MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 351 of 759

OPMERKING
Als u uw handen van het stuurwiel afneemt (het stuurwiel niet vasthoudt), wordt het
waarschuwingsgeluid geactiveerd en wordt een alarmmelding aangegeven op de
multi-informatiedisplay en de Active Driving Display.
Multi-informatiedisplay
Active Driving Display
Als u het stuurwiel licht vasthoudt, is het mogelijk dat het systeem afhankelijk van de
rijomstandigheden bepaalt dat u het stuurwiel heeft losgelaten (het stuurwiel niet
langer vasthoudt) ook al is dit niet het geval en dat er een waarschuwing op de
multi-informatiedisplay en de Active Driving Display verschijnt.

Om het rijden te hervatten
Als het
CTS-systeem tijdelijk is geannuleerd, wordt de regeling hervat met uw eerder
ingestelde snelheid door het indrukken van de RES schakelaar nadat aan alle
bedieningsvoorwaarden is voldaan.
OPMERKING
xAls de ingestelde snelheid niet op de display wordt aangegeven, wordt het
systeem niet geactiveerd, ook niet als de RES schakelaar wordt ingedrukt.
xNa de handeling bestaat de kans dat de werking van de besturingshulpfunctie
gedurende maximaal 5 seconden wordt onderbroken totdat de rijstrookstrepen
bespeurd worden of een voorliggend voertuig wordt herkend.

Uitschakelen
Wanneer de CTS schakelaar wordt ingedrukt terwijl het CTS systeem is geactiveerd,
wordt het CTS systeem uitgeschakeld.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-181

Page 352 of 759

▼Weergave van verzoek
opschakelen/terugschakelen
(handgeschakelde versnellingsbak)
Het is mogelijk dat tijdens de werking
van het CTS systeem de weergave van
het verzoek opschakelen/
terugschakelen getoond wordt.
Wanneer dit gebeurt dient u de
versnelling over te schakelen omdat de
schakelstand niet juist is.
Verzoek Indicatie op display
OpschakelenSchakel op naar hogere ver-
snelling
Te r u g s c h a ke -
lenSchakel terug naar lagere ver-
snelling
OPMERKING
xAls de versnelling niet opgeschakeld
wordt hoewel de verzoekindicatie
voor het opschakelen wordt
getoond, wordt de motor overbelast
en bestaat de kans dat het
CTS-systeem automatisch
geannuleerd wordt omdat anders
motorschade zou kunnen ontstaan.
xAls versnelling niet teruggeschakeld
wordt hoewel de verzoekindicatie
voor het terugschakelen wordt
getoond, bestaat de kans dat het
CTS-systeem automatisch
geannuleerd wordt omdat anders de
motor zou kunnen afslaan.
▼In-stilstandpositie-houdenregeling
(automatische transmissie)
Wanneer het CTS systeem wordt
gebruikt als de volgafstandregeling
actief is, wordt uw auto tot stilstand
gebracht wanneer een voorliggend
voertuig stopt. Wanneer de auto tot
stilstand wordt gebracht en de
in-stilstandpositie-houdenregeling
operationeel is, gaat het
indicatielampje van het CTS-systeem
branden.
OPMERKING
xZelfs wanneer het CTS systeem
tijdelijk wordt geannuleerd terwijl de
in-stilstandpositie-houdenregeling
operationeel is, blijft de auto in de
stilstandpositie.
xDe handrem wordt automatisch
aangetrokken wanneer de auto in de
stilstandpositie wordt gehouden
nadat 10 minuten of meer zijn
verstreken sinds de
in-stilstandpositie-houdenregeling
werd geactiveerd. Wanneer dit
gebeurt, dan wordt het CTS-systeem
tijdelijk geannuleerd.
xAls aan de i-stop
bedieningsvoorwaarden wordt
voldaan terwijl de
in-stilstandpositie-houdenregeling
actief is, stopt de motor ook al wordt
het rempedaal niet ingetrapt.
Zie i-stop op pagina 4-13.
xDe remlichten gaan branden
wanneer de
in-stilstandpositie-houdenregeling
actief is.

