Hyundai Accent 2006 Handleiding (in Dutch)

Page 171 of 227

6EENVOUDIG ONDERHOUD
8
Vul olie bij tot aan het F. merkteken
wanneer het oliepeil dichtbij of op het L. merkteken staat. Ga voor het bijvullen als volgt te werk:
1. Verwijder de olievuldop door deze
linksom te draaien.
2. Vul olie bij en controleer het oliepeil opnieuw. Vul niet teveel olie bij.
3. Breng de olievuldop weer aan en zet hem rechtsom vast.
De afstand tussen de "F" en "L"
markeringen komt overeen met ongeveer 1 liter (benzinemotor)/1,2 liter (dieselmotor) motorolie. ZG030E1-AXOLIEVERBRUIK VAN DE MO-
TOR
Taak van de motorolie De motorolie dient in hoofdzaak voor
het smeren en koelen van het inwendige van de motor.
Olieverbruik van de motor Het is normaal dat de motor een
geringe hoeveelheid olie verbruikt onder normale rij-omstandigheden. Hetolieverbruik in een normale motor heeft de volgende oorzaken:
o De motorolie wordt gebruikt voor
het smeren van zuigers, zuigerveren en cilinders.Wanneer de zuiger zich naarbeneden beweegt, blijft een dunneoliefilm op de cilinderwand achter. Door de grote onderdruk die tijdens de werking van de motor ontstaat,wordt een kleine hoeveelheid olie in de verbrandingsruimte gezogen. Deze olie wordt samen met de olie op de cilinderwand door de hoge temperatuur gedurende hetverbrandingsproces verbrand.
G030D02A-GXT Motorolie bijvullen Benzinemotor Dieselmotor
G030D03A
G030D02A

Page 172 of 227

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
9MOTOROLIE VERVERSEN EN OLIEFILTER VERVANGEN
1,6 DOHC
o Het olieverbruik van de motor wordt
sterk beïnvloed door de dikte en de kwaliteit van de olie, het motortoerental en de rij-omstan- digheden enz. Onder zware rij-omstandigheden, zoals hoge snelheden en vaak accelereren en afremmen, wordtmeer olie verbruikt dan onder normale rij-omstandigheden. G040A04A-GXT(BENZINEMOTOR)
1,3/1,5 SOHC
HTB222
Olievuldop
Aftapplug Oliefilter
F040A02TB
Olievuldop
Aftapplug Oliefilter
.........
De motorolie en het motoroliefilter moeten worden ververst resp.vervangen overeenkomstig het onderhoudsschema in hoofdstuk 5. Bij zware bedrijfsomstandighedenmoeten zowel de motorolie als het motoroliefilter vaker worden ververst resp. vervangen. De procedure voor het verversen van de motorolie en het vervangen van het oliefilter is als volgt:
1. Plaats de wagen op een vlakke
vloer en trek de handrem aan. Start de motor en laat hem warm draaien totdat de naald op de temperatuurmeter boven de eerstemerkstreep staat. Zet de motor af en zet de keuzehandel bij automatische transmissie in stand"P" of de versnellingshandel in de achteruit bij een handgeschakelde versnellingsbak.
2. Open de motorkap en verwijder de olievuldop.
3. Draai de aftapplug linksom los; gebruik een passende sleutel.Plaats een opvangbak onder hetcarter en verwijder de aftapplug.

Page 173 of 227

6EENVOUDIG ONDERHOUD
10
!WAARSCHUWING:
Afgewerkte olie kan huidirritatie of-
kanker veroorzaken wanneer het langdurig in contact komt met de huid. Hoewel dit onwaarschijnlijk is als u op de voorgeschreven wijzemet olie omgaat, is het aan te bevelen uw handen zo snel mogelijk met zeep en warm waterte wassen als u met afgewerkte olie in aanraking bent geweest.WAARSCHUWING:
Let erop: de olie is warm!
4. Breng, nadat de olie is weg- gestroomd, de aftapplug met een nieuwe afdichtring aan en zet hem rechtsom vast. Aantrekkoppel aftapplug: 3,5 ~ 4,5 kgf .
m
5. Verwijder het luchtfilter door hem met een geschikte oliefiltersleutel linksom te draaien.Bij het verwijderen van het filterlekt een kleine hoeveelheid olieweg.Breng derhalve een opvangbakonder het filter aan.
6. Breng het nieuwe oliefilter overeenkomstig de instructie opde verpakking van het filter aan. Zet het filter niet te vast. Aantrekkoppel : 1,2 ~ 1,6 kgf .
m Let erop dat het pasvlak op de motor schoon is en dat de oudeafdichtring volledig is verwijderd. Smeer de nieuwe afdichtring voor het aanbrengen dun in met olie.
7. Vul de motor met de aanbevolen olie.
8. Start de motor. Controleer de omgeving van de aftapplug en hetoliefilter op lekkage.
9. Zet de motor af en controleer het oliepeil opnieuw.
N.B.: Ontdoe u altijd op een milieuv-
riendelijke wijze van afgewerkte olie. Het is aan te bevelen de olie in een gesloten container te bewaren en naar een servicestationte brengen. Laat de olie niet in de grond weglopen een voeg het ook niet bij het huishoudelijk afval.!

Page 174 of 227

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
11
G040B03FC-GXT MOTOROLIE VERVERSEN EN
OLIEFILTER VERVANGEN
(DIESELMOTOR)
De motorolie en het motoroliefilter moeten worden ververst resp.vervangen overeenkomstig het onderhoudsschema in hoofdstuk 5. Bij zware bedrijfsomstandighedenmoeten zowel de motorolie als het motoroliefilter vaker worden ververst resp. vervangen. De procedure voor het verversen van de motorolie en het vervangen van het oliefilter is als volgt: 1. Plaats de wagen op een vlakke
vloer en trek de handrem aan. Start de motor en laat hem warm draaien totdat de naald op de temperatuurmeter boven de eerstemerkstreep staat. Zet de motor af en zet de keuzehandel bij automatische transmissie in stand"P" of de versnellingshandel in de achteruit bij een handgeschakelde versnellingsbak.
2. Open de motorkap en verwijder de olievuldop.
3. Draai de aftapplug linksom los; gebruik een passende sleutel.Plaats een opvangbak onder hetcarter en verwijder de aftapplug.
WAARSCHUWING:
Let erop: de olie is warm!
4. Breng, nadat de olie is weg- gestroomd, de aftapplug met eennieuwe afdichtring aan en zet hemrechtsom vast. Aantrekkoppel oile-aftapplug :
3,5 ~ 4,5 kgm
!
Aftapplug motorolie Oliefilter
G040C01A
Olievuldop
5. Draai de aftapplug van het oliefilter linksom los met een geschikte sleutel en laat wat olie uit het filter lopen. Vang de olie op in eengeschikte opvangbak.
6. Maak het bovenste deksel van het oliefilter met een geschikte sleutellos van het onderste huis tot de O- ring zichtbaar is. Tap vervolgens alle olie af.
7. Trek het bovenste deksel met het
element uit het onderste huis. Verwijder met een schone doek het vuil en de olieresten rondom het onderste huis.
8. Breng een nieuwe koperen ring
van de aftapplug van het onderstehuis aan en zet hem vast door hem rechtsom te draaien.
G040B01FC
Bovenste deksel oliefilter O-ring
Ring
Aftapplugoliefilter Onderste huis
Oliefiltere-lement

Page 175 of 227

6EENVOUDIG ONDERHOUD
12KOELVLOEISTOF CONTROLEREN EN VERVERSEN
SG050A1-FX
WAARSCHUWING:
Verwijder de radiateurdop niet als de motor heet is. De koelvloeistof staat onder druk en kan uit deradiateur spuiten wanneer de dop wordt verwijderd. Dit kan ernstige brandwonden tot gevolg hebben.
!
Aantrekkoppel: 0,8 ~ 1,0 kg
9. Breng een nieuw filterelement en een nieuwe O-ring aan op het bovenste deksel, breng vervolgens het bovenste deksel aan op het onderste huis en zet het vast doorhet rechtsom te draaien. Niet te vast zetten. Aantrekkoppel: 2,3 ~ 2,5 kg
10.Vul de motor met de aanbevolen motorolie. Raadpleeg de specificatie in hoofdstuk 9 voor de voorges- chreven hoeveelheid.
11.Start de motor en controleer of
geen lekkage optreedt bij deaftapplug of het oliefilter.
12.Zet de motor af en controleer het
oliepeil.
N.B.: Aanbevolen wordt de motorolie en het filter te laten vervangen door uw Hyundai dealer. N.B.: Ontdoe u altijd op een milieuv-
riendelijke wijze van afgewerkte olie. Het is aan te bevelen de olie in een gesloten container te bewaren en naar een servicestationte brengen. Laat de olie niet in de grond weglopen een voeg het ook niet bij het huishoudelijk afval.
WAARSCHUWING:
Afgewerkte olie kan huidirritatie of-
kanker veroorzaken wanneer hetlangdurig in contact komt met de huid. Hoewel dit onwaarschijnlijk is als u op de voorgeschrevenwijze met olie omgaat, is het aan te bevelen uw handen zo snel mogelijk met zeep en warm waterte wassen als u met afgewerkte olie in aanraking bent geweest.
!

Page 176 of 227

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
13
G050C01S-GXT Koelvloeistofpeil controleren
SG050B1-FXAanbevolen koelvloeistof Gebruik een hoge kwaliteit koelvloeistof op ethyleen glycolbasis. Het mengsel bestaat uit 50% wateren 50% antivries. De gebruikte koelvloeistof mag geen aluminium aantasten. Aan de koelvloeistofmogen geen anti-corrosiemiddelen worden toegevoegd. Houd de koelvloeistofconcentratie op het juisteniveau teneinde bevriezing en corrosie te voorkomen. Bij een concentratie boven 60% of minder dan 35% kandit schade aan het koelsysteem tot gevolg hebben. Raadpleeg onderstaande tabel voor deconcentratie koelvloeistof:
-15 -25 -35 -45
Koelvloeistofsamenstelling
Omgevings- temperatuur °C Water
35% 40%50%60% Antivries
65%60%50%40% Het koelvloeistofpeil kan worden gecontroleerd via de transparante expansietank en moet bij een koude motor tussen de "L" en "F"merktekens op de tank liggen. Als het peil beneden het "L" merkteken staat moet koelvloeistof wordenbijgevuld tot het peil weer tussen "L" en "F" ligt. Controleer in dit geval eveneens op koelvloeistoflekkage encontroleer het peil regelmatig. Als het peil opnieuw daalt, neem dan contact op met uw Hyundai dealer.
HLC5005G050D02A-AXT Koelvloeistof verversen De koelvloeistof moet worden ververst overeenkomstig het onderhoud- soverzicht in hoofdstuk 5.
LET OP:
Koelvloeistof kan het lakwerkbeschadigen. Spoel gemorste koelvloeistof direct met schoon water af.
1. Plaats de wagen op een vlakke ondergrond, trek de handrem aan en verwijder de radiateurdop zodra de motor koud is.
2. Plaats een opvangbak onder de
radiateur en verwijder de aftapplugvan de radiateur.Tap alle koelvloeistof af en zet deaftapplug weer vast.
3. Raadpleeg hoofdstuk 9 voor de inhoud van het koelsysteem. Ga voor het verversen te werk overeenkomstig de gebruiksaan- wijzing van de fabrikant en vul deradiateur met de voorgeschreven hoeveelheid.
!

Page 177 of 227

6EENVOUDIG ONDERHOUD
14
WAARSCHUWING:
De koelventilator reageert op de
motortemperatuur en kan in werking treden, ook als de contactsleutel is verwijderd. Ga uiterst voorzichtig te werk als in de omgeving van dekoelventilator wordt gewerkt om te voorkomen dat u door de ventilator wordt geraakt. Naarmate demotortemperatuur afneemt, wordt de ventilator automatisch uitgeschakeld. Dit is normaal.!
4. Draai de radiateurdop linksom tot tegen de aanslag. Hierdoor kan de druk in het koelsysteem ontwijken. Verwijder de radiateurdop door hemin te drukken en linksom te draaien.Vul de radiateur met koelvloeistofwater.Vul de radiateur met kleinehoeveelheden tot het vloeistofpeilin de vulopening stabiel blijft. 5. Start de motor, vul de radiateur bij
met koelvloeistof en vul de expansietank tot het peil tussen "L" en "F" ligt.
6. Breng de radiateurdop en de dop van de expansietank aan encontroleer of de aftapplug goedvastzit en niet lekt.
G050D01A G050D02A

Page 178 of 227

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
15BOUGIES VERVANGEN
G060A01L YG060B1-FX Bougies vervangen Vervang de bougies als de motor
koud is. Vervang de bougies één voor één. Hierdoor kunnen de bougiekabels niet worden verwisseld.
1. Verwijder het middelste afdekkap van het kleppendeksel. (Alleen DOHC Motor)
2. Verwijder met een schone doek vuil dat zich om de bougie heeft verzameld zodat dit niet in decilinder kan vallen wanneer de bougie wordt verwijderd.
3. Trek bij het verwijderen van de bougiekabel aan de geïsoleerdebougiestekker en niet aan de kabel. Door aan de kabel te trekken kande stekker worden beschadigd.
SG060A2-FX (Alleen Benzinemotor)
De bougies moeten worden vervangen
overeenkomstig hetonderhoudsoverzicht in hoofdstuk 5 of wanneer de prestaties van de motorafnemen. Indicaties dat de bougies moeten worden vervangen zijn o.a. het overslaan van de motor, eenhoger brandstofverbruik, slechte acceleratie etc. Gebruik altijd door Hyundai aanbevolen bougies. Hetgebruik van andere bougies kan prestatieverlies, radiostoringen of schade aan de motor tot gevolghebben.
Loodvrije benzine RC10YC4 BKR5ES-11
CHAMPION NGK
N.B.: Bij het vervangen van de bougies
moeten altijd originele onderdelen worden gebruikt.
Aanbevolen bougies:
Loodvrije benzine; 1,0 ~ 1,1 mm
G060C01A

Page 179 of 227

6EENVOUDIG ONDERHOUD
16LUCHTFILTER VERVANGEN
WAARSCHUWING:
Bij het vervangen van de bougies moet de motor afgekoeld zijn. Bijeen warme motor kunt u zich branden aan de stekker, de bougie of de motor. N.B.: De bougies moeten goed worden vastgezet. Als ze echter te vast worden aangedraaid, kan dit beschadiging van de schroefdraadin de cilinderkop tot gevolg hebben. Zet de bougie ook niet te los, omdat hij dan zeer heet kanworden hetgeen schade aan de motor tot gevolg kan hebben.
7. Breng de kabel aan door de bougiestekker op de elektrode te schuiven. Let erop dat hij goed op zijn plaats zit.
4. Breng de bougiesleutel aan op de
bougie. Beschadig het porselein niet.
5. Verwijder de bougie door de bougiesleutel linksom te draaien.
6. Breng de bougiesleutel aan op de bougie. Beschadig het porseleinniet. Draai de bougie vast door de bougiesleutel rechtsom te draaien.!
G070A03Y-AXT
Het luchtfilterelement wordt als volgt vervangen:
1. Maak de klemmen van het luchtfilterdeksel los.
2. Verwijder het deksel, het oude fil- ter en breng een nieuw luchtfilterelement op zijn plaats.
Gebruik uitsluitend originele Hyundai onderdelen.
G060C03A
HLC5023G070A01A

Page 180 of 227

6
EENVOUDIG ONDERHOUD
17
LET OP:
o Gebruik de ruitenwissers niet op droge ruiten. Dit heeft een snellere slijtage van de ruitenwisserbladen en krassen op de ruit tot gevolg.
o Let erop dat het rubber niet in contact komt met petroleum-houdende producten zoalsmotorolie, benzine etc.
!
G080A03A-AXT RUITENWISSERS RUITENWISSERBLADEN De ruitenwisserbladen moeten
regelmatig worden gecontroleerd en gereinigd. Gebruik voor het reinigen van de wisserbladen en-armen eenzacht zeepoplossing en een schone spons of doek.
Laten de wissers strepen of vuil
achter, vervang ze dan door originele Hyundai onderdelen.
LET OP:
o Het laten draaien van de motor zonder het voorgeschrevenluchtfilterelement kan extreme motorslijtage tot gevolg hebben.
o Voorkom bij het verwijderen van het luchtfilter dat er vuil in de luchtinlaat terechtkomt. Dit kan het luchtfilter en de mo- tor beschadigen.!
HEF119

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 ... 230 next >