OPEL ANTARA 2015 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 41 of 231

Stoelen, veiligheidssystemen39
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog=stoel omhoogomlaag=stoel omlaagLendensteun
Stel de lendensteun met behulp van
de hefboom op uw persoonlijke voor‐ keur af.
Zet de hefboom voor meer of minder
lendensteun naar voren of naar ach‐
teren.
Rugleuning neerklappenVoorzichtig
Druk de hoofdsteunen met de
stoel in de hoogste stand omlaag
en til de zonnekleppen op voordat u de rugleuning naar voren klapt.
Hoofdsteun helemaal omlaag duwen.
De stoel zo ver mogelijk naar ach‐
teren schuiven.
Ontgrendelingshefboom optillen en rugleuning op zitting neerklappen.Hefboom laten zakken en rugleuning
klikt in neergeklapte stand vast.

Page 42 of 231

40Stoelen, veiligheidssystemen
Stoel naar voren schuiven.
Zet de rugleuning weer in de oor‐ spronkelijke stand door de stoel zo
ver mogelijk terug te schuiven, de ont‐
grendelingshefboom op te tillen, de
rugleuning rechtop te zetten, de hef‐
boom te laten zakken en de rugleu‐
ning klikt vast.
De rugleuning kan slechts in verticale stand naar voren worden gekanteld.
Bij neergeklapte rugleuning de hef‐
boom voor het bijstellen van de len‐
densteun niet bedienen.
Elektrische stoelverstelling9 Waarschuwing
Wees voorzichtig met de elektri‐
sche stoelverstelling. Er is een
kans op letsel, vooral voor kinde‐
ren. Er kunnen voorwerpen be‐
kneld raken.
Houd de stoelen goed in de gaten terwijl u deze verstelt. U moet de
inzittenden hiervan op de hoogte
stellen.
Lengtepositie stoel
Duw de voorste schakelaar naar vo‐
ren/achteren.
Zithoogte Zet de schakelaar vooraan omhoog/omlaag om de hoogte van de zitting voor te verstellen.
Zet de schakelaar achteraan om‐ hoog/omlaag om de hoogte van de
zitting achter te verstellen.
Zet de schakelaar voor- en achteraan
omhoog/omlaag om de hoogte van
de zitting als geheel te verstellen.
Rugleuning voorstoelen
Bovenste gedeelte van schakelaar
achter naar voren/achteren zetten.
De rugleuning van de stoel mag niette ver naar achteren hellen (aanbe‐
volen maximum hellingshoek ong.
25°).

Page 43 of 231

Stoelen, veiligheidssystemen41Verwarming
Afhankelijk van de gewenste verwar‐
ming, toets ß van de betreffende
stoel bij ontsteking op ACC of ON een
of meerdere malen indrukken. De
controlelamp in de toets geeft de sta‐ tus aan.
Zet de verwarming in de laagste
stand en druk op de knop ß om de
verwarming te deactiveren. Het con‐
trolelampje in de knop dooft.
Langdurig gebruik van de hoogste in‐
stelling wordt afgeraden voor perso‐
nen met een gevoelige huid.
Als de temperatuur blijft stijgen, stoel‐ verwarming uitschakelen en een
werkplaats raadplegen.Achterbank
Zitplaatsen achterin Rugleuning voorstoelen
Rugleuningen verstellen: ontgrende‐
lingshandgreep boven op de rugleu‐
ning optillen en rugleuning naar vo‐
ren/achteren bewegen en in de ge‐
wenste positie brengen.
Rugleuning bij het verstellen niet be‐
lasten.
Zorg er bij het neerklappen van de
rugleuningen voor dat de autogordels losgemaakt zijn.

Page 44 of 231

42Stoelen, veiligheidssystemen9Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden ver‐
stellen, omdat ze ongecontroleerd kunnen bewegen.
Rugleuning neerklappen
De bagageruimte kan worden ver‐
groot door de rugleuningen op de zit‐
tingen neer te klappen.
Rugleuningen afzonderlijk neerklap‐
pen: alle drie de autogordels achter
losmaken. Controleren of de rugleu‐
ning van de voorstoelen niet achter‐
over geplaatst is.
Hoofdsteunen volledig naar beneden
duwen, ontgrendelingshandgreep optillen en de rugleuning op de zitting neerklappen.
Geen passagiers op een neerge‐
klapte rugleuning laten zitten. Geen
losse lading op de neergeklapte rug‐
leuning plaatsen.
Rugleuning weer opklappen door
deze op te tillen en op zijn plaats vast te klikken.
ArmsteunKlap de armsteun omlaag. De arm‐
steun bevat bekerhouders en een op‐
bergruimte.

Page 45 of 231

Stoelen, veiligheidssystemen43Veiligheidsgordels
De veiligheidsgordels worden bij sneloptrekken of hard remmen geblok‐
keerd om de inzittenden op hun stoel te houden. Hierdoor neemt het ge‐
vaar voor letsel aanzienlijk af.
9 Waarschuwing
Veiligheidsgordel vóór elke rit om‐
doen.
Inzittenden die geen gebruik ma‐
ken van de veiligheidsgordel bren‐ gen bij eventuele aanrijdingen me‐
depassagiers en zichzelf in ge‐
vaar.
Veiligheidsgordels zijn bedoeld voor
gebruik door slechts één persoon te‐ gelijk.
Kinderveiligheidssysteem 3 53.
Alle onderdelen van het gordelsys‐
teem regelmatig op schade en juiste
werking controleren.
Beschadigde onderdelen laten ver‐ vangen. Na een aanrijding de veilig‐
heidsgordels en de gordelspanners
door een werkplaats laten vervangen.
Let op
Zorg dat de veiligheidsgordels niet
door schoenen of voorwerpen met
scherpe randen beschadigd raken
klem komen te zitten. Oprolautoma‐
ten vrijhouden van vuil.
Gordelverklikker
De voorstoelen zijn uitgevoerd met
een gordelverklikker, aangegeven
voor de bestuurdersstoel door con‐
trolelamp X op de instrumentengroep
3 88 en voor de passagiersstoel
door controlelamp k aan de passa‐
gierskant van het instrumentenbord
3 44.
Gordelkrachtbegrenzers
Op de voorstoelen. De kracht die in‐
werkt op de carrosserie wordt beperkt
doordat de gordels tijdens een bot‐
sing geleidelijk worden ontspannen.
Gordelspanners De gordelsloten van de voorstoelen
worden bij een voldoende zware fron‐ tale botsing of bij een aanrijding van
de zijkant strakgetrokken.9 Waarschuwing
Onjuist handelen (bijv. het verwij‐
deren of aanbrengen van gordels)
kan de gordelspanners in werking
stellen.

Page 46 of 231

44Stoelen, veiligheidssystemen
Geactiveerde gordelspanners zijn te
herkennen aan de brandende contro‐
lelamp v 3 88.
Geactiveerde gordelspanners door
een werkplaats laten vervangen. Gor‐ delspanners worden slechts eenmaal geactiveerd.
Let op
Bevestig of monteer geen accessoi‐ res of andere voorwerpen die de
werking van de gordelspanners kun‐
nen verstoren. Geen aanpassingen
aan onderdelen van de gordelspan‐
ners aanbrengen, anders vervalt de
typegoedkeuring van de auto.Driepuntsgordel
Bevestiging
Gordel uit de oprolautomaat trekken,
zonder te verdraaien voor u langs ha‐
len en de gesp in het slot steken.
Heupgordel tijdens het rijden van tijd
tot tijd strak trekken door aan de
schoudergordel te trekken.
Gordelverklikker X 3 88.
Loszittende kleding belemmert het
strak trekken van de gordel. Geen
voorwerpen zoals handtassen of mo‐
biele telefoons tussen de gordel en
uw lichaam leggen.
9 Waarschuwing
De gordel niet over harde of breek‐
bare voorwerpen in de zakken van
uw kleding laten lopen.

Page 47 of 231

Stoelen, veiligheidssystemen45
Hoogteverstelling
1. Ontgrendelknoppen bij elkaardrukken.
2. Verstelling omhoog of omlaag schuiven.
3. Controleren of verstelling vast‐ klikt.
Hoogte zo instellen dat de gordel over
de schouder loopt. Gordel mag niet
langs de hals of bovenarm lopen.
Niet instellen tijdens het rijden.
Demonteren
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.

Page 48 of 231

46Stoelen, veiligheidssystemen
Gebruik van de
veiligheidsgordel tijdens de
zwangerschap9 Waarschuwing
De heupgordel moet zo laag mo‐
gelijk over het bekken lopen om
druk op de buik te voorkomen.
Gordelwaarschuwing passagier
voorin
Bij een draaiende motor knippert con‐
trolelampje k en licht het op als de
passagiersstoel bezet is en de veilig‐
heidsgordel niet is omgedaan.
Bij een snelheid van meer dan
22 km/u knippert k gedurende
100 seconden samen met een waar‐
schuwingszoemer en gaat het bran‐
den totdat de veiligheidsgordel om‐
gedaan is.
Brandt korte tijd als contact wordt in‐ geschakeld.
Controlelampje X voor gordelverklik‐
ker bestuurder 3 88.

