stop start JEEP GRAND CHEROKEE 2016 Instructieboek (in Dutch)
Page 259 of 480
keer wordt ingedrukt naar de stand OFF. Als
de schakelhendel niet in de stand PARK
staat en de knop ENGINE START/STOP één
keer wordt ingedrukt, verschijnt op het
scherm van het DID (indien aanwezig) het
bericht “Vehicle Not In Park” (auto niet in
PARK) en blijft de motor draaien. Verlaat een
auto nooit als deze niet in de stand PARK
staat, omdat de auto dan kan wegrollen.
OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar in de stand
ACC of RUN (motor draait niet) blijft staan
terwijl de schakelhendel in de stand PARK
staat, wordt het systeem, nadat het 30 minu-
ten niet actief is geweest, automatisch uit-
geschakeld en wordt de contactschakelaar
in de stand OFF gezet.
Als de motor niet startWAARSCHUWING!
Giet nooit brandstof of andere brandbare
vloeistoffen in de luchtinlaat van het gas-
klephuis om de auto te starten. Hierdoor
kunnen steekvlammen ontstaan die ern-
stig letsel kunnen veroorzaken.
Probeer niet de auto te starten door middel
van aanduwen of slepen. Auto’s met een
automatische versnellingsbak mogen niet
op die manier worden gestart. Onver-
brande brandstof kan de katalysator bin-
nendringen, na het starten ontbranden en
zo de katalysator en de auto beschadigen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
Wanneer de accu van de auto leeg is, kunt
u startkabels gebruiken en de auto starten
met een hulpaccu of de accu van een
andere auto. Deze manier van starten kan
gevaarlijk zijn als dit niet op de juiste
manier wordt gedaan. Raadpleeg de para-
graaf "Starten met startkabels" in het
hoofdstuk "Wat doen in geval van nood"
voor meer informatie hierover.
’Verzopen’ motor starten (met de knop
ENGINE START/STOP)
Als de motor niet start nadat u de procedures
voor "Normaal starten" of"Extreem lage tempe-
raturen" hebt gevolgd, is het mogelijk dat de
motor is ’verzopen’. Afvoeren van overtollige
brandstof:
1. Houd het rempedaal ingetrapt.
2. Houd het gaspedaal helemaal tot aan de
vloer ingetrapt.
3.Druk kort op de knop ENGINE START/STOP.
255
Page 261 of 480
LET OP!
De startmotor mag 30 seconden worden
bediend om de motor te starten. Als de
motor niet start binnen deze tijd, dient u
ten minste twee minuten te wachten om de
startmotor te laten afkoelen voordat u op-
nieuw start.
Als het controlelampje "Water in brandstof"
blijft branden, START de motor NIET alvo-
rens het water uit de brandstoffilters af te
tappen om schade aan de motor te voor-
komen. Raadpleeg de paragraaf
"Onderhoudsprocedures/brandstoffilter/
filter waterafscheider aftappen" in het
hoofdstuk "Onderhoud van uw auto" voor
meer informatie. Normale startprocedure — Keyless
Enter-N-Go™
Let op de lampjes op het instrumentenpaneel
tijdens het starten van de motor.
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te bedienen
1. Trek altijd de handrem aan.
2. Houd het rempedaal ingetrapt terwijl u één
keer op de knop ENGINE START/STOP
drukt.
OPMERKING:
Een vertraging voor het starten van maxi-
maal vijf seconden is mogelijk onder zeer
koude omstandigheden. Het controlelampje
Wachten met starten gaat branden tijdens
het voorgloeien. Als het controlelampje
Wachten met starten uitgaat, slaat de mo-
tor automatisch aan.
LET OP!Als het controlelampje "Water in brandstof"
blijft branden, START de motor NIET alvorens
het water uit de brandstoffilters af te tappen om
schade aan de motor te voorkomen. Raad-
pleeg de paragraaf "Onderhoudsprocedures/
brandstoffilter/filter waterafscheider aftappen"
in het hoofdstuk "Onderhoud van uw auto"
voor meer informatie.3. Het systeem schakelt automatisch de start- motor in om de motor te starten. Als de auto
niet start, wordt de startmotor automatisch
na 30 seconden uitgeschakeld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken voordat de motor aanslaat, druk dan nog-
maals op de knop.
5. Controleer of het waarschuwingslampje olie- druk gedoofd is.
6. Zet de handrem vrij.
257
Page 265 of 480
OPMERKING:
Onder bepaalde omstandigheden blijft de
ventilator nog draaien nadat de motor is
uitgeschakeld. Deze omstandigheden zijn
onder hoge belasting en hoge temperaturen.Tips voor koelsysteem —
Automatische transmissieNeem de volgende maatregelen om het risico
op oververhitting van de motor en de versnel-
lingsbak bij hoge temperaturen te beperken:
Rijden in de stad — Als de auto stil staat, zet
dan de versnellingsbak in de stand NEU-
TRAL en verhoog het stationair toerental.
Rijden op de snelweg — Verminder uw
snelheid.
Steile hellingen oprijden — Schakel terug
naar een lagere versnelling.
Airconditioning — Schakel deze tijdelijk uit.
OPMERKING:
Als de koelvloeistoftemperatuur te hoog is,
wordt de A/C automatisch uitgeschakeld. De motor niet laten draaien met lage
oliedruk
Als het waarschuwingslampje oliedruk gaat
branden tijdens het rijden, stop het voertuig en
schakel de motor zo snel mogelijk uit. Als het
lampje aangaat, klinkt er een geluidssignaal.
OPMERKING:
Start de motor pas opnieuw wanneer het
probleem is verholpen. Dit lampje geeft
geen informatie over het motoroliepeil. Het
motoroliepeil moet worden gecontroleerd in
de motorruimte.
LET OP!
Als de oliedruk daalt tot onder de normale
waarde, zet dan de motor onmiddellijk af. Als
u dit niet doet, kan dit onmiddellijke en
ernstige schade aan de motor tot gevolg
hebben.
De motor niet met defecte onderdelen laten
draaien
Alle motorstoringen geven een waarschuwing
voordat de onderdelen defect raken. Wees be-
dacht op veranderingen in prestaties, geluiden
en visuele aanwijzingen dat onderhoud aan de
motor vereist is. Belangrijke aanwijzingen zijn:
overslaan van de motor of sterk trillen
plotseling verlies van motorvermogen
ongebruikelijke motorgeluiden
brandstof-, olie- of koelvloeistoflekken
plotselinge veranderingen, buiten het nor-
male werkbereik, in de bedrijfstemperatuur
van de motor
overmatige rook
daling van de oliedruk
261
Page 272 of 480
de schakelflippers gebruiken om naar een la-
gere versnelling te schakelen (raadpleeg de
paragraaf"Schakelflippers" in dit hoofdstuk
voor meer informatie hierover). Onder deze
omstandigheden presteert de auto beter in een
lagere versnelling en wordt de levensduur van
de versnellingsbak verlengd omdat het schake-
len wordt beperkt en minder hitte wordt gege-
nereerd.
Bij extreem lage temperaturen (-30 °C [-22 °F]
of lager) kan de werking van de versnellingsbak
veranderen afhankelijk van de motor- en ver-
snellingsbaktemperatuur en de voertuigsnel-
heid. De normale werking wordt hersteld zodra
de versnellingsbaktemperatuur voldoende is
gestegen.
SPORT (S)
Met deze stand wordt het schakelpatroon van
de automatische versnellingsbak gewijzigd voor
een sportievere rijstijl. Er wordt bij hogere toe-
rentallen opgeschakeld dan normaal om volle-
dig gebruik te maken van het beschikbare mo-
torvermogen. U kunt schakelen tussen de
standen DRIVE en SPORT door de schakel- hendel naar achteren te tikken. De stand
SPORT kan alleen vanuit de stand DRIVE
worden gekozen.
OPMERKING:
Als de Sport-modus is ingeschakeld, wer-
ken voertuigen met het Quadra-Lift™-
luchtveringssysteem in de stand
Aero .
Raadpleeg de paragraaf Quadra-Lift™