Hyundai Genesis Coupe 2011 Handleiding (in Dutch)

Page 281 of 377

Wat te doen in een noodgeval
16
6
SLEPEN
F080100ABH Slepen
Laat de auto bij voorkeur wegslepen door
een officiële HYUNDAI-dealer of een
erkend bergingsbedrijf. De juiste
procedures voor het slepen zijn
noodzakelijk om beschadigingen aan uw
auto te voorkomen. Wij bevelen het
gebruik van dollies aan. De auto mag gesleept worden met de
voorwielen op de grond (zonder dollies)
en de achterwielen van de grond. Als een
van de aangedreven wielen of dewielophanging beschadigd is of als de
auto wordt gesleept met de achterwielen
van de grond, plaats dan een dolly onder
de achterwielen. Als er geen dollies
worden gebruikt, moet de auto worden
gesleept met de achterwielen van de
grond.
OPMERKING
Sleep de auto nooit achteruit met
de voorwielen op de grond.
Hierdoor kan de auto beschadigd raken.
Sleep de auto nooit met een takelwagen. Gebruik alleen een
auto-ambulance of een bril.
OBK069017
A
B
C wielplatform
OBK069018
OBK069019

Page 282 of 377

617
Wat te doen in een noodgeval
Slepen in noodgevallen zonder dollies:
1. Zet het contact in stand ACC.
2. Zet de transmissie in stand N(neutraal).
3. Ontgrendel de parkeerrem.
F080200ABH
Afneembare trekhaak (achter)
(indien van toepassing)
1. Open de achterklep en verwijder hetsleepoog uit de gereedschapsset.
2. Verwijder het afdekkapje in de voor- of achterbumper door aan de onderzijde
van het afdekkapje te drukken. 3. Plaats het sleepoog door het rechtsom
te draaien totdat het volledig vastzit.
4. Verwijder het sleepoog na het gebruik en plaats het afdekkapje.
OPMERKING
Als de selectiehendel niet in stand
N wordt gezet, kan dit inwendigeschade in de transmissie tot gevolg hebben.
OBK069010
OBK069011
Voor
Achter

Page 283 of 377

Wat te doen in een noodgeval
18
6
F080300AFD
Slepen in een noodgeval
Laat de auto bij voorkeur wegslepen
door een officiële HYUNDAI-dealer of
een erkend bergingsbedrijf. Als dit niet mogelijk is, mag de auto
tijdelijk worden gesleept met een
sleepkabel of -ketting die aan het
sleepoog aan de voor-of achterzijde van
de auto is bevestigd. Wees voorzichtig bij
het slepen van de auto. Laat een ervarenbestuurder in de gesleepte auto achterom te sturen en de remmen te bedienen.
Op deze manier slepen mag alleen op
verharde wegen, over een korte afstand
en met lage snelheid. Bovendien moeten
de wielen, aandrijfassen, transmissie,
stuurinrichting en remmen in orde zijn.
Gebruik de sleepogen niet om een
andere auto weg te slepen die vastzit
in de modder of iets dergelijks waar hij
niet op eigen kracht uit kan komen.
Sleep geen auto’s die zwaarder zijn dan de auto waarmee wordt gesleept.
De bestuurders van beide auto’s dienen goed met elkaar te
communiceren. Controleer voor het slepen of de
sleepogen niet gebroken of op eenandere manier beschadigd zijn.
Bevestig de kabel of ketting goed aan de sleepogen.
Voorkom schokbewegingen tijdens het slepen. Sleep met een gelijkmatige
kracht.
Trek niet in de dwarsrichting of in verticale richting aan het sleepoog.Anders kan het sleepoog beschadigd
raken. Trek alleen in de lengterichting
van de auto.
OPMERKING
Bevestig een sleepkabel alleen
aan de sleepogen.
Als de sleepkabel aan een ander onderdeel van de auto wordtbevestigd, kan dit leiden totbeschadigingen.
Gebruik alleen een sleepkabel of - ketting die speciaal bedoeld isvoor het slepen van auto’s.Bevestig de kabel of ketting goedaan de sleepogen.
OBK069010
OBK069011
Voor
Achter

