Hyundai Santa Fe 2009 Handleiding (in Dutch)
Page 61 of 293
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
51
Zij-airbag sensor
Uw Hyundai heeft in elke voorstoel een zij-airbag. Deze airbag heeft tot taak om de bestuurder en/ofvoorpassagiers extra bescherming te geven naast de werking van alleen de veiligheidsgordel. De zij-airbags zijnontworpen om in werking te treden bij een aanrijding van opzij, afhankelijk van de ernst van de aanrijding, dehoek, de snelheid en het aanrijdingspunt. De airbags zijn niet ontworpen om bij alle aanrijdingen vanopzij in werking te treden.
B990B01MC-AXT Zij-airbag (Indien gemonteerd)
OCM052212L
OCM052211LBelangrijke veiligheidsmaatregelen betreffende het zij-airbag systeem
Onderstaande opmerkingen over de veiligheid van het systeem moeten altijd in acht worden genomen om dekans op verwondingen tijdens een ongeval zo klein mogelijk te maken.
o Plaats geen kinderzitje waarin
het kind vooruit kijkt op de voorpassagiersstoel, ook al isuw auto voorzien van een AAN/ UIT-schakelaar voor de passagiersairbag. Een dergelijkkinderzitje mag nooit op de voorstoel worden geplaatst. Kinderen die te groot zijn omgebruik te maken van een kinderzitje moeten altijd op de achterbank plaatsnemen engebruik maken van de beschikbare heup- of 3- puntsgordels. Aan kinderenwordt tijdens een ongeval de meeste veiligheid geboden als ze zich in een goedgekeurdeveiligheidsvoorziening op de achterbank bevinden.
o Schakel onmiddellijk de passagiersairbag in, zodra het niet meer nodig is dat de airbagis uitgeschakeld.
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
51
Page 62 of 293
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
52
!
OCM052213
o Breng geen extra stoelhoezen
aan.
o Door het gebruik van stoelhoezen wordt het effect van het systeem beperkt.
o Monteer geen accessoires aan de zijkant of bij de zij-airbag.
o Gebruik geen grote krachten aan de zijkant van de stoel.
o Breng geen objecten aan over de airbag of tussen de airbag enuzelf.
o Plaats geen objecten (paraplu, tas enz.) tussen het voorportieren de voorstoel. Dergelijkeobjecten kunnen gevaarlijke projectielen worden of extra verwondingen veroorzaken als dezij-airbag in werking treedt.
o Om ongewild in werking treden van de zij-airbag en daardoor verwondingen te voorkomen, moeten schokken tegen debotsingssensor voor de zij-airbag bij aangezet contact worden voorkomen. B990C01CM-GXT Gordijnairbag (Indien aanwezig) De gordijnairbags bevinden zich langs
beide dakstijlen boven de voor- en achterportieren. Ze dienen voor de bescherming van
het hoofd van de voorpassagiers ende passagiers op de beide buitenste zitplaatsen achterin bij aanrijdingen van opzij.
De gordijnairbags zijn zodanig
ontworpen dat ze alleen worden geactiveerd bij aanrijdingen van opzij met een bepaalde sterkte, onder eenbepaalde hoek en met een bepaalde snelheid. Gordijnairbag
WAARSCHUWING:
o De zij-airbags vormen een aanvulling op de driepuntsveiligheidsgordels van de bestuurder en de voorpassagier,maar vervangt deze niet. Daarom moet de veiligheidsgordel altijd worden gedragen als u in deauto zit. De zij-airbags worden alleen geactiveerd bij bepaalde botsingen aan de zijkant dieernstig genoeg zijn om letsel te veroorzaken.
o Voor de beste bescherming van het zij-airbagsysteem en om verwondingen bij het in werkingtreden van de zij-airbag te voorkomen, moeten de beide inzittenden van de voorstoelenrechtop zitten met de veiligheidsgordel correct vastgegespt. De handen van debestuurder moeten in de standen 9:00 en 3:00 uur op het stuurwiel worden gehouden. De armen enhanden van de voorpassagiers moeten in de schoot worden gehouden.
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
52
Page 63 of 293
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
53
!
De gordijnairbags zijn niet ontworpen om in alle aanrijdingssituaties vanopzij, aan voor- en achterzijde of bij het over de kop slaan te worden geactiveerd.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften voor
headbag-systemen
Onderstaande opmerkingen over de veiligheid van het systeem moeten altijd in acht worden genomen om dekans op verwondingen tijdens een ongeval zo klein mogelijk te maken. o Zorg ervoor dat de opening voor
de headbag nooit wordt geblokkeerd, zodat de headbagzonodig op de juiste wijze kan worden opgeblazen.
o De ingebouwde kledinghaken mogen alleen gebruikt worden voor lichte kledingstukken. Zorgervoor dat in de zakken geen zware of scherpe voorwerpen aanwezig zijn. Hang geen kledingaan hangertjes op aan de kledinghaken.
o De ruimte tussen de inzittende en de headbag mag nooit wordeningenomen door kinderen, een andere passagier of huisdieren.Inzittenden mogen nooit uit het raam leunen en er mogen geen lichaamsdelen uit het raamsteken als de motor draait.
o Draai de zonneklep niet naar de zijruit als er voorwerpen aan de zonneklep zijn bevestigd, zoals de afstandsbediening van degaragedeur, pennen, luchtverfrissers of iets dergelijks. Deze voorwerpen kunnenverwondingen veroorzaken als de headbag wordt opgeblazen. o Als jaloezieën op de
achterportieren zijn gemonteerd, dan mogen deze op geen enkelewijze in de weg zitten of de werking van de airbag belemmeren.
o Plaats geen accessoires of
kinderspeelgoed in het gebiedwaarin de headbags worden opgeblazen. Dit kan de werking van de headbag negatiefbeïnvloeden of delen kunnen het interieur ingeschoten worden, waardoor de inzittenden gewondkunnen raken als de headbag wordt opgeblazen.
o Om de headbag in goede conditie te houden, moeten allereparatiewerkzaamheden, het verwijderen en monteren van deheadbag en de bijbehorende componenten (zoals hemelbekleding of zij-afwerking)door een Hyundai dealer worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING:
o Zie voor de juiste installatie van een veiligheidssysteem voor kinderen "Veiligheidssysteemvoor kinderen" voor een maximalebescherming van de inzittenden.
o Zorg ervoor dat van de inzittende geen lichaamsdelen (hoofd, armen en benen) zich buiten het bereik van het airbagsysteembevinden. Als een zichopblazende airbag een klein kindaan het hoofd raakt, dan kan diternstige verwondingen tot gevolg hebben.
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
53
Page 64 of 293
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
54
o Het stootvlak kan worden
gereinigd met een zachte, droge doek of een doek die vochtig is gemaakt met water zonder enige toevoeging. Oplosmiddelen ofreinigingsmiddelen kunnen een negatief effect hebben op het stootvlak van het stuurwielalsmede op de goede werking van systeem.
o Er mogen geen voorwerpen over of bij de airbageenheden op hetstuurwiel, het instrumentenpaneel of de afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde worden geplaatst, omdat een dergelijkvoorwerp letsel kan veroorzaken bij een aanrijding die ernstig genoeg is om de airbags inwerking te laten treden.
o Als de airbag in werking is getreden, moet deze worden vervangen door een officiële Hyundai dealer.
!WAARSCHUWING:
o Als wijzigingen worden uitgevoerd aan de diverse componenten en de bedrading van het airbagsysteem, inclusief het aanbrengen van voorwerpenop het stootvlak van het stuurwiel of wijzigingen worden uitgevoerd aan het stuurwiel, kan de werkingvan het airbagsysteem worden beïnvloed en persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
1JBH3051L
B240C01JM-GXT Onderhoud van het airbagsysteem Het airbagsysteem is praktisch
onderhoudsvrij; het is niet toegestaan zelf werkzaamheden eraan uit tevoeren. Als de SRS SRI (Service Reminder Indicator) niet gaat branden of continu blijft branden, laat de autodan door een Hyundai dealer controleren.
