Hyundai Santa Fe 2016 Handleiding (in Dutch)

Page 641 of 729

Onderhoud
26
7
Vervang het filter overeenkomstig het onderhoudsschema.
Vervang het element vaker dan in het
onderhoudsschema is aangegeven alsde auto wordt gebruikt in gebieden met
zeer veel stof of zand. (Raadpleeg"Onderhoudsschema bij gebruik onderzware omstandigheden" in dit
hoofdstuk.)
OPMERKING
Rijd niet met de auto wanneer het luchtfilter verwijderd is; hierdoor
kan de motor overmatig slijten.
Zorg er om schade aan de motor te voorkomen voor dat bij hetverwijderen van het luchtfilter
geen stof en vuil in de luchtinlaat komt.
We adviseren u vervangende onderdelen te gebruiken diegeleverd zijn door een officiële
HYUNDAI-dealer.

Page 642 of 729

727
Onderhoud
INTERIEURFILTER (INDIEN VAN TOEPASSING)
Controle filter
Als er veelvuldig met de auto gereden
wordt in druk stadsverkeer of een stoffige
omgeving, moet het filter vaker worden
gecontroleerd en indien nodig worden
vervangen. Als u als eigenaar het filter
zelf wilt vervangen, volg danonderstaande procedure en let eropgeen andere onderdelen tebeschadigen.
Vervang het filter overeenkomstig het onderhoudsschema. Filter vervangen
1. Open het dashboardkastje en
verwijder de steunbeugel (1). 2. Verwijder terwijl het dashboardkastje
geopend is de aanslagstukken aan beide zijden.
ODM072015
ODM072014

Page 643 of 729

Onderhoud
28
7
3. Verwijder het interieurfilterhuis door op
de vergrendeling rechts op het
afdekkapje te drukken. 4. Verwijder het interieurfilter.
5. Plaats de onderdelen in omgekeerde
volgorde van verwijderen.
✽✽ AANWIJZING
Monteer een nieuw interieurfilter in de
juiste richting met de pijl (
) naar
beneden. Anders kan de werking van de
klimaatregeling minder worden,
mogelijk ook met lawaai.
OHG075041ODM072016

Page 644 of 729

729
Onderhoud
RUITENWISSERBLADEN
Controle bladen
✽✽ AANWIJZING
In de handel verkrijgbare hot wax zoals
gebruikt in wasstraten bemoeilijkt het
reinigen van de voorruit.
Verontreiniging van de voorruit of de
ruitenwisserbladen door bepaalde
substanties kan het effect van de
ruitenwissers verminderen. Bekende
vormen van verontreiniging zijn insecten,
sap van bomen en hot wax-
behandelingen gebruikt in sommige
wasstraten. Indien de bladen niet goed
wissen, reinig dan zowel de ruit als de
bladen met een goedschoonmaakmiddel of een zacht
reinigingsmiddel en spoel grondig na met
schoon water. Vervangen van bladen
Als de ruitenwissers de ruit niet langer
goed schoonmaken, kan het zijn dat ze
versleten of gescheurd zijn en dienen ze
te worden vervangen.
1JBA5122
OPMERKING
Gebruik geen benzine, petroleum,
thinner of andere oplosmiddelen in
de buurt van de ruitenwisserbladenom beschadiging te voorkomen.
OPMERKING
Probeer de ruitenwissers nooit met
de hand te bewegen ombeschadiging van de ruitenwisserarmen en van andereonderdelen te voorkomen.
OPMERKING
Het gebruik van
nietvoorgeschreven ruitenwisserbladen kan storingenen problemen veroorzaken.