Rijden hervatten
Wanneer het voorliggende voertuig
gaat rijden terwijl uw auto stilstaat met
geactiveerde
in-stilstandpositie-houdenregeling ,
druk op de RES schakelaar of trap het
gaspedaal in om de
in-stilstandpositie-houdenregeling te
annuleren en te gaan rijden.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-182

Page 353 of 759

OPMERKING
xWanneer u het rijden hervat door de
RES schakelaar in te drukken, gaat de
auto pas rijden wanneer de afstand
tussen uw auto en het voorliggende
voertuig de opgegeven afstand of
langer bedraagt.
xDe motor start automatisch wanneer
een van de acties om het rijden te
hervatten worden uitgevoerd terwijl
i-stop operationeel is.
xAls het CTS systeem tijdelijk is
geannuleerd terwijl de
in-stilstandpositie-houdenregeling
actief was, kunt u het rijden niet
hervatten door te drukken op de RES
schakelaar wanneer er geen
voertuigen voor u zijn. Trap het
gaspedaal in en hervat het rijden.
xAls het voorliggende voertuig gaat
rijden binnen 3 seconden nadat uw
auto door de
in-stilstandpositie-houdenregeling is
gestopt, wordt de
volgafstandregeling hervat zelfs als u
niet verder rijdt, bijvoorbeeld door
het gaspedaal in te trappen.

Vertrekinformatie van het voertuig
Als u het rijden niet binnen enkele
seconden hervat nadat het
voorliggende voertuig gaat rijden
tijdens de
in-stilstandpositie-houdenregeling,
knippert de indicatie voorliggend
voertuig in de multi-informatiedisplay
om de bestuurder te informeren dat
deze het rijden moet hervatten.
Wanneer u niet verder stuurt nadat het
indicatielampje knippert, dan wordt
een geluid geactiveerd om u aan te
sporen het sturen hervatten.
Rijstrookassistent (LAS)*
▼Rijstrookassistent (LAS)
Het LAS systeem biedt assistentie bij
de besturing om de bestuurder te
helpen binnen de rijstroken te blijven
wanneer de kans bestaat dat de auto
van zijn rijstrook afwijkt.
De vooruitrijcamera (FSC) bespeurt de
witte strepen (gele strepen) van de
rijstrook waarin de auto zich op dat
moment bevindt en als het systeem
bepaalt dat de auto mogelijk van zijn
rijstrook afwijkt wordt de elektrische
stuurbekrachtiging geactiveerd om de
bestuurder bij de besturing te
assisteren. Het systeem waarschuwt de
bestuurder ook door een
waarschuwing weer te geven op de
multi-informatiedisplay en de Active
Driving Display. Gebruik het systeem
bij het rijden op wegen met witte
(gele) strepen, zoals snelwegen of
hoofdwegen.
1. Vooruitrijcamera (FSC)
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.4-183

Page 354 of 759

WAARSCHUWING
Vertrouw niet blindelings op het LAS
systeem:
¾Het LAS systeem is geen automatisch
rijsysteem. Daarnaast is het systeem
niet bedoeld ter compensatie van
onvoorzichtig rijgedrag van de
bestuurder en kan blindelings
vertrouwen op het systeem
ongelukken veroorzaken.
¾De functies van het LAS hebben
beperkingen. Blijf altijd uw baan
aanhouden met behulp van het
stuurwiel en rijd voorzichtig.
¾Gebruik het LAS systeem niet onder
de volgende omstandigheden om
ongelukken te voorkomen.
¾De auto rijdt op gladde wegen
zoals met ijs of sneeuw bedekte
wegen en onverharde wegen.
¾Wanneer banden van een andere
dan de voorgeschreven maat
worden gebruikt, zoals een
noodreservewiel.
¾Er worden banden met
onvoldoende
profiel gebruikt.
¾Wanneer de bandenspanning niet
op de voorgeschreven druk is
afgesteld.
¾Het voertuig wordt gebruikt om
een caravan of bootaanhanger te
trekken.
¾Er worden sneeuwkettingen
gebruikt.
¾De auto rijdt op wegen waarop
andere rijstrookstrepen dan witte
(gele) lijnen worden gebruikt, zoals
een autosnelweg.
OPGELET
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht zodat
het LAS systeem normaal kan
functioneren.
¾Geen wijzigingen aan de vering van
de auto aanbrengen.
¾Gebruik voor de voor- en
achterwielen altijd banden van het
voorgeschreven type en formaat.
Raadpleeg een deskundige
reparateur (bij voorkeur een
officiële
Mazda-reparateur) voor het
vervangen van de banden.
OPMERKING
Het is mogelijk dat het systeem onder
de volgende omstandigheden niet
normaal werkt.
xWanneer de witte (gele)
rijstrookstrepen minder goed
zichtbaar zijn doordat deze vuil zijn
of de verf is afgebladderd.
xWanneer de witte (gele)
rijstrookstrepen minder goed
zichtbaar zijn als gevolg van slecht
weer (regen, mist of sneeuw).
xBij het rijden op een tijdelijke
rijstrook of een weggedeelte met een
afgesloten rijstrook als gevolg van
wegwerkzaamheden waar mogelijk
meerdere witte (gele)
rijstrookstrepen zijn of waar deze zijn
onderbroken.
xDe camera neemt een donkere lijn
waar, zoals bij een tijdelijke streep
voor wegwerkzaamheden, of door
schaduweffecten, sneeuwresten of
sporen met water.
xWanneer de helderheid van de
omgeving plotseling verandert, zoals
bij het in- of uitrijden van een tunnel.
xWanneer tegenlicht vanaf het
wegdek reflecteert.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-184

