MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)

Page 111 of 889

3–11
Alvorens te gaan rijden
Geavanceerde afstandbediende portiervergrendeling
*Bepaalde modellen.
Geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendeling
*
WAARSCHUWING
Radiogolven van de sleutel kunnen van
invloed zijn op medische apparatuur
zoals pacemakers:
Alvorens de sleutel te gebruiken in de
nabijheid van personen die medische
apparatuur gebruiken, de fabrikant van
de apparatuur of uw arts vragen of de
radiogolven van de sleutel van invloed
zijn op de apparatuur.
Met de geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie kunt u het
portier en de achterklep vergrendelen/
ontgrendelen of de achterklep openen
terwijl u de sleutel bij u draagt.

Systeemdefecten of waarschuwingen
worden aangegeven door de volgende
waarschuwingspieptonen.
 


 Waarschuwingszoemer
verzoekschakelaar onbruikbaar
  Zie Verzoekschakelaar buiten
werking waarschuwingszoemtoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) op pagina
7-73 .
 


 Waarschuwingszoemer sleutel-in-
bagageruimte-achtergelaten
  Zie Sleutel-in-bagageruimte-
achtergelaten waarschuwingszoemtoon
(Met geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) op pagina
7-73 .
 


 Waarschuwingszoemer sleutel-in-auto-
achtergelaten
  Zie Sleutel-in-auto-achtergelaten
waarschuwingszoemtoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie) op pagina
7-74 .

OPMERKING
De functies van het
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingssysteem kunnen
buiten werking gesteld worden om
mogelijke nadelige invloeden op
een gebruiker die een pacemaker of
andere medische apparatuur draagt te
voorkomen. Als het systeem buiten
werking is gesteld, zult u de motor niet
kunnen starten wanneer u de sleutel bij
u draagt. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda-reparateur, voor bijzonderheden.
Als het geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingssysteem buiten
werking is gesteld, kunt u de motor
starten door het volgen van de procedure
die wordt aangegeven voor wanneer de
sleutelbatterij uitgeput is.
Zie Motorstartfunctie wanneer
sleutelbatterij uitgeput is op pagina
4-11 .

Page 112 of 889

3–12
Alvorens te gaan rijden
Geavanceerde afstandbediende portiervergrendeling
Werkingsbereik
Het systeem werkt uitsluitend wanneer de
bestuurder zich in de auto of binnen het
werkingsbereik bevindt en de sleutel bij
zich heeft.
OPMERKING
Wanneer de batterij bijna uitgeput is
of op plaatsen waar er radiogolven
met hoge intensiteit of storing is,
bestaat de kans dat het werkingsbereik
kleiner wordt of dat het systeem niet
functioneert. Zie voor het bepalen
van het vernieuwen van de batterij
Afstandbediende portiervergrendeling
op pagina 3-4 .
Vergrendelen, ontgrendelen van de
portieren en de achterklep

Buitenantenne
Werkingsbereik80 cm
80 cm 80 cmVergrendelen

Buitenantenne
Werkingsbereik 80 cm 80 cmOntgrendelen

OPMERKING
  De kans bestaat dat het systeem niet
werkt als u zich te dicht bij de ramen,
de portierkrukken of de achterklep
bevindt.
  Als de sleutel op de volgende
plaatsen is achtergelaten en u de
auto verlaat, bestaat de kans dat de
portieren afhankelijk van de condities
van de radiogolven vergrendeld
worden, ook als de sleutel in de auto
is achtergelaten.
 


 Rondom het instrumentenpaneel



 In een opbergvak zoals de
handschoenenkast of de
middenconsole
 


 Vlakbij communicatieapparatuur
zoals een mobiele telefoon

Page 113 of 889

3–13
Alvorens te gaan rijden
Geavanceerde afstandbediende portiervergrendeling
Openen van de achterklep

Buitenantenne
80 cm
Werkingsbereik

Page 114 of 889

3–14
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Portiersloten
WAARSCHUWING
Neem dus altijd alle kinderen en
huisdieren met u mee of laat een
verantwoordelijke persoon bij hen
achter:
Het alleen achterlaten van kinderen
of huisdieren in een geparkeerde auto
is gevaarlijk. Bij warm weer kan de
temperatuur in een auto dusdanig hoog
oplopen dat dit hersenbeschadiging of
zelfs de dood kan veroorzaken.

Laat nooit de sleutel in uw auto achter
wanneer er zich kinderen in bevinden
en bewaar ze op een plaats waar uw
kinderen ze niet kunnen vinden en er
niet mee kunnen spelen:
Het is gevaarlijk kinderen in een auto
achter te laten waarvan de sleutel in
het contact steekt. Dit kan tot gevolg
hebben dat iemand ernstig letsel wordt
toegebracht of zelfs tot een ongeluk met
dodelijke aÀ oop leiden.

Sluit altijd alle ramen en het
schuifdak, vergrendel de portieren en
de achterklep en neem de sleutel met
u mee wanneer u uw auto onbeheerd
achterlaat:
Het niet-vergrendeld achterlaten
van uw auto is gevaarlijk, aangezien
kinderen zich in een hete auto zouden
kunnen opsluiten, hetgeen een
dodelijke aÀ oop kan hebben. Ook is
een auto die niet vergrendeld is een
gemakkelijk doelwit voor dieven en
inbrekers.

WAARSCHUWING
Controleer altijd na het sluiten van de
portieren en de achterklep of deze goed
gesloten zijn:
Niet goed gesloten portieren en
achterklep zijn gevaarlijk. Als met de
auto wordt gereden terwijl een van
de portieren en de achterklep niet
goed gesloten is, kan het portier en de
achterklep plotseling open gaan en een
ongeval veroorzaken.

Controleer alvorens een portier en
de achterklep te openen steeds de
veiligheid rondom de auto:
Het plotseling openen van een portier
en de achterklep is gevaarlijk. Dit kan
een ongeval veroorzaken wanneer een
passerende auto of voetganger geraakt
wordt.
OPGELET
Controleer altijd de situatie rondom
de auto alvorens de portieren en de
achterklep te openen/sluiten en wees
voorzichtig bij harde wind of wanneer
u op een helling parkeert. Niet goed
letten op de situatie rondom de auto
is gevaarlijk, omdat dan de kans
bestaat dat vingers tussen het portier
en de achterklep beklemd raken of een
passerende voetganger geraakt wordt,
wat een onvoorzien ongeval of letsel kan
veroorzaken.

Page 115 of 889

3–15
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
*Bepaalde modellen.
OPMERKING
  Zet de motor altijd stop en sluit
de portieren. Laat bovendien ter
voorkoming van diefstal nooit
waardevolle voorwerpen in het
interieur achter.
  Als de sleutel op de volgende
plaatsen is achtergelaten en u de
auto verlaat, bestaat de kans dat de
portieren afhankelijk van de condities
van de radiogolven vergrendeld
worden, ook als de sleutel in de auto
is achtergelaten.
 


 Rondom het instrumentenpaneel



 In een opbergvak zoals de
handschoenenkast of de
middenconsole
 


 Vlakbij communicatieapparatuur
zoals een mobiele telefoon


 De buitensluitingpreventiefunctie
voorkomt dat u uzelf uit de auto kunt
buitensluiten.
 (Europees model)  Alle portieren en de achterklep zullen
automatisch ontgrendeld worden als
deze vergrendeld worden met behulp
van de centrale portiervergrendeling
wanneer een van de portieren
geopend is.
 Als alle portieren gesloten zijn,
worden alle portieren vergrendeld,
ook als de achterklep open staat.
 (Behalve Europese modellen)  Alle portieren en de achterklep zullen
automatisch ontgrendeld worden als
deze vergrendeld worden met behulp
van de centrale portiervergrendeling
wanneer een van de portieren of de
achterklep geopend is.
OPMERKING
 

 (Portierontgrendel(regel)systeem
met collisiedetectie) *  Dit systeem ontgrendelt automatisch
de portieren en de achterklep in het
geval de auto bij een ongeluk is
betrokken om de passagiers in staat
te stellen het voertuig onmiddellijk
te verlaten en te voorkomen dat
zij binnenin opgesloten raken. In
het geval de auto een botsing te
verwerken krijgt die krachtig genoeg
is om de airbags op te blazen en
het contact is ingeschakeld, worden
ongeveer 6 seconden na het tijdstip
van het ongeval alle portieren en de
achterklep automatisch ontgrendeld.
 Het is mogelijk dat de portieren
en de achterklep niet ontgrendelen
afhankelijk van hoe de botsing
wordt opgevangen, de kracht van de
botsing en andere omstandigheden
die zich bij het ongeval voordoen.
 Als systemen die verband houden
met de portieren of de accu defect
zijn geraakt, zullen de portieren en de
achterklep niet ontgrendelen.

Page 116 of 889

3–16
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Vergrendelen, ontgrendelen met de
verzoekschakelaar (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Alle portieren en de achterklep kunnen
vergrendeld/ontgrendeld worden door de
verzoekschakelaar op de voorportieren
in te drukken wanneer u de sleutel bij u
draagt.

