Hyundai Accent 2008 Handleiding (in Dutch)

Page 101 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
91ANTI VERBLINDINGSSTAND VAN DE ACHTERUITKIJK- SPIEGEL
SB370A1-FX De achteruitkijkspiegel van uw Hyundai is voorzien van een anti verblindingstand. Deze stand wordt gekozen door de lip aan de onderzijde van de spiegel naar u toe te trekken. In deze stand wordt u niet verblind door licht van achteropkomend verkeer.
OMC025047
HANDREM
Trek voor het verlaten van de wagen
altijd de handrem aan. Met de contactsleutel in de stand "ON" of "START" gaat de controlelamp branden zodra de handrem wordt aangetrokken. Vóór het wegrijden moet de handrem geheel vrij worden gezet. De controlelamp moet dan gedoofd zijn.
Activeren van de parkeerrem Trap eerst de voetrem in en trek daarna
de parkeerremhendel zonder de ontgrendelknop in te drukke zo ver mogelijk omhoog. Verder wordt geadviseerd bij het parkeren op een helling de versnellingspook in een lage versnelling te zetten (handgeschakelde transmissie) of de selectiehendel in stand P (automatische transmissie) te zetten.
B530A03A-AXT
OMC035017
LET OP:
Wanneer met ingetrapte parkeerrem gereden wordt, zullen de remblokken overmatig slijten. Ontgrendelen van de parkeerrem Trap het rempedaal in en trek de parkeerremhendel iets omhoog. Druk vervolgens de ontgrendelknop in en beweeg de parkeerremhendel naar beneden terwijl u de ontgrendelknop ingedrukt houdt.
!WAARSCHUWING:
Trek de handrem zo ver mogelijk aan als de auto wordt verlaten ofgeparkeerd; zet bovendien de automaat in de parkeerstand. Als de P-stand niet goed isingeschakeld en de handrem is aangetrokken, dan kan de auto gaan bewegen. Hierdoor kunnen u enandere gewond raken.
!

Page 102 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
92MOTORKAPONTGRENDELINGHOOGGEPLAATST (DERDE) REMLICHT
In aanvulling op de laaggeplaatste remlichten aan beide kanten van de auto, brandt ook het hooggeplaatsteremlicht in het midden van de achterruit wanneer de remmen worden gebruikt. B570A01MC-GXT
1. Trek aan de knop om de motorkap te ontgrendelen.
B550A01S-GXT
B550A01MCOMC025019
OMC025020
2. Maak de veiligheidshaak vrij en open de motorkap.
B550A01MC-1
4-deurs 3-deurs
B570A01MC
3. Trek de steunstang uit de motorkap.

Page 103 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
93
!
! WAARSCHUWING:
o Controleer altijd dat de motorkap goed vergrendeld is voordat wordt weggereden. Als de motorkap niet is vergrendeld, kan dit tot ongevallen leiden.
o De steunstang moet geheel in de opening in de motorkap wordengeplaatst als de motorruimtewordt gecontroleerd. Hierdoor wordt voorkomen dat de motorkap naar beneden valt enmogelijk verwondingen veroorzaakt.
o Niet rijden met de motorkap omhoog; het zicht wordt belemmerd en de motorkap kanomlaagvallen of beschadigd raken.
ONTGRENDELING KLEP VOOR TANKDOP
B560A01MC-AXT
De klep voor de tankdop kan vanuit
het interieur worden geopend door deze knop omhoog te trekken. N.B.:
Als dit in verband met ijsvorming
niet mogelijk is, tik dan voorzichtig op deze klep, zodat het ijs breekten de klep vrijkomt. Ga hierbij voorzichtig te werk. Indien nodig kan de naad tussen de klep en decarrosserie ook met een ontdooiingsmiddel worden ingespoten (gebruik geen antivriesvoor het koelsysteem).
OMC025017B570A02MC
4. Houd de motorkap open met de steunstang.
Vóór het sluiten van de motorkap moet de motorkapsteun in de klem worden gedrukt, om rammelen te voorkomen. Laat de motorkap zakkentot ongeveer 30 cm boven het slot en laat hem dan vallen. Zorg dat hij goed in het slot valt.
LET OP:
Zorg ervoor dat motorkapsteun islosgemaakt, voordat de motorkap wordt gesloten.