Page 645 of 729

Onderhoud
30
7
Voorruitenwisserblad
Type A
1. Trek de ruitenwisserarm omhoog en
klap het ruitenwisserblad om zodat de
kunststof vergrendeling zichtbaar
wordt.
2. Druk de vergrendeling in en schuif hetwisserblad omlaag.
3. Verwijder het wisserblad van de ruitenwisserarm.
4. Plaats het ruitenwisserblad in de omgekeerde volgorde van het
verwijderen. Type B
1. Trek de ruitenwisserarm omhoog.
OPMERKING
Laat de ruitenwisserarm niet tegen
de voorruit slaan. Anders kan devoorruit beschadigen of barsten.
1LDA5023
1JBA7037
1JBA7038
OHM078059
OPMERKING
Laat de ruitenwisserarm niet tegende voorruit slaan. Anders kan de
voorruit beschadigen of barsten.

Page 646 of 729

731
Onderhoud
2. Til de wisserbladklem omhoog. Trekvervolgens het ruitenwisserblad
omlaag en verwijder dit.
3. Plaats het nieuwe ruitenwisserblad in de omgekeerde volgorde van het
verwijderen.
4. Zet de ruitenwisserarm terug in zijn oorspronkelijke positie.
Achterruitenwisserblad
1. Trek de ruitenwisserarm omhoog enverwijder het ruitenwisserblad. 2. Plaats het nieuwe ruitenwisserblad
door het middelste deel in de opening
van de ruitenwisserarm te steken tot
het ruitenwisserblad vastklikt.
3. Controleer of het ruitenwisserblad goed vastzit door er lichtjes aan te
trekken.
Laat de ruitenwisserbladen vervangen
door een officiële HYUNDAI-dealer om
schade aan de ruitenwisserarmen en
andere onderdelen te voorkomen.
OHM078062
OHM078063
OHM078060
OHM078061

Page 647 of 729

Onderhoud
32
7
ACCU
Voor een optimale werking van de accu
Zorg ervoor dat de accu altijd goed vastzit.
Houd de bovenzijde van de accu schoon en droog.
Houd de accupolen en de accupoolklemmen schoon, zorg ervoor
dat ze goed vastzitten en bescherm ze
met vaseline.
Spoel gemorst elektrolyt direct af met een oplossing van water en
natriumbicarbonaat (dubbel koolzuresoda).
Neem de accukabels los als u de auto gedurende een langere periode niet
gaat gebruiken.
✽✽ AANWIJZING
Standaard is de auto uitgerust met een
onderhoudsvrije accu. Indien uw auto is
uitgerust met een accu met aan de
zijkant de merktekens LOWER en
UPPER, kunt u het elektrolytpeil
controleren.
Het elektrolytpeil moet zich tussen de
merktekens UPPER en LOWER
bevinden. Als het elektrolytpeil laag is,
moet gedestilleerd (gedemineraliseerd)
water worden bijgevuld (vul nooit bij
met zwavelzuur of elektrolyt). Zorg
ervoor dat tijdens het bijvullen geen
spetters op de accu of de aangrenzende
componenten terechtkomen. Vul niet
teveel water bij in de accucellen. Dit kan
corrosie van andere componenten
veroorzaken. We adviseren u contact op
te nemen met een officiële HYUNDAI-
dealer nadat u de accuceldoppen heeft
vastgedraaid.WAARSCHUWING
- Gevaren accu Lees de volgende
aanwijzingen voor het omgaan met de accu
zorgvuldig door.
Houd brandende sigaretten, vonken en open
vuur uit de buurt van de
accu.
Er bevindt zich altijd wat van het zeer licht
ontvlambare waterstof in
de accucellen. Dit kan
ontploffen.
Houd accu's buiten bereik van kinderen, aangezien
accu's het zeer agressieve
zwavelzuur bevatten. Laataccuzuur niet in contact
komen met uw huid, uw
ogen, kleding en de lak vande auto.
(Vervolg)
ODM072021

