ESP MAZDA MODEL CX-5 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 522 of 889

5–46
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
*Bepaalde modellen.
Bluetooth ® *
Inleiding
Beschrijving van Bluetooth ® handsfree
Wanneer Bluetooth
® apparatuur (mobiele telefoon) op de Bluetooth ® eenheid van de auto
wordt aangesloten is het mogelijk telefoongesprekken te voeren of te ontvangen met behulp
van de sprekentoets, opnementoets, of ophangentoets op de audiobedieningsschakelaar.
Als bijvoorbeeld de apparatuur (mobiele telefoon) zich in uw jaszak bevindt, kunt u bellen
zonder de apparatuur (mobiele telefoon) uit uw zak te hoeven nemen en deze rechtstreeks te
bedienen.
Beschrijving van Bluetooth
® audio
Wanneer draagbare audioapparatuur welke uitgerust is met de Bluetooth
®
communicatiefunctie met de auto wordt gepaard, kunt u via de luidsprekers van de auto
luisteren naar muziek welke op de gepaarde draagbare audioapparatuur is opgeslagen. Het
is niet nodig de draagbare audioapparatuur aan te sluiten op de ingangsaansluiting voor
externe apparatuur van de auto. Gebruik na het programmeren het audiobedieningspaneel
van de auto om audio af te spelen/stop te zetten.

OPMERKING
  Voor uw veiligheid kan apparatuur enkel gepaard worden wanneer de auto geparkeerd
is. Als de auto in beweging komt zal de paringprocedure beëindigd worden. Parkeer de
auto op een veilige plaats alvorens de apparatuur te paren.
  Het communicatiebereik van apparatuur welke met Bluetooth ® is uitgerust is ongeveer
10 m of minder.
  Ook al is Bluetooth ® niet aangesloten, is basisbediening van de audio-installatie
mogelijk door middel van spraakopdrachten.

Page 524 of 889

5–48
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
Onderdelen
Microfoon Sprekentoets, opnementoets en ophangentoets
Microfoon
Audio-installatie
Sprekentoets
Ophangentoets Opnementoets

Microfoon (handsfree)
De microfoon wordt gebruikt voor het inspreken van spraakopdrachten of voor het houden
van een handsfree-telefoongesprek.
Sprekentoets
Activeert de spraakherkenningsmodus. Het slaat de gesproken begeleiding over.
Opnementoets
Reageert op binnenkomende oproepen. Na het selecteren van een contactpersoon of het
intoetsen van een nummer, belt deze wanneer de toets wordt ingedrukt.
Ophangentoets
Beëindigt het gesprek of weigert een binnenkomende oproep. Sluit de
spraakherkenningsmodus af.
Afstelling van het volume
De aan/uit/volumeregelknop van de audio-installatie wordt gebruikt voor het afstellen van
het volume. Draai de regelknop rechtsom om het volume te verhogen en linksom om het
volume te verlagen.
Het volume kan ook worden afgesteld met behulp van de volumetoets op het stuurwiel.

