MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 381 of 759

OPGELET
¾Gebruik de 360° rondomkijkmonitor
niet onder de volgende
omstandigheden.
¾Bij het rijden op wegen die bedekt
zijn met ijs of sneeuw.
¾Wanneer sneeuwkettingen of een
noodreservewiel zijn aangebracht.
¾De voor of achterportieren zijn niet
volledig gesloten.
¾Wanneer de auto op een helling
staat.
¾De portierspiegels zijn ingeklapt.
¾Stoot niet met kracht tegen de
voor-/achtercamera, voorbumper,
achterklep en portierspiegels. De
montagepositie of montagehoek van
de camera kan daardoor
verschuiven.
¾De camera’s zijn waterdicht.
Demonteer, wijzig of verwijder de
camera niet.
¾De behuizing van de camera is van
hard plastic, breng daarom geen
ontvettingsmiddelen, organische
oplosmiddelen, was of ruitcoatings
aan. Als een van dit soort middelen
op de behuizing komt, dit
onmiddellijk met een zachte doek
afvegen.
¾Veeg niet krachtig de lens van de
camera en reinig deze niet met een
schuurmiddel of harde borstel.
Anders kan de lens beschadigen en
een negatieve invloed op de beelden
hebben.
¾Raadpleeg een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) voor reparatie,
spuiten of vervangen van de voor-/
achtercamera, voorbumper,
achterklep en portierspiegels.
¾Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht zodat
de 360° rondomkijkmonitor normaal
functioneert.
¾Verander de wielophanging van de
auto niet en/of verlaag/verhoog
de carrosserie niet.
¾Gebruik voor de voor- en
achterwielen altijd banden van het
voorgeschreven type en formaat.
Raadpleeg een deskundige
reparateur (bij voorkeur een
officiële Mazda-reparateur) voor
het vervangen van de banden.
¾Wanneer de display koud is, kunnen
beelden strepen vertonen of kan het
scherm donkerder zijn dan normaal,
waardoor de omgeving van de auto
moeilijker te controleren is.
Inspecteer tijdens het rijden altijd
visueel of de voorzijde en het
gedeelte rondom de auto veilig is.
¾De methode voor parkeren/
stopzetten van de auto met behulp
van de 360° rondomkijkmonitor
verschilt afhankelijk van de
wegsituatie en de voertuigcondities.
Wanneer en hoe ver u het stuurwiel
draait verschilt per situatie.
Controleer daarom altijd de
omgeving van de auto rechtstreeks
visueel bij gebruik van het systeem.
Let er ook op voordat u het systeem
gaat gebruiken dat er voldoende
ruimte is om de auto op de
parkeer-/stopplaats te parkeren/
stop te zetten.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-211

Page 382 of 759

OPMERKING
xAls waterdruppels, sneeuw of
modder op de cameralens is
terechtgekomen, dit afvegen met
behulp van een zachte doek. Als de
cameralens bijzonder vuil is, deze
afvegen met een zacht
schoonmaakmiddel.
xWanneer de cameralens wordt
aangeraakt of wanneer er vuil op zit,
dan kan dit de schermafbeelding
beïnvloeden. Veeg de lens schoon
met een zachte doek.
xAls het gedeelte waar de camera is
gemonteerd, zoals de voorbumper,
achterklep of portierspiegels, bij een
botsing zijn beschadigd, bestaat de
kans dat de camera (positie,
montagehoek) verschoven is.
Raadpleeg altijd een deskundige
reparateur (bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) om de auto te
laten inspecteren.
xAls de camera is blootgesteld aan
grote temperatuurwisselingen, zoals
bij het gieten van warm water op de
camera tijdens koud weer, bestaat
de kans dat de 360°
rondomkijkmonitor niet normaal
functioneert.
xAls de accuspanning laag is, is het
scherm mogelijk tijdelijk moeilijk
zichtbaar, dit duidt echter niet op
een probleem.
xDe 360° rondomkijkmonitor heeft
beperkingen. Objecten onder de
bumper of nabij beide
bumperuiteinden kunnen niet
worden weergegeven.
xObstakels boven het beeldbereik van
de camera worden niet
weergegeven.
xOnder de volgende omstandigheden
kan het scherm moeilijk zichtbaar
zijn, dit duidt echter niet op een
defect.
xDe temperatuur nabij de lens is
hoog/laag.
xRegenweer, waterdruppels op de
camera of hoge vochtigheid.
xModder of vreemde bestanddelen
nabij de camera.
xExtreem helder licht, zoals zonlicht
of het licht van koplampen dat
rechtstreeks op de cameralens valt.
xDe omgeving wordt verlicht door
de voertuiglampen,
fluorescentielampen of
LED-lampen (display kan
knipperen).
xEr verschijnen zeer kleine donkere
of witte stippen op het scherm (de
stippen kunnen knipperen).
xOmdat de camera van de 360°
rondomkijkmonitor gebruikmaakt
van een speciale lens, verschilt de
afstand weergegeven op het scherm
van de werkelijke afstand.
xObstakels die worden weergegeven
in het scherm kunnen anders worden
voorgesteld dan werkelijk het geval
is. (Obstakels kunnen gevallen,
groter of langer lijken dan werkelijk
het geval is.)
xPlak geen stickers op de camera of
het gedeelte eromheen. Monteer
bovendien geen accessoires of een
verlichte nummerplaat op het
gedeelte rondom een camera.
Anders bestaat de kans dat de
camera de
omgevingsomstandigheden niet juist
weergeeft.
xInformatie over gratis/open source
software
Dit product bevat gratis/open source
software. Informatie over de licenties
en broncode is beschikbaar op het
volgende adres.
https://www.denso.com/
global/en/opensource/svss/
mazda/
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-212