Page 284 of 377

619
Wat te doen in een noodgeval
Gebruik een sleepkabel van maximaal5 meter. Bevestig een rode doek in het midden.
Rijdt voorzichtig tijdens het slepen om te voorkomen dat de sleepkabel slap
komt te hangen. F080301ABH
Voorzorgsmaatregelen bij slepen in
een noodgeval
Zet het contact in stand ACC, zodat het stuurslot niet kan worden
ingeschakeld.
Zet de transmissie in stand N (neutraal).
Ontgrendel de parkeerrem.
Vanwege de verminderde remwerking, moet het rempedaal krachtiger worden bediend.
Het sturen gaat zwaarder omdat de stuurbekrachtiging niet werkt.
Tijdens een afdaling kunnen de remmen oververhit raken, waardoor de
remwerking afneemt. Stop in dat gevalregelmatig om de remmen af te laten
koelen.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij het slepen van de auto.
Probeer abrupt accelereren en remmen, alsmede vreemde
manoeuvres te voorkomen, zodatde sleepkabel of -ketting en de
sleepogen niet te zwaar worden
belast. Anders kunnen ze breken,
waardoor ernstig letsel of schadekan ontstaan.
Als er nauwelijks beweging in de auto zit, ga dan niet onnodig door
met slepen. Neem contact op met
een officiële HYUNDAI-dealer of
een deskundig bergingsbedrijf
voor hulp.
Sleep de auto onder een zo recht mogelijke hoek.
Blijf op veilige afstand van de auto tijdens het slepen.
OBK069020

Page 285 of 377

Wat te doen in een noodgeval
20
6
OPMERKING -
Automatische transmissie
Als de auto gesleept moet worden
met alle wielen op de grond, mag
hij alleen vooruit gesleeptworden. Controleer of detransmissie in de vrijstand staat. Zorg ervoor dat het stuurslot niet
geactiveerd is door het contact instand ACC te zetten. Laat een ervaren bestuurder in de
gesleepte auto achter om testuren en de remmen tebedienen.
Laat de auto niet met een snelheid hoger dan 15 km/h en
niet verder dan 1,5 km slepen, om ernstige schade aan deautomatische transmissie tevoorkomen.
Controleer voor het slepen het niveau van de automatische-transmissievloeistof. Vul vloeistofbij als het niveau onder deaanduiding HOT op de peilstok is.
Als u geen vloeistof hebt om bij tevullen, moet er een dolly wordengebruikt.

Page 286 of 377

7
Motorruimte / 7-2 Onderhoudswerkzaamheden / 7-4
Door de eigenaar uit te voeren onderhoudswerkzaamheden / 7-6
Onderhoudsschema / 7-8Uitleg bij onderhoudsschema / 7-15
Motorolie / 7-19Koelvloeistof / 7-21Rem- en (indien van toepassing) koppelingsvloeistof / 7-24
Stuurbekrachtigingsvloeistof / 7-25Automatische-transmissievloeistof / 7-26
Versnellingsbakolie / 7-26
Ruitensproeiervloeistof / 7-27
Parkeerrem / 7-27
Luchtfilter / 7-28
Interieurfilter / 7-29 Ruitenwisserbladen / 7-31 Accu / 7-34Banden en wielen / 7-37Zekeringen / 7-49Gloeilampen / 7-58
Onderhoud exterieur / 7-66
Emissieregelsysteem / 7-73
Onderhoud

Page 287 of 377

Onderhoud
2
7
MOTORRUIMTE
G010000AEN-EE
■■ 2,0 TCI
OBK019003
1. Minpool accu
2. Pluspool accu
3. Zekering- en relaiskast
4. Sproeierreservoir
5. Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof
6. Luchtfilter
7. Radiateurdop
8. Vuldop motorolie
9. Peilstok motorolie
10. Remvloeistofreservoir
11. Expansievat koelvloeistof

Page 288 of 377

73
Onderhoud
■■3,8L
OBK019004
1. Minpool accu
2. Pluspool accu
3. Zekering- en relaiskast
4. Sproeierreservoir
5. Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof
6. Luchtfilter
7. Radiateurdop
8. Vuldop motorolie
9. Peilstok motorolie
10. Remvloeistofreservoir
11. Expansievat koelvloeistof

Page 289 of 377

Onderhoud
4
7
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
G020000AEN
Neem bij het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden en
controles de grootst mogelijke
voorzichtigheid in acht om schade aanuw auto en/of persoonlijk letsel te
voorkomen.
Indien u niet zeker bent van de
handelswijze die voor het onderhoud of
de reparatie dient te worden gevolgd, is
het raadzaam de werkzaamheden te
laten verrichten door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Een officiële HYUNDAI-dealer heeft
getrainde technici in dienst, beschikt over
originele HYUNDAI-onderdelen en kandaardoor het juiste onderhoud aan uw
auto uitvoeren. Raadpleeg een officiële
HYUNDAI-dealer voor deskundig advies
en voor service van topkwaliteit.
Niet doelmatig, onvoldoende of
gebrekkig onderhoud kan problemen bij
het gebruik van uw auto veroorzaken,
wat kan leiden tot schade aan de auto,
een ongeval of persoonlijk letsel. G020100AEN
Verantwoordelijkheid van de
eigenaar
✽✽
AANWIJZING
Het laten uitvoeren van onderhoud en
de registratie daarvan zijn de
verantwoordelijkheid van de eigenaar.
U dient aan te kunnen tonen dat het juiste onderhoud aan uw auto is
uitgevoerd overeenkomstig de
voorgeschreven intervallen zoals
weergegeven op de volgende bladzijden.
U hebt deze informatie nodig om
aanspraak te kunnen maken op de door
HYUNDAI verstrekte garantie.
De garantievoorwaarden vindt u in het
garantieboekje.
Reparaties en afstellingen die nodig zijn
als gevolg van te weinig of verkeerd
onderhoud vallen niet onder de garantie.
Wij raden u aan de auto te laten onderhouden en repareren door een
officiële HYUNDAI-dealer. Een officiële
HYUNDAI-dealer voldoet aan de hoge
kwaliteitseisen van HYUNDAI en krijgt
technische ondersteuning van HYUNDAI
om ervoor te zorgen dat u tevreden bent
met de service. G020200AEN
Voorzorgsmaatregelen voor
onderhoud uitgevoerd door
eigenaar
Verkeerd of onvolledig onderhoud kan
problemen opleveren. In dit hoofdstuk
worden alleen aanwijzingen gegeven
voor werkzaamheden die eenvoudig uit
te voeren zijn. Zoals eerder uitgelegd in dit hoofdstuk
kunnen verschillende werkzaamheden
alleen door een officiële HYUNDAI-
dealer worden uitgevoerd die de
beschikking heeft over speciaal
gereedschap.
✽✽
AANWIJZING
Het verkeerde onderhoud door de
eigenaar tijdens de garantieperiode kanertoe leiden dat de garantie vervalt.
Lees voor details het bij de autogeleverde garantieboekje. Laat intwijfelgevallen het onderhoud altijd
uitvoeren door een officiële HYUNDAI-
dealer.

Page 290 of 377

75
Onderhoud
WAARSCHUWING-
Onderhoudswerkzaamheden
• Het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan
een auto kan gevaarlijk zijn. Bij
sommige onderhoudsprocedures
kunt u ernstig verwond raken.
Laat het werk uitvoeren door een
gekwalificeerde monteur
wanneer u niet over voldoende
kennis en ervaring of over het
juiste gereedschap beschikt.
Het is gevaarlijk werkzaamheden uit te voeren onder de motorkap
terwijl de motor draait. Het is nog
gevaarlijker wanneer u sieraden
of losse kleding draagt. Deze
kunnen verstrikt raken in de
draaiende onderdelen en letsel
veroorzaken. Zorg er daarom
voor dat u alle sieraden afdoet
(vooral ringen, armbanden,
horloges en halskettingen) en
losse kleding verwijdert voordatu bij een draaiende motor onder
de motorkap in de buurt van de
motor of de koelventilatoren
komt.

Page:   < prev 1-10 ... 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 ... 380 next >