Hyundai Santa Fe 2009 Handleiding (in Dutch)
Page 191 of 293
2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
244WD INSCHAKELEN
C360A01O-GAT (met elektronisch geregelde vierwielaandrijving) (Indien gemonteerd) De instelling wordt geleidelijk
opgeheven wanneer de rijsnelheid boven de 30 km/h komt, en is volledig opgeheven vanaf een snelheid van 40 km/h. Omgekeerd wordt de instellingweer geactiveerd wanneer de snelheid weer daalt onder 40 km/h, en is deze weer volledig werkzaam wanneer desnelheid onder 30 km/h daalt. Om de 4WD-lock functie weer uit te
schakelen nogmaals de "4WD-lock"toets indrukken. Het "4WD-lock" controlelampje in het
instrumentenpaneel dooft.
!WAARSCHUWING:
o Voorkom hoge bochtsnelheden.
o Maak geen snelle stuurwielbewegingen, zoals plotseling van rijbaan veranderen of snelle scherpe bochten.
o Het gevaar voor kantelen neemt sterk toe als bij hoge snelheidde macht over het stuur verloren gaat.
o Bij een ongeval heeft een inzittende die geenveiligheidsgordel draagt meer kans op zeer ernstig letsel dan iemand die wel een veiligheidsgordel draagt.
o De macht over het stuur gaat vaak verloren als twee of meerwielen in de berm komen en debestuurder door te sterk terugsturen weer op de weg probeert te komen.
o Als de auto in de berm raakt, stuur dan niet scherp terug.Verminder in dat geval eerst snelheid voordat wordt geprobeerd op de weg terug testuren.
OCM059046L
De vierwielaandrijving verdeelt onder
normale rijomstandigheden de aandrijfkrachten automatisch. Om tijdens het rijden in het terrein of
andere situaties met weinig grip deaandrijfkrachten 50:50 te verdelen tussen de achterwielen en de voorwielen, kunt u de "4WD lock"-toets bedienen. Het "4WD lock"- controlelampje in het instrumentenpaneel gaat branden.
CM holl-2.p65 5/20/2008, 8:42 AM
24
Page 192 of 293
2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
25
!
OPMERKINGEN MET BETREKKING TOT DE REMMEN
ZC140A1-AX
WAARSCHUWING:
Plaats geen voorwerpen op de hoedenplank achter de achterbank. Bij een aanrijding of plotselingafremmen kunnen dergelijke voorwerpen naar voren schuiven waardoor de wagen wordtbeschadigd of inzittenden verwondingen kunnen oplopen.
o Controleer voor het wegrijden of de handrem is vrij gezet en de controlelamp voor de handrem niet brandt.
o Bij het rijden in de regen of door water en nadat de wagen is gewassen, kunnen de remmen natworden. Natte remmen zijn gevaarlijk! Natte remmen hebben een langere remweg tot gevolg ende wagen kan naar één kant trekken. Rij voorzichtig als u vermoedt dat de remmen nat zijn.Wanneer de wagen niet normaal remt, zijn de remmen waarschijnlijk nat en zal er meer druk op het rempedaal moeten wordenuitgeoefend of trekt de wagen bijhet remmen naar één kant. Druk, om de remmen te drogen, licht op het rempedaal totdat de wagen weernormaal remt. Heeft dit geen resultaat, zet de wagen dan zo snel mogelijk stil en bel uw Hyundaidealer voor assistentie.
o Plaats de versnellingshandel niet in neutraal als u bergafwaarts rijdt.Dit kan gevaarlijk zijn. Houd altijd een versnelling ingeschakeld, rem de wagen af en schakel vervolgensnaar een lagere versnelling zodat op de motor kan worden afgeremd.
o Laat uw voet niet op het rempedaal rusten. Dit kan gevaarlijk zijn doordat de remmen hierdoor te heetkunnen worden en niet meer optimaal functioneren.
o Als u een lekke band krijgt, druk dan licht op het rempedaal. Zodrau voldoende snelheid heeft verminderd en het zonder gevaarmogelijk is, rijd de wagen dan van de weg af en breng hem tot stilstand. Als uw wagen is uitgerustmet een automatische transmissie laat hem dan niet "kruipen".
OCM051047L
1)
2)
1) Door de 4WD-lock toets te bedienen in zwaar terrein, worden de aandrijfkrachten gelijkmatig verdeeld tussen de voor- enachterwielen.
