OPEL INSIGNIA 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 241 of 341

Verzorging van de auto239AccuAuto's zonder stop-startsysteem zijn
uitgerust met een loodzuuraccu. Au‐
to's met stop-startsysteem zijn uitge‐
rust met een AGM-accu die geen loodzuuraccu is.
De accu van de auto is onderhouds‐
vrij als het rijgedrag zodanig is dat
deze voldoende wordt opgeladen.
Door korte ritten en vaak starten kan
de accu ontladen raken. Vermijd het
gebruik van onnodige elektrische ver‐
bruikers.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Wanneer de auto meer dan 4 weken
achtereen stilstaat, kan de accu ont‐
laden raken. Poolklem van de min‐
pool van de accu loskoppelen.
Accu van de auto alleen bij uitgescha‐
kelde ontsteking aansluiten en los‐
koppelen.
Ontlaadbeveiliging van accu 3 141.
Accu vervangen Let op
Elke afwijking van de in deze para‐ graaf gegeven instructies kan leiden tot een tijdelijke uitschakeling van
het stop-startsysteem.
De accu van de auto is afgedekt. Ver‐
wijder de afdekking om de accu te
vervangen. Til de afdekking achter‐
aan op en ontgrendel deze vooraan.
Bij het vervangen van de accu, erop
letten dat er bij de pluspool geen ven‐
tilatieopeningen open zijn. Als er in dit gebied een ventilatieopening open is,
moet deze met een afdekkap worden afgesloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Uitsluitend accu's gebruiken waarbij
de zekeringenkast boven de accu kan
worden gemonteerd.
Zorg bij auto's met een stop-startsys‐ teem dat de AGM-accu (Absorptive
Glass Mat) weer wordt vervangen
door een AGM-accu.

Page 242 of 341

240Verzorging van de auto
U kunt een AGM-accu herkennen
door het label op de accu. Wij bevelen het gebruik aan van een origineleOpel-accu.
Let op
Als u een andere AGM-accu ge‐
bruikt dan de originele Opel-accu is
het mogelijk dat het stop-startsys‐
teem slechter presteert.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.
Stop-startsysteem 3 163.
Accu opladen9 Waarschuwing
Bij auto's met een stop-startsys‐
teem moet u ervoor zorgen dat het oplaadvermogen geen 14,6 volt
overschrijdt wanneer u een accu-
oplader gebruikt. Anders kunt u de accu beschadigen.
Starthulp gebruiken 3 273.
Waarschuwingslabel
Betekenis van symbolen:
■ Geen vonken of open vlammen en niet roken.
■ Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
■ Houd de accu buiten het bereik van
kinderen.
■ De accu bevat zwavelzuur dat blindheid of ernstige brandwonden
kan veroorzaken.
■ Zie de Gebruikershandleiding voor
meer informatie.
■ Er kan knalgas aanwezig zijn in de buurt van de accu.
Dieselbrandstofsysteem
ontluchten Na het leegrijden van de tank moet
het dieselbrandstofsysteem worden ontlucht. Het contact driemaal
15 seconden per keer aanzetten. Mo‐
tor vervolgens maximaal
40 seconden starten. Deze procedure na minstens 5 seconden herhalen.
Slaat de motor niet aan, dan de hulp
van een werkplaats inroepen.

Page 243 of 341

Verzorging van de auto241Wisserblad vervangenWisserbladen voorruit
Til de wisseram op en open de borg‐
clip.
Ontgrendel het wisserblad en verwij‐ der het.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐ arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig
naar omlaag.
Wisserblad achterruit
De wisserarm optillen. Beide vergren‐
delingen op de arm indrukken, wis‐
serblad loshaken en verwijderen.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek vast aan de ruitenwisser‐ arm en druk het in tot het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig naar omlaag.

