Hyundai Santa Fe 2010 Handleiding (in Dutch)

Page 121 of 409

Kenmerken van uw auto
48
4
✽✽
AANWIJZING
 Als de auto niet op een horizontaal vlak staat of als de accupolen
losgenomen zijn, kan het gebeuren dat
de functie ACTIERADIUS niet goed
werkt.
Indien er minder dan 6 liter brandstof
getankt wordt, wordt dat niet door de
boordcomputer geregistreerd.
 Het brandstofverbruik en de
actieradius zijn sterk afhankelijk van
de rijomstandigheden, de rijstijl van
de bestuurder en de staat van de auto.
 De actieradius is een schatting van de
afstand die met de auto gereden kan
worden. Deze waarde kan afwijken
van de werkelijke afstand.
Gemiddelde snelheid (km/h of MPH)
(indien van toepassing)
In deze stand wordt de gemiddelde
snelheid berekend sinds de laatste keer
dat de gemiddelde snelheid gereset werd.
Zolang de motor draait, blijft de
gemiddelde snelheid doorlopen, ook alsde auto stilstaat.
Door de RESET-toets langer dan 1 s
ingedrukt te houden als het scherm met
de gemiddelde snelheid wordt
weergegeven, wordt de gemiddelde
snelheid teruggezet naar nul (---). Buitenthermometer (indien van toepassing)
Deze stand geeft de buitentemperatuur aan.
De thermometer loopt van -40°C tot 75°C (-40°F tot 167°F).
Om de eenheid waarin de temperatuur
wordt weergegeven te wijzigen (°C

°F),
moet de toets RESET gedurende meer
dan 5 seconde in deze stand worden
ingedrukt.
OCM040067L
Type A
Type B
OCM040067E
Type C
OXM040069
Type A
OCM040226L
Type B

Page 122 of 409

449
Kenmerken van uw auto
Stand ECO ON/OFF
(indien van toepassing)
U kunt in deze stand het controlelampje
ECO in-/uitschakelen in het
instrumentenpaneel. Als u in de stand ECO ON gedurende ten minste 1 seconde op de toets RESET
drukt, wordt ECO OFF op het scherm
weergegeven en dooft het
controlelampje ECO tijdens het rijden.
Als u het controlelampje ECO weer wilt
weergeven, druk dan gedurende tenminste 1 seconde op de toets RESET in
de stand ECO OFF. Vervolgens wordt
ECO ON op het scherm weergegeven.
Wanneer u in de stand ECO korter dan 1
seconde op de toets TRIP drukt, wordt
de functie gewijzigd naar dagteller.D150300AFD
Waarschuwings- en
controlelampjes
De waarschuwingslampjes kunnen
worden gecontroleerd door het contact in
stand ON te zetten (start de motor niet).
Ieder lampje dat niet gaat branden, moet
worden gecontroleerd door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur. Controleer nadat de motor aanslaat of
alle waarschuwingslampjes uit zijn.
Eventuele lampjes die nog branden,
kunnen op een storing duiden. Het
waarschuwingslampje van het
remsysteem moet uitgaan zodra de
parkeerrem vrij is. Het
waarschuwingslampje laag
brandstofniveau blijft branden als er nog
maar weinig brandstof in de tank zit.
D150301ACM
Controlelampje ECO
(indien van toepassing)
Het controlelampje ECO is een systeem
dat u informeert over zuinig rijden.
Het wordt weergegeven als u zuinig rijdt
om u te helpen het brandstofverbruik te
verlagen.
Het controlelampje ECO (groen) gaat branden wanneer u zuinig rijdt in de
stand ECO ON. Als u niet wilt dat het
controlelampje wordt weergegeven,
kunt u de stand ECO OFF inschakelen
door op de toets RESET te drukken. Zie
de vorige pagina voor informatie over de
bediening van de stand ECO ON/OFF.
Het brandstofverbruik kan worden beïnvloed door de rijgewoonten van de
bestuurder en de toestand van de weg.
Het controlelampje werkt niet bij omstandigheden die niet voldoen aan
zuinig rijden, zoals P (parkeren), N
(neutraal), R (achteruit) of Sportstand.
OCM040070
Type A
Type B
ECO