Page 104 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
94
!
B560A02MC WAARSCHUWING:
o Brandstofdampen zijn gevaarlijk. Zet vóór het tanken altijd de mo- tor af en blijf buiten bereik van open vuur of vonken. Voor hetvervangen van de tankdop is het raadziaam uitsluitend originele Hyundai vervangingsonderdelente gebruiken. Bij hoge temperaturen is het mogelijk dat een "sisgeluid" hoorbaar is. Ditis normaal en duidt niet op een storing.
o Brandstof is licht ontvlambaar en explosief. Neem bij het tanken de volgende richtlijnen in acht.Het niet opvolgen van deze richtlijnen kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel als gevolg vanbrand of een explosie.
- Kijk vóór het tanken altijd of
er een noodknop voor het afsluiten van de brandstof is bij de brandstofpomp. - Raak, voordat u de tankdop en
vulopening aanraakt, altijdeven een ander metalen deel aan de voorzijde van de auto aan, om brandgevaar alsgevolg van statische elektriciteit te voorkomen.
- Stap niet terug in de auto tijdens het tanken. Raak geenstof aan die statische elektriciteit kan produceren(polyester, satijn, nylon, enz.). Statische elektriciteit kan brandstofdampen doenontbranden, wat explosiegevaar oplevert.
Als u tijdens het tanken toch
terug in de auto moet stappen, raak ook dan even een metalendeel aan de voorzijde van de auto aan om eventuele statische elektriciteit kwijt te raken.
4-deurs
B560A02MC-1
3-deurs

Page 105 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
95
!
- Als u een jerrycan wilt vullen,
plaats deze dan op de grond. Een met statische elektriciteit geladen jerrycan kanbrandstofdampen doen ontbranden. Zodra u begint te tanken, dient u contact temaken met de auto tot het tanken is voltooid.
Gebruik alleen jerrycans die
geschikt zijn voor brandstof.
- Gebruik geen mobiele telefoon
in de buurt van eenbrandstofpomp. Elektrische stroom en/of elektronischestoring van mobiele telefoons kan brandstofdampen doen ontbranden. Als u toch moetbellen, doe dat dan niet in de buurt van een brandstofpomp. - Zet de motor uit vóór het
tanken. De elektrischeonderdelen van de motor kunnen vonken produceren diebrandstofdampen kunnen doen ontbranden. Zorg er altijd voor dat de motor UIT is vóór entijdens het tanken. Controleer na het tanken of de tankdop en het tankdopklepje goed dichtzijn voordat u de motor start.
- Gebruik geen open vuur bij
een tankstation. Gebruik GEEN lucifers of aansteker en ROOK NIET. Laat ook geen brandendesigaret achter in de auto terwijl u gaat tanken. Brandstof is licht ontvlambaar en explosief.
- Als er tijdens het tanken brand uitbreekt, verlaat danonmiddellijk de auto en brengde manager van het tankstation, de politie en de brandweer op de hoogte. Volg hunveiligheidsinstructies op.
ACHTERKLEP/ KOFFERDEKSEL
B540A01MC-GXT
WAARSCHUWING:
Het kofferdeksel of de achterklep moet bij een rijdende auto altijd geheel gesloten zijn. Als hetkofferdeksel/de achterklep geheel of iets geopend is, dan kunnen giftige uitlaatgassen het interieurbinnendringen, waardoor de inzittenden ernstig ziek kunnen worden of overlijden. Zie voor ex-tra waarschuwingen betreffende uitlaatgassen pagina 2-2.
OMC025010

Page 106 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
96
!WAARSCHUWING:
Het kofferdeksel moet bij een
rijdende auto altijd geheel gesloten zijn. Als het kofferdeksel geheel of iets geopend is, dan kunnen uitlaatgassen het interieur bereiken,waardoor de inzittenden ernstig ziek kunnen worden.
B540D01MC-GXT Kofferdekselontgrendeling
(4-deurs) (Indien gemonteerd) Trek om het kofferdeksel zonder sleutel te openen aan dekofferdekselontgrendeling.
OMC025011
Kofferdeksel (4-deurs)
o Het kofferdeksel kan worden
geopend door de sleutel rechtsom in het slot te verdraaien en vervolgens het deksel met de handte openen.
o Sluit het kofferdeksel door het
omlaag te plaatsen en vervolgens naar beneden te drukken, totdat het kofferdeksel wordt vergrendeld.Controleer de vergrendeling door het kofferdeksel omhoog te trekken.
Achterklep (3-deurs) De achterklep kan worden geopend door de sleutel rechtsom te verdraaien en vervolgens de handgreep naar u toe te trekken. Sluit de achterklepdoor deze stevig naar beneden te drukken, zodat het slot aangrijpt. Vergrendel de achterklep door desleutel linksom te verdraaien. Als de auto is voorzien van centrale portiervergrendeling, dan kan deachterklep zonder sleutel worden vergrendeld. Druk aan de voorzijde van de schakelaar voor de centraleportiervergrendeling nadat de achterklep is gesloten. Als de achterklep is geopend en de
voorzijde van de schakelaar voor de centrale portiervergrendeling wordt ingedrukt, dan wordt de achterklep vergrendeld als de achterklepvervolgens goed wordt gesloten. Sluit het kofferdeksel door het omlaag
te plaatsen en vervolgens naarbeneden te drukken, totdat het kofferdeksel wordt vergrendeld. Controleer de vergrendeling door hetkofferdeksel omhoog te trekken.