Page 527 of 889

5–51
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
OPMERKING
  Apparatuur kan enkel gepaard
worden wanneer de auto geparkeerd
is. Als de auto in beweging komt
zal de paringprocedure beëindigd
worden. Paren tijdens het rijden
is gevaarlijk - paar uw apparatuur
alvorens u begint te rijden. Parkeer
de auto op een veilige plaats alvorens
het paren uit te voeren.
  Als Bluetooth ® apparatuur reeds met
de auto is gepaard als Bluetooth ®
audioapparatuur, hoeft deze niet
nogmaals gepaard te worden wanneer
de apparatuur als een handsfree
mobiele telefoon gebruikt wordt.
Omgekeerd hoeft de apparatuur
niet nogmaals gepaard te worden
als Bluetooth
® audioapparatuur als
deze reeds als een handsfree mobiele
telefoon gepaard is.
  Aangezien het communicatiebereik
van met Bluetooth ® uitgeruste
apparatuur ongeveer 10 meter
is, bestaat de kans dat wanneer
apparatuur binnen een straal van 10
meter van de auto geplaatst wordt,
deze onbedoeld opgespoord/gepaard
wordt terwijl andere apparatuur
gepaard wordt.
1. Activeer de Bluetooth
® toepassing van
de apparatuur.
OPMERKING
Zie voor bediening van de apparatuur de
bijbehorende gebruikershandleiding. 2. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
3. Zeg: [Pieptoon] “Setup”
4. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
5. Zeg: [Pieptoon] “Koppel opties”
6. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”
7. Zeg: [Pieptoon] “Koppel”
8. Prompt: “Start koppelingsproces op
uw Bluetooth-apparaat. Uw PINcode
is 0000 (XXXX). Voer dit in op uw
Bluetooth-apparaat. Zie de handleiding
van het apparaat voor instructies.”
9. Voer met behulp van de apparatuur
een zoekopdracht voor het Bluetooth
®
apparaat (randapparatuur) uit.
OPMERKING
Zie voor bediening van de apparatuur de
bijbehorende gebruikershandleiding.
10. Kies Mazda uit de lijst met apparatuur
die door de apparatuur wordt afgezocht.
11. Voer de 4-cijferige koppelcode op de
apparatuur in.
12. Prompt: “Spreek de naam van het
apparaat in na de pieptoon.”
13. Zeg: [Pieptoon] “XXXX - - -”
(Spreek een “apparatuurnaam” uit, een
willekeurige naam voor de apparatuur.)
Voorbeeld: “Stan's apparatuur.”

Page 528 of 889

5–52
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
OPMERKING
Zeg binnen 10 seconden een gekoppelde
“apparatuurnaam”.
Als meer dan twee stuks apparatuur
gekoppeld moeten worden, kunnen deze
niet gekoppeld worden met dezelfde of
een gelijkluidende “apparatuurnaam”.
14. Prompt: “Toevoegen XXXXXX
- - - (Bijv. “Stan's apparatuur”)
(apparatuurnaam). is dit nummer
correct?”
15. Zeg: [Pieptoon] “Ja”
16. Prompt: “Koppeling voltooid”


Nadat apparatuur is geregistreerd, wordt
de apparatuur automatisch door het
systeem geïdenti¿ ceerd. Door Bluetooth
®
handsfree nogmaals te activeren of door
Bluetooth
® handsfree eerst te activeren
nadat het contact van OFF op ACC is
gezet, leest het systeem een gesproken
begeleiding op “XXXXXX - - - (Bijv.
“Stans apparatuur”) (Apparatuurnaam) is
aangesloten”.
OPMERKING
  Wanneer de koppeling is voltooid,
wordt het
symbool getoond.   Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het
symbool wordt
getoond.
  Registratie van de apparatuur is ook
mogelijk door bediening van de
audio-eenheid.
  Afhankelijk van de apparatuur is
het mogelijk dat de registratiestatus
na een bepaalde tijd verloren gaat.
Herhaal in dit geval de volledige
procedure vanaf stap 1.
Oplezing van geregistreerde apparatuur
Bluetooth
® handsfree kan de apparatuur
oplezen die in het systeem geregistreerd is.
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te aÀ eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Pieptoon] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Pieptoon] “Koppel opties”

Page 529 of 889

5–53
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
5. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Lijst”
7. Prompt: “XXXXX..., XXXXX...,
XXXXX... (Bijv. Apparatuur A,
apparatuur B, apparatuur C)” (De
gesproken begeleiding leest de
apparatuurnamen op die in het
handsfree systeem geregistreerd zijn.)

Druk tijdens het oplezen bij de
gewenste apparatuur met een korte druk
op de sprekentoets en geef vervolgens
een van de volgende spraakopdrachten
om deze uit te voeren.
 

 
 “Selecteer telefoon”: Selecteert
apparatuur (mobiele telefoon)
wanneer de sprekentoets kort wordt
ingedrukt.
 

 
 “Selecteer muziekspeler”: Selecteert
apparatuur (muziekspeler) wanneer
de sprekentoets kort wordt ingedrukt.
 

 
 “Bewerken”: Bewerkt apparatuur
wanneer de sprekentoets kort wordt
ingedrukt.
 