2) 4WD-lock blijft actief onder een
snelheid van 40 km/h.Schakel de "4WD lock"-functie uitonder normale rijomstandigheden.
CM holl-2.p65 5/20/2008, 8:42 AM
25
Page 193 of 293
2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
26ECONOMISCH RIJDEN
o Laat uw voet niet op het rem-ofkoppelingpedaal rusten. Hierdoor kan het brandstofverbruik toenemen en neemt de slijtage aan deze componenten ook toe. Bovendien kan het remvoeringmateriaal te heet worden waardoor de remmen niet meeroptimaal functioneren.
o Houd de bandenspanning op de voorgeschreven waarde. Een te hoge of een te lage bandenspanning heeft onnodige bandenslijtage totgevolg. Controleer de bandenspanning tenminste éénmaal per maand.
o De wielen moeten goed zijn uitgelijnd. Het raken vanstoepranden of het te snel rijdenover een ongelijkmatig wegdek kan tot gevolg hebben dat de wielen niet meer correct zijn uitgelijnd. Ditkan o.a. een snellere bandenslijtage tot gevolg hebben evenals een hoger brandstofverbruik.
ZC150A1-AX Als u onderstaande richtlijnen opvolgt maakt u het meest economische gebruik van uw wagen mogelijk:
o Rijd gelijkmatig. Vermijd snel accelereren. Geef gelijkmatig gas tot de gewenste snelheid is bereikt en houd deze snelheid zoveelmogelijk constant. Vermijd snel accelereren tussen verkeerslichten. Pas uw snelheid aan de rest vanhet verkeer aan zodat u niet onnodig hoeft te schakelen. Vermijd zoveel mogelijk druk verkeer. Houd eenveilige afstand tot andere voertuigen zodat u niet onnodig hoeft te remmen. Hierdoor vermindert utevens slijtage aan het remsysteem.
o Vermijd hoge snelheden. Hoe
sneller u rijdt, hoe meer brandstofwordt verbruikt. Het rijden met gelijkmatige snelheden, vooral op autosnelwegen, is één van demeest effectieve manieren om het brandstofverbruik te verlagen.
Vermijd dit door uw voet op het rempedaal te houden wanneer dewagen tot stilstand is gekomen.
o Wees voorzichtig bij het parkeren
op een helling. Trek de handremaan en plaats de keuzehandel in stand "P" (automatische transmissie) of in de eerste ofachteruit versnelling (handgeschakelde versnellingsbak). Als u de wagen op een hellingparkeert, draai dan de voorwielen in een zodanige stand dat de wagen niet kan wegrollen. Leg zonodigblokken voor of achter de wielen.
o Een aangetrokken handrem kan vastvriezen. Deze kans is aanwezig wanneer zich sneeuw of ijs om of bij de achterremmen heeftopgehoopt of als de remmen nat zijn. Als u denkt dat deze kans aanwezig is, zet de wagen dantijdelijk op de handrem en zet de versnellingshandel in neutraal resp. bij automatische transmissie instand "P". Blokkeer de achterwielen zodat de wagen niet kan wegrollen. Zet daarna de handrem vrij.
CM holl-2.p65 5/20/2008, 8:42 AM
26
Page 194 of 293
2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
27
o Het is niet nodig de motor langdurig warm te laten draaien. Zodra de motor gelijkmatig draait kunt u wegrijden. Bij zeer koud weer is het aan te bevelen de motor eeniets langere periode te laten warm draaien.
o Rijd niet met een te laag of een te hoog motortoerental. Rijdt u telangzaam in een hoge versnelling, dan heeft dit tot gevolg dat demotor te zwaar wordt belast. Schakel tijdig een lagere versnelling in. Vermijd een te hoog toerentaldoor de aanbevolen schakelsnelheden aan te houden.
o Gebruik de airconditioning niet onnodig. De airconditioning wordt bediend door de motor waardoor bijgebruik van de airconditioning het brandstofverbruik toeneemt.
o Houd uw wagen in een goede
conditie. Onderhoud uw wagen voor een gunstig brandstofverbruik en lagere onderhoudskosten; zie het onderhoudsoverzicht in hoofdstuk5. Als uw wagen in zware omstandigheden wordt gebruikt, dan is frequenter onderhoud vereist (ziehoofdstuk 5 voor bijzonderheden).
o Houd uw wagen schoon. Voor een maximale levensduur moet uwHyundai schoon worden gehouden en vrij van corrosieve elementen. Laat geen modder, vuil, ijs etc.aankoeken op de onderzijde van de wagen. Dit extra gewicht kan een verhoogd brandstofverbruik entevens corrosie tot gevolg hebben.
o Vervoer geen onnodige bagage.