Page 383 of 759

▼Soorten van beelden die op het scherm worden weergegeven
Bovenaanzicht/vooraanzicht
Toont het beeld van het gedeelte rondom de auto en de voorzijde van de auto.
1. Bovenaanzichtscherm
2. Vooraanzichtscherm
3. De melding “Controleer of de omgeving veilig is.” wordt weergegeven

Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-213

Page 384 of 759

Bovenaanzicht/groothoekvooraanzicht
Toont het beeld van het gedeelte rondom de auto en de voorzijde van de auto
(groothoekaanzicht).
1. Bovenaanzichtscherm
2. Scherm groothoekvooraanzicht
3. De melding “Controleer of de omgeving veilig is.” wordt weergegeven

Zijaanzicht
Toont het beeld van de linker- en rechterzijde van de auto.
1. Linkerzijaanzichtscherm
2. Rechterzijaanzichtscherm
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-214

Page 385 of 759

3. De melding “Controleer of de omgeving veilig is.” wordt weergegeven

Bovenaanzicht/achteraanzicht
Toont het beeld van het gedeelte rondom de auto en de achterzijde van de auto.
1. Bovenaanzichtscherm
2. Achteraanzichtscherm
3. De melding “Controleer of de omgeving veilig is.” wordt weergegeven

Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-215

Page 386 of 759

Bovenaanzicht/groothoekachteraanzicht
Toont het beeld van het gedeelte rondom de auto en de achterzijde van de auto
(groothoekaanzicht).
1. Bovenaanzichtscherm
2. Scherm groothoekachteraanzicht
3. De melding “Controleer of de omgeving veilig is.” wordt weergegeven
▼Gebruik van het systeem
Bovenaanzicht/vooraanzicht, bovenaanzicht/groothoekvooraanzicht, zijaanzicht
Aanduiding
Er worden beelden op het scherm weergegeven wanneer de 360°
rondomkijkmonitorschakelaar wordt ingedrukt terwijl aan alle onderstaande
voorwaarden wordt voldaan.
xHet contact wordt op ON gezet.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-216

Page 387 of 759

xDe versnellingshendel/keuzehendel staat in een andere stand dan stand R.

Overschakelen van de schermweergave
Het getoonde scherm kan worden gewijzigd telkens wanneer de 360°
rondomkijkmonitorschakelaar wordt ingedrukt.
1. Bovenaanzicht/vooraanzicht
2. Bovenaanzicht/groothoekvooraanzicht
3. Zijaanzicht
4. Beginscherm
OPMERKING
xWanneer de versnellingshendel/keuzehendel in stand R staat, schakelt het
getoonde scherm niet over naar het bovenaanzicht/vooraanzicht, bovenaanzicht/
groothoekvooraanzicht of zijaanzicht.
xOok wanneer aan de displaycondities is voldaan, stopt de weergave van het
bovenaanzicht/vooraanzicht, bovenaanzicht/groothoekvooraanzicht of
zijaanzicht in de volgende gevallen.
xWanneer een schakelaar rondom de commanderknop wordt ingedrukt.x(Handgeschakelde versnellingsbak)
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-217