Page 355 of 759

xWanneer het wegdek nat en
glimmend is na regen, of als er
plassen op de weg zijn.
xWanneer de rijstrook buitengewoon
smal is.
xDe auto rijdt op wegen met scherpe
bochten.
xWanneer zware bagage in de
bagageruimte of op de achterzitting
is geplaatst zodat de auto
doorhangt.
xDe auto rijdt over een splitsing of
knooppunt.
xWanneer een schaduw van de
vangrail parallel aan een witte (gele)
rijstrookstreep op de weg valt.
xWanneer de verlichting van de
koplampen afgezwakt is als gevolg
van verontreiniging of afwijking 's
nachts van de optische as.
xWanneer de weg buitengewoon
oneffen is.
xWanneer de auto schokt na een
hobbel in de weg.
xWanneer een voertuig dat vóór uw
auto rijdt nabij de witte (gele)
rijstrookstreep rijdt waardoor deze
minder goed zichtbaar is.
xWanneer de voorruit verontreinigd of
beslagen is.
xEr reflecteert fel licht van de
voorzijde van de auto (zoals zonlicht
of koplampen (groot licht) van
tegemoetkomende voertuigen).
▼Gebruik van het systeem
Wanneer het contact AAN wordt
gezet, dan gaat het i-ACTIVSENSE
statussymbool (waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) (wit)
branden en gaat het systeem naar
stand-by.
OPMERKING
Als het i-ACTIVSENSE statussymbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) (wit) niet
gaat branden, is het systeem
geannuleerd met de i-ACTIVSENSE
schakelaar of via de
gebruikersinstellingen.
Bedieningsvoorwaarden
Wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden is voldaan, dan verandert
het i-ACTIVSENSE statussymbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) op de
multi-informatiedisplay van wit naar
groen en wordt het systeem
bedrijfsklaar.
xDe rijsnelheid is ongeveer 60 km/h
of hoger.
xHet systeem bespeurt witte (gele)
rijstrookstrepen.
OPMERKING
Wanneer het systeem aan één zijde
geen witte (gele) rijstrookstreep
detecteert, zal het systeem niet werken
aan de zijde waar niets wordt
gedetecteerd.
Wanneer het systeem tijdelijk wordt
geannuleerd
Het LAS gaat in de volgende gevallen
over naar standby: De LAS-functie
wordt automatisch opnieuw
ingeschakeld wanneer aan de
bedieningsvoorwaarden van het
systeem wordt voldaan.
xHet systeem kan de witte (gele)
rijstrookstrepen niet bespeuren.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-185

Page 356 of 759

xDe rijsnelheid is minder dan
ongeveer 55 km/h.
xDe richtingaanwijzerhendel wordt
bediend.
xHet gaspedaal wordt abrupt
ingetrapt.
xHet TCS/DSC is in bedrijf.xHet TCS is uitgeschakeld.xHet stuurwiel wordt gedraaid.xHet rempedaal wordt bediend.
De functie wordt tijdelijk gestopt.
Het LAS stopt in de volgende gevallen
met functioneren:
xDe temperatuur in de
vooruitrijcamera (FSC) is te hoog of
te laag.
xDe voorruit rond de vooruitrijcamera
(FSC) is beslagen.
xDe voorruit rondom de
vooruitrijcamera (FSC) wordt door
een obstakel geblokkeerd, waardoor
het uitzicht naar voren belemmerd
wordt.
xFel licht afkomstig van de voorzijde
van de auto (zoals zonlicht of
koplampen (groot licht) van
tegemoetkomende voertuigen)
reflecteert in de vooruitrijcamera
(FSC).
Defect in het systeem
Wanneer er een probleem is met het
systeem, dan gaan het i-ACTIVSENSE
statussymbool (waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) (wit) en de
i-ACTIVSENSE
waarschuwingsindicatie/het
waarschuwingslampje op de
multi-informatiedisplay branden en
wordt een melding getoond.
Zie i-ACTIVSENSE statussymbool
(waarschuwings-/
risicovermijdingssysteem) op pagina
4-110.
▼Besturingsassistentie
Wanneer het systeem vaststelt dat de
auto mogelijk van zijn rijstrook afwijkt,
wordt de besturingsassistentie
geactiveerd.
Het systeem stelt de bestuurder via de
multi-informatiedisplay en de Active
Driving Display op de hoogte dat
besturingsassistentie is geboden.
Multi-informatiedisplay (basisdisplay)
Multi-informatiedisplay
(i-ACTIVSENSE display)
Active Driving Display
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-186

