Bandenspanning Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 55 of 566

H48
RRIIJJ DD EENN MM EETT EE EENN EE LLEE KK TTRR IISS CC HH EE AA UU TTOO (( VV EERR VV OO LLGG ))
Houd de bandenspanning altijd op
de voorgeschreven waarde.
Gebruik tijdens het rijden geen onnodige elektrische systemen.
Vervoer geen overbodige spullen in de bagageruimte.
Monteer geen onderdelen die de luchtweerstand vergroten.ECO Guide
De ECO Guide toont het
energieverbruik van de auto en de
laad/ontlaadstatus van het
regeneratieve remsysteem.
POWER :
Hier wordt het energieverbruik van de
auto weergegeven bij het heuvelop
rijden of accelereren. Hoe meer
elektrische energie er gebruikt wordt,hoe meer de meter aanwijst.
ECO :
Hier wordt het energieverbruik
weergegeven onder normale
rijomstandigheden.
Hier wordt de laadstatus van de
hoogspanningsbatterij weergegeven
als deze geladen wordt door het
regeneratieve remsysteem
(decelereren of heuvelaf rijden).
Hoe meer elektrische energie er
geladen wordt, hoe minder de meteraangeeft.
OAEQ046008

Page 79 of 566

2-3
Veiligheidssysteem van uw auto
Uw mobiele apparatuur ALLEEN tegebruiken als dit wettelijk is toegestaan en de omstandigheden
veilig gebruik mogelijk maken.
Verstuur tijdens het rijden NOOIT
een sms of een e-mail. In de meeste
landen is het versturen van een sms
tijdens het rijden wettelijk verboden.
In sommige landen is het gebruik
van een niet-handsfree-telefoon
door bestuurders eveneens
verboden.
Laat het gebruik van een mobiel apparaat u tijdens het rijden NOOIT
afleiden. U hebt een
verantwoordelijkheid ten opzichte
van uw passagiers en
medeweggebruikers om altijd veilig
te rijden, met uw handen aan hetstuur en uw ogen en aandacht
gericht op de weg.Pas uw snelheid aan
Een te hoge snelheid speelt een
belangrijke rol bij aanrijdingen
waarbij gewonden en doden vallen.
Over het algemeen is het zo dat hoe
hoger de snelheid is, hoe groter het
risico is, maar ernstig letsel kan ook
ontstaan bij lagere snelheden. Rijdnooit sneller dan gezien de
omstandigheden veilig is, ongeacht
de maximum toegestane snelheid ter
plaatse.
Houd uw auto in een veilige conditie
Een klapband of een mechanisch
defect kan een extreem gevaarlijke
situatie opleveren. Controleer, om de
kans op dergelijke problemen te
beperken, regelmatig de
bandenspanning en de conditie van de
banden en laat het periodiekonderhoud aan uw auto op de
voorgeschreven momenten uitvoeren.
2

Page 201 of 566

3-54
Handige voorzieningen in uw auto
Hoofdwaarschuwingslampje
Dit controlelampje gaat branden :
In het geval van een storing in debediening van een van de volgende systemen :
- Laag ruitensproeiervloeistofniveau(indien van toepassing)
- Storing in Blind Spot Detection (BSD) (indien van toepassing)
- Storing in Autonomous
Emergency Braking (AEB) (indien
van toepassing)
- Storing in Advanced Smart Cruise Control (indien van toepassing)
- Storing in bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) (indien van toepassing)
- Onderhoudsherinnering
Kijk op het LCD-display voor meer
informatie over de waarschuwing.
Waarschuwingslampje lage bandenspanning
(indien van toepassing)
Dit waarschuwingslampje gaat
branden :
Als de startknop in stand ON staat.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
Als de spanning van een of meer banden aanzienlijk te laag is.
Zie voor meer informatie
"Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)" in hoofdstuk 6.
Dit waarschuwingslampje blijft
branden nadat het ongeveer 60
seconden heeft geknipperd, of het
gaat herhaaldelijk knipperen met
intervallen van ongeveer 3
seconden:
In het geval van een storing in het TPMS.
In dat geval adviseren we u de
auto zo snel mogelijk te latencontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zie voor meer informatie
"Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)" in hoofdstuk 6.