Page 123 of 409

Kenmerken van uw auto
50
4
D150302AFD
Waarschuwingslampje
AIRBAG
(indien van toepassing)
Dit lampje zal ongeveer 6 seconden
gaan knipperen iedere keer dat het
contact in stand ON wordt gezet.
Dit lampje zal ook gaan branden als het
aanvullend veiligheidssysteem niet goed
werkt. Als het waarschuwingslampje AIR
BAG niet gaat branden of als het ook blijft
branden als er na het in stand ON zetten
van het contact 6 seconden verstreken
zijn of de motor gestart is, of als het gaat
branden tijdens het rijden, laat dan het
aanvullend veiligheidssysteem
controleren door een officiële HYUNDAI
Erkend Reparateur. D150335AFD
Controlelampje airbag
voorpassagier UIT
(indien van toepassing)
Het controlelampje airbag voorpassagier
UIT brandt gedurende ongeveer 4 s nadat
het contact in stand ON is gezet.
Het controlelampje airbag voorpassagier
UIT zal ook gaan branden als de AAN/UIT-
schakelaar voor de airbag in de stand UIT
staat en zal uitgaan als de AAN/UIT-
schakelaar in de stand AAN wordt gezet.
OPMERKING
Als er een defect optreedt in deAAN/UIT-schakelaar zal hetcontrolelampje airbag voorpassagier
UIT niet branden en zal deairbagmodule de airbag voor de voorpassagier bij een frontaleaanrijding activeren, ook al staat de
schakelaar voor het AAN/UIT-schakelen van de airbag in de standUIT.
Laat in dat geval de AAN/UIT-schakelaar voor de airbag en het
airbagsysteem zo spoedig mogelijk controleren door een officiëleHYUNDAI Erkend Reparateur.
WARNING
Blijf tijdens het rijden niet
voortdurend naar het controlelampje
kijken. Het leidt u af tijdens het rijden,
met mogelijk een aanrijding met
ernstig letsel tot gevolg.

Page 124 of 409

451
Kenmerken van uw auto
D150303AFD
WaarschuwingslampjeABS
(indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden als het contact
in stand ON wordt gezet en gaat na
ongeveer 3 s uit als het systeem in orde
is.
Als het waarschuwingslampje ABS blijft
branden, gaat branden tijdens het rijden
of niet gaat branden als het contact in
stand ON wordt gezet, is er een storing in
het ABS aanwezig.
Laat in dat geval uw auto zo snel mogelijk controleren door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur. Het
normale remsysteem werkt in dat geval
nog wel maar het antiblokkeersysteemniet. Waarschuwingslampje EBD
Als tijdens het rijden twee
waarschuwingslampjes
gelijktijdig gaan branden, zit
er een probleem in het ABS-en EBD-systeem.
In dat geval werken het
antiblokkeersysteem en het
remsysteem misschien niet normaal.
Laat de auto zo snel mogelijk controleren
door een officiële HYUNDAI Erkend
Reparateur.
D150304ACM
Waarschuwingssysteem
voor de veiligheidsgordels (indien van toepassing)
Als herinnering voor bestuurder gaat
telkens als het contact
in stand ON wordt gezet het
waarschuwingslampje van de
veiligheidsgordels gedurende 6
seconden knipperen of branden.
Zie voor meer informatie
Veiligheidsgordels in hoofdstuk 3.
Richtingaanwijzers
De knipperende groene pijlen geven aan
aan welke kant van de auto de
richtingaanwijzers knipperen. Als de pijl
gaat branden maar niet knippert, sneller
knippert dan normaal of helemaal niet
gaat branden, is er een defect in het
richtingaanwijzersysteem aanwezig.
Neem voor reparatie contact op met uw
dealer. Dit controlelampje gaat ook knipperen
wanneer de schakelaar voor de
alarmknipperlichten ingedrukt wordt.
WAARSCHUWING
Als zowel het
waarschuwingslampje ABS als het
waarschuwingslampje remsysteem
brandt en blijft branden, zal hetremsysteem niet normaal werken.
Er kan dus een onverwachte en
gevaarlijke situatie ontstaan bij
plotseling remmen. Vermijd in dit
geval hard rijden en plotseling
remmen. Laat uw auto zo snel
mogelijk controleren door een
officiële HYUNDAI Erkend
Reparateur.