Page 388 of 759

De handrem is aangetrokken.x(Automatische transmissie)
De keuzehendel wordt in stand P gezet (wordt getoond wanneer de
keuzehendel in een andere stand dan stand P staat).
x(Wordt getoond wanneer de rijsnelheid ongeveer 15 km/h of lager is)
x4 minuten en 30 seconden zijn verstreken.xDe rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of hoger.x(Wordt getoond wanneer de rijsnelheid ongeveer 15 km/h of hoger is)
xDe rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of hoger nadat 8 seconden zijn verstreken
sinds de 360° rondomkijkmonitorschakelaar is ingedrukt.
x8 seconden na het bedienen van de 360° rondomkijkmonitorschakelaar zijn 4
minuten en 22 seconden verstreken vanaf het moment dat de rijsnelheid
minder was dan ongeveer 15 km/h.
xDe instellingen van de 360° rondomkijkmonitor kunnen als volgt worden
gewijzigd.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda Connect instructieboekje.
xAutomatische weergave van de 360° rondomkijkmonitor wanneer de
ultrasonische sensor een obstakel bespeurt.
xAutomatische weergave van de 360° rondomkijkmonitor wanneer het contact
op ON gezet wordt.
xSchermprioriteit wanneer het systeem opstart.
Bovenaanzicht/achteraanzicht, bovenaanzicht/groothoekachteraanzicht
De combinatie van bovenaanzicht/achteraanzicht en bovenaanzicht/
groothoekachteraanzicht wordt weergegeven wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden is voldaan:
xHet contact wordt op ON gezet.xVersnellingshendel/keuzehendel staat in stand R.
Overschakelen van de schermweergave
Het getoonde scherm kan worden gewijzigd telkens wanneer de 360°
rondomkijkmonitorschakelaar wordt ingedrukt.
1. Bovenaanzicht/achteraanzicht
2. Bovenaanzicht/groothoekachteraanzicht
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-218

Page 389 of 759

OPMERKING
xHet bovenaanzicht/achteraanzicht en bovenaanzicht/groothoekachteraanzicht
wordt automatisch weergegeven wanneer de versnellingshendel/keuzehendel in
stand R wordt gezet, ongeacht of de 360° rondomkijkmonitorschakelaar aan of uit
is.
xHet bovenaanzicht/achteraanzicht en bovenaanzicht/groothoekachteraanzicht
tonen het eerder getoonde scherm.
xVoor het controleren van de voorzijde van de auto tijdens het file parkeren kan de
instelling worden gewijzigd voor het weergeven van het bovenaanzicht/
vooraanzicht bij het overschakelen vanuit achteruit naar een vooruitversnelling
zonder gebruik van de 360° rondomkijkmonitorschakelaar.
Zie de sectie Instellingen in het Mazda Connect instructieboekje.
Schermbediening/pictogram
WAARSCHUWING
Breng de auto altijd tot stilstand voordat u de beeldkwaliteit van de 360°
rondomkijkmonitor afstelt.
Stel de beeldkwaliteit van de 360° rondomkijkmonitor niet af tijdens het rijden. Als
u tijdens het rijden de beeldkwaliteit van de 360° rondomkijkmonitor afstelt (zoals
helderheid, contrast, toon en kleurdichtheid), kan dat tot ongelukken leiden.
Weergave/pictogram Inhoud
(1) Aanzichtstatuspictogram Geeft aan welk beeld wordt weergegeven bij vooraan-
zicht/groothoekvooraanzicht/zijaanzicht/achteraan-
zicht/groothoekachteraanzicht.
(2) Pictogram parkeersensorstatus Geeft aan dat de parkeersensor een probleem heeft of
uitgeschakeld is.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-219

Page 390 of 759

▼Bovenaanzicht/vooraanzicht
Gebruik bij het wegrijden na een stop, uit een parkeerplaats of vanuit stilzetten het
bovenaanzicht/vooraanzicht als hulp bij het controleren van de veiligheid van de
omgeving.
Weergavebereik
1. Doelobject
OPMERKING
xIn het bovenaanzichtscherm zijn de zwarte gebieden aan de voor- en achterzijde
van het beeld van de auto en de randen waar de beelden van de camera’s
samenkomen blinde vlekken.
xOmdat de beelden in het bovenaanzichtscherm op informatie van alle camera’s
zijn gebaseerd, kan dit het beeld in het bovenaanzichtscherm op de volgende
manieren beïnvloeden.
xAls een beeld met een object met een opvallende kleur door een van de
camera’s wordt gedetecteerd, kan dat invloed hebben op het schermgedeelte
voor elke camera waardoor het mogelijk in die kleur wordt getoond.
xObstakels die worden weergegeven in het vooraanzicht worden mogelijk niet
getoond in het bovenaanzichtscherm.
xAls de positie of hoek van elke camera verandert doordat de auto schuin staat,
kan het beeld vervormd zijn.
xStrepen op de weg kunnen bij de randen vervormen waar de beelden van de
camera’s samenkomen.
xHet schermgedeelte voor elke camera kan helder/donker zijn, afhankelijk van
het verlichtingsniveau rondom een van de camera’s.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-220

Page:   < prev 1-10 ... 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 411-420 421-430 ... 760 next >