 
 “Doorgaan”: Gaat door met het
oplezen van de lijst.
 

 
 “Wissen”: Verwijdert de
geregistreerde apparatuur wanneer de
sprekentoets kort wordt ingedrukt.
 

 
 “Vorige”: Keert terug naar de vorige
apparatuur met oplezing wanneer de
sprekentoets kort wordt ingedrukt.

8. Prompt: “Einde van de lijst. Wilt u
opnieuw beginnen?”
9. Zeg: [Geluidssignaal] “Nee”
10. Prompt: “Keer terug naar het
hoofdmenu.”

Selectie van apparatuur
(Bluetooth ® handsfree)
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth ® eenheid de
laatst gepaarde apparatuur. Als u andere
gepaarde apparatuur wilt verbinden, is
het nodig de verbinding te wijzigen. Na
het wijzigen van de verbinding blijft de
volgorde van prioriteit van de apparatuur
behouden, ook wanneer het contact wordt
uitgezet.
(Handsfree telefoon)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Pieptoon] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Selecteer
telefoon”
5. Prompt: “Noem de naam van
het apparaat dat u wilt selecteren.
Beschikbare apparaten zijn XXXXX...
(Bijv. apparatuur A), XXXXX...
(Bijv. apparatuur B), XXXXX... (Bijv.
apparatuur C). Welk apparaat wilt u
openen?”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “X” (Zeg het
nummer van de mobiele telefoon die u
wilt verbinden.)
7. Prompt: “XXXXX... (Bijv. apparatuur
B...) (Geregistreerde apparatuurnaam)
is dit nummer correct?”
8. Zeg: [Pieptoon] “Ja”
9. Prompt: “XXXXX... (Bijv.
apparatuur B...) (Apparatuurnaam) is
geselecteerd.”

Page 538 of 889

5–62
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
*Bepaalde modellen.
Informatiedisplay van Bluetooth ®
audioapparatuur
1. Selecteer met behulp van
de audioregelknop de
modus voor weergave van
koppelingsapparatuurinformatie
“ DEVICE INFO ” in de “ BT SETUP ”
modus. (Zie voor bijzonderheden
“Instellen van Bluetooth
®
audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de Bluetooth
® eenheid
wordt getoond.
4. Draai de audioregelknop voor het
selecteren van de informatie voor de
Bluetooth
® eenheid die u wilt zien.


Apparatuurnaam
BT adres

OPMERKING
Wanneer “ GO BACK ” wordt
geselecteerd en de audioregelknop wordt
ingedrukt, keert de display terug naar
“ DEVICE INFO ”.
Beschikbare taal *
De beschikbare talen zijn Engels, Frans,
Spaans, Italiaans, Duits, Nederlands en
Portugees. Als de taalinstelling wordt
veranderd, worden alle gesproken
begeleiding en spraakinvoeropdrachten in
de gekozen taal gedaan.
OPMERKING
  Als de taalinstelling wordt veranderd,
blijft de apparatuurregistratie
behouden.
  Telefoonboekgegevens worden niet
gewist, echter voor elke taal is er een
apart telefoonboek. Dus gegevens
die in één taal zijn ingevoerd, moeten
opnieuw in het telefoonboek van de
nieuwe taal ingevoerd worden.
  Voer deze stappen uit alvorens
u begint te rijden. Deze minder
gebruikte functies zijn te zeer
aÀ eidend om tijdens het rijden
gebruikt te worden, totdat u volledig
vertrouwd bent met het systeem.
(Methode 1)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Pieptoon] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Taal”
5. Prompt: “Selecteer een taal: Engels,
Frans, Spaans, Italiaans, Duits,
Nederlands of Portugees.”

Page 539 of 889

5–63
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Frans” (Spreek
de gewenste taal uit:“Engels”, “Frans”,
“Spaans”, “Italiaans”, “Duits”,
“Nederlands” of “Portugees”)
OPMERKING
Overige taalinstellingen kunnen in de
huidige instelling ook worden gemaakt
door het uitspreken van de naam van de
taal in de uitspraak van de betreffende
taal.
7. Prompt: “Frans (Gewenste taal) is
geselecteerd. is dit nummer correct?”
8. Zeg: [Pieptoon] “Ja”
9. Prompt: “Een moment alstublieft,
het telefoonboek in het Frans
wordt geïnstalleerd. Frans is
geselecteerd.”(Gesproken in de nieuw
geselecteerde taal).

(Methode 2)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Frans” (Zeg
de gewenste taal: “Engels”, “Frans”,
“Spaans”, “Italiaans”, “Duits”,
“Nederlands” of “Portugees”).
(Verander de gewenste taal door de
naam van de taal te zeggen.)
OPMERKING
Overige taalinstellingen kunnen in de
huidige instelling ook worden gemaakt
door het uitspreken van de naam van de
taal in de uitspraak van de betreffende
taal. 3. Prompt: “Wilt u de taal veranderen
naar het Frans (Gewenste taal) ?”
4. Zeg: [Pieptoon] “Ja”
5. Prompt: “Een moment alstublieft,
het telefoonboek in het Frans
wordt geïnstalleerd. Frans is
geselecteerd.”(Gesproken in de nieuw
geselecteerde taal).

Page 540 of 889

5–64
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
*Bepaalde modellen.
Beveiligingsinstelling *
Als een wachtwoord is ingesteld, kan het
systeem niet geactiveerd worden tenzij het
wachtwoord wordt ingevoerd.
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te aÀ eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
Wachtwoord instellen
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Pieptoon] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Wacht woord”
5. Prompt: “Wachtwoord is
gedeactiveerd. Wilt u deze activeren?”
6. Zeg: [Pieptoon] “Ja”
7. Prompt: “Spreek een 4-cijferig
wachtwoord in. Onthoud dit
wachtwoord. Er zal om gevraagd
worden om dit systeem te gebruiken.”
8. Zeg: [Geluidssignaal] “XXXX” (Zeg
een gewenst 4-cijferig wachtwoord,
“PCode”.)
9. Prompt: “Wacht woord XXXX
(Wacht woord, PCode). is dit nummer
correct?”
10. Zeg: [Pieptoon] “Ja”
11. Prompt: “Wachtwoord is geactiveerd”

Gebruik van Bluetooth ® handsfree met
een wachtwoord
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Prompt: “Handenvrije systeem is
geblokkeerd. Voer het wachtwoord in
om verder te gaan.”
3. Zeg: [Geluidssignaal] “XXXX” (Zeg
het ingestelde wachtwoord, “PCode”.)
4. Als het correcte wachtwoord wordt
ingevoerd, kondigt de gesproken
begeleiding “XXXX (4-cijferig
wachtwoord, Pcode) wachtwoord
onjuist, probeer het nogmaals” aan.
Als het wachtwoord niet correct is,
kondigt de gesproken begeleiding
“XXXX (4-cijferig wachtwoord,
Pcode) wachtwoord niet correct,
probeer opnieuw” aan.

Annuleren van het wachtwoord
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te aÀ eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Pieptoon] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Wacht woord”
5. Prompt: “Wachtwoord is geactiveerd.
Wilt u deze deactiveren?”
6. Zeg: [Pieptoon] “Ja”

Page 542 of 889

5–66
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
*Bepaalde modellen.
Bluetooth ® audio *
Bluetooth ® speci¿ catie van toepassing
(Aanbevolen)
Ver. 2,0

Responspro¿ el




 A2DP (Advanced Audio Distribution
Pro¿ le) Ver. 1,0/1,2




 AVRCP (Audio/Video Remote Control
Pro¿ le) Ver. 1,0/1,3


A2DP is een pro¿ el dat enkel audio naar
de Bluetooth
® eenheid verzendt. Als
uw Bluetooth ® audioapparatuur enkel
correspondeert met A2DP, maar niet met
AVRCP, kunt u deze niet bedienen met het
bedieningspaneel van de audio-installatie
van de auto. In dit geval is alleen de
bediening op het mobiele apparaat
beschikbaar, hetzelfde als wanneer een
draagbaar audioapparaat of een niet-
compatibel Bluetooth
® apparaat op de
AUX ingang wordt aangesloten.

Functie A2DP AVRCP
Ver. 1,0 Ver. 1,3
Weergave — X X
Pauze — X X
Bestand (Spoor)
vooruit/terug — X X
Terugspoelen — — X
Snelvooruitspoelen — — X
Tekstdisplay — — X
X: Beschikbaar
—: Niet beschikbaar

OPMERKING
  Het batterijverbruik van Bluetooth ®
audioapparatuur neemt toe wanneer
dit via Bluetooth
® is verbonden.   Als een gangbare mobiele telefoon
USB wordt aangesloten tijdens
muziekweergave via een Bluetooth
®
verbinding, wordt de Bluetooth ®
verbinding verbroken. Om deze
reden is muziekweergave via
een Bluetooth
® verbinding en
muziekweergave via een USB
verbinding niet tegelijkertijd
mogelijk.
  Het is mogelijk dat het systeem
afhankelijk van de Bluetooth ®
audioapparatuur niet normaal werkt.
Overschakelen naar de Bluetooth ®
audiomodus
Schakel over naar de Bluetooth ®
audiomodus voor het bedienen van de
audioapparatuur met behulp van het
bedieningspaneel van de audio-installatie
voor het beluisteren van muziek of
spraakaudio welke is opgenomen
op Bluetooth
® audioapparatuur. Alle
Bluetooth ® audioapparatuur dient gepaard
te worden met de Bluetooth ® eenheid
van de auto alvorens deze kan worden
gebruikt.
Zie Gereed maken van Bluetooth
® (Type
A) op pagina 5-50 .

1. Schakel de Bluetooth ® audioapparatuur
in.

Page 543 of 889

5–67
Interieurvoorzieningen
Audioset [Type A (niet-aanraakscherm)]
2. Zet het contact op ACC of ON.
Controleer of het symbool “
” op de
audiodisplay wordt getoond. Het
symbool wordt niet getoond als niet-
gepaarde Bluetooth
® audioapparatuur
wordt gebruikt of de Bluetooth ®
eenheid van de auto defect is.
OPMERKING
Bij bepaalde Bluetooth ® audioapparatuur
duurt het enige tijd voordat het “

symbool wordt getoond.
3. Druk de mediatoets (
) in om over
te schakelen naar de Bluetooth ®
audiomodus en af te spelen.

Als de huidige apparatuurversie lager is
dan AVRCP Ver. 1.3: “ BT Audio ” wordt
op de display getoond.
Als de huidige apparatuur is AVRCP
Ver. 1.3: De weergavetijd wordt getoond.
OPMERKING

 Als de Bluetooth ® audioapparatuur
niet met de weergave begint, de
weergave/pauzetoets (4) indrukken.
  Als een gesprek wordt ontvangen
op een handsfree mobiele telefoon
tijdens weergave van de Bluetooth
®
audioapparatuur, wordt de weergave
gestopt. Weergave van de Bluetooth
®
audioapparatuur wordt hervat nadat
het gesprek is beëindigd.
Weergave
1. Schakel de modus over naar Bluetooth ®
audiomodus om te luisteren naar
Bluetooth
® audioapparatuur via het
luidsprekersysteem van de auto. (Zie
“Overschakelen naar de Bluetooth
®
audiomodus”)
2. Druk voor het stopzetten van de
weergave op de weergave/pauzetoets
(4).
3. Druk nogmaals op de toets om de
weergave te hervatten.

Selecteren van een bestand (spoor)
Selecteert het volgende bestand (spoor)
Druk kort op de spoor omhoog toets (
).
Selecteert het begin van het huidige
bestand (spoor)
Druk kort op de spoor omlaag toets (
).
Snelvooruitspoelen/Terugspoelen
(AVRCP Ver. 1.3)
Snelvooruitspoelen
Houd de snelvooruitspoeltoets (
)
ingedrukt.
Terugspoelen
Houd de terugspoeltoets (
) ingedrukt.

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 ... 160 next >