Page 357 of 759

OPMERKING
Wanneer de bestuurder het stuurwiel
gebruikt terwijl de besturingsassistentie
is geactiveerd, dan wordt de
besturingsassistentie geannuleerd.
▼Uitschakeling van het systeem
Het LAS-systeem kan buiten werking
worden gesteld.
x(Als alleen het LAS wordt
uitgeschakeld)
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
x(Als het LAS wordt uitgeschakeld
door de i-ACTIVSENSE schakelaar te
bedienen)
Zie i-ACTIVSENSE schakelaar op
pagina 4-112.
OPMERKING
Als het contact uit wordt gezet terwijl u
het systeem met de i-ACTIVSENSE
schakelaar heeft geannuleerd, wordt
het systeem de volgende keer dat het
contact op ON wordt gezet,
automatisch ingeschakeld. Als het
systeem echter wordt geannuleerd via
de gebruikersinstellingen, dan wordt
het systeem niet automatisch
ingeschakeld.
Afstelbare
snelheidsbegrenzer (ASL)
*
▼Afstelbare snelheidsbegrenzer
(ASL)
De ASL is een functie die voorkomt dat
er niet sneller met de auto gereden kan
worden dan een ingestelde snelheid.
De rijsnelheid wordt geregeld zodat
deze onder de ingestelde snelheid
blijft ook als het gaspedaal wordt
ingetrapt.
De ASL kan ingesteld worden tussen
30 km/h en 200 km/h. Bij het afrijden
van een helling is het mogelijk dat de
rijsnelheid de ingestelde snelheid
overschrijdt. Het systeem waarschuwt
de bestuurder echter door middel van
het knipperen van de display en het
geven van een waarschuwingsgeluid.
WAARSCHUWING
Bij het wisselen van bestuurder het
systeem altijd uitschakelen:
Als er van bestuurder wordt gewisseld
en de nieuwe bestuurder niet op de
hoogte is van de ASL-functie, bestaat
de kans dat de auto niet accelereert
wanneer de bestuurder het gaspedaal
intrapt. Dit kan een ongeval
veroorzaken.
Het systeem bestaat uit de ASL-display
en de snelheidsbegrenzerschakelaar op
het stuurwiel.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.4-187

Page 358 of 759

Multi-informatiedisplay (basisdisplay)
1. Ingestelde rijsnelheid ASL

Multi-informatiedisplay
(i-ACTIVSENSE display)
1. Ingestelde rijsnelheid ASL

Active Driving Display
1. Ingestelde rijsnelheid ASL

Snelheidsbegrenzerschakelaar
1. CANCEL schakelaar
2. RES schakelaar
3. LIM schakelaar
▼Afstelbare snelheidsbegrenzer
(ASL) standby-indicatie (wit)/
Afstelbare snelheidsbegrenzer
(ASL) instelindicatie (groen)
ASL standby-indicatie (wit)
Deze indicatie licht wit op wanneer op
de LIM schakelaar wordt gedrukt en de
ASL geactiveerd wordt.
ASL instelindicatie (groen)
De indicatie licht groen op wanneer
een snelheid is ingesteld.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-188

