Lancia Voyager 2012 Instructieboek (in Dutch)

Page 81 of 376

 RICHTINGAANWIJZERS . . . . . . . . . . . . . . . . 132
 DIMLICHT/GROOTLICHTSCHAKELAAR . . . 133
 PASSEERSIGNAAL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
 SMARTBEAM™ (voor bepaaldeuitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
 HOOGTEVERSTELLING KOPLAMPEN . . . . . 134
 RUITENWISSERS EN -SPROEIERS . . . . . . . . . 134  TIPFUNCTIE, RUITENWISSER/-SPROEIERVÓÓR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
 INTERVAL-, LAGE EN HOGE STAND VOOR DE RUITENWISSERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
 RUITENWISSER/-SPROEIER ACHTER . . . . . 135
 REGENSENSOR (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
 KOPLAMPSPROEIERS (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
 IN LENGTE EN HOOGTE VERSTELBARE STUURKOLOM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
 VERSTELBARE PEDALEN (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
 ELEKTRONISCHE SNELHEIDSREGELING (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . 138
 IN WERKING STELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . 139
 DE GEWENSTE SNELHEID INSTELLEN . . . . 139
 BUITEN WERKING STELLEN . . . . . . . . . . . . 139
 WEER OP INGESTELDE SNELHEID KOMEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139
75

Page 82 of 376

 INGESTELDE SNELHEID AANPASSEN . . . . . 139
 ACCELEREREN OM IN TE HALEN . . . . . . . . 140
 PARKSENSE® PARKEERSENSOREN ACHTER (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . 140
 PARKSENSE® SENSOREN . . . . . . . . . . . . . . 141
 PARKSENSE® WAARSCHUWINGSSCHERM . . . . . . . . . . . . . 141
 PARKSENSE® DISPLAY . . . . . . . . . . . . . . . . 141
 PARKSENSE® INSCHAKELEN/ UITSCHAKELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
 ONDERHOUD VAN DE PARKSENSE® PARKEERSENSOREN ACHTER . . . . . . . . . . . 143
 PARKSENSE® SYSTEEM REINIGEN . . . . . . . 144
 VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK VAN HET PARKSENSE® SYSTEEM . . . . . . . . 144
 PARKVIEW® ACHTERUITRIJCAMERA (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . 146
 PARKVIEW® IN- OF UITSCHAKELEN — MET NAVIGATIE-/MULTIMEDIA-RADIO . . . 147
 PARKVIEW® IN- OF UITSCHAKELEN — ZONDER NAVIGATIE-/MULTIMEDIA-
RADIO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
 DAKCONSOLES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147  DAKCONSOLE VOORIN . . . . . . . . . . . . . . . . 147
 INSTAP- EN INTERIEURVERLICHTING . . . . 148
 OPBERGVAKJE ZONNEBRIL (ALLEENZONDER SCHUIFDAK) . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
76

Page 83 of 376

 INTERIEURVERLICHTING/LEESLAMPJESACHTERIN (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
 DAKCONSOLES ACHTERIN (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
 ELEKTRISCH BEDIENBAAR ZONNEDAK (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . 150
 SCHUIFDAK OPENEN — SNEL . . . . . . . . . . . 151
 SCHUIFDAK OPENEN — HANDMATIG . . . . . 151
 SCHUIFDAK SLUITEN — SNEL . . . . . . . . . . 151
 SCHUIFDAK SLUITEN — HANDMATIG . . . . 151
 OBSTAKELDETECTIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
 OBSTAKELDETECTIE UITSCHAKELEN . . . . 151
 VENTILATIESTAND SCHUIFDAK — SNEL . . 151
 BEDIENING ZONWERING . . . . . . . . . . . . . . . 152
 Rijwinddruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 152
 ONDERHOUD SCHUIFDAK . . . . . . . . . . . . . . 152
 WERKING BIJ CONTACT UIT . . . . . . . . . . . . 152
 ZONNEDAK GEHEEL GESLOTEN . . . . . . . . . 152
 ELEKTRISCHE AANSLUITCONTACTEN (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . 152
 ROKERSPAKKET (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
 SPANNINGSOMVORMER (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
 BEKERHOUDERS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
77