Page 211 of 566

3-64
Handige voorzieningen in uw auto
Informatie
Als het waarschuwingslampje voor
een glad wegdek gaat branden tijdens
het rijden, moet u met meer aandacht
en veiliger rijden en te hoge
snelheden, snelle acceleratie,
plotseling remmen en plotselinge
stuurbewegingen vermijden.Lage spanning (indien van toepassing)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de
bandenspanning te laag is.
Aangegeven wordt in welke band de
spanning te laag is.
Zie voor meer informatie
"Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)" in hoofdstuk 6.
Schakel de FUSE SWITCH in
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de
zekeringschakelaar op de
zekeringkast onder het stuurwiel inde stand OFF staat.
Zet de zekeringschakelaar in stand ON.
Zie voor meer informatie
"Zekeringen" in hoofdstuk 7.
i
OLFH044149L
OAE046115L

Page 221 of 566

3-74
Handige voorzieningen in uw auto
ModiSymboolToelichting
TripcomputerDeze modus geeft rij-informatie zoals de dagteller, het brandstofverbruik, enz. weer.
Zie "Tripcomputer" in dit hoofdstuk voor meer informatie.
Turn-by-turn (TBT)(indien van
toepassing)
In deze modus wordt de status van het navigatiesysteem weergegeven.
Assistentie
In deze modus wordt de status van de Advanced Smart Cruise Control (SCC) en het Lane Keeping Assist-systeem (LKAS) weergegeven.
Zie "Advanced Smart Cruise Control (SCC)" en "Lane Keeping Assist-systeem
(LKAS)" in hoofdstuk 5 voor meer informatie.
In deze modus wordt informatie weergegeven met betrekking tot het bandenspanningscontrolesysteem (TPMS).
Zie "Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)" in hoofdstuk 6 voor meer
informatie.
GebruikersinstellingenVia deze modus kunt u instellingen met betrekking tot de portieren, verlichting, enz. wijzigen.
WaarschuwingDeze modus geeft waarschuwingsmeldingen met betrekking tot het Blind Spot
Detection-systeem, enz. weer.
LCD-modus
De gegeven informatie varieert afhankelijk van de functies die in uw auto beschikbaar zijn.

Page 223 of 566

3-76
Handige voorzieningen in uw auto
Turn By Turn-modus (TBT)
In deze modus wordt de status van
het navigatiesysteem weergegeven.
Assistentiemodus
SCC/LKAS
In deze modus wordt de status van
de Advanced Smart Cruise Control
(SCC) en het Lane Keeping Assist-
systeem (LKAS) weergegeven.
Zie "Advanced Smart Cruise
Control (SCC)" en "Lane KeepingAssist-systeem (LKAS)" in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Bandenspanning
In deze modus wordt informatie
weergegeven met betrekking tot hetbandenspanningscontrolesysteem(TPMS).
Zie "Bandenspanningscontrole
-
systeem (TPMS)" in hoofdstuk 6
voor meer informatie.
OAE046133OAEE046137
OAE066030L

Page 224 of 566

3-77
Handige voorzieningen in uw auto
3
Waarschuwingsmodus
Als een van de onderstaande situaties
zich voordoet, worden er in de
informatiemodus gedurende enkele
seconden waarschuwingsmeldingen
weergegeven.
- Laag ruitensproeiervloeistofniveau(indien van toepassing)
- Storing in Blind Spot Detection (BSD) (indien van toepassing)
- Storing in Autonomous Emergency Braking (AEB)
- Storing in Advanced Smart Cruise Control
- Storing in bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) (indien van toepassing)
Modus Gebruikersinstellingen
Via deze modus kunt u deinstellingen met betrekking tot het
instrumentenpaneel, de portieren,
de verlichting, enz. wijzigen.
1. Rijbegeleiding
2. Deur
3. Lichten
4. Geluid
5. Handig
6. Volgend onderh.
7. Overige Functies
8. Reset
De gegeven informatie varieert
afhankelijk van de functies die in uwauto beschikbaar zijn. 1. Rijbegeleiding (Driving Assist)
Rijstrook hulp
- LDW/Standaard LKA/Actief LKA
Instellen van de gevoeligheid van
het Lane Keeping Assist-systeem.
Zie "Lane Keeping Assist-
systeem" in hoofdstuk 5 voor
meer informatie.
SCC Reactie
- Traag/Normaal/Snel Instellen van de gevoeligheid van
de Smart Cruise Control.
Zie "Smart Cruise Control" in
hoofdstuk 5 voor meer informatie.

