Bandenspanning Hyundai Ioniq Electric 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2017, Model line: Ioniq Electric, Model: Hyundai Ioniq Electric 2017Pages: 566, PDF Size: 44.45 MB
Page 453 of 566
Wat te doen in een noodgeval
Alarmknipperlichten...............................................6-2
Wat te doen in een noodgeval
tijdens het rijden ...................................................6-2Als de auto afslaat tijdens het rijden ..........................6-2
Als de auto afslaat op een kruising of splitsing .......6-2
Als u tijdens het rijden een lekke band krijgt ...........6-3
Als de auto niet gestart kan worden ..................6-3 Als de motor niet of langzaam ronddraait .................6-3
Starten met een hulpaccu ....................................6-4
Wanneer de auto oververhit raakt......................6-7
Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) .......6-8 Controleer bandenspanning............................................6-8
Bandenspanningscontrolesysteem ...............................6-9
Waarschuwingslampje lage bandenspanning...........6-10
Waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning en bandenspanning ........................6-10
Controlelampje storing TPMS
(bandenspanningscontrolesysteem) ...........................6-11 Een wiel verwisselen met TPMS .................................6-12 Als uw auto een lekke band heeft ....................6-14
Met Tire Mobility Kit (TMK) .........................................6-14
Slepen ....................................................................6-23 Bergingsbedrijf ................................................................6-23
Afneembaar sleepoog ....................................................6-24
Slepen in een noodgeval ...............................................6-25
6
Page 460 of 566
6-8
Wat te doen in een noodgeval
(1) Waarschuwingslampje lage
bandenspanning/controlelampje
storing TPMS
(2) W aarschuwingslampje positie
lage bandenspanning en
waarschuwingslampje lage
bandenspanning (weergegeven
op het LCD-display)
Controleer bandenspanning
(indien van toepassing)
U kunt de bandenspanning controleren in de assistentiemodus
op het instrumentenpaneel. Raadpleeg "LCD-modus" in hoofdstuk 3.
De bandenspanning wordt na enkele minuten rijden
weergegeven.
Als de bandenspanning bij stilstaande auto niet wordt
weergegeven, zal de melding
"Drive to display (Rijden om weer
te geven)" worden weergegeven.
Controleer na het rijden debandenspanning. De weergegeven waarden voor de
bandenspanning verschillen
mogelijk van de met eenbandenspanningsmeter gemeten
waarden.
U kunt de eenheid waarin de bandenspanning wordt
weergegeven wijzigen in de modus
Gebruikersinstellingen in het LCD-
display.
- psi, kPa, bar (Zie Modus
Gebruikersinstellingen inhoofdstuk 3).
BB AA NN DDEENN SSPP AA NN NNIINN GGSSCC OO NNTTRR OO LLEE SSYY SSTT EEEEMM (( TT PP MM SS)) (( IINN DDIIEE NN VV AA NN TT OO EEPP AA SSSSIINN GG))
OAEE066012
OAE046115L
OAE066030L
Page 461 of 566
6-9
Wat te doen in een noodgeval
6
Bandenspanningscontrolesyst eem
Controleer iedere maand bij koude
banden of de bandenspanning van
alle banden overeenkomt met de
aanbevolen spanning op het
voertuigplaatje of het
bandenspanningslabel. (Als de
bandenmaat van uw auto niet
overeenkomt met de bandenmaat op
het voertuigplaatje of hetbandenspanningslabel, dient u de
juiste spanning voor deze banden tebepalen.)Voor extra beveiliging is uw auto
uitgerust met eenbandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) dat ervoor zorgt dat een
waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
wanneer de bandenspanning vaneen of meerdere banden
aanmerkelijk te laag is. Wanneer het
waarschuwingslampje lage
bandenspanning brandt, dient u de
auto dus stil te zetten, de banden zo
snel mogelijk te controleren en ze op
de juiste spanning te brengen. Rijden
op banden waarvan de
bandenspanning te laag is, heeft
oververhitte en mogelijk
beschadigde banden tot gevolg.
Een te lage bandenspanning zorgt
ook voor een hoger
brandstofverbruik en een kortere
levensduur van het loopvlak en heeft
mogelijk een negatief effect op de
handling en de remkwaliteiten van
uw auto.
Het TPMS dient niet ter vervanging
van onderhoud van de banden te
worden gebruikt.Het is de verantwoordelijkheid vande bestuurder dat de banden op dejuiste spanning zijn, ook al is de
bandenspanning nog niet zo laag dat
het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden.