Page 244 of 341

242Verzorging van de autoGloeilamp vervangenOntsteking uitschakelen en desbe‐
treffende schakelaar uitschakelen of
portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting
vastpakken. Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Vervang de gloeilampen van de kop‐
lampen vanuit de motorruimte.
Lampcontrole Schakel het contact in na het vervan‐
gen van een lamp en bedien en con‐
troleer de lichten.Halogeenkoplampen
Bi-halogeenkoplamp (1) met één
lamp voor dim- en grootlicht.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (2) .
Richtingaanwijzer vooraan (3)
Bi-halogeenkoplamp (1)
Trek links op de auto de vulpijp uit het voorruitsproeiervloeistofreservoir.

Page 245 of 341

Verzorging van de auto243
1. Draai de kap naar links en verwij‐der deze.
2. De lamphouder naar links los‐ draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Klik de lamphouder los van de stekker door de borgnok iets uit‐
een te buigen.
4. Vervang de gloeilamp en sluit deze aan met de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (2)
1.Draai de kap linksom en trek deze
uit de reflector.

Page 246 of 341

244Verzorging van de auto
2. Druk de inkliktongen bij elkaar enhaal de fitting uit de behuizing.
3. Haal de lamp uit de fitting door deze eruit te trekken.
4. Plaats een nieuwe lamp in de fit‐ ting.
5. Plaats de lampfitting in de behui‐ zing en laat deze vastklikken.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht
met LED's Op een andere versie bestaan het zij‐markeringslicht en dagrijlicht bestaan
uit LED's. Laat de LED's bij een even‐ tuele storing vervangen door een
werkplaats.
Richtingaanwijzer vooraan (3)
1. Lampfitting linksom losdraaien. Lampfitting uit de behuizing trek‐
ken.
2. Gloeilamp iets in lamphouder du‐ wen, linksom draaien en verwijde‐
ren.
3. Plaats een nieuwe lamp door deze naar rechts in de fitting te
draaien.
4. Lampfitting in reflector plaatsen en rechtsom vergrendelen.

Page 247 of 341

Verzorging van de auto245Xenonkoplampen9Gevaar
Het adaptieve rijlicht (AFL) is uit‐
gerust met Xenonkoplampen.
Xenonkoplampen werken onder
een extreem hoog voltage. Niet
aanraken. Lampen door een werk‐
plaats laten vervangen.
De lampen van richtingaanwijzers
en hoekverlichting kunt u wel zelf
vervangen.
Zijmarkeringslicht/dagrijlichten zijn
uitgevoerd met LED's en kunnen niet
worden vervangen.
Afslagverlichting
1. Draai de kap naar links en verwij‐ der deze.
2. De lamphouder naar links los‐draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Ontgrendel en trek de lamp uit de
stekker.
4. Vervang de lamp en klik de lamp‐
fitting vast aan de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen van
het reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.

Page 248 of 341

246Verzorging van de auto
Richtingaanwijzers vooraan
1. Draai de kap naar links en verwij‐der deze.
2. De lamphouder naar links los‐draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
3. Ontgrendel en trek de lamphou‐ der uit de stekker.
4. Vervang de lamp en sluit de lamp‐
houder aan met de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom vastdraaien.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht
Het zijmarkeringslicht/dagrijlicht be‐
staan uit LED's. Laat de LED's bij een
eventuele storing vervangen door
een werkplaats.
Mistlampen
U kunt de lampen bereiken langs de onderkant van de auto.
1. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze uit de reflector.

Page 249 of 341

Verzorging van de auto247
2.Klik de lampfitting los van de stek‐
ker door op de borgnok te druk‐
ken.
3. Vervang de lamp in de lampfitting
en klik deze weer vast aan de
stekker.
4. Plaats de lampfitting in de reflec‐ tor en draai deze rechtsom vast.
Achterlichten
5-deurs hatchback/4-deurs
sedan
1. Kap van binnenkant van bagage‐ ruimte halen.
2. Drie kunststof bevestigingsmoe‐ren van binnen met de hand los‐
draaien.

Page 250 of 341

248Verzorging van de auto
3. Trek het achterlicht compleetvoorzichtig uit de uitsparingen en
neