Lancia Voyager 2012 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Voyager, Model: Lancia Voyager 2012Pages: 376, PDF Size: 4.31 MB
Page 101 of 376

gesprek in de wacht te zetten en de
inkomende oproep te beantwoorden. OPMERKING:
De huidige mobiele telefoons die
compatibel zijn met de
UConnect™ Phone, bieden niet de
mogelijkheid een inkomend ge-
sprek te weigeren terwijl een an-
der gesprek wordt gevoerd.
Daarom kan de gebruiker óf het
inkomende gesprek beantwoorden
óf negeren.
Een tweede telefoongesprek
voeren terwijl het huidige gesprek
aan de gang is
Als u wilt bellen terwijl u al een ander
gesprek voert, drukt u op de toets
en zegt u "Kiezen" of "Bellen",
gevolgd door het telefoonnummer dat
u wilt bellen of de naam uit het tele-
foonboek. Het eerste gesprek wordt in
de wacht gezet terwijl het tweede ge-
sprek aan de gang is. Raadpleeg "Tus-
sen gesprekken heen en weer schake-
len" voor informatie over het
teruggaan naar het eerste gesprek.
Raadpleeg "Vergadergesprek" voor
informatie over het combineren van
twee gesprekken. Een gesprek in de wacht zetten /
uit de wacht halen
Om een gesprek in de wacht te zetten,
drukt u op de toets
tot u één
enkele pieptoon hoort. Dit geeft aan
dat het gesprek in de wacht is gezet.
Om het gesprek uit de wacht te zetten
houdt u de
toets ingedrukt tot u
één enkele pieptoon hoort.
Tussen gesprekken heen en weer schakelen
Als er twee gesprekken gaande zijn
(één actief en de andere in de wacht),
houdt u de toets
ingedrukt tot u
één enkele pieptoon hoort waarmee
aangegeven wordt dat de status van
de twee gesprekken (één actief en de
andere in de wacht) is gewisseld. Er
kan slechts één gesprek tegelijk in de
wacht gezet worden.
Vergadergesprek
Als er twee gesprekken gaande zijn
(één actief en de andere in de wacht)
houdt u de toetsingedrukt tot u
twee pieptonen hoort waarmee wordt
aangegeven dat de twee gesprekken
samengevoegd zijn tot één vergader-
gesprek. Driewegsgesprekken
Als u een driewegsgesprek wilt star-
ten, drukt u tijdens een gesprek op detoets
en belt u het tweede num-
mer, zoals wordt beschreven in "Een
tweede telefoongesprek voeren terwijl
het huidige gesprek aan de gang is".
Nadat het tweede gesprek tot stand is
gekomen, houdt u de toets
inge-
drukt totdat u twee pieptonen hoort,
die aanduiden dat de twee gesprekken
zijn samengebracht in één vergader-
gesprek.
Gesprek beëindigen
Om een actief gesprek te beëindigen,
drukt u kort op de toets
. Alleen
het actieve gesprek (de actieve ge-
sprekken) wordt beëindigd en als er
een gesprek in de wacht is gezet wordt
dit het nieuwe actieve gesprek. Als het
actieve gesprek door de andere beller
wordt beëindigd, wordt het gesprek in
de wacht mogelijk niet automatisch
actief. Dit hangt af van de mobiele
telefoon. Om het gesprek uit de wacht
te zetten houdt u de
toets inge-
drukt tot u één enkele pieptoon hoort.
95
Page 102 of 376

Redial (Opnieuw kiezen)
Druk op de
toets om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Op-
nieuw kiezen".
De UConnect™ Phone belt het laatst gekozen nummer op uw mo-
biele telefoon.
OPMERKING:
Het is mogelijk dat dit niet het
laatste nummer is dat u via de
Uconnect™ Phone hebt gekozen.
Voortzetting telefoongesprek
De functie Voortzetting telefoonge-
sprek maakt het mogelijk een tele-
foongesprek via de UConnect™
Phone voort te zetten nadat de con-
tactschakelaar naar de stand OFF is
gedraaid. De functie Voortzetting te-
lefoongesprek is in drie versies ver-
krijgbaar in het voertuig:
Nadat het contact is uitgeschakeld, kunt u het gesprek voortzetten via
de Uconnect™ Phone totdat het
wordt beëindigd, totdat een voer-
tuigspecifieke tijd verstrijkt, of tot- dat de accu van de auto dermate
leeg is dat het gesprek via de
Uconnect™ Phone moet worden
doorgeschakeld naar de mobiele te-lefoon.
Nadat de contactsleutel in de stand OFF is gedraaid, kunt u een ge-
sprek gedurende een bepaalde tijd
voortzetten via Uconnect™ Phone,
waarna het gesprek automatisch
wordt doorgeschakeld naar de mo-
biele telefoon.
Een actief gesprek wordt automa- tisch doorverbonden naar de mo-
biele telefoon nadat het contact
wordt uitgeschakeld.
FUNCTIES VAN
UCONNECT™ PHONE
Taalkeuze
Taal van de Uconnect™ Phone wijzi-gen:
Druk op de
toets om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daarop volgende pieptoon spreekt u
de naam in van de taal die u wilt
gebruiken (Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans of Spaans,
indien aanwezig).
Blijf de prompts van het systeem volgen om de taalkeuze te vol-tooien.
Nadat u een taal heeft geselecteerd,
worden alle prompts en gesproken op-
drachten in die taal uitgevoerd. OPMERKING:
Nadat u de taal van de Uconnect™
Phone hebt gewijzigd, is alleen het
telefoonboek met 32 namen be-
schikbaar dat bij de nieuwe taal
hoort. De gekoppelde telefoon-
naam is niet specifiek voor de taal
en kan voor alle talen worden ge-bruikt.
Raadpleeg "Vertaling opdrachten"'
aan het einde van dit hoofdstuk voor
de vertaling van opdrachten en an-
dere opdrachten in de ondersteundetalen.
Hulp in noodsituaties (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u zich in een noodsituatie bevindt
en de mobiele telefoon is binnen
handbereik:
96
Page 103 of 376

Pak de telefoon en kies zelf het lo-kale nummer voor noodgevallen.
Als de telefoon niet binnen handbe-
reik is, maar de UConnect™ Phone
wel is ingeschakeld, kunt u het num-
mer voor noodgevallen als volgt bel-len:
Druk op de
toets om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed'' en de daarop volgende pieptoon zegt u
''Noodgeval''. Vervolgens zal de
UConnect™ Phone aan de gekop-
pelde mobiele telefoon de opdracht
geven het alarmnummer te bellen.
OPMERKING:
Het standaardnummer is 112. Het is mogelijk dat het gekozen
nummer niet van toepassing is
op de beschikbare mobiele tele-
foonservice en de regio waar u
zich bevindt.
Sommige systemen bieden de mogelijkheid het alarmnummer,
indien ondersteund, in te stel-
len. Druk hiertoe op de toets
en zeg "Instellen", gevolgd door "Noodgeval". Wanneer u via de UConnect™
Phone belt, is de kans dat de
oproep tot stand wordt gebracht
iets kleiner dan wanneer u
rechtstreeks via de mobiele tele-
foon belt.
WAARSCHUWING!
Als u het Uconnect™ Phonesysteem
wilt gebruiken bij noodgevallen,
moet uw mobiele telefoon:
zijn ingeschakeld,
zijn gekoppeld aan hetUconnect™systeem,
en een netwerkdekking hebben.
Hulp bij pech (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u pechhulp nodig heeft:
Druk op de
toets om te begin-
nen.
Na de prompt "gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "pech- hulp".
OPMERKING:
Het nummer voor pechhulp moet
vóór gebruik worden ingesteld. Als
u dit nummer wilt instellen, drukt u op de toets
, zegt u "instellen,
pechhulp" en volgt u de prompts. Paging
Raadpleeg "Werken met automati-
sche systemen" voor informatie over
het oproepen via een pieper. Het op-
roepen via een pieper werkt correct,
behalve bij piepers van sommige fir-
ma's die iets te vroeg uitgaan om goed
samen te werken met de Uconnect™Phone.
Voicemail bellen
Raadpleeg "Werken met automati-
sche systemen" voor informatie over
het beluisteren van uw voicemail.