Page 84 of 376

 BEKERHOUDERSINSTRUMENTENPANEEL . . . . . . . . . . . . . . . 156
 SUPERCONSOLE (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156
 BEKERHOUDERS IN PREMIUM-CONSOLE (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . 157
 FLESSENHOUDERS IN HET INTERIEUR . . . 157
 ROKERSPAKKET (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157
 OPBERGVAKJE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157  HANDSCHOENENKASTJE . . . . . . . . . . . . . . . 157
 OPBERGRUIMTE BEKLEDINGSPANEELPORTIER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
 OPBERGRUIMTE ACHTERKANT RUGLEUNING BESTUURDER
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . 158
 PARAPLUHOUDER . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
 OPBERGRUIMTE IN VLOER TWEEDE ZITRIJ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
 VEILIGHEIDSWAARSCHUWING OPBERGBAK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
 OPBERGRUIMTE IN DAKCONSOLES MIDDEN EN ACHTERIN (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
 KLEDINGHAKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
 LAADRUIMTE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160
78

Page 85 of 376

 CONSOLEFUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161 BASISCONSOLE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161
 PREMIUM-CONSOLE (voor bepaaldeuitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162
 SUPERCONSOLE (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163
 LAADRUIMTE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164  OPLAADBARE ZAKLAMP (voor bepaaldeuitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164
 FUNCTIES ACHTERRUIT . . . . . . . . . . . . . . . . . 165  ACHTERRUITVERWARMING . . . . . . . . . . . . 165
 IMPERIAAL (voor bepaalde uitvoeringen/ markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165
 DWARSDRAGERS AANBRENGEN . . . . . . . . . 166
 ZONNESCHERMEN (voor bepaalde uitvoeringen/markten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
79

Page 86 of 376

SPIEGELS
BINNENSPIEGEL MET
DAG-/NACHTSTAND (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Via een dubbel scharniersysteem kunt
u de spiegel horizontaal en verticaal
verstellen. Stel de spiegel zo in dat u
door het midden van de achterruitkijkt.
Het weerspiegelen van de koplamp-
verlichting kunt u verminderen door
het hendeltje onder de spiegel in de
nachtstand te zetten (naar de achter-
kant van de auto bewegen). Stel de
spiegel af terwijl deze in de dagstand
staat (naar de voorruit toe).BINNENSPIEGEL MET
AUTOMATISCHE
DIMSTAND (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Dit type spiegel dimt automatisch de
hinderlijke weerspiegeling van de
koplampverlichting van achterlig-
gers. U kunt deze functie aan- of uit-
zetten door de knop onder aan de
spiegel in te drukken. Links naast de
knop gaat een lampje branden als de
dimfunctie in werking is getreden. De
sensor rechts van de knop gaat nietbranden.
LET OP!
Om tijdens reinigen de spiegel niet te
beschadigen mag reinigingsvloeistof
nooit rechtstreeks op de spiegel wor-
den gespoten. Breng de vloeistof aan
op een schone doek en wrijf de spie-
gel daarmee schoon.
BUITENSPIEGELS
Voor optimaal resultaat dient u de
spiegels zo af te stellen dat u de naast-
liggende rijbaan goed in het zicht hebt
en er tevens een geringe overlapping is
met de binnenspiegel.WAARSCHUWING!
Auto's en andere voorwerpen lijken
in een bolle buitenspiegel kleiner en
verder weg dan ze in werkelijkheid
zijn. Als u te veel op uw buitenspie-
gels vertrouwt, kunt u in botsing
komen met een ander voertuig of
object. Gebruik uw binnenspiegel
om de grootte van of de afstand tot
een voertuig, dat u in een buiten-
spiegel waarneemt, te schatten.
Met de hand instelbare achteruitkijkspiegel
Automatisch dimmende spiegel
80