Page 125 of 409

Kenmerken van uw auto
52
4
D150306AUN
Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje gaat branden als het
grootlicht wordt ingeschakeld of een
lichtsignaal wordt gegeven.
Controlelampje lichten aan
(indien van toepassing)
Het lampje gaat branden wanneer de
achterlichten of koplampen branden. D150307AFD
Oliedruklampje
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de
oliedruk van de motor laag is.
Als het waarschuwingslampje tijdens het
rijden gaat branden:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de weg
en breng de auto tot stilstand.
2. Controleer het motoroliepeil wanneer de motor uit is. Vul indien nodig olie bij
wanneer het peil laag is.
Neem contact op met een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur als het
waarschuwingslampje na het bijvullen blijft
branden of als er geen olie beschikbaar is.
OPMERKING
Als het oliedruklampje blijft branden terwijl de motor draait, kan
er ernstige motorschade ontstaan. Het oliedruklampje gaat brandenals de oliedruk te laag is. Onder normale omstandigheden moet het
lampje gaan branden als het contact in stand ON gezet wordt enmoet het uit gaan als de motor
gestart is. Als het oliedruklampjeblijft branden terwijl de motor draait, is er sprake van een ernstigdefect.
Breng in dat geval de auto zo snelmogelijk op een veilige plaats tot stilstand, zet de motor uit encontroleer het motoroliepeil. Vul indien nodig olie bij tot het juiste
niveau en start de motor. Zet de motor direct weer uit als het lampjeblijft branden. Als het oliedruklampje blijft branden terwijl
de motor draait mag er niet verder met de auto worden gereden zolangde motor nog niet door een officiële HYUNDAI Erkend Reparateur
gecontroleerd is.
OPMERKING
Als de motor niet direct uit wordt gezet nadat het oliedruklampje isgaan branden, kan er ernstige
motorschade ontstaan.

Page 126 of 409

453
Kenmerken van uw auto
D150350ACM
Waarschuwingslampjemotoroliepeil (dieselmotor,
indien van toepassing)
Het waarschuwingslampje motoroliepeil
gaat branden wanneer het motoroliepeil
moet worden gecontroleerd.
Controleer als het lampje gaat branden
het motoroliepeil zo snel mogelijk en vulindien nodig motorolie bij.
Giet de aanbevolen olie voorzichtig in
een trechter. (Hoeveelheid olie:
ongeveer 0,6 ~ 1,0 l)
Gebruik alleen de voorgeschreven
motorolie. (Zie "Aanbevolen
smeermiddelen en hoeveelheden" inhoofdstuk 8.)
Vul niet te veel motorolie bij, zorg dat het
oliepeil niet boven het merkteken F op de
peilstok komt.
✽✽ AANWIJZING
 Als u na het bijvullen van de motorolie ongeveer 50 km rijdt, gaat
het waarschuwingslampje uit.
 Zet het contact binnen 10 seconden 3 keer aan en uit, het
waarschuwingslampje gaat dan
onmiddellijk uit. Wanneer u echter
het waarschuwingslampje uit zet
zonder motorolie bij te vullen, gaat
het lampje weer branden nadat u
ongeveer 50 km hebt gereden.D150308AFD
Waarschuwingslampje
remsysteem
Waarschuwing ingeschakelde parkeerrem
Dit lampje gaat branden wanneer het
contact in stand START of ON wordt
gezet en de parkeerrem ingeschakeld is.
Zodra de parkeerrem niet langer meer is
aangetrokken en de motor draait, moethet lampje UIT zijn.
Waarschuwing laag remvloeistofniveau
Als het waarschuwingslampje blijft
branden, kan dit duiden op een laag
remvloeistofpeil in het reservoir.
Handel als volgt wanneer het
waarschuwingslampje blijft branden:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
2. Schakel de motor uit en controleer het remvloeistofpeil direct. Vul indien
nodig remvloeistof bij. Controleer alle
onderdelen van het remsysteem op
lekkage.
3. Rijd niet met de auto als het waarschuwingslampje aan blijft of als
de remmen niet goed werken. Laat de
auto naar een officiële HYUNDAI
Erkend Reparateur transporteren omhet remsysteem te laten controleren
en zonodig te laten repareren.
OPMERKING
Als het lampje blijft branden nadat
u motorolie hebt bijgevuld en
ongeveer 50 km hebt gereden,breng uw auto dan naar dedichtstbijzijnde, officiële HYUNDAI-dealer en laat het systeem nakijken.
Zelfs als het lampje niet gaatbranden als de motor is gestart,moet de motorolie regelmatigworden gecontroleerd en bijgevuld.