Alle werkzaamheden aan het
airbagsysteem, zoals het verwijderen,aanbrengen, repareren of werkzaamheden aan het stuurwielmoeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde Hyundai monteur. Onvakkundig uitgevoerdewerkzaamheden aan het airbagsysteem kunnen ernstig persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
54
Page 65 of 293
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
55
o Aan de diverse componenten en
aan de bedrading van het airbagsysteem mogen geen werkzaamheden worden uitgevoerd, terwijl deze ook nietmogen worden losgemaakt. Als dit wel gebeurt, kan dit persoonlijk letsel tot gevolghebben omdat de airbag abusievelijk in werking kan treden of niet in werking kantreden.
o Op de rechter voorstoel mag
geen veiligheidssysteem voorkinderen worden gemonteerd. Op de voorstoel mag nooit een kinderstoeltje worden geplaatst.Het kind kan letsel oplopen alsde airbag bij een aanrijding wordtgeactiveerd. o Als componenten van het
airbagsysteem tot schrootworden verwerkt, of als de wagen tot schroot wordt verwerkt, moeten bepaaldeveiligheidsvoorschriften worden opgevolgd. Uw Hyundai dealer is met dezeveiligheidsvoorschriften bekend en kan u de noodzakelijke informatie verstrekken. Als dezevoorschriften en procedures niet worden opgevolgd, kan dit persoonlijk letsel tot gevolghebben.
o Bij verkoop van de wagen moet de nieuwe eigenaar van dezebelangrijke informatie op de hoogte worden gebracht en moet deze handleiding in de wagenachterblijven als deze aan de nieuwe eigenaar wordt overhandigd. o De bumper of delen van de
bumper alleen vervangen doororiginele Hyundai-onderdelen. Anders kan dit de werking van het SRS-systeem negatiefbeïnvloeden en tot letsel leiden.
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
55
Page 66 of 293
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
56INSTRUMENTENPANEEL EN CONTROLELAMPEN
B260A01CM-GXT Benzinemotor
OCM029202L
CM holl-1a(~59).p655/20/2008, 8:38 AM
56
Page 67 of 293
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
57
1. Waarschuwingslamp laag ruitensproeiervloeistofniveau
2. Controlelamp elektronische motorregeling (MIL)
3. Display niet goed gesloten portieren/achterklep (Indien gemonteerd)
4. Controlelamp limited slip differentieel
(Indien gemonteerd)
5. Waarschuwingslamp 4-Wielaandrijving
(Indien gemonteerd)
6. Kilometertotaalteller/Dagteller/
Boordcomputer (Indien gemonteerd)
7. Benzinemeter
8. Controlelamp benzinereserve
9. Gordel-waarschuwingslamp (Bestuurders-en
passagiersstoel voor) (Indien gemonteerd)(Bestuurder)
10. Controlelamp remsysteem/aangetrokken handrem
11. Controlelamp laadstroom
12. Koelvloeistoftemperatuurmeter
13. Controlelamp oliedruk 14. Airbag systeem
15. "Passagiersairbag OFF"-lamp (Indien gemonteerd)
16. Controlelamp geopende achterklep
17. Controlelamp niet goed gesloten portieren
18. Controlelamp automatische snelheidsregeling
(Indien gemonteerd)
19. Controlelamp grootlicht
20. Indicator ingeschakelde cruise controle (Indien gemonteerd)
21. Controlelamp automatische snelheidsregeling (Indien gemonteerd)
22. Controlelamp ABS systeem
23. Controlelamp richtingaanwijzers
24. Snelheidsmeter
25. Controlelampen elektonisch stabiliteitsprogramma (Indien gemonteerd)
26. Controlelamp startbeveiliging
27. Toerenteller
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
57
Page 68 of 293
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
58
B260B01CM-GXT Dieselmotor
OCM029201L
CM holl-1a(~59).p655/20/2008, 8:38 AM
58
Page 69 of 293
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
59
1. Waarschuwingslamp laag ruitensproeiervloeistofniveau
2. Controlelamp elektronische motorregeling (MIL)
3. Waarschuwingslamp Oliepeil
4. Display niet goed gesloten portieren/achterklep (Indien gemonteerd)
5. Waarschuwingslamp 4-Wielaandrijving (Indien gemonteerd)
6. Controlelamp limited slip differentieel (Indien gemonteerd)
7. Kilometertotaalteller/Dagteller/ Boordcomputer (Indien gemonteerd)
8. Benzinemeter
9. Controlelamp benzinereserve
10. Gordel-waarschuwingslamp (Bestuurders-en passagiersstoel voor) (Indien gemonteerd) (Bestuurder)
11. Controlelamp remsysteem/aangetrokken handrem
12. Controlelamp laadstroom
13. Koelvloeistoftemperatuurmeter
14. Controlelamp oliedruk 15. Airbag systeem
16. "Passagiersairbag OFF"-lamp (Indien gemonteerd)
17. Controlelamp geopende achterklep
18. Controlelamp niet goed gesloten portieren
19. Waarschuwingslamp water in brandstoffilter
20. Controlelamp automatische snelheidsregeling
(Indien gemonteerd)
21. Controlelamp voorgloeien
22. Controlelamp grootlicht
23. Indicator ingeschakelde cruise controle (Indien gemonteerd)
24. Controlelamp automatische snelheidsregeling (Indien gemonteerd)
25. Controlelamp ABS systeem
26. Controlelamp richtingaanwijzers
27. Snelheidsmeter
28. Controlelampen elektonisch stabiliteitsprogramma (Indien gemonteerd)
29. Controlelamp startbeveiliging
30. Toerenteller
CM holl-1a(~59).p65 5/20/2008, 8:38 AM
59
Page 70 of 293
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
60
!
INDICATOR EN WAARSCHUWINGSLAMP
ZB110G1-AX Controlelamp richtingaanwijzers
Als de richtingaanwijzers worden ingeschakeld gaat deze groene controlelamp knipperen. Als de lamp wel brandt, maar niet knippert, snellerknippert dan normaal of niet brandt, geeft dit een storing in de richtingaanwijzerinstallatie aan.
B260P02Y-GXT Controlelamp ABS
Als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, zal de controlelamp voor het ABS gaan branden en na enkele secondendoven. Als de controlelamp blijft branden, gaat branden tijdens het rijden of niet gaat branden als decontactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, betekent dit dat er een stor- ing in het ABS systeem is opgetreden.
Laat uw auto in dit geval zo snel mogelijk door een HYUNDAI dealercontroleren. Het normale remsysteem blijft echter werken, maar zonder de assistentie van het ABS systeem.
SB210J1-FX Controlelamp grootlicht
Deze controlelamp gaat branden zodra
het grootlicht wordt ingeschakeld of als een lichtsignaal wordt gegeven.
WAARSCHUWING:
Als de waarschuwingslampen voor
ABS SRI en handrem/remvloeistofpeil beide blijvenbranden met het contactslot in de stand "ON", of tijdens het rijden gaan branden, betekent dit dat ermogelijk een storing is in het EBD Systeem (elektronische remkrachtverdeling).
Indien dit het geval is moet sterk
afremmen worden voorkomen enmoet de auto zo snel mogelijk dooruw HYUNDAI dealer worden gecontroleerd.
B265C01LZ-AXT Controlelampen elektronisch stabiliteitsprogramma(Indien gemonteerd)
De controlelampen van het
elektronisch stabiliteitsprogramma treden in werking afhankelijk van de stand van de contactsleutel en of hetsysteem is ingeschakeld of niet. Ze gaan branden als het contact wordt
aangezet, maar moeten na drie seconden doven. Indien de controlelampen van het ESP of ESP-OFF blijven branden, ga dan naar een geautoriseerde Hyundai dealer en laat het systeem controleren. Zie hoofdstuk2 voor meer informatie over het ESP.
CM holl-1b(~143).p65 5/21/2008, 11:54 AM
60