Page 228 of 566

3-81
Handige voorzieningen in uw auto
3
7. Overige Functies (OtherFeatures)
Hulpaccu laadfunctie+
Voor het activeren of deactiveren van
de Hulpaccu laadfunctie+-functie.
Indien geactiveerd wordt de
hoogspanningsbatterij gebruikt om
de 12V-accu geladen te houden.
Zie voor meer informatie "Hulpaccu laadfunctie+" in de
Handleiding hybrideauto.
Reset verbruik
- Uit : Het gemiddelde brandstofverbruik wordt niet automatisch gereset na het
tanken.
- Na het starten : Het gemiddelde brandstofverbruik wordt na het
starten automatisch gereset als er
4 uur verstreken zijn nadat de auto
uit gezet is.
- Na het laden : Het gemiddelde brandstofverbruik wordt na elke
keer laden automatisch gereset.
Zie "Tripcomputer" in dit
hoofdstuk voor meer informatie. Eenheid brandstofverbruik
Selecteren van de eenheid voor
brandstofverbruik (km/kWh,kWh/100 km, mi/kWh).
Temperatuur eenheid
Selecteren van de eenheid voor
temperatuur.
(°C,°F)
Bandenspanning eenheid
Selecteren van de eenheid voor bandenspanning.
(psi, kPa, bar)
Taal/Language
Selecteren van taal.
8. Reset
U kunt de menu's resetten in de
modus Gebruikersinstellingen. Alle
menu's in de modus
Gebruikersinstellingen zijn
geïnitialiseerd, behalve taal en
onderhoudsinterval.

Page 393 of 566

5-48
Rijden met uw auto
Gevallen waarbij het systeemniet mag worden gebruikt
Het controlelampje BSD in de
buitenspiegel werkt mogelijk niet
goed wanneer:
Het buitenspiegelhuis beschadigd is.
De spiegel bedekt is met vuil, sneeuw e.d.
De ruit bedekt is met vuil, sneeuw e.d.
De ruit getint is.
Beperkingen van het system
De bestuurder dient in onderstaande
situaties voorzichtig te zijn omdat hetsysteem onder bepaalde
omstandigheden andere voertuigen
of objecten mogelijk niet signaleert
De auto rijdt op een bochtige weg of door een tolpoort.
De sensor is bedekt met water, sneeuw, modder, enz.
De achterbumper waar de sensor is geplaatst, wordt bedekt door een
object, zoals een bumpersticker,
een bumperbeschermer, een
fietsendrager, enz.
De achterbumper is beschadigd of de sensor bevindt zich niet meer in
zijn oorspronkelijke positie.
De voertuighoogte is lager of hoger dan normaal door zware
lading in de bagageruimte, een
abnormale bandenspanning, enz.
De auto rijdt in slecht weer, zoals hevige regen of sneeuw. Er bevindt zich een vast voorwerp
in de buurt van de auto, zoals een
vangrail.
Als er met de auto gereden wordt in de buurt van gebieden met
metalen constructies, zoals bij
wegwerkzaamheden, spoorwegen,enz.
Er is een groot voertuig in de buurt, zoals een bus of vrachtwagen.
Er is een (motor)fiets in de buurt.
Er bevindt zich een platte aanhanger in de buurt.
Als uw auto gelijktijdig weggereden is met de auto naast u en geaccelereerd heeft.
Als het andere voertuig met zeer hoge snelheid passeert.
Tijdens het wisselen van rijstrook.
Tijdens het op- of afrijden van een steile weg waar de hoogte van de
rijstroken verschillend is.
Als het andere voertuig zeer dicht nadert.
Er hangt een aanhanger of fietsendrager achter de auto.

Page 442 of 566

5-97
Rijden met uw auto
5
Het Smart Cruise Control-systeem
werkt mogelijk tijdelijk niet door:
Elektrische interferentie
Een gewijzigde wielophanging
Verschillen in bandenslijtage ofbandenspanning
Het monteren van andere soorten banden
AANWIJZING
(Vervolg)
Let altijd op de geselecteerde snelheid en de afstand tot de
voorligger.
Let altijd goed op de
rijomstandigheden en regel
uw rijsnelheid, aangezien het
Smart Cruise Control-systeem
ingewikkelde rijsituaties
mogelijk niet herkent.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 40 next >