Extra gewicht heeft een hoger brandstofverbruik tot gevolg.
o Laat de motor niet langer stationair draaien dan nodig is. Zet de motorbij langere wachtperiodes af.BOCHTEN
ZC160A1-AX Vermijd remmen of schakelen in bochten, vooral op natte wegen. Dit voorkomt overmatige bandenslijtage.
CM holl-2.p65 5/20/2008, 8:42 AM
27
Page 195 of 293
2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
28
ZC170D1-AX Accu en accukabels controleren Controleer visueel de accu en de accukabels zoals beschreven in hoofdstuk 6. De staat van de accu kan worden gecontroleerd door uwHyundai dealer.
ZC170C1-AX Koelvloeistof Het koelsysteem van uw Hyundai is gevuld met ethyleenglycol. Gebruik geen andere koelvloeistof aangezienethyleenglycol corrosie van het koelsysteem tegengaat, uw waterpomp smeert en bevriezingvoorkomt. Het systeem moet worden bijgevuld overeenkomstig het onderhoudsoverzicht in hoofdstuk 5.Laat voor de winter de koelvloeistof controleren m.b.t. het vriespunt.
ZC170B1-AXRijden in sneeuw of op ijs Voor het rijden in diepe sneeuw kan
het nodig zijn sneeuwbanden of sneeuwkettingen te gebruiken. Alssneeuwbanden nodig zijn moet worden gekozen voor dezelfde maat en type als de originele fabrieksbanden. Alsdit advies niet wordt opgevolgd kan dat een nadelige invloed op de veiligheid en het rijgedrag tot gevolghebben. Hoge snelheden, snel accelereren, krachtig afremmen en scherpe bochten moeten wordenvermeden. Maak tijdens het afremmen zoveel mogelijk gebruik van het remvermogen van de motor. Remmenop sneeuw of ijs heeft tot gevolg dat uw wagen in een slip raakt. Houd voldoende afstand ten opzichte vanuw voorliggers. Druk het rempedaal gelijkmatig in.
N.B.: Sneeuwkettingen zijn niet altijd
wettelijk toegestaan. Raadpleeg de geldende wettelijke bepalingen voor het monteren van sneeuwkettingen.RIJDEN ONDER WINTERSE OMSTANDIGHEDEN
ZC170A1-AX Strenge, winterse omstandigheden hebben een grotere slijtage en andere problemen tot gevolg. Volg deonderstaande richtlijnen op om de winter probleemloos door te komen.
CM holl-2.p65 5/20/2008, 8:42 AM
28
Page 196 of 293
2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
29
ZC170E1-AX Gebruik zonodig "winterolie" Voor sommige klimaten is het aan te
bevelen bij koud weer een "winterolie" met lagere viscositeit te gebruiken.Zie hoofdstuk 9 voor de aanbevolen oliesoorten. Raadpleeg in geval van twijfel uw Hyundai dealer.
ZC170F1-AX Bougies en ontstekingssysteem controleren Controleer de bougies zoals beschreven in hoofdstuk 6 en vervangze zonodig. Controleer tevens de bedrading en de componenten van het ontstekingssysteem. Vervangbeschadigde onderdelen. ZC170G1-AX Sloten tegen bevriezing
beschermen
Om het bevriezen van de sloten te
voorkomen zijn speciale producten bijuw dealer verkrijgbaar. Ook als een slot bevroren is, kan dit metdoeltreffende middelen worden ontdooid. Soms is het mogelijk een bevroren slot te ontdooien door desleutel te verwarmen.
