Hyundai Santa Fe 2011 Handleiding (in Dutch)

Page 381 of 410

769
Onderhoud
Richtingaanwijzerlampen vóór/ parkeerlicht
1. Verwijder de fitting uit de lichtunit doordeze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de lichtunit.
2. Verwijder de lamp uit de fitting door de lamp in te drukken en te draaien tot de
nokjes van de lamp in lijn liggen met
de uitsparingen van de fitting. Trek delamp uit de fitting.
3. Plaats een nieuwe lamp in de fitting en draai de lamp tot hij vastzit.
4. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen
met de uitsparingen in de lichtunit.
Duw de fitting in de lichtunit en draaide fitting rechtsom.Mistlampen vóór
(indien van toepassing)
1. Verwijder de onderplaat van de voorbumper.
2. Steek uw hand in de achterzijde van de voorbumper.
3. Neem de voedingsschakelaar los uit de fitting.
4. Verwijder de fitting uit het huis door deze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van het huis.
5. Plaats een nieuwe fitting in het huis door de nokjes van de fitting in lijn te
leggen met de uitsparingen van het
huis. Duw de fitting in het huis en draai
de fitting een kwartslag rechtsom. 6. Sluit de voedingsschakelaar aan op de
fitting.
7. Plaats de onderplaat weer op de voorbumper.
OCM055014L/HOXM079053L

Page 382 of 410

Onderhoud
70
7
Vervangen van gasontladingslampen,
parkeerlichten, richtingaanwijzerlampenen mistlampen vóór
Laat als de lamp niet werkt de auto
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
✽✽ AANWIJZING
Gasontladingslampen hebben een
langere levensduur danhalogeenlampen. Gasontladingslampengaan volgens schatting van de fabrikant
twee keer zo lang of langer mee danhalogeenlampen, afhankelijk van de
gebruiksfrequentie. Ze zullenwaarschijnlijk wel op enig moment inhet leven van de auto moeten worden
vervangen. Vaker in- en uitschakelenvan de koplampen dan gebruikelijk
verkort de levensduur van degasontladingslampen.Gasontladingslampen raken niet op
dezelfde manier defect als
halogeenlampen. Als de koplampuitgaat na een werkingsperiode, maar
direct weer gaat branden als de
koplampschakelaar wordt bediend,moet de gasontladingslampwaarschijnlijk worden vervangen.Gasontladingslampen zijn complexerdan de conventionele halogeenlampen
en hebben dus hogerevervangingskosten.
Lamp richtingaanwijzer opzij
vervangen (indien van toepassing)
Type A
Laat als de lamp niet werkt de auto
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
OEN076031
WAARSCHUWING -
Gasontladingslamp dimlicht
(indien van toepassing)
Probeer wegens elektrocutiegevaar de XENON gasontladingslamp niet
zelf te controleren of vervangen.Laat als de XENONgasontladingslamp niet werkt de
auto controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.

Page 383 of 410

771
Onderhoud
Type B
1. Verwijder de lichtunit van de auto doorde lens los te wrikken en de lichtunit
uit het scherm te trekken.
2. Neem de stekker los van de lamp.
3. Neem de lens los van de fitting door de fitting linksom te draaien tot de nokjes
in lijn staan met de uitsparingen.
4. Trek de lamp naar buiten.
5. Steek een nieuwe lamp in de fitting.
6. Monteer de fitting en de lens.
7. Sluit de stekker van de lamp aan.
8. Plaats de lichtunit in de carrosserie. Lamp achterlichtunit vervangen
(1) Richtingaanwijzer achter
(2) Rem-/achterlicht
(3) Achterlicht
(4) Achteruitrijlicht
Lampen buitenzijde
1. Open de achterklep.
2. Verwijder het deksel met een platte
schroevendraaier.
3. Draai de bevestigingsmoeren van de lichtunit los met een sleutel.
4. Verwijder de achterlichtunit uit de carrosserie.
OCM052016
OCM055026
OCM070033OCM055038