Page 87 of 376

BINNENSPIEGEL MET
AUTOMATISCHE
DIMSTAND (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
De buitenspiegel aan de kant van de
bestuurder dimt automatisch de
weerspiegeling van de koplampver-
lichting van achterliggers. Deze func-
tie wordt geregeld door de binnen-
spiegel met automatische dimstand en
kan worden in- of uitgeschakeld door
op de knop onder aan de binnenspie-
gel te drukken. De spiegel dimt auto-
matisch de weerspiegeling van de
koplampverlichting van achterliggers
wanneer de binnenspiegel dit ookdoet. INKLAPBARE BUITENSPIEGELS
Alle buitenspiegels kunnen naar vo-
ren of naar achteren scharnieren om
beschadigingen te voorkomen. De
scharnieren hebben drie klikstanden:
helemaal naar voren, helemaal naar
achteren en normaal.ELEKTRISCH BEDIENDE
BUITENSPIEGELS (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De bedieningselementen voor de elek-
trisch bediende buitenspiegels be-
vindt zich op het bekledingspaneel in
het bestuurdersportier.
De bedieningselementen van de elek-
trisch bediende buitenspiegels omvat-
ten de keuzeknoppen voor de spiegels
en een schakelaar met vier richtingen
het bedienen van de spiegels. Als u een
spiegel wilt afstellen, drukt u op de
toets L (links) of R (rechts) om de
spiegel te selecteren die u wilt verstel-len.OPMERKING:
Een lampje in de geselecteerde
toets brandt om aan te geven dat de
spiegel is geactiveerd en kan wor-
den versteld.
Druk vervolgens op een van de pijltjes
op de schakelaar voor bediening van
de spiegels om de spiegel in de rich-
ting van de pijl te bewegen.
U kunt uw spiegelafstellingen regelen
met de optionele geheugenfunctie in
de bestuurdersstoel. Raadpleeg voor
nadere informatie: "Geheugen be-
stuurdersstoel" onder "De functies
van uw voertuig".
VERWARMDE
BUITENSPIEGELS (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze buitenspiegels zijn ver-
warmd ter bescherming tegen
aanvriezing. Deze functie
wordt geactiveerd wanneer u de ach-
terruitverwarming inschakelt. Raad-
pleeg "Achterruitfuncties" in "De
functies van uw voertuig" voor meerinformatie.
Bedieningselementen van de
elektrisch bediende buitenspiegels
81

Page 88 of 376

SPIEGELS KANTELEN BIJ
ACHTERUITRIJDEN (alleen
leverbaar bij
bestuurdersstoel met
geheugenfunctie), (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De functie "Spiegels kantelen bij ach-
teruitrijden" zorgt ervoor dat de bui-
tenspiegels automatisch worden ver-
steld om de bestuurder een beter zicht
te geven op de ondergrond achter de
voorportieren. De buitenspiegel aan
bestuurderszijde beweegt vanuit de
huidige stand iets omlaag wanneer de
keuzehendel in de stand REVERSE
wordt gezet. De oorspronkelijke stand
van de buitenspiegel aan bestuurders-
zijde wordt hersteld wanneer de keu-
zehendel uit de stand REVERSE
wordt gezet. Iedere opgeslagen geheu-
geninstelling heeft een hieraan gekop-
pelde stand voor het kantelen van de
spiegels bij achteruitrijden. OPMERKING:
De functie "Spiegels kantelen bij
achteruitrijden" is af-fabriek niet
geactiveerd. De functie "Spiegelskantelen bij achteruitrijden" kan
worden geactiveerd of gedeacti-
veerd in het elektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC).
Raadpleeg “Elektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC)/
Door de klant te programmeren
functies" in "Functies van het in-
strumentenpaneel" voor meer in-formatie. ELEKTRISCH INKLAPBARE
BUITENSPIEGELS (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De schakelaar voor de elektrische in-
klapbare spiegels bevindt zich tussen
de spiegelschakelaars L (links) en R
(rechts). Druk eenmaal op de schake-
laar om de spiegels in te klappen en
druk nogmaals op de schakelaar om
de spiegels naar de normale rijstand
terug te klappen.
Als de spiegels zich in de ingeklapte
stand bevinden en de snelheid van het
voertuig is gelijk aan of hoger dan
8 km/u, worden ze automatisch uitge-klapt.
VERLICHTE MAKE-
UPSPIEGELS (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Op de zonneklep bevindt zich een ver-
lichte make-upspiegel. Als u deze
spiegel wilt gebruiken, klapt u de zon-
neklep naar beneden en het spiegel-
kapje omhoog. De verlichting gaat nu
automatisch aan. Als u het spiegel-
kapje sluit, gaat ook de verlichtinguit.
Schakelaar elektrisch inklapbare
spiegels
82

Page 89 of 376

DODEHOEKBEWAKING
(BSM) (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Het systeem voor dodehoekbewaking
(BSM) maakt gebruik van twee radar-
gebaseerde sensoren aan de binnen-
zijde van het achterbumperpaneel en
detecteert motorvoertuigen (auto's,
vrachtwagens, motorfietsen, etc.) die
vanaf de achterzijde, voorzijde of zij-
kant van de auto in de dode hoekbewegen.Na het starten van de auto gaat het
BSM-waarschuwingslampje in de
beide buitenspiegels kort branden om
de bestuurder te waarschuwen dat het
systeem is geactiveerd. De sensoren
van het BSM-systeem zijn in werking
wanneer een van de vooruitversnellin-
gen of de stand REVERSE is geacti-
veerd en gaan naar de modus
Stand-by wanneer de stand PARK is
geactiveerd.
De detectiezone van het BSM-systeem
bestrijkt ongeveer één rijstrook aan
beide zijden van de auto of
3,35 meter. De zone begint bij de bui-
tenspiegel en bestrijkt een gebied tot
ongeveer 6 m achter de auto. Het
BSM-systeem bewaakt de detectiezo-
nes aan weerszijden van de auto vanaf
het moment dat een snelheid van on-geveer 10 km/u of hoger wordt be-
reikt en waarschuwt de bestuurders
voor voertuigen binnen deze zones. OPMERKING:
 Het BSM-systeem waarschuwt
de bestuurder NIET voor snel
naderende voertuigen die zich
buiten de detectiezones bevin-den.
 De detectiezone van het BSM- systeem wordt NIET GEWIJ-
ZIGD wanneer een aanhanger
aan uw auto is gekoppeld. Als
aan uw auto een aanhanger is
gekoppeld, moet u visueel con-
troleren of de rijbaan naast u
vrij is voor zowel uw auto als de
aanhanger, voordat u van rij-
baan wisselt. Als de aanhanger
of een ander object (bijvoor-
beeld een fiets) uitsteekt buiten
de zijkant van uw auto, is het
mogelijk dat het BSM-
waarschuwingslampje blijft
branden zolang een in een voor-
uitversnellingen is geschakeld.
Voor een correcte werking van het
BSM-systeem moet het gedeelte van
Verlichte spiegel
Detectiezones achter
83

Page 90 of 376

het achterpaneel waar zich de radar-
sensoren bevinden, vrij zijn van
sneeuw, ijs en vuil. Zorg dat u het
gedeelte van het achterpaneel waar
zich de radarsensoren bevinden, niet
blokkeert met vreemde voorwerpen
(bumperstickers, fietsdrager, enz.).
Het BSM-systeem waarschuwt de be-
stuurder voor voorwerpen binnen de
detectiezones door het oplichten van
het BSM-waarschuwingslampje in de
buitenspiegels, een akoestisch waar-
schuwingssignaal en verlagen van het
volume van de radio. Raadpleeg “Be-
drijfsmodi” voor meer informatie.Het BSM-systeem bewaakt de detec-
tiezone tijdens het rijden vanuit drie
verschillende punten (zijkant, achter-
en voorzijde) om te beoordelen of een
waarschuwing noodzakelijk is. Het
BSM-systeem zal een waarschuwing
geven wanneer voertuigen vanuit de
volgende richtingen in de zone ko-men.
In de zone komen vanaf de zijkant
Voertuigen op de naastgelegen rijba-
nen links of rechts van uw auto.
In de zone komen vanaf deachterzijde
Achteropkomende voertuigen aan
beide zijden van uw auto die de detec-
tiezone binnenkomen met een rela-
tieve snelheid lager dan 48 km/u.
Sensorlocaties
Waarschuwingslampje BSM
Bewaking van zijkantBewaking van achterzijde
84

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 ... 380 next >