N.B.: Het temperatuurgebied waarin de
sleutel voor de startblokkering kan worden gebruikt, bedraagt -40°C tot80°C. Als de sleutel van de startblokkering tot boven 80 °C wordt verwarmd om een bevrorenslot te openen, kan de transponder in de sleutelkop worden beschadigd. ZC170H1-AX Gebruik antivries in het ruitensproeierreservoir Om te voorkomen dat het water in het sproeierreservoir bevriest, moet een daarvoor bestaande toevoeging wordengebruikt. Volg hierbij de gebruiksaanwijzing strikt op. Antivries voor het ruitensproeierreservoir is bijalle Hyundai dealers verkrijgbaar. Gebruik geen antivries voor het koelsysteem of een ander soort antivriesaangezien dit de lak kan aantasten. ZC170I1-AX Voorkom bevriezing van de handrem Onder sommige omstandigheden kan een aangetrokken handrem bevriezen.Bijvoorbeeld bij een opeenhoping van sneeuw of ijs rond of bij de achterremmen of als de remmen natzijn. Als de kans op bevriezing bestaat, trek de handrem dan tijdelijk aan, zet de versnellingshandel in de eerste ofachteruit versnelling of de keuzehandel in stand "P". Blokkeer de achterwielen zodat de wagen niet weg kan rollen.Zet hierna de handrem vrij.
CM holl-2.p65
5/20/2008, 8:42 AM
29
Page 197 of 293
2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
30
ZC170J2-AX Voorkom opeenhoping van sneeuw en ijs aan de onderzijdevan de wagen. Onder sommige weersomstandigheden kunnen sneeuw-en ijsklompen onder de spatschermen de besturing bemoeilijken. Controleer bij strengewinterse omstandigheden regelmatig de onderzijde van uw wagen of de voorwielen vrij kunnen bewegen en decomponenten van de stuurinrichting niet worden geblokkeerd. ZC170K1-AX Nooduitrusting Zorg, afhankelijk van de weersomstandigheden, voor een geschikte nooduitrusting. Dit zijn o.a. sneeuwkettingen, een sleepkabelzaklantaarn, zand, een schep, hulpstartkabels, een ijskrabber, handschoenen, een deken etc.HET RIJDEN MET HOGE SNELHEDENHET GEBRUIK VAN DE VERLICHTING
ZC190A1-AX Controleer de verlichting regelmatig
en houd de lampglazen schoon. Bij slecht zicht overdag is het aan tebevelen het dimlicht in te schakelen. Hierdoor ziet u niet alleen beter, maar wordt u ook beter gezien.
ZC180A1-AX Controles voor het begin van de rit
1. Banden: Houd de bandenspanning voor het rijden met hoge snelheden aan. Een te lage bandenspanning heeftoververhitting en mogelijke defecten tot gevolg. N.B.: De voorgeschreven bandenspann- ing mag niet worden overschreden.
2. Brandstof, koelvloeistof en motorolie.:
Bij het rijden met hoge snelhedenwordt 1,5 maal zoveel brandstofverbruikt. Vergeet niet het koelvloeistof-en het motoroliepeil te controleren.
3. V-riem: Een niet goed afgestelde of eenbeschadigde V-riem kan oververhittingvan de motor tot gevolg hebben.
CM holl-2.p65 5/20/2008, 8:42 AM
30
Page 198 of 293
2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
31
YC200C4-AX Remsysteem aanhangwagen Als uw aanhanger voorzien is van
een remsysteem, dan moet deze voldoen aan de wettelijke voorschriften. Zorg ervoor dat het opde juiste manier is gemonteerd en dat het goed werkt. LET OP:
o Sluit nooit het remsysteem van de aanhanger rechtstreeks aan op het remsysteem van dewagen.
o Bij bet rijden met een aanhanger op een steile helling (meer dan 6%) moet worden gelet op de koelvloeistoftemperatuurmeter.Mocht de naald van de meter zich voorbij "H" (HOT) bewegen, dan moet zo snel mogelijkworden gestopt. Laat de motor vervolgens stationair draaien tot hij is afgekoeld.
!
LET OP:
Rijd gedurende de eerste 2000 km niet met een aanhanger zodat demotor goed kan inlopen. Als deze raadgeving niet ter harte wordt genomen kan ernstige schadeontstaan aan de motor of transmissie.
! YC200B2-AX Trekhaken Kies een trekhaak die geschikt is
voor de aanhanger die getrokken moet worden. De gemonteerde trekhaakmoet de kogeldruk gelijkmatig overbrengen op het chassis van de wagen.