Werken met automatische systemen
Deze methode wordt gebruikt in situ-
aties waarin normaal gesproken cij-
fers moeten worden ingedrukt op het
toetsenbord van de mobiele telefoon
tijdens het navigeren door een geau-
tomatiseerd telefoonsysteem.
U kunt de Uconnect™ Phone gebrui-
ken voor toegang tot uw voicemail of
een geautomatiseerde service, zoals
een oproepservice voor piepers of een
geautomatiseerde klantenservice. Bij
97
Page 104 of 376

sommige diensten moet onmiddellijk
een respons worden gegeven. In een
aantal gevallen is het mogelijk dat
deze respons niet snel genoeg kan
worden gegeven via de UConnect™Phone.
Wanneer u via de Uconnect™ Phone
een nummer belt waarvoor u normaal
gesproken een serie toetsen op uw mo-
biele telefoon moet indrukken, kunt u
de toets
indrukken en de serie
inspreken die u wilt invoeren, gevolgd
door het woord "Zenden". Als u bij-
voorbeeld uw pincode en daarna een
hekje (3 7 4 6 #) moet invoeren, kunt
u op de toets
drukken en ver-
volgens zeggen: "3 7 4 6 hekje zen-
den". Het inspreken van een nummer
of een serie nummers, gevolgd door
"zenden" kan ook worden gebruikt
om door de menustructuur van een
geautomatiseerd klantencentrum te
navigeren of een nummer achter te
laten op een pieper.
U kunt ook de opgeslagen namen en
nummers in het Uconnect™ Phone-
book verzenden als tonen, zodat u
snel en gemakkelijk toegang krijgt tot
voicemail en piepers. Om deze functie te gebruiken, kiest u het nummer dat
u wilt bellen en drukt u vervolgens opde
toets en zegt "zenden". Het
systeem geeft u een prompt voor de
naam of het nummer en u zegt de
naam uit het telefoonboek die u wilt
zenden. De UConnect™ Phone zal
vervolgens het telefoonnummer dat
aan deze naam is gekoppeld, via de
telefoon verzenden als tonen. OPMERKING:
Het is mogelijk dat u wegens de netwerkconfiguratie van de mo-
biele telefoon niet alle tonen
kunt horen, dit is echter nor-maal.
Sommige leveranciers van pieper- en voicemaildiensten
hebben een uitschakeltijd die te
kort is waardoor deze functie
niet bruikbaar is.
Onderbreken — prompts negeren
De toets "spraakherkenning" kan
worden gebruikt als u een deel van
een prompt wilt overslaan en de ge-
sproken opdracht onmiddellijk wilt
geven. Als bijvoorbeeld de prompt
"Wilt u een telefoon koppelen, an- nule…," klinkt, kunt u de toets
indrukken en zeggen "Een telefoon
koppelen" om die optie te selecteren
zonder dat u naar de rest van de
prompt hoeft te luisteren.
Controlevragen in- of uitschakelen
Als u de controlevragen uitschakelt,
bevestigt het systeem uw keuzes niet
meer (de Uconnect™ Phone zal bij-
voorbeeld het telefoonnummer niet
herhalen voordat u een oproep acti-veert).
Druk op de
toets om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u:
"Controlevragen inschakelen in-
stellen"
"Controlevragen uitschakelen instellen"
Indicatoren voor telefoon- en netwerkstatus
De Uconnect™ Phone meldt de status
van uw telefoon en netwerk wanneer
u probeert een oproep tot stand te
brengen via Uconnect™, indien uw
98
Page 105 of 376

mobiele telefoon, de radio en/of een
display van hoge kwaliteit, zoals het
instrumentenpaneel, deze functieon-
dersteunen. De status wordt aange-
duid voor de signaalsterkte van het
netwerk, de status van de telefoon-
accu, etc.
Kiezen via de toetsen van de
mobiele telefoon
U kunt via uw mobiele telefoon een
nummer kiezen en tegelijkertijd de
UConnect™ Phone gebruiken (wan-
neer u de toetsen van de mobiele tele-
foon gebruikt, moet u echter behoed-
zaam te werk gaan en zorgen dat u de
veiligheid niet in gevaar brengt). Als u
een nummer kiest via de gekoppelde
Bluetooth® mobiele telefoon, wordt
het geluid hoorbaar via het audiosys-
teem van uw auto. De Uconnect™
Phone werkt op dezelfde wijze als
wanneer u het nummer kiest via een
gesproken opdracht. OPMERKING:
Sommige merken mobiele tele-
foons verzenden de kiestoon niet
naar de Uconnect™Phone om te
worden afgespeeld via het audio-
systeem. In dat geval zult u de kies- toon dus niet horen. In dit geval
heeft de gebruiker ook als het
nummer goed gedraaid is, wellicht
het gevoel dat het gesprek niet tot
stand is gebracht ook al wordt er
op dat moment gebeld. Zodra het
gesprek wordt beantwoord, hoort
u de audio.
Mute/Un-Mute (Mute Off) (geluid
uit/geluid aan)
Wanneer u het geluid van de
UConnect™ Phone uitschakelt, kunt
u nog steeds horen wat uw gespreks-
partner zegt, maar deze kan u niet
horen. Geluid van de Uconnect™
Phone uitschakelen:
Druk op de knop
.
Na de pieptoon zegt u: "geluid uit".
Geluid van de Uconnect™ Phone
weer inschakelen:
Druk op de knop.
Na de pieptoon zegt u: "geluid aan". GEAVANCEERDE TELEFOONVERBINDINGEN
Telefoongesprek doorschakelen
van en naar een mobiele telefoon
Met de UConnect™ Phone kunt u ac-
tieve gesprekken doorschakelen van
uw mobiele telefoon naar de
UConnect™ Phone, zonder het ge-
sprek te beëindigen. Als u een actief
gesprek wilt doorschakelen van de
aan Uconnect™ gekoppelde mobiele
telefoon naar de Uconnect™ telefoon
of omgekeerd, drukt u op de toets
en zegt u "Gesprek doorschake-
len".
De verbinding tussen de
UConnect™ Phone en de mobiele
telefoon tot stand brengen ofverbreken
Uw mobiele telefoon kan aan veel ver-
schillende apparaten worden gekop-
peld, maar kan met slechts één elek-
tronisch apparaat tegelijk actief zijn"verbonden".
Als u de Bluetooth® verbinding tus-
sen een aan Uconnect® gekoppelde
mobiele telefoon en het Uconnect™
Phone-systeem tot stand wilt brengen
99
Page 106 of 376

of verbreken, volgt u de aanwijzingen
uit het gebruikershandboek van uw
mobiele telefoon.
Namen van gekoppelde mobiele
telefoons weergeven
Druk op de
toets om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foonkoppeling instellen".
Na de prompt zegt u "Telefoons weergeven".
De Uconnect™ Phone geeft vervol- gens de namen van alle gekoppelde
mobiele telefoons weer, op volgorde
van hoogste naar laagste prioriteit.
Als u een gekoppelde telefoon die
wordt aangekondigd, wilt "selecte-
ren" of "verwijderen", drukt u op
de toetsen zegt u "Selecte-
ren" of "Verwijderen". Lees ook de
twee volgende hoofdstukken voor
informatie over een alternatieve
manier om een gekoppelde telefoon
te "selecteren" of te "verwijderen". Een andere mobiele telefoonselecteren
Met deze functie kunt u een andere
aan de Uconnect™ Phone gekoppelde
telefoon selecteren en in gebruik ne-men.
Druk op de
toets om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foon selecteren instellen" en volgt u
de prompts.
U kunt ook op elk gewenst moment op de
toets drukken terwijl de
lijst wordt afgespeeld en vervolgens
de telefoon kiezen die u wilt selec-
teren.
De geselecteerde telefoon wordt ge- bruikt bij het eerstvolgende tele-
foongesprek. Als de geselecteerde
telefoon niet beschikbaar is, ge-
bruikt Uconnect™ Phone automa-
tisch opnieuw de telefoon met de
hoogste prioriteit in of nabij (bin-
nen ca. 9 m) de auto. Aan Uconnect™ Phone
gekoppelde mobiele telefoonsverwijderen
Druk op de
toets om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Tele-
foonkoppeling instellen".
Bij de volgende prompt zegt u "Ver- wijderen" en volgt u de prompts.
U kunt ook op elk gewenst moment op de toetsdrukken terwijl de
lijst wordt afgespeeld en vervolgens
de telefoon kiezen die u wilt verwij-
deren.
WAT U MOET WETEN
OVER UW UCONNECT™PHONE
Gebruiksaanwijzing Uconnect™ Phone
Als u een korte beschrijving van de
functies van Uconnect™ Phone wilt
horen, drukt u op de toets
en zegt
u "Uconnect™gebruiksaanwijzing". Stemtraining
Als u bij het herkennen van uw ge-
sproken opdrachten of telefoonnum-
100
Page 107 of 376

mers door de Uconnect™ Phone pro-
blemen ondervindt, kunt u de functie
Stemtraining van de Uconnect™
Phone gebruiken. Om bij deze trai-
ning te komen, volgt u één van de
volgende twee procedures:
Wanneer u zich niet in de
Uconnect™modus bevindt (maar
bijvoorbeeld in de radiomodus)
Houd de toets
vijf seconden
lang ingedrukt tot de trainingsessie
begint of
Druk op de toetsen spreek de
volgende opdracht in: "Stemtrai-
ning, systeemtraining of start stem-training".
U kunt drukken op de toets
Uconnect™ Phone om de fabrieksin-
stellingen te herstellen, of u kunt de
woorden en zinnen herhalen wanneer
de Uconnect™ Phone u daarom
vraagt. U bereikt de beste resultaten
wanneer de stemtraining plaatsvindt
terwijl de auto is geparkeerd, de mo-
tor draait, alle ramen zijn gesloten en
de aanjager is uitgeschakeld. Deze procedure kan herhaald worden
met een nieuwe gebruiker. Het sys-
teem past zich alleen aan aan de laatst
getrainde stem.
Functies terugstellen
Druk op de knop
.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Instel-
len" en vervolgens "Terugstellen".
Hiermee verwijdert u alle telefoon-
koppelingen, telefoonboekgegevens
en overige instellingen in alle talen.
Het systeem zal u om bevestiging vra-
gen voordat de fabrieksinstellingen
worden hersteld.
Gesproken opdrachten
Voor optimale prestaties stelt u de achteruitkijkspiegel zo in dat er ten
minste 1 cm afstand is tussen het
dakpaneel (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) en de spie-gel.
Wacht altijd op de pieptoon voor u begint spreken. Spreek gewoon zonder te pauzeren,
net alsof u een gesprek voert met
iemand die een meter of twee van u
vandaan zit.
Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt tijdens de spraakherken-ningstraining.
De spraakherkenning werkt het best:
als de aanjager op laag of in demiddenstand staat afgesteld,
bij lage tot matige snelheid van het voertuig,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
met volledig dichte ramen,
bij droge weersomstandigheden.
Ofschoon het systeem ontworpen is voor sprekers van Brits Engels, Ne-
derlands, Frans, Duits, Italiaans of
Spaans is het mogelijk dat het sys-
teem bij sommige mensen niet al-
tijd werkt.
Tijdens het navigeren door een ge- automatiseerd systeem, zoals voice-
mail, of wanneer u een pieper op-
101
Page 108 of 376

roept, moet u erop letten dat u aan
het einde van de gesproken reeks
het woord "Zenden" zegt.
Het is raadzaam namen in het tele- foonboek op te slaan als het voer-
tuig niet in beweging is.
Het is niet raadzaam om namen die hetzelfde klinken op te slaan in het
Uconnect™ Phonebook.
De herkenning van de namen in het Uconnect™ Phonebook (zowel ge-
downloade als in de telefoon opge-
slagen namen) verloopt het beste
als de namen niet op elkaar lijken.
Nummers moeten als losse cijfers worden ingesproken. "800" moet
uitgesproken worden als "acht-nul-
nul", niet als "achthonderd".
U kunt "O" (de letter "O") zeggen in plaats van "0" (nul).
Hoewel voor internationale ge- sprekken de meeste cijfercombina-
ties worden ondersteund, is het mo-
gelijk dat sommige verkorte
nummercodes niet werken.
In een open auto kan de geluidskwa-
liteit van het systeem minder goed
zijn als het dak naar beneden is.Geluidskwaliteit achterin
De geluidskwaliteit is het beste:
als de aanjager op laag of in demiddenstand staat afgesteld,
bij lage tot matige snelheid van het voertuig,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
met volledig dichte ramen,
bij droog weer en
bij bediening vanuit de bestuurdersstoel.
De geluidskwaliteit, zoals de hel- derheid, echo en dynamiek, is in
hoge mate afhankelijk van de ge-
bruikte telefoon en het netwerk, en
niet van de UConnect™ Phone.
Echo bij de ontvanger van het tele- foongeluid achterin kan soms wor-
den beperkt door de geluidsterkte
in het voertuig te verminderen
In een open auto kan de geluidskwa-
liteit van het systeem minder goed
zijn als het dak naar beneden is.Recente gesprekken
Als uw telefoon de functie "Telefoon-
boek automatisch downloaden" on-
dersteunt, kan de Uconnect™ Phone
een lijst tonen van uw uitgaande, ont-
vangen en gemiste oproepen. SMSDe Uconnect™Phone kan nieuwe be-
richten lezen of verzenden op uw tele-foon.Berichten lezen:
Als u een nieuw tekstbericht ontvangt
terwijl uw telefoon is aangesloten op
de Uconnect™Phone, volgt er een
melding om u te waarschuwen dat u
een nieuw tekstbericht hebt ontvan-
gen. Ga als volgt te werk om het
nieuwe bericht te beluisteren:
Druk op de knop
.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "SMS
lezen" of "Berichten lezen".
De Uconnect™ Phone speelt het volgende tekstbericht voor u af.
102
Page 109 of 376

Nadat u een bericht hebt gelezen,
kunt u het met de Uconnect™ Phone
"Beantwoorden" of "Doorsturen".
Berichten verzenden:U kunt berichten verzenden met de
Uconnect™Phone. Ga als volgt te werk
om een nieuw bericht te verzenden: Druk op de knop
.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "SMS
zenden" of "Berichten zenden".
U kunt nu het te verzenden bericht inspreken, of u kunt zeggen: "Be-
richten weergeven". Er zijn 20
vooraf ingestelde berichten.
Als u een bericht wilt verzenden,
drukt u op de toets
terwijl het
bericht wordt weergegeven door het
systeem en zegt u "Verzenden".
De Uconnect™ Phone vraagt u de
naam of het nummer te zeggen van de
persoon waaraan u het bericht wiltzenden.
Overzicht van de vooraf ingestelde berichten:
1. Ja. 2. Nee.
3. Waar ben je?
4. Ik heb meer routegegevens nodig.
5. L O L
6. Waarom
7. Ik hou van je
8. Bel me
9. Bel me straks
10. Bedankt
11. Tot over een kwartier
12. Ik ben onderweg
13. Ik kom later
14. Ben je al aangekomen?
15. Waar spreken we af?
16. Kan dit wachten?
17. Voorlopig tot ziens
18. Wanneer kunnen we elkaar ont- moeten
19. Stuur me het telefoonnummer
20. Begin zonder mij
Waarschuwing voor inkomende
SMS-berichten in-/uitschakelen
Als u de waarschuwing voor inko-
mende SMS-berichten uitschakelt, zal
het systeem geen melding geven wan-
neer een nieuw bericht binnenkomt.
Druk op de knop
.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Instel-
len, waarschuwing inkomend be-
richt". Vervolgens krijgt u de
mogelijkheid deze instelling te wij-zigen.
CommunicatieverbindingBluetooth®
De verbinding tussen mobiele tele-
foons en de UConnect™ Phone kan
soms verloren gaan. Als dit gebeurt,
kunt u de verbinding gewoonlijk op-
nieuw tot stand brengen door de mo-
biele telefoon in en uit te schakelen.
Het is raadzaam op uw mobiele tele-
foon de stand Bluetooth® AAN inge-
schakeld te laten.
103
Page 110 of 376

Inschakelen
Nadat u de contactsleutel van OFF
naar ON of ACC heeft geschakeld of
na een verandering van taal, moet u
ten minste vijftien seconden wachten
voordat u het systeem kunt gebrui-ken.104