Page 127 of 409

Kenmerken van uw auto
54
4
Uw auto is uitgerust met een diagonaal
gescheiden remsysteem. Dat betekent
dat als er in een van de remcircuits een
probleem optreedt, u de auto met het
overgebleven remcircuit tot stilstand kunt
brengen. Als er een van de remcircuits is
uitgevallen, wordt de slag van het
rempedaal groter en moet er meer druk
op het rempedaal worden uitgeoefendom de auto tot stilstand te brengen.
Verder zal in dat geval de remweg
toenemen. Schakel bij een defect in het
remsysteem terug om sterker op demotor af te kunnen remmen en breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand.
Controleer of het waarschuwingslampje
van het remsysteem in orde is en brandtals het contact in stand ON staat. D150331AFDControlelampje TPMS
(controlesysteem lage andenspanning)
(indien van toepassing)
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning
Waarschuwingslampje positie
lage bandenspanning
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat gedurende 3
seconden branden nadat het contact in
stand ON is gezet.
De waarschuwingslampjes lage bandenspanning en positie lage
bandenspanning gaan branden als de
spanning van een of meer banden
aanzienlijk te laag is.
Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden nadat het
ongeveer 1 minuut heeft geknipperd
wanneer er een probleem aanwezig is inhet controlesysteem lage bandenspanning.
Laat in dat geval het systeem zo snel mogelijk controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zie voor meer informatie TPMS in hoofdstuk 6.
WAARSCHUWING
- Veilig stoppen
Het TPMS waarschuwt niet voor ernstige en plotselinge schade
aan de banden veroorzaakt door
externe factoren.
Als de auto instabiel aanvoelt, haal dan onmiddellijk uw voet
van het gaspedaal, trap het
rempedaal licht in en breng uw
auto op een veilige plaats totstilstand.
WAARSCHUWING - Te
lage bandenspanning
Een te lage bandenspanning zorgt
ervoor dat de auto instabiel wordt
en kan ervoor zorgen dat u de
controle over de auto verliest en
dat de remweg wordt verlengd. Doorrijden op banden met een te
lage spanning heeft oververhitte en
defecte banden tot gevolg.
WAARSCHUWING
Rijden met een auto waarvan het
waarschuwingslampje brandt, is
gevaarlijk. Laat het remsysteem
direct controleren en repareren
door een officiële HYUNDAI ErkendReparateur als het
waarschuwingslampje remsysteem
blijft branden.

Page 128 of 409

455
Kenmerken van uw auto
D150312ACM
Schakelstand-indicator (indien vantoepassing)
In het display wordt weergegeven welke
van de stand van de selectiehendel
geselecteerd is.
(P, R, N, D en sportstand)
Schakelstandindicator
handgeschakeldetransmissie (indien van toepassing)
Dit controlelampje geeft aan in welke
versnelling u het beste kunt rijden om
brandstof te besparen.
Bijvoorbeeld
: Geeft aan dat opschakelen naar de 3eversnelling wenselijk is.
(De selectiehendel staat in de 2e
versnelling.)
: Geeft aan dat terugschakelen naar de 3e versnelling wenselijk is.
(De selectiehendel staat in de 4e
versnelling.)
✽✽ AANWIJZING
Wanneer het systeem niet correct
functioneert, wordt er geen pijl omhoog,
pijl omlaag of geselecteerde versnelling
weergegeven.
D150313AFD
Waarschuwingslampje laadsysteem
Dit waarschuwingslampje duidt op een
storing in de dynamo of in hetlaadsysteem.
Handel als volgt als het lampje gaat
branden tijdens het rijden:
1. Rijd naar de dichtstbijzijnde veilige locatie.
2. Schakel de motor uit en controleer of de dynamoriem onvoldoende
spanning heeft of gebroken is.
3. Als de dynamoriem in orde is, bevindt het probleem zich in het laadsysteem.
Laat de auto zo snel mogelijk
repareren door een officiële HYUNDAI
Erkend Reparateur.

Page 129 of 409

Kenmerken van uw auto
56
4
Waarschuwingslampje
open portier
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als een portier niet goed gesloten is (in
alle standen van het contact).
Waarschuwingslampjeopen achterklep
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als de achterklep niet goed gesloten is
(in alle standen van het contact).
Controlelampjestartblokkeersysteem
(indien van toepassing)
Zonder Smart Key-systeem
Dit lampje gaat branden als de sleutel in
het contact gestoken wordt en naar
stand ON wordt gedraaid.
Op dat moment kunt u de motor starten. Het lampje dooft nadat de motor isaangeslagen. Laat het systeem controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer wanneer hetlampje gaat knipperen als het contact instand ON staat en de motor nog niet is
gestart. Met Smart Key-systeem
Als een van de volgende situaties zich
voordoet bij uitvoeringen met de Smart
Key, gaat het controlelampje van het
startblokkeersysteem branden, knipperenof uit.
Wanneer de Smart Key zich in de auto
bevindt, als de toets ENGINE START/
STOP in stand ACC of ON staat, zal
het lampje ongeveer 30 seconden
branden om aan te geven dat u de
motor kunt starten. Wanneer de Smart
Key zich echter niet in de auto bevindt,
knippert het lampje een paarseconden als u op de toets ENGINE
START/STOP drukt, om aan te geven
dat u de motor niet kunt starten.
Laat het systeem nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer als hetcontrolelampje slechts 2 seconden
brandt en daarna uitgaat wanneer u de
toets ENGINE START/STOP in de stand
ON zet en de Smart Key zich in de auto
bevindt.
Wanneer de accu bijna leeg is, en als de toets ENGINE START/STOP wordt
ingedrukt, knippert het lampje en kunt u
de motor niet starten. U kunt de motor
echter wel starten door de Smart Key in
de Smart Key-houder te plaatsen. Als er
een storing zit in onderdelen van het
Smart Key-systeem, knippert het
controlelampje. D150318ACM
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat
de brandstoftank bijna leeg is. Als dit
lampje gaat branden, moet u zo spoedig
mogelijk tanken. Doorrijden met een
brandend waarschuwingslampje voor
een laag brandstofniveau of een lager
brandstofniveau dan "E" op de
brandstofmeter, kan leiden tot overslaan
van de motor en beschadiging van de
katalysator.
D150319AUN
Controlelampje laag niveauruitensproeiervloeistof (indien van toepassing)
Dit controlelampje geeft aan dat het
sproeierreservoir bijna leeg is. Vul zo snel
mogelijk ruitensproeiervloeistof bij.

Page 130 of 409

457
Kenmerken van uw auto
D150320ACM
Controlelampjemotormanagement (MIL)
Dit controlelampje maakt deel uit van het
motorregelsysteem dat verschillende
onderdelen van het emissieregelsysteem
in de gaten houdt. Als dit lampje tijdens
het rijden gaat branden, geeft het aan dat
een mogelijk probleem gesignaleerd is inde emissieregelsystemen.
Dit lampje gaat ook branden als het
contact in stand ON wordt gezet en gaateen paar seconden nadat de motor
gestart is weer uit. Laat uw auto door de
dichtstbijzijnde officiële HYUNDAI
Erkend Reparateur controleren als het
lampje tijdens het rijden gaat branden of
als het niet gaat branden als het contact
in stand ON wordt gezet.
Over het algemeen kunt u, als dit lampje
gaat branden, nog wel verder rijden met
uw auto maar moet u het systeem zosnel mogelijk door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur latencontroleren.
OPMERKING - Dieselmotor
Wanneer het storingslampje gaat
knipperen, ga dan gedurende een
bepaalde tijd (ongeveer 25 minuten) rijden met een snelheid van tenminste 60 km/h of in een hogereversnelling dan de tweede met een
toerental van 1.500 - 2.000omw/min. Het lampje zal mogelijk stoppen met knipperen. Ga naar
een officiële HYUNDAI-dealer als het storingslampje desondanksblijft knipperen en laat het DPF-systeem nakijken. Indien u
gedurende lange tijd blijft doorrijden terwijl hetstoringslampje knippert, kan het DPF-systeem beschadigd raken en
het brandstofverbruik toenemen.
OPMERKING
Wanneer u langere tijd met een brandend controlelampje
motormanagement blijft doorrijden,kan schade aan deemissieregelsystemen ontstaan. Dit kan een nadelige invloed hebben op
de rijprestaties en/of hetbrandstofverbruik.
OPMERKING
- B
enzinemotor
Wanneer het controlelampjemotormanagement gaat branden, kan de katalysator beschadigd zijn. Hierdoor kan het motorvermogen
teruglopen. Laat hetmotorregelsysteem zo snelmogelijk controleren door eenofficiële HYUNDAI-dealer.

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 410 next >