Page 384 of 410

Onderhoud
72
7
5. Verwijder de fitting uit de lichtunit door
deze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de lichtunit.
6. Verwijder de lamp uit de fitting door de lamp in te drukken en deze een
willekeurige kant op te draaien tot de
nokjes van de lamp in lijn liggen met
de uitsparingen van de fitting. Trek delamp uit de fitting.
7. Plaats een nieuwe lamp in de fitting en draai de lamp een willekeurige kant op
tot hij vastzit.
8. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen
met de uitsparingen in de lichtunit.
Duw de fitting in de lichtunit en draai
de fitting een kwartslag rechtsom.
9. Plaats de lichtunit in de carrosserie.
Lampen binnenzijde
1. Open de achterklep.
2. Verwijder het deksel met een platte schroevendraaier.
3. Verwijder de fitting uit de lichtunit door deze linksom te draaien tot de nokjes
van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de lichtunit. 4. Verwijder de lamp uit de fitting door de
lamp in te drukken en deze een
willekeurige kant op te draaien tot de
nokjes van de lamp in lijn liggen met
de uitsparingen van de fitting. Trek delamp uit de fitting.
5. Plaats een nieuwe lamp in de fitting en draai de lamp een willekeurige kant op
tot hij vastzit.
6. Plaats de fitting in de lichtunit door de nokjes op de fitting in lijn te brengen
met de uitsparingen in de lichtunit.
Duw de fitting in de lichtunit en draai
de fitting een kwartslag rechtsom.
7. Plaats het deksel in het gat.
OCM070037
OCM070038

Page 385 of 410

773
Onderhoud
Mistachterlicht
(indien van toepassing)
1. Verwijder de bevestigingsschroevenvan de lens met een
kruiskopschroevendraaier. 2. Verwijder de lampfitting uit de lens
door hem linksom te draaien en
verwijder de gloeilamp uit de fitting
door hem linksom te draaien.
3. Breng de nieuwe gloeilamp in omgekeerde volgorde aan. Vervangen van derde remlicht
(indien van toepassing)
Laat als de lamp niet werkt de auto
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
OCM055015LOCM070046G270F02O

Page 386 of 410

Onderhoud
74
7
Lamp kentekenplaatverlichting
vervangen
1. Draai de bevestigingsschroeven van
de lens los met een
kruiskopschroevendraaier.
2. Verwijder de lens.
3. Trek de lamp naar buiten.
4. Plaats een nieuwe lamp.
5. Plaats de lens en draai de bevestigingsschroeven goed vast. Vervangen lamp instapverlichting
(indien van toepassing)
Laat als de lamp niet werkt de auto
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
OCM040134OCM055036

Page 387 of 410

775
Onderhoud
G220600AUN
Lamp interieurverlichting
vervangen
1. Wrik de lens met een platteschroevendraaier voorzichtig los uit
het huis van de interieurverlichting.
2. Trek de lamp naar buiten.
3. Steek een nieuwe lamp in de fitting.
4. Breng de lipjes van de lens in lijn met de uitsparingen in het huis van de
interieurverlichting en klik de lens vast.
WAARSCHUWING
Controleer, voordat u de lamp gaat
vervangen, of toets OFF is
ingedrukt om te voorkomen dat u
zich brandt of een schok krijgt.
OPMERKING
Zorg dat de lens, het lipje van de lens en de kunststof behuizing niet
vuil worden of beschadigd raken.
â–  Achter (indien van toepassing)
OXM079044/O XM079041/OCM070045
Lamp dashboardkastje (indien van toepassing)
Bagageruimteverlichting (indien van toepassing)
Verlichting zonneklep
Interieurverlichting
OCM070049L/OCM055032/OCM055034/ OCM055033/OXM079043
Kaartleeslampje vóór
â–  Vóór

Page 388 of 410

Onderhoud
76
7
ONDERHOUD EXTERIEUR
Exterieur, onderhoud
G230101AUN
Onderhoud exterieur - Algemeen
Het is van groot belang bij gebruik van chemische reinigingsmiddelen of polish
de aanwijzingen op het etiket van het
desbetreffende product op te volgen.
Lees de waarschuwingen en
opmerkingen op het etiket. G230102CUN
Onderhoud van de lak
Wassen
Was uw auto minimaal eenmaal per
maand grondig met lauw of koud water
om de lak tegen roest en veroudering te
beschermen.
Was, nadat u op een stoffige of
modderige weg gereden heeft, de auto
zo snel mogelijk. Besteed hierbij de
nodige zorg aan het verwijderen van
opeengehoopt zout, vuil of modder.
Controleer of de afvoeropeningen aan de
onderzijde van de portieren en de
dorpels open en schoon blijven.
Insecten, teer, sap van bomen,
uitwerpselen van vogels, industrieel vuil
en dergelijke kunnen de lak van uw auto
aantasten als ze niet direct verwijderd
worden.
Zelfs bij het direct verwijderen kan blijken
dat water alleen niet toereikend is.
Gebruik in dat geval een speciale
autoshampoo.
Spoel de auto na het wassen grondig af
met lauw of koud water. Laat deshampoo niet op de lak opdrogen.
WAARSCHUWING -
Natte
remmen
Test na het wassen de remmen van
uw auto bij lage snelheid om te
controleren of de remwerking door
binnengedrongen water beïnvloed
is. Droog de remmen door het
rempedaal bij lage snelheid licht inte trappen wanneer de
remprestaties verminderd zijn.
OPMERKING
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen,
oplosmiddelen of te heet water en was de auto niet in de volle zon ofwanneer de carrosserie warm is.
Wees voorzichtig bij het schoonmaken van de zijruiten,vooral bij gebruik van eenhogedrukreiniger. Er kan namelijk water door de ruiten het interieur
binnendringen.
met chemische oplosmiddelen ofsterke reinigingsmiddelen, om beschadiging ervan te voorkomen.