Page 107 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
97
!
HOEDENPLANK
B650A01A-GXT (3-deurs)BAGAGENET
B540D02O-AXT (Indien gemonteerd)
Sommige voorwerpen kunnen in het net in de bagageruimte worden opgeborgen.
B540D01MC
! LET OP:
Om beschadigingen aan de bagage
of de auto te voorkomen uiterste voorzichtigheid betrachten bij het vervoeren van breekbare of grote voorwerpen in de bagageruimte.
WAARSCHUWING:
Voorkom oogletsel. Rek het
bagagenet NIET te ver op. Houdhet gezicht uit het "terugveer"-bereik. Het bagagenet NIET gebruiken als het sporen van slijtage of beschadigingen vertoont.
B650A01MC
Leg geen voorwerpen op de hoedenplank. Dergelijke voorwerpenkunnen bij krachtig afremmen verwondingen tot gevolg hebben.1JBA3113 Gebruik het net op de vloer zodat de
voorwerpen op hun plaats blijven.
Type A
Type B

Page 108 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
98
Er bevinden zich kaarthouders en
make-up spiegels aan de achterzijde van de zonneklep aan de bestuurders- en aan de passagierszijde (Indien
gemonteerd). N.B.:
Aan de bovenzijde van de
zonneklep bevindt zich een sticker van het airbagsysteem (SRS) metnuttige informatie.ZONNEKLEPPEN
B580A02MC-GXT
B580A01MCB580A02MC
Uw Hyundai is uitgerust met zonnekleppen om zowel de bestuurderals de passagier van voren of van opzij schaduw te geven. Om schittering te verminderen of direct zonlicht buitente sluiten, de zonneklep naar beneden klappen.
!WAARSCHUWING:
o Zet de zonneklep in een zodanige stand dat het zicht op de weg, het verkeer of andereobjecten niet wordt verhinderd.
o Draai de zonneklep niet naar de zijruit als er voorwerpen aan de zonneklep zijn bevestigd, zoals de afstandsbediening van degaragedeur, pennen, luchtverfrissers of iets dergelijks. Deze voorwerpen kunnenverwondingen veroorzaken als de headbag wordt opgeblazen.

Page 109 of 250

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
99
B580C01JM-AXT Zonneklepverlenging (Indien gemonteerd) Uw auto is uitgerust met een
zonneklepverlenging, die kan worden gebruikt als de zonneklep tegen de zijruit is geklapt.
B580B01B-GXTVerlichte make-up spiegel (Indien gemonteerd) De spiegelverlichting gaat automatisch branden als de klep van de make- upspiegel wordt geopend.
OMC025100B580C01MC
STUURWIEL
D130200AFD Elektronische stuurbekrachtiging (Indien gemonteerd) De stuurbekrachtiging reduceert de benodigde stuurkracht door gebruik te maken van een elektromotor. Bij een niet-draaiende motor of bij een defectestuurbekrachtiging blijft de auto bestuurbaar, maar is de benodigde stuurkracht veel groter.De elektromotor die voor debekrachtiging zorgt, wordt geregelddoor een module die de elektromotor aanstuurt op basis van signalen over het stuurkoppel, de stand van hetstuurwiel en de rijsnelheid.Het verdraaien van het stuurwiel wordtzwaarder wanneer de rijsnelheidtoeneemt en lichter wanneer de snelheid afneemt. Hierdoor heeft u een betere controle over het stuurwiel.Indien u merkt dat onder normaleomstandigheden het sturen van deauto zwaarder gaat dan normaal, moet u de stuurbekrachtiging door een officiële HYUNDAI Erkend Reparateurlaten controleren.

Page 110 of 250

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
100CLAXON
B610A01S-GXT Om de claxon in werking te stellen
moet de afdekking op het stuurwiel worden ingedrukt.
OMC025046
!
STUURKOLOMVERSTELLING
SB520A1-FX Stuurkolom afstellen:
1. Druk de hefboom omlaag om de stuurkolom te ontgrendelen.
2. Zet de stuurkolom in de gewenste stand.
3. Trek de hefboom na het verstellen omhoog en let erop dat hij is vergrendeld.
WAARSCHUWING:
Stel de stuurkolom niet tijdens het
rijden af. U kunt de controle over de auto verliezen en een aanrijding veroorzaken.
OMC025045
N.B.: De volgende symptomen kunnen zich tijdens normaal gebruik voordoen:
o Het waarschuwingslampje EPS
brandt niet.
o Het draaien aan het stuurwiel gaat zwaarder nadat het contact in stand ON wordt gezet. Dat gebeurt EPS-systeem eenzelfdiagnose uitvoert. Als de zelfdiagnose voltooid is, gaat het draaien aan het stuur weer netzo licht als anders.
o Er kan een klikkend geluid
hoorbaar zijn van het EPS-relais na het in stand ON of LOCK zetten van het contact.
o Het geluid van de elektromotor is mogelijk hoorbaar als de autostilstaat of met lage snelheid rijdt.
o De benodigde stuurkracht kan plotseling toenemen als het EPS-systeem wordt uitgeschakeld om ernstige ongelukken tevoorkomen als er tijdens de zelfdiagnose een storing in het EPS-systeem ontdekt wordt.

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 250 next >