Uw auto is tevens uitgerust met een
controlelampje storing TPMS dat
aangeeft wanneer het systeem niet
goed werkt. Het controlelampje
storing TPMS is gecombineerd met
het waarschuwingslampje lage
bandenspanning. Wanneer het
systeem een storing signaleert,
knippert het waarschuwingslampje
gedurende ongeveer een minuut en
blijft het daarna continu branden.
Zolang de storing blijft bestaan, blijft
dit zo doorgaan, ook wanneer de
auto weer wordt gestart.
Wanneer het controlelampje storing
brandt, kan het systeem mogelijkniet naar behoren een te lagebandenspanning signaleren of
aangeven. Storingen in het TPMS
kunnen verschillende oorzaken
hebben, waaronder het plaatsen,
vervangen of wisselen van banden
of velgen waardoor het TPMS niet
goed werkt.
Een te hoge of een te lage
bandenspanning reduceert de
levensduur van de banden,
beïnvloedt de handling van de
auto in negatieve zin en kan tot
onverwachte bandproblemen
leiden, waardoor u de controle
over de auto kunt verliezen met
een ongeval tot gevolg.
WAARSCHUWING
Page 462 of 566
6-10
Wat te doen in een noodgeval
Controleer na het vervangen van een
of meerdere banden of velgen het
controlelampje storing TPMS om
ervoor te zorgen dat het TPMS ook
na het vervangen goed werkt.
In de volgende situaties dient u
het systeem te laten controleren
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
1. Het waarschuwingslampje lagebandenspanning/controlelampj
e storing TPMS gaat niet
gedurende 3 seconden brandennadat het contact in stand ON is
gezet.
2. Het controlelampje storing TPMS blijft branden nadat het
gedurende ongeveer 1 minuut
geknipperd heeft.
3. Het waarschuwingslampje positie lage bandenspanning
blijft branden.Waarschuwingslampje
lage bandenspanning
Waarschuwingslampje positie
lage bandenspanning enbandenspanning
When the tire pressure monitoring
system warning indicators are
illuminated and warning message
displayed on the cluster LCD display,
one or more of your tires is
significantly under-inflated. The Low
Tire Pressure Position Telltale willindicate which tire is significantly
under-inflated by illuminating thecorresponding position light. If either telltale illuminates,
immediately reduce your speed,
avoid hard cornering and anticipate
increased stopping distances. You
should stop and check your tires as
soon as possible. Inflate the tires tothe proper pressure as indicated on
the vehicle’s placard or tire inflation
pressure label located on the driver’sside center pillar outer panel.
If you cannot reach a service station
or if the tire cannot hold the newly
added air, replace the low pressure
tire with the spare tire.
The Low Tire Pressure Telltale will
remain on and the TPMS Malfunction
Indicator may blink for one minuteand then remain illuminated (when
the vehicle is driven approximately
20 minutes at speed above 25 km/h)
until you have the low pressure tire
repaired and replaced on the vehicle.
informatie
Het reservewiel is niet uitgerust met
een bandenspanningssensor.
i
AANWIJZING
OAE046115L
Page 463 of 566
6-11
Wat te doen in een noodgeval
6
Controlelampjestoring TPMS (bandenspanningsco
ntrolesysteem)
Het controlelampje storing TPMS
gaat branden nadat het ongeveer 1
minuut heeft geknipperd wanneer er
een probleem is met hetbandenspanningscontrolesysteem(TPMS).
Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
In het geval van een storing in het TPMS gaat het
waarschuwingslampje positie
lage bandenspanning, ook al is de
spanning van een band te laag,niet branden.
AANWIJZING
Mogelijk gaat het
waarschuwingslampje lagebandenspanning in de winter of
bij koud weer branden als debanden bij warm weer op de
aanbevolen spanning zijn
gebracht. Het betekent niet dat
uw TPMS defect is, omdat de
lagere temperatuur een
evenredig lagere
bandenspanning tot gevolgheeft.
Controleer de bandenspanning
en breng deze op de juiste
waarde wanneer u van een
warm gebied naar een koud
gebied of vice versa rijdt, of
wanneer de buitentemperatuuraanmerkelijk toe- of afneemt.
OPMERKING
Schade door lage bandenspanning
Een te lage bandenspanning
zorgt ervoor dat de auto
instabiel wordt en kan ervoor
zorgen dat u de controle overde auto verliest en dat de
remweg wordt verlengd. Doorrijden op banden met een
te lage spanning heeft
oververhitte en defecte banden
tot gevolg.
WAARSCHUWING
Page 464 of 566
6-12
Wat te doen in een noodgeval
Het controlelampje storing TPMS
zal mogelijk gaan branden nadat
het gedurende 1 minuut heeft
geknipperd als de auto zich in de
buurt bevindt van elektrische
kabels of zenders zoals in de
nabijheid van politiebureaus,
kantoren, zendstations, militaire
objecten, luchthavens of
zendmasten.