Page 389 of 410

777
Onderhoud
In de was zetten
Zet de auto in de was wanneer het water
niet langer druppels op de lak vormt.
Was en droog de auto altijd eerst voordat
u hem in de was zet. Gebruik een goede
kwaliteit vaste of vloeibare was en volg
de aanwijzingen van de fabrikant. Zet de
sierlijsten in de was om deze te
beschermen en hun glans te latenbehouden.
Het verwijderen van olie, teer en
dergelijke stoffen met een
vlekkenverwijderaar verwijdert
gewoonlijk ook de was van de lak. Zet
deze delen daarom na het verwijderen
van de verontreiniging opnieuw in de
was.OPMERKING
Als u stof of vuil met een drogedoek wegveegt, komen er
krassen op de lak.
Gebruik geen staalwol, schuurmiddelen of sterkalkalische of bijtende
oplosmiddelen op onderdelen die verchroomd zijn of op onderdelendie vervaardigd zijn van geanodiseerd aluminium. Het
gebruik van deze middelen kan de beschermlaag aantastenwaardoor verkleuring of glansverlies kan optreden.
OPMERKING
Water in de motorruimte, inclusief water onder hoge druk, kanstoringen veroorzaken in de
elektrische circuits.
Zorg ervoor dat water en andere vloeistoffen nooit in contact komenmet elektrische/elektronischecomponenten in de auto omdat ze
dan beschadigd kunnen raken.
OJB037800

Page 390 of 410

Onderhoud
78
7
G230103AUN
Bijwerken van lakbeschadigingen
Repareer diepe krassen en steenslagbeschadigingen in de lak
direct. Het blanke metaal gaat snel
roesten waardoor ingrijpendere
reparatiekosten noodzakelijk worden.
✽✽
AANWIJZING
Wanneer uw auto beschadigd is en
reparatie of vervanging van metalen
delen nodig is, let er dan op dat de
garage anti-corrosiemiddel aanbrengt
op de gerepareerde of vervangenonderdelen.
G230104AUN
Onderhoud van verchroomde onderdelen
Gebruik een teerverwijderaar en geen schraper of ander scherp voorwerp
voor het verwijderen van teer ofinsecten.
Breng ter bescherming een waslaag aan op verchroomde onderdelen of
bescherm ze met een speciaal
conserveringsmiddel.
Bescherm de verchroomde onderdelen onder winterse
omstandigheden of bij gebruik van de
auto in kustgebieden met een dikkere
laag was of conserveringsmiddel. U
kunt eventueel vaseline of een ander
beschermingsmiddel gebruiken. G230105AUN
Onderhoud van de onderzijde
Zand en pekel kunnen zich ophopen aan
de onderzijde van de carrosserie. Als
deze middelen niet verwijderd worden,
kan versnelde roestvorming optreden
aan onderdelen aan de onderzijde van
de carrosserie zoals brandstofleidingen,
subframes, bodemplaat en
uitlaatsysteem, ook al zijn deze
onderdelen tegen corrosie beschermd.
Spoel daarom de onderzijde van de
carrosserie en de wielkuipen eenmaal
per maand, na het rijden op stoffige of
modderige wegen en aan het eind van
de winter grondig schoon met lauw of
koud water. Besteed hieraan de nodige
zorg; de opeenhopingen zijn niet altijd
even gemakkelijk te zien. Als u het vuil
alleen maar nat maakt zonder het te
verwijderen, is het effect averechts. Houd
ook de afvoeropeningen in portieren en
dorpels te allen tijde open. Water dat in
portieren en dorpels blijft staan,
veroorzaakt roestvorming van binnenuit.

Page:   < prev 1-10 ... 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 next >