Page 49 of 231

Stoelen, veiligheidssystemen47Airbagsysteem
Het airbagsysteem bestaat uit meer‐
dere afzonderlijke systemen afhanke‐
lijk van de omvang van de uitrusting.
Bij het activeren worden de airbags
binnen enkele milliseconden gevuld.
Ook het leeglopen van de airbags
verloopt zo snel, dat dit tijdens een
aanrijding vaak niet eens wordt opge‐ merkt.9 Waarschuwing
Bij onoordeelkundige behandeling
kunnen de airbagsystemen op ex‐plosieve wijze in werking treden.
Let op
Ter hoogte van de middenconsole
bevindt zich de regelelektronica van
het airbagsysteem en de gordel‐
spanners. In dit gebied geen mag‐
netische voorwerpen plaatsen.
Afdekkingen van airbags niet be‐
plakken of met andere materialen
bedekken.
Elke airbag treedt slechts eenmaal
in werking. Geactiveerde airbags
onmiddellijk laten vervangen door
een werkplaats. Ook moeten even‐ tueel het stuurwiel, het instrumen‐
tenbord, plaatwerk, de portierafdich‐ tingen, handgrepen en de stoelen
worden vervangen.
Geen aanpassingen in het airbag‐
systeem aanbrengen, anders ver‐
valt de typegoedkeuring van de
auto.
Bij het ontplooien van de airbags kun‐ nen de vrijkomende hete gassen
brandwonden veroorzaken.
Controlelamp v voor airbagsystemen
3 88.
Kinderveiligheidssystemen op
de passagiersstoel met
airbagsystemen
Waarschuwing conform ECE R94.02 :
EN: NEVER use a rear-facing child
restraint system on a seat protected
by an ACTIVE AIRBAG in front of it,
DEATH or SERIOUS INJURY to the
CHILD can occur.
DE: Nach hinten gerichtete Kinder‐
sitze NIEMALS auf einem Sitz ver‐ wenden, der durch einen davor be‐
findlichen AKTIVEN AIRBAG ge‐
schützt ist, da dies den TOD oder
SCHWERE VERLETZUNGEN DES
KINDES zur Folge haben kann.
FR: NE JAMAIS utiliser un siège d'en‐
fant orienté vers l'arrière sur un siège
protégé par un COUSSIN GONFLA‐
BLE ACTIF placé devant lui, sous

Page 50 of 231

48Stoelen, veiligheidssystemen
peine d'infliger des BLESSURES
GRAVES, voire MORTELLES à l'EN‐
FANT.
ES: NUNCA utilice un sistema de re‐
tención infantil orientado hacia atrás
en un asiento protegido por un AIR‐
BAG FRONTAL ACTIVO. Peligro de
MUERTE o LESIONES GRAVES
para el NIÑO.
RU: ЗАПРЕЩАЕТСЯ
устанавливать детское
удерживающее устройство лицом
назад на сиденье автомобиля,
оборудованном фронтальной
подушкой безопасности, если
ПОДУШКА НЕ ОТКЛЮЧЕНА! Это
может привести к СМЕРТИ или
СЕРЬЕЗНЫМ ТРАВМАМ
РЕБЕНКА.
NL: Gebruik NOOIT een achterwaarts
gericht kinderzitje op een stoel met
een ACTIEVE AIRBAG ervoor, om
DODELIJK of ERNSTIG LETSEL van het KIND te voorkomen.DA: Brug ALDRIG en bagudvendt au‐
tostol på et forsæde med AKTIV AIR‐ BAG, BARNET kan komme I LIVS‐
FARE eller komme ALVORLIGT TIL
SKADE.
SV: Använd ALDRIG en bakåtvänd
barnstol på ett säte som skyddas med
en framförvarande AKTIV AIRBAG. DÖDSFALL eller ALLVARLIGA SKA‐ DOR kan drabba BARNET.
FI: ÄLÄ KOSKAAN sijoita taaksepäin
suunnattua lasten turvaistuinta istui‐
melle, jonka edessä on AKTIIVINEN
TURVATYYNY, LAPSI VOI KUOLLA
tai VAMMAUTUA VAKAVASTI.
NO: Bakovervendt barnesikringsut‐
styr må ALDRI brukes på et sete med
AKTIV KOLLISJONSPUTE foran, da
det kan føre til at BARNET utsettes for LIVSFARE og fare for ALVORLIGE
SKADER.
PT: NUNCA use um sistema de re‐
tenção para crianças voltado para
trás num banco protegido com um
AIRBAG ACTIVO na frente do
mesmo, poderá ocorrer a PERDA DE
VIDA ou FERIMENTOS GRAVES na
CRIANÇA.IT: Non usare mai un sistema di sicu‐
rezza per bambini rivolto all'indietro
su un sedile protetto da AIRBAG AT‐
TIVO di fronte ad esso: pericolo di
MORTE o LESIONI GRAVI per il
BAMBINO!
EL: ΠΟΤΕ μη χρησιμοποιείτε παιδικό
κάθισμα ασφαλείας με φορά προς τα πίσω σε κάθισμα που προστατεύεται
από μετωπικό ΕΝΕΡΓΟ ΑΕΡΟΣΑΚΟ, διότι το παιδί μπορεί να υποστεί
ΘΑΝΑΣΙΜΟ ή ΣΟΒΑΡΟ
ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ.
PL: NIE WOLNO montować fotelika
dziecięcego zwróconego tyłem do
kierunku jazdy na fotelu, przed któ‐ rym znajduje się WŁĄCZONA PO‐
DUSZKA POWIETRZNA. Niezasto‐
sowanie się do tego zalecenia może
być przyczyną ŚMIERCI lub POWAŻ‐
NYCH OBRAŻEŃ u DZIECKA.
TR: Arkaya bakan bir çocuk emniyet
sistemini KESİNLİKLE önünde bir
AKTİF HAVA YASTIĞI ile korun‐
makta olan bir koltukta kullanmayınız.
ÇOCUK ÖLEBİLİR veya AĞIR ŞE‐
KİLDE YARALANABİLİR.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 240 next >