Daarnaast zal het controlelampje
storing TPMS mogelijk gaan
branden als er sneeuwkettingen
worden gebruikt of als er in de
auto bepaalde elektronische
apparatuur wordt gebruikt, zoals
een notebook, een lader, een
externe starthulp of een
navigatiesysteem. Dit kan de
normale werking van het TPMSstoren.
Een wiel verwisselen met TPMS
Bij een lekke band gaan de
waarschuwingslampjes lagebandenspanning en positie lage
bandenspanning branden. Laat de
lekke band zo snel mogelijk door een
officiële HYUNDAI-dealer repareren of
vervang de band door het reservewiel.
Als de oorspronkelijke band met een bandenspanningssensor eenmaal
weer op de voorgeschreven
spanning is gebracht en onder de
auto is gemonteerd, doven het
waarschuwingslampje lagebandenspanning en het
controlelampje storing TPMS na een
paar minuten rijden.Ga naar een officiële HYUNDAI- dealer als de lampjes na een paar
minuten niet doven.
Elk wiel is uitgerust met een bandenspanningssensor achter het
ventiel in het wiel. Gebruik wielen die
speciaal geschikt zijn voor TPMS. Wij
raden u aan uw banden altijd door
een officiële HYUNDAI-dealer te
laten nakijken. U kunt de bandenspanning niet beoordelen door alleen naar de
banden te kijken.
Gebruik altijd een
bandenspanningsmeter van een
goede kwaliteit om de
bandenspanning te meten. Een band
die warm is (door het rijden), heefteen hogere bandenspanning dan
een band die koud is.
Een koude band houdt in dat de auto gedurende 3 uur heeft stilgestaan ofniet meer dan 1,6 km heeft gereden
gedurende deze periode.
Laat de band afkoelen alvorens de
bandenspanning te meten. Zorg er
altijd voor dat de band koud is
alvorens deze op de aanbevolenspanning te brengen.
AANWIJZING
Gebruik nooit een niet door
HYUNDAI goedgekeurd
bandenreparatiemiddel om de
band met een te lage spanning
te repareren. Niet door
HYUNDAI goedgekeurde
bandenreparatievloeistof kande bandenspanningssensoren
beschadigen.
OPMERKING
Page 465 of 566
6-13
Wat te doen in een noodgeval
6
Het TPMS waarschuwt niet
voor ernstige en plotselinge
schade aan de banden
veroorzaakt door externe
factoren, zoals spijkers ofstraatvuil.
Als de auto instabiel aanvoelt,
haal dan onmiddellijk uw voet
van het gaspedaal, trap het
rempedaal licht in en breng
uw auto op een veilige plaatstot stilstand.
WAARSCHUWING
Het aanpassen, wijzigen of
uitschakelen van onderdelen
van het
bandenspanningscontrolesyste
em (TPMS) verhindert mogelijk
dat de bestuurder door het
systeem wordt gewaarschuwd
over een te lage
bandenspanning en/of storingen
in het TPMS. Door het
aanpassen, wijzigen of
uitschakelen van onderdelen
van het
bandenspanningscontrolesyste
em (TPMS) vervalt mogelijk de
garantie voor dat deel van deauto.
WAARSCHUWING
Breng geen wijzigingen aan
de auto aan; deze kunnen de
werking van het TPMShinderen.(Vervolg)
WAARSCHUWING
(Vervolg)
Universele wielen hebben
geen TPMS-sensor.
Voor uw veiligheid adviseren
we u vervangende onderdelen
te gebruiken die zijn geleverd
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Als u universele wielen onder
uw auto monteert, moet u
TPMS-sensoren gebruiken die
goedgekeurd zijn door een
HYUNDAI-dealer. Als uw auto
niet voorzien is van TPMS-
sensoren of als het TPMS niet
goed werkt, kunt u problemen
krijgen bij de APK.
❈
❈ Alle auto's die vanaf
onderstaande datum in
EUROPA op de markt verkocht
worden, moeten zijn voorzien
van TPMS.
- Nieuwe modellen:
1 november 2012 -
- Bestaande modellen: 1 november 2014 - (op basis
van voertuigregistratie)
Page 466 of 566
6-14
Wat te doen in een noodgeval
Met Tire Mobility Kit (TMK)
De Tire Mobility Kit bevindt zich
onder het opbergvak in de
bagageruimte.
Lees voor een veilige bediening de
instructies in deze handleiding voor
gebruik aandachtig door en volg ze
nauwgezet op. (1) Compressor
(2) Fles bandenreparatievloeistof
Met de Tire Mobility Kit kan de band
slechts tijdelijk worden gerepareerd.
Laat de band zo snel mogelijkcontroleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Introductie
Met de Tire Mobility Kit blijft u mobiel,
ook na een lekke band. Het systeem met compressor en
afdichtingsmiddel zorgt ervoor dat de
meest voorkomende lekken in een
personenautoband, veroorzaakt door
spijkers, enz. effectief gedicht kunnen
worden en dat de band na reparatie
weer op spanning kan worden
gebracht.
AALLSS UU WW AA UU TTOO EE EENN LL EE KK KKEE BB AA NN DD HH EEEEFFTT
OAEE066001 Als de auto meerdere lekke
banden heeft mag de Tire
Mobility Kit niet worden
gebruikt. De
bandenreparatievloeistof uit deTire Mobility Kit kan namelijk
maar voor één lekke band
worden gebruikt.
OPMERKING
Gebruik de Tire Mobility Kit niet
om een lek in de wang van de
band te repareren. Hierdoor kan
de band defect raken, waardoor
een ongeval zou kunnenontstaan.
WAARSCHUWING
Laat de band zo snel mogelijk
repareren. De bandenspanning
kan, nadat de band met de Tire
Mobility Kit is opgepompt, op
ieder moment wegvallen.
WAARSCHUWING
OAEE066002
Page 467 of 566
6-15
Wat te doen in een noodgeval
6
Zodra u er zeker van bent dat het lek
is verholpen, kunt u voorzichtig met
een maximumsnelheid van 80 km/h
verder rijden (maximaal 200 km) naar
een garagebedrijf ofbandenspecialist om de band te laten
vervangen.
In sommige gevallen, met name bij
grotere lekken of bij beschadigingen
in de wang van de band, kan het lek
mogelijk niet afdoende verholpen
worden. Een te lage bandenspanning heeft
een negatieve invloed op de
prestaties van de band.
Daarom moet u abrupte
stuurbewegingen of andere
manoeuvres vermijden, vooral als de
auto zwaar beladen is of als er een
aanhanger getrokken wordt.De Tire Mobility Kit is niet ontworpen
of bedoeld voor een permanente
reparatie van een band en mag maar
voor 1 band gebruikt worden.
Deze instructie laat u stap voor stap
zien hoe u op een eenvoudige en
betrouwbare manier een lekke bandkunt repareren. Lees het hoofdstuk "Aanwijzingen
voor het veilig gebruik van de TireMobility Kit".Aanwijzingen voor het veilig
gebruik van de Tire Mobility Kit
Breng uw auto tot stilstand langs de kant van de weg zodat u bij het
werken met de Tire Mobility Kit niet
gehinderd wordt door het
passerende verkeer.
Activeer altijd de parkeerrem, ook als de auto op een redelijk vlakke
ondergrond staat, zodat de auto
niet in beweging kan komen.
Gebruik de Tire Mobility Kit uitsluitend voor het repareren en
op spanning brengen van
personenautobanden. Alleen
lekken in het loopvlak van de band
kunnen met de Tire Mobility Kit
worden gerepareerd.
Gebruik de set niet voor het repareren van motorfietsbanden,
fietsbanden of andere soortenbanden.
Gebruik de bandenreparatieset in het belang van uw eigen veiligheid
niet wanneer het wiel en de velgbeschadigd zijn.
Page 468 of 566
6-16
Wat te doen in een noodgeval
De Tire Mobility Kit kan mogelijkniet effectief worden gebruikt
wanneer het lek groter is dan ca. 6mm. Neem contact op met de
dichtstbijzijnde HYUNDAI-dealer
wanneer het lek niet kan worden
verholpen met de Tire Mobility Kit.
Gebruik de Tire Mobility Kit niet wanneer de band ernstigbeschadigd is doordat er te lang is
gereden met een lekke band ofmet een te lage bandenspanning.
Verwijder het voorwerp dat het lek heeft veroorzaakt, zoals een
spijker of een schroef, niet uit deband.
Laat de auto aan als de auto in een niet-afgesloten ruimte staat.
Anders kan het gebruik van decompressor er uiteindelijk toe
leiden dat de accuspanning te verdaalt. Verlies de Tire Mobility Kit tijdens
het gebruik niet uit het oog.
Laat de compressor niet langer dan 10 minuten achter elkaar
draaien omdat hij anders
oververhit kan raken.
Gebruik de Tire Mobility Kit niet bij een buitentemperatuur lager dan -
30°C.