FIAT DUCATO BASE CAMPER 2015 Instructieboek (in Dutch)
Page 31 of 367
BELANGRIJK
19) De buitenspiegel aan
bestuurderszijde is bolvormig;
hierdoor wordt de
afstandswaarneming ietwat
vertekend. Bovendien is het
spiegelglas van de onderste
spiegel bolvormig, waardoor het
zichtveld wordt vergroot. Hierdoor
lijkt de omvang van de
weerspiegelde objecten kleiner en
wordt de indruk gegeven dat
deze zich op grotere afstand
bevinden dan werkelijk het geval
is.
20) Tijdens het rijden moeten de
spiegels altijd in stand 1 staan.
27
Page 32 of 367
VERWARMING EN VENTILATIE
1. Vast luchtrooster bovenkant - 2. Verstelbare luchtroosters in het midden - 3. Vaste luchtroosters aan zijkant - 4. Verstelbare luchtroosters aan
zijkant - 5. Onderste luchtroosters voor voorstoelen.
MODE
43F1A0302
28
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 33 of 367
LUCHTROOSTERS
VERSTELBARE
LUCHTROOSTERS IN HET
MIDDEN EN AAN DE
ZIJKANT
AVaste luchtroosters voor zijruiten.
BVerstelbare luchtroosters aan zijkant.
CVaste luchtroosters.
DVerstelbare luchtroosters in het
midden.
ERegelknop luchtopbrengst.
Ventilatieopeningen A en C zijn niet
verstelbaar.
BEDIENINGSELEMENTENVERWARMING EN
VENTILATIE
BEDIENINGSELEMENTEN
Draaiknop voor
instelling
luchttemperatuur A
(mengt warme en koude
lucht)
Rode gebied = warme lucht
Blauwe gebied = koude lucht
Inschakel-/regelknop
ventilator B
0 = ventilator uitgeschakeld
1-2-3 = ventilatorsnelheid
4
= maximum ventilatorsnelheid
44F1A0046
45F1A0047
46F1A0048
29
Page 34 of 367
Draaischakelaar
luchtverdeling C
voor een luchtstroom naar de
luchtroosters in het midden en aan
de zijkant;
voor een warme luchtstroom naar
de voeten en een ietwat minder
warme luchtstroom naar de
luchtroosters op het dashboard,
bij gematigde temperaturen;
voor het verwarmen bij zeer lage
buitentemperaturen: zoveel
mogelijk luchtstroom naar de
voeten;
voor zowel een warme
luchtstroom naar de voeten als het
ontwasemen van de voorruit;
voor het snel ontwasemen van de
voorruit.
Aan/uit knop
luchtrecirculatie D
Wanneer knop D naar
is gedraaid,
wordt de interne luchtrecirculatie
ingeschakeld.
Wanneer knop D naar
is gedraaid,
wordt de interne luchtrecirculatie
uitgeschakeld.VENTILATIE VAN HET
INTERIEUR
Ga als volgt te werk om het interieur te
ventileren:
❒draai de schakelaar A op het blauwe
gebied;
❒schakel de interne luchtrecirculatie uit
door de draaiknop D in de stand
te zetten;
❒draai de schakelaar C naar de stand
;
❒draai knop B naar de gewenste
snelheid.
VERWARMING VAN HET
INTERIEUR
Ga als volgt te werk:
❒draai schakelaar A naar het blauwe
gebied;
❒draai schakelaar C naar de gewenste
stand;
❒draai knop B naar de gewenste
snelheid.
SNELLE VERWARMING
VAN HET INTERIEUR
Ga als volgt te werk om het interieur
snel te verwarmen:
❒draai schakelaar A naar het blauwe
gebied;❒schakel de interne luchtrecirculatie in
door de draaiknop D in de stand
te zetten;
❒draai de schakelaar C naar de stand
;
❒draai knop B naar 4
(maximum
ventilatorsnelheid).
Gebruik vervolgens de
bedieningselementen om de gewenste
comfortsituatie te verkrijgen en draai
knop D naar
om de luchtrecirculatie
uit te schakelen en te voorkomen dat
de ruiten beslaan.
BELANGRIJK Bij koude motor moet
enkele minuten gewacht worden tot de
vloeistof van het systeem de optimale
bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
SNEL ONTWASEMEN/
ONTDOOIEN VAN DE
VOORRUIT EN DE
VOORSTE ZIJRUITEN
Ga als volgt te werk:
❒draai schakelaar A naar het blauwe
gebied;
❒schakel de interne luchtrecirculatie uit
door de draaiknop D in de stand
te zetten;
❒draai de schakelaar C naar de stand
;
30
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 35 of 367
❒draai knop B naar 4(maximum
ventilatorsnelheid).
BELANGRIJK Voor het snel
ontwasemen/ontdooien moet, wanneer
er een extra verwarming aanwezig is
(onder de voorstoel of achterstoel
bij Panorama- en Combi-versies), deze
verwarming, indien ingeschakeld,
worden uitgeschakeld door te drukken
op knop F (led gedoofd) op het
bedieningspaneel fig. 47.
Nadat de ruiten ontwasemd/ontdooid
zijn, kan een stand worden gekozen om
de gewenste comfortsituatie te
herstellen.Ruiten ontwasemen
Wanneer het buiten uiterst vochtig is
en/of bij regen en/of bij grote verschillen
tussen de binnen- en
buitentemperatuur, de volgende
procedure uitvoeren om te voorkomen
dat de ruiten beslaan:
❒draai schakelaar A naar het blauwe
gebied;
❒schakel de interne luchtrecirculatie uit
door de draaiknop D in de stand
te zetten;
❒draai schakelaar C in de stand
en
eventueel in de stand
als de ruiten
niet beslaan;
❒zet knop B op de 2e snelheid.
ONTWASEMEN/
ONTDOOIEN VAN
VERWARMDE
ACHTERRUIT EN
BUITENSPIEGELS
(voor bepaalde versies/markten)
Druk op knop A fig. 48 om deze functie
in te schakelen; zodra dat gebeurd is,
gaat het lampje op de knop branden.
Dit is een tijdgeregelde functie die na 20
minuten automatisch wordt
uitgeschakeld. Druk opnieuw op de
knop A om de functie uit te schakelen.BELANGRIJK Plak geen stickers op de
elektrische weerstandsdraden aan de
binnenzijde van de achterruit, om
beschadiging te voorkomen.
INSCHAKELING VAN DE
INTERNE
LUCHTRECIRCULATIE
Draai knop D fig. 46 naar
.
Geadviseerd wordt de interne
luchtrecirculatie in te schakelen in de file
of in tunnels, om te voorkomen dat er
vervuilde lucht in het interieur komt.
Gebruik de functie niet langdurig, vooral
als er meerdere passagiers aan boord
zijn, om te voorkomen dat de ruiten
beslaan.
MODEF
47F1A0305
48F1A0330
31
Page 36 of 367
BELANGRIJK Met de interne
luchtrecirculatie kan de gewenste
toestand (verwarming of koeling,
afhankelijk van de keuze) sneller bereikt
worden.
Het wordt echter afgeraden de
luchtrecirculatie in te schakelen op
regenachtige of koude dagen omdat dit
de mogelijkheid dat de ruiten beslaan
aanzienlijk doet toenemen.HANDBEDIENDE
KLIMAATREGELING
(voor bepaalde versies/markten)
BEDIENINGSELEMENTEN
Draaiknop voor
instelling
luchttemperatuur A
(mengt warme en koude
lucht)
Rode gebied = warme lucht
Blauwe gebied = koude lucht
Inschakel-/regelknop
ventilator B
0 = ventilator uitgeschakeld
1-2-3 = ventilatorsnelheid
4
= maximum ventilatorsnelheidDraaischakelaar
luchtverdeling C
voor een luchtstroom naar de
luchtroosters in het midden en aan
de zijkant;
voor een warme luchtstroom naar
de voeten en een ietwat minder
warme luchtstroom naar de
luchtroosters op het dashboard,
bij gematigde temperaturen;
voor het verwarmen bij zeer lage
buitentemperaturen: zoveel
mogelijk luchtstroom naar de
voeten;
voor zowel een warme
luchtstroom naar de voeten als het
ontwasemen van de voorruit;
voor het snel ontwasemen van de
voorruit.
Aan/uit knop
luchtrecirculatie D
Druk op de knop (led op knop aan) om
de interne luchtrecirculatie in te
schakelen.
Druk nogmaals op de knop (led op
knop uit) om de interne luchtrecirculatie
uit te schakelen.
49F1A0051
32
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 37 of 367
Aan/uit knop
klimaatregeling E
Druk op de knop (led op knop aan) om
de klimaatregeling in te schakelen.
Druk nogmaals op de knop (led op
knop uit) om de klimaatregeling uit te
schakelen.
VENTILATIE VAN HET
INTERIEUR
Ga als volgt te werk om het interieur te
ventileren:
❒draai de schakelaar A op het blauwe
gebied;
❒schakel de interne luchtrecirculatie uit
door de draaiknop D in de stand
te zetten;
❒draai de schakelaar C naar de stand
;
❒draai knop B naar de gewenste
snelheid.
KLIMAATREGELING
(koelen)
Ga als volgt te werk om het interieur
snel te koelen:
❒draai de schakelaar A op het blauwe
gebied;
❒schakel de interne luchtrecirculatie in
door de draaiknop D in de stand
te zetten;❒draai de schakelaar C naar de stand
;
❒druk op knop E om de
klimaatregeling in te schakelen; de
led op de knop gaat aan;
❒draai knop B naar 4
(maximum
ventilatorsnelheid).
Regeling koeling
❒draai schakelaar A naar rechts om de
temperatuur te verhogen;
❒schakel de interne luchtrecirculatie uit
door de draaiknop D in de stand
te zetten;
❒draai aan knop B om de
ventilatorsnelheid te verlagen.
BELANGRIJK Bij het indrukken van
knop E van de aircocompressor, wordt
de functie alleen ingeschakeld als de
ventilator minstens op de eerste
snelheid is ingesteld (knop B).
VERWARMING VAN HET
INTERIEUR
Ga als volgt te werk:
❒draai schakelaar A naar het blauwe
gebied;
❒draai schakelaar C naar de gewenste
stand;❒draai knop B naar de gewenste
snelheid.
SNELLE VERWARMING
VAN HET INTERIEUR
Ga als volgt te werk om het interieur
snel te verwarmen:
❒draai schakelaar A naar het blauwe
gebied;
❒schakel de interne luchtrecirculatie in
door de draaiknop D in de stand
te zetten;
❒draai de schakelaar C naar de stand
;
❒draai knop B naar 4
(maximum
ventilatorsnelheid).
Gebruik vervolgens de
bedieningselementen om de gewenste
comfortsituatie te verkrijgen en draai
knop D naar
om de luchtrecirculatie
uit te schakelen en te voorkomen dat
de ruiten beslaan.
BELANGRIJK Bij koude motor moet
enkele minuten gewacht worden tot de
vloeistof van het systeem de optimale
bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
33
Page 38 of 367
SNEL ONTWASEMEN/
ONTDOOIEN VAN DE
VOORRUIT EN DE
VOORSTE ZIJRUITEN
Ga als volgt te werk:
❒draai schakelaar A naar het blauwe
gebied;
❒draai knop B naar 4
(maximum
ventilatorsnelheid).
❒draai de schakelaar C naar de stand
;
❒schakel de interne luchtrecirculatie uit
door de draaiknop D in de stand
te zetten;
BELANGRIJK Voor het snel
ontwasemen/ontdooien moet, wanneer
er een extra verwarming/klimaatregeling
aanwezig is (onder de voorstoel of
achterstoel bij Panorama- en
Combi-versies), deze verwarming,
indien ingeschakeld, worden
uitgeschakeld door te drukken op de
knop F fig. 50 (led gedoofd) op het
bedieningspaneel.
Nadat de ruiten ontwasemd/ontdooid
zijn, kan een stand worden gekozen om
de gewenste comfortsituatie te
herstellen.BELANGRIJK De klimaatregeling is erg
nuttig om het ontwasemen te
versnellen, aangezien de lucht wordt
ontvochtigd. Zet de knoppen dus zoals
hierboven is beschreven en druk op
knop E om de klimaatregeling in te
schakelen (de led op de knop gaat
branden).
Ruiten ontwasemen
Wanneer het buiten uiterst vochtig is
en/of bij regen en/of bij grote verschillen
tussen de binnen- en
buitentemperatuur, de volgende
procedure uitvoeren om te voorkomen
dat de ruiten beslaan:
❒draai schakelaar A naar het blauwe
gebied;
❒schakel de interne luchtrecirculatie uit
door de draaiknop D in de stand
te zetten;❒draai schakelaar C in de stand
en
eventueel in de stand
als de ruiten
niet beslaan;
❒zet knop B op de 2e snelheid.
BELANGRIJK De klimaatregeling is erg
nuttig om het beslaan van de ruiten
te voorkomen bij grote
luchtvochtigheid, aangezien het
systeem de lucht die in het interieur
wordt gevoerd ontvochtigt.
ONTWASEMEN/
ONTDOOIEN VAN
VERWARMDE
ACHTERRUIT EN
BUITENSPIEGELS
(voor bepaalde versies/markten)
Druk op knop A fig. 51 om deze functie
in te schakelen; zodra dat gebeurd is,
gaat het lampje op de knop branden.
Dit is een tijdgeregelde functie die na 20
minuten automatisch wordt
uitgeschakeld. Druk opnieuw op de
knop A om de functie uit te schakelen.
BELANGRIJK Plak geen stickers op
de elektrische weerstandsdraden aan
de binnenzijde van de achterruit, om
beschadiging te voorkomen.
MODEF
50F1A0305
34
WEGWIJS IN UW AUTO
Page 39 of 367
INSCHAKELING VAN DE
INTERNE
LUCHTRECIRCULATIE
Draai knop D naar
.
Geadviseerd wordt de interne
luchtrecirculatie in te schakelen in de file
of in tunnels, om te voorkomen dat er
vervuilde lucht in het interieur komt.
Gebruik de functie niet langdurig, vooral
als er meerdere passagiers aan boord
zijn, om te voorkomen dat de ruiten
beslaan.
BELANGRIJK Met de interne
luchtrecirculatie kan de gewenste
toestand (verwarming of koeling,
afhankelijk van de keuze) sneller bereikt
worden.Het wordt echter afgeraden de
luchtrecirculatie in te schakelen op
regenachtige of koude dagen omdat dit
de mogelijkheid dat de ruiten beslaan
aanzienlijk doet toenemen.
ONDERHOUD VAN HET
SYSTEEM
Schakel in de winter de klimaatregeling
minstens eens per maand ongeveer
10 minuten in. Laat vóór het begin van
het zomerseizoen het systeem
controleren door het Fiat
Servicenetwerk.
OpmerkingHet systeem gebruikt het
koelmiddel R134a dat het milieu niet
verontreinigt als het per ongeluk
weglekt. Gebruik nooit het koelmiddel
R12, aangezien dit niet compatibel
is met de systeemcomponenten.
AUTOMATISCHE
KLIMAATREGELING
(voor bepaalde versies/markten)
ALGEMENE INFORMATIE
De automatische klimaatregeling regelt
de temperatuur, de hoeveelheid en
de verdeling van de lucht in het
interieur.
De temperatuurregeling is gebaseerd
op de “gelijkwaardige temperatuur”:
m.a.w. het systeem werkt continu om
het comfort in het interieur op een
constant peil te houden en om
eventuele verschillen in de
weersomstandigheden buiten te
compenseren, met inbegrip van
zonnestralen die worden waargenomen
door een speciale sensor.
De automatisch geregelde parameters
en functies zijn:
❒luchttemperatuur bij de roosters;
❒luchtverdeling bij de roosters;
❒ventilatorsnelheid (traploze regeling
van de luchtstroom);
❒inschakeling van de compressor
(voor koelen/ontvochtigen van de
lucht);
❒luchtrecirculatie.
51F1A0330
35
Page 40 of 367
Alle functies kunnen handmatig worden
gewijzigd. Met andere woorden, men
kan een of meer functies selecteren en
de parameters naar wens veranderen.
Hierbij wordt echter de automatische
regeling van de functies die handmatig
zijn gewijzigd uitgeschakeld: het
systeem grijpt alleen in om
veiligheidsredenen (bijv. kans op
beslaan).
De handmatige instellingen hebben
altijd voorrang boven de automatische
instellingen en blijven opgeslagen totdat
de gebruiker het systeem weer op
automatische werking zet door op de
knop AUTO te drukken, behalve in
de gevallen dat het systeem om
veiligheidsredenen ingrijpt.
Als men handmatig een functie
aanpast, blijven de andere functies
automatisch geregeld.
De luchttemperatuur in het interieur
wordt altijd automatisch geregeld op
basis van de ingestelde temperatuur op
het display (behalve wanneer het
systeem is uitgeschakeld of onder
bepaalde omstandigheden waarin de
compressor is uitgeschakeld).Het systeem biedt handmatige instelling
van de volgende parameters en
functies: luchttemperatuur,
ventilatorsnelheid (traploze regeling);
luchtverdeling in zeven standen;
inschakeling van de compressor; snel
ontwasemen/ontdooien;
luchtrecirculatie; uitschakelen van het
systeem.
BEDIENINGSELEMENTEN
AAUTO-knop automatische regeling
van alle functies
BDraaiknop luchtverdeling.
CDisplay.
DRegelknop snel ontwasemen/
ontdooien (MAX DEF functie).
ESysteem uitschakelen OFF-knop.
FKnop voor inschakelen/uitschakelen
compressor.
GRegelknop luchtrecirculatie.
HRegelknoppen ventilatorsnelheid.
IRegelknop
temperatuursverhoging/-verlaging.GEBRUIK VAN DE
KLIMAATREGELING
Het systeem kan op verschillende
manieren ingeschakeld worden; het
verdient echter aanbeveling op de
AUTO-knop te drukken en de gewenste
temperatuur op het display in te stellen.
De luchttemperatuur in het interieur
wordt altijd automatisch geregeld op
basis van de ingestelde temperatuur die
zo snel mogelijk wordt bereikt. Het
systeem regelt de temperatuur, de
hoeveelheid en de verdeling van de
lucht in het interieur en zorgt, door het
gebruik van de recirculatiefunctie,
voor de inschakeling van de
compressor. Tijdens de volledig
automatische werking van het systeem,
dient men eventueel alleen de
volgende functies handmatig in te
schakelen:
52F1A0054
36
WEGWIJS IN UW AUTO