de achterzitplaatsen

Trek voor toegang tot zitrij 3 aan de hendel
van de buitenste zitplaats van zitrij 2 en
kantel de rugleuning naar voren.
Zet de rugleuning weer rechtop zonder de
hendel te gebruiken.


Neerklappen rugleuning middelste
stoel (zitrijen 2 en 3)
De rugleuning van de middelste stoel kan
volledig op de zitting worden neergeklapt en
kan dan als tafeltje met bekerhouder worden
gebruikt.
Zet de hoofdsteun in de laagste stand, trek
de hendel omhoog en klap de rugleuning
naar voren.
Trek nogmaals aan de hendel om de
rugleuning weer rechtop te zetten.

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 190 next >