Page 359 of 759

▼Display van afstelbare snelheidsbegrenzer (ASL)
De instellingsstatus van de ASL wordt getoond in de Active Driving Display of de
display in de instrumentengroep.
StatusIndicatie op
multi-informa-
tiedisplay/Acti-
ve Driving Dis-
playVerklaring
Stand-by dis-
play
Wordt getoond wanneer de snelheidsbegrenzerschakelaar wordt
bediend en het systeem wordt ingeschakeld.
Wordt uitgeschakeld wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
Instellingsdis-
play
Wordt getoond wanneer de SET- of SET+ schakelaar wordt bediend
en de snelheid wordt ingesteld.
Annuleringsdis-
play
Wordt getoond wanneer een van de volgende handelingen wordt
uitgevoerd en het systeem tijdelijk wordt geannuleerd.
xCANCEL schakelaar wordt bediendxGaspedaal wordt krachtig ingetrapt
Waarschu-
wingsdisplay
Als de rijsnelheid de ingestelde snelheid met ongeveer 5 km/h of
meer overschrijdt, dan knippert de ASL display.
De display knippert totdat de rijsnelheid afneemt tot de ingestelde
snelheid of minder.
Er wordt bij weergave van de waarschuwing tegelijkertijd een waar-
schuwingszoemer geactiveerd.
Zie waarschuwingszoemer snelheidsbegrenzer op pagina 7-83.
▼Activering/deactivering
OPMERKING
Wanneer het contact op OFF wordt
gezet, wordt de systeemtoestand
aangehouden die bestond alvorens het
werd uitgeschakeld.
Als bijvoorbeeld het contact uit wordt
gezet terwijl de ASL in werking is, zal
het systeem gebruiksklaar zijn wanneer
het contact de volgende keer op ON
gezet wordt.
Activering
Druk voor het activeren van het
systeem op de LIM schakelaar. Het
ASL-scherm wordt weergegeven en de
standby-indicatie van de ASL licht wit
op.
Deactivering
Voor het deactiveren van het systeem
nogmaals op de LIM schakelaar
drukken. Het ASL-scherm wordt niet
langer getoond en de ASL indicatie is
uit.
▼Instellen van het systeem
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-189

Page 360 of 759

WAARSCHUWING
Controleer bij het instellen van de ASL
altijd of de omgeving veilig is:
Als de snelheid lager ingesteld wordt
dan de huidige rijsnelheid, wordt de
rijsnelheid tot aan de ingestelde
snelheid verminderd. Controleer of de
omgeving veilig is en houd een veiliger
afstand aan tussen de voertuigen voor
u en achter u.
1. Druk op de LIM schakelaar om het
systeem in te schakelen.
2. Druk de RES schakelaar omhoog
(SET+) of omlaag (SET-) om de
snelheid in te stellen. Wanneer de
huidige rijsnelheid 30 km/h of
meer is, wordt de snelheid
ingesteld op de huidige rijsnelheid.
Wanneer de huidige rijsnelheid
minder is dan 30 km/h, wordt de
snelheid ingesteld op 30 km/h.
3. Houd voor het verhogen van de
ingestelde snelheid de RES
schakelaar continu omhoog (SET+).
De ingestelde snelheid kan
afgesteld worden in stappen van 10
km/h. De ingestelde snelheid kan
ook afgesteld worden in stappen
van ongeveer 1 km/h door de RES
schakelaar kortstondig omlaag (SET
+) te duwen. Bijvoorbeeld, de
ingestelde snelheid neemt met
ongeveer 4 km/h toe door de RES
schakelaar 4 maal omhoog (SET+)
te duwen.
4. Houd voor het verlagen van de
ingestelde snelheid de RES
schakelaar continu ingedrukt (SET-).
De ingestelde snelheid kan
afgesteld worden in stappen van 10
km/h. De ingestelde snelheid kan
ook afgesteld worden in stappen
van ongeveer 1 km/h door de RES
schakelaar kortstondig in te
drukken (SET-). Bijvoorbeeld, de
ingestelde snelheid neemt met
ongeveer 4 km/h af door de RES
schakelaar 4 maal in te drukken
(SET-).
OPMERKING
xDruk wanneer de ingestelde
rijsnelheid in de instrumentengroep
wordt getoond op de RES schakelaar
om de getoonde rijsnelheid in te
stellen.
xHet systeem wordt tijdelijk
uitgeschakeld bij accelereren door
krachtig intrappen van het
gaspedaal, echter de werking wordt
hervat wanneer de rijsnelheid tot aan
de ingestelde snelheid of minder
afneemt.
xBij het afrijden van een helling is het
mogelijk dat de rijsnelheid de
ingestelde snelheid overschrijdt.
xIn de volgende gevallen kan het
systeem niet worden ingesteld.
xEen portier staat open.xDe veiligheidsgordel van de
bestuurder is niet vastgemaakt.
▼Tijdelijk annuleren van het
systeem
Het systeem wordt tijdelijk
geannuleerd (stand-bystatus) wanneer
een van de volgende handelingen
wordt uitgevoerd terwijl de ASL
getoond wordt.
xCANCEL schakelaar wordt ingedruktxGaspedaal wordt krachtig ingetraptxEen portier wordt geopendxDe veiligheidsgordel van de
bestuurder wordt losgemaakt
Druk op de RES schakelaar om de
werking te hervatten bij de eerder
ingestelde snelheid. De ASL-display
blijft actief.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-190

Page:   < prev 1-10 ... 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 ... 760 next >