Page 648 of 729

733
Onderhoud
Accucapaciteitsticker ❈De werkelijke sticker op de accu kan
afwijken van de afbeelding.
1. CMF60L-BCI: De door HYUNDAI gebruikte naam van de accu
2. 12V: De nominale spanning
3. 60Ah(20HR): De nominale capaciteit (in ampère-uur)
4. 92RC: De nominale reservecapaciteit (in min.)
5. 550CCA: De k oude-test in ampère
volgens SAE-norm
6. 440A: De k oude-test in ampère
volgens EN-norm(Vervolg)
Spoel uw ogen gedurendeten minste 15 minuten en
roep onmiddellijk medische
hulp in wanneer u elektrolyt
in uw ogen krijgt.
Was uw huid grondig
wanneer deze in aanraking
komt met elektrolyt. Roep
onmiddellijk medische hulpin wanneer u pijn of een
brandend gevoel heeft.
Draag een veiligheidsbril tijdens het opladen van en
het werken in de buurt van
accu's. Zorg altijd voorventilatie wanneer in een
afgesloten ruimte wordt
gewerkt.
Een onjuist afgevoerde batterij kan schadelijk zijn
voor het milieu en voor uw
gezondheid. Zorg ervoor dat
de batterij volgens de
wettelijke voorschriften
wordt afgevoerd.
(Vervolg)(Vervolg)
Bij het optillen van een accu meteen kunststof behuizing kan door
de druk accuzuur naar buiten
komen, waardoor persoonlijk
letsel optreedt. Houd bij hetoptillen uw handen aan de zijkant
van de accu.
Laad nooit een accu bij terwijl de accukabels nog aangesloten zijn.
Het ontstekingssysteem werkt met hoogspanning. Raak de
onderdelen van de ontstekingniet aan als de motor draait of hetcontact in stand ON staat.
Het niet in acht nemen van
bovenstaande waarschuwingenkan leiden tot ernstig letsel.
OPMERKING
Als u niet-toegestane elektronische apparaten aansluit, raakt de accu mogelijk ontladen. Gebruik nooitniet-toegestane apparaten.
OJD072039

Voorbeeld

Page 649 of 729

Onderhoud
34
7
Accu; laden van
Uw auto is uitgerust met een
onderhoudsvrije accu.
Laad de accu gedurende 10 uur met
behulp van een druppellader wanneer
de accu in een kort tijd leeggeraakt is
(doordat bijv. lampen of
interieurverlichting zijn blijven branden
terwijl de motor uit was).
Wanneer de accu geleidelijk ontlaadt door een hoge elektrische belasting
tijdens het rijden, moet dezegedurende 2 uur met een
stroomsterkte van 20 - 30 A opgeladen
worden.
WAARSCHUWING
- Laden van de accu
Neem bij het laden van de accu de
volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
De accu moet uit de auto worden verwijderd en in een goed
geventileerde ruimte geplaatst
worden.
Houd sigaretten, vonken en open vuur uit de buurt van de accu.
Houd de accu tijdens het laden in de gaten; beëindig het laden of
wijzig de laadstroom wanneer het
elektrolyt in de cellen begint te
borrelen of de temperatuur van
het elektrolyt hoger dan 49°C
(120°F) wordt.
Draag een veiligheidsbril wanneer u de accu tijdens het
opladen controleert.
(Vervolg)(Vervolg)
Neem de acculader in deonderstaande volgorde los.
1. Zet de hoofdschakelaar van de acculader uit.
2. Neem de klem los van de minpool.
3. Neem de klem los van de pluspool.
Schakel vóór het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan
de accu of het laden van de accu
alle elektrische verbruikers uit en
zet de motor af.
Neem de minkabel van de accu altijd eerst los en sluit de
minkabel van de accu altijd alslaatste weer aan.

Page 650 of 729

735
Onderhoud
Te resetten onderdelen
Te resetten onderdelen nadat de accu is
ontladen of na het weer aansluiten van
de accukabels.
Automatische ruitbediening (zie hoofdstuk 4)
Schuif-/kanteldak (zie hoofdstuk 4)
Boordcomputer (zie hoofdstuk 4)
Verwarmings- en ventilatiesysteem (zie hoofdstuk 4)
Klok (zie hoofdstuk 4)
Audio (zie hoofdstuk 4)

Page:   < prev 1-10 ... 601-610 611-620 621-630 631-640 641-650 651-660 661-670 671-680 681-690 ... 730 next >