De trekhaak moet stevig worden
aangebracht door een hiervoorbevoegd bedrijf. GEBRUIK GEENTREKHAAK VOOR TIJDELIJKE MONTAGE EN GEBRUIK NOOIT EEN TREKHAAK DIE ALLEEN AANDE BUMPER IS GEMONTEERD.
RIJDEN MET EEN AANHANGER OF SLEPEN
YC200A1-FX Raadpleeg de wettelijke voorschriften indien u van plan bent te gaan rijdenmet een aanhanger. Aangezien de wettelijke voorschriften voor wat betreft het rijden met een aanhangerverschillen van land tot land is het raadzaam om uw Hyundai dealer te vragen naar de mogelijkheden. N.B.: Als met een aanhanger wordt gereden moeten tengevolge van deextra belasting de onderhoudswerkzaamheden met kortere tussenpozen wordenuitgevoerd. Zie hoofdstuk "Onderhoudsvoorschriften" bij "Onderhoud onder zwarebedrijfsomstandigheden" op bladzijde 5-7.
CM holl-2.p65
5/20/2008, 8:42 AM
31
Page 199 of 293
2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
32
Kogeldruk Totaal
aanhangergewicht
C190E01L
C190E02CM-AXT Maximum aanhangergewicht
De kogeldruk kan gewijzigd worden door het gewicht in de aanhanger teverdelen. Controleer de verdeling van het gewicht door het totale gewicht en de kogeldruk te meten. N.B.:
1. Zorg ervoor dat zich nooit meer gewicht in het achterste deel van de aanhanger bevindt dan in het voorste deel. Ca. 60% van hetgewicht moet zich in het voorste deel van de aanhanger bevinden, de overige 40% in het achterstedeel. 2. Het totale voertuiggewicht met
aangekoppelde aanhanger maghet toegestane totaalgewicht (GVWR) niet overschrijden. Dit totaalgewicht is te vinden op hetidentificatieplaatje (zie blz. 8-2). Het totaalgewicht bestaat uit de gewichten van de wagen,bestuurder, passagiers en bagage, lading, trekhaak, kogeldruk en eventueleaccessoires. C190E02L
Totaal asgewicht
Totaal
autogewicht
YC200D2-AX Veiligheidskabel Wanneer de verbinding tussen de trekhaak en de aanhanger verbroken mocht worden, kunnen gevaarlijkesituaties ontstaan voor het verkeer. De aanhanger kan zelfs van de rijbaan geraken. Om deze gevaarlijke situatieste voorkomen is een veiligheidskabel tussen de wagen en de aanhanger verplicht.
CM holl-2.p65
5/20/2008, 8:42 AM
32
Page 200 of 293
2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
33
!
3. De voor-en achterasbelastingen
mogen de toegestane asbelastingen (GAWR) niet overschrijden. De toegestane asbelastingen zijn te vinden ophet identificatieplaatje (zie blz. 8- 2). Het is mogelijk dat het totaalgewicht beneden detoegestane waarde blijft maar dat de asbelasting wordt overschreden. Onjuiste beladingvan de aanhanger en/of teveel gewicht in de bagageruimte kan de achteras te zwaar belasten.Verplaats in dit geval de belading en controleer de asbelasting opnieuw.
4. De maximum toelaatbare verticale belasting op de trekhaakbedraagt ;Benzinemotor : 80kg Dieselmotor
- Handgeschakeld : 88kg
- Automatisch : 80kg kg
LET OP:
De volgende specificaties worden
aanbevolen bij het rijden met aanhanger. Het gewicht van de beladen aanhanger mag deonderstaande waarde om veiligheidsredenen niet overschrijden.
!
OCM052029L
Bevestigingspunt
5. Maximum toelaatbare overbouw van trekhaak : 1103 mm. Motor
Benzine Benzine M/T*
A/T*
Diesel Aanhangwagen
2000 22002000
750
Max. aanhangergewicht
Geremd Omgeremd (with ABS) Kogeldruk
808880 30
M/T*A/T*
Diesel
WAARSCHUWING:
Het onjuist beladen van de aanhanger en de wagen kan het rijgedrag en het remvermogennadelig beïnvloeden. Hierdoor kunnen ongevallen ontstaan die tot ernstige verwondingen kunnenleiden.
M/T* :
Handgeschakeld
A/T* : Automatisch
CM holl-2.p65 5/20/2008, 8:42 AM
33