De verzoekschakelaar op de achterklep
kan alleen worden gebruikt voor het
vergrendelen van alle portieren en de
achterklep.
Voorportieren

Verzoekschakelaar

Achterklep (alleen vergrendelen)

Verzoekschakelaar

Vergrendelen
Druk voor het vergrendelen van
de portieren en de achterklep
op de verzoekschakelaar en de
waarschuwingsknipperlichten zullen
eenmaal knipperen.
(Behalve Europese modellen)
Er wordt eenmaal een pieptoon gegeven.
Ontgrendelen
Druk voor het ontgrendelen van de
portieren en de achterklep op de
verzoekschakelaar op een voorportier en
de waarschuwingsknipperlichten zullen
tweemaal knipperen.
(Behalve Europese modellen)
Er wordt tweemaal een pieptoon gegeven.
OPMERKING
  Kijk of alle portieren en de
achterklep goed gesloten zijn.
 Beweeg de achterklep even op en
neer zonder de elektrisch bediende
achterklepopener in te drukken om
te controleren of de achterklep niet
open is blijven staan.
  (Europees model)  Alle portieren en de achterklep
kunnen niet worden vergrendeld
wanneer een van de portieren open
staat.
 (Behalve Europese modellen)  Alle portieren en de achterklep
kunnen niet vergrendeld worden
wanneer een portier of de achterklep
geopend is.
  Na het indrukken van de
verzoekschakelaar kan het enkele
seconden duren voordat de portieren
ontgrendeld worden.

Page 117 of 889

3–17
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
OPMERKING
  (Europees model)  De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een zoemtoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer
de portieren en de achterklep met
behulp van de verzoekschakelaar
vergrendeld/ontgrendeld worden.
 (Behalve Europese modellen)  Er wordt een zoemtoon gegeven voor
bevestiging wanneer de portieren
en de achterklep vergrendeld/
ontgrendeld worden met behulp
van de verzoekschakelaar. Indien
gewenst, kan de zoemtoon worden
uitgeschakeld.
 Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina
9-12 .
 Verander de instelling aan de hand
van de volgende procedure.
OPMERKING

Verander de instelling aan de hand
van de volgende procedure.
1. Schakel het contact uit en sluit
alle portieren en de achterklep.
2. Open het bestuurdersportier.
3. Houd binnen 30 seconden na het
openen van het bestuurdersportier
de LOCK toets op de sleutel
gedurende tenminste 5 seconden
ingedrukt.
  Alle portieren en de achterklep
worden vergrendeld en de pieptoon
klinkt met het huidige ingestelde
volume. De instelling verandert
telkens wanneer de LOCK toets
op de sleutel wordt ingedrukt
en de pieptoon klinkt met het
ingestelde volume. (Als pieptoon-
uit de actieve instelling is, zal de
pieptoon niet klinken.)
4. Voer een van onderstaande
handelingen uit om de verandering
van de instelling te voltooien:
 


 Wanneer het contact op ACC of
ON wordt gezet.
 


 Sluiten van het
bestuurdersportier.
 


 Openen van de achterklep.



 Wanneer de sleutel gedurende
10 seconden niet wordt gebruikt.
 


 Indrukken van een willekeurige
toets behalve de LOCK toets op
de sleutel.
 


 Indrukken van een
verzoekschakelaar.
 


Page 118 of 889

3–18
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
OPMERKING
  (Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
 De waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-
diefstal beveiligingssysteem in
staat van paraatheid is gebracht of
uitgeschakeld wordt.
 Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
op pagina 3-65 .

 (Met dubbel
portiervergrendelingssysteem)
 Het dubbel
portiervergrendelingssysteem
kan geactiveerd/gedeactiveerd
worden met behulp van de
verzoekschakelaar.
 Zie Dubbel
portiervergrendelingssysteem op
pagina 3-23 .
OPMERKING
  De instelling kan zodanig veranderd
worden dat de portieren en de
achterklep automatisch vergrendeld
worden zonder de verzoekschakelaar
in te drukken.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-12 .
 (Automatische vergrendelfunctie)  Er wordt een zoemtoon gegeven
wanneer alle portieren en de
achterklep gesloten worden en u
de geavanceerde sleutel bij u hebt.
Alle portieren en de achterklep
worden na ongeveer drie seconden
automatisch vergrendeld wanneer
de geavanceerde sleutel buiten
het werkingsbereik is. Ook zullen
de waarschuwingsknipperlichten
eenmaal knipperen. (Ook als
de bestuurder zich binnen het
werkingsbereik bevindt, zullen
alle portieren en de achterklep
automatisch na ongeveer 30
seconden vergrendeld worden.) Als
u zich buiten het werkingsbereik
bevindt alvorens de portieren en de
achterklep volledig gesloten zijn
of een andere sleutel in de auto is
achtergelaten, zal de automatische
vergrendelfunctie niet functioneren.
Zorg er altijd voor dat alle portieren
en de achterklep gesloten en
vergrendeld zijn alvorens de auto
achter te laten. De elektrisch
bediende ruiten worden niet door
de automatische vergrendelfunctie
gesloten.

Page 119 of 889

3–19
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
*Bepaalde modellen.
OPMERKING
  Automatische hervergrendelfunctie  Na het ontgrendelen door het
indrukken van de verzoekschakelaar,
zullen alle portieren en de achterklep
automatisch vergrendeld worden als
een van de volgende handelingen
niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt uitgevoerd. Als uw auto
uitgerust is met een anti-diefstal
beveiligingssysteem, zullen de
waarschuwingsknipperlichten
knipperen bij wijze van bevestiging.
 De tijd die nodig is om de portieren
automatisch te vergrendelen kan
gewijzigd worden.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-12 .
 


 Openen van een portier of de
achterklep.
 


 Wanneer het contact in een andere
stand dan uit wordt gezet.
Vergrendelen, ontgrendelen met de
zender
Alle portieren en de achterklep kunnen
vergrendeld/ontgrendeld worden
door bediening van de zender van de
Afstandbediende portiervergrendeling. Zie
de Afstandbediende portiervergrendeling
(pagina 3-4 ).
Vergrendelen, ontgrendelen met de
portiervergrendelschakelaar *
Wanneer alle portieren en de achterklep
gesloten zijn en de vergrendelzijde wordt
ingedrukt, worden alle portieren en de
achterklep automatisch vergrendeld.
Deze worden alle ontgrendeld wanneer de
ontgrendelzijde wordt ingedrukt.

Ontgrendelen
Vergrendelen

OPMERKING
De portieren en de achterklep kunnen
niet vergrendeld worden terwijl een van
de portieren of de achterklep geopend is.

Page 120 of 889

3–20
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
*Bepaalde modellen.
Automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie *
WAARSCHUWING
Niet aan de binnenste kruk van een
voorportier trekken:
Tijdens het rijden aan de binnenste
kruk van een voorportier trekken is
gevaarlijk. Passagiers kunnen als het
portier per ongeluk open zou gaan uit
de auto vallen, wat ernstig of dodelijk
letsel kan veroorzaken.
 


 Bij rijsnelheden hoger dan 20 km/h
worden alle portieren en de achterklep
automatisch vergrendeld.
 


 Wanneer het contact wordt
uitgeschakeld, worden alle portieren en
de achterklep automatisch ontgrendeld.

Deze functies kunnen ook worden
uitgeschakeld zodat ze buiten werking
zijn.
Veranderen van de instelling van
de automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie met gebruik van
de portiervergrendelschakelaar (Met
portiervergrendelschakelaar)
De portieren en de achterklep kunnen
op automatisch vergrendelen of
ontgrendelen ingesteld worden door het
selecteren van een van de functies uit
onderstaande tabel en het gebruik van
de portiervergrendelschakelaar op het
binnenste portierpaneel.
OPMERKING
  Voor uw auto is functie nummer
3 in onderstaande tabel de
standaardinstelling.
  Er zijn enkel in totaal zes
automatische vergrendel-/
ontgrendelinstellingen
beschikbaar voor voertuigen
met automatische transmissie
en drie voor voertuigen met
handgeschakelde versnellingsbak.
Druk de ontgrendelzijde van
de portiervergrendelschakelaar
het juiste aantal malen in,
overeenkomstig het nummer van
de geselecteerde functie. Als de
schakelaar bij een voertuig met
automatische transmissie per ongeluk
zevenmaal of bij een voertuig met
handgeschakelde versnellingsbak
viermaal wordt ingedrukt, wordt de
procedure geannuleerd. Voer in dit
geval de procedure opnieuw vanaf
het begin uit.

Functienummer Functie *1
1 De automatische
portiervergrendelfunctie is
uitgeschakeld.
2 Bij een rijsnelheid van ongeveer 20
km/h of meer worden alle portieren
en de achterklep automatisch
vergrendeld.
3
(Fabrieksinstelling)
Bij een rijsnelheid van ongeveer 20
km/h of meer worden alle portieren
en de achterklep automatisch
vergrendeld. Alle portieren en de
achterklep worden ontgrendeld
wanneer het contact van ON op uit
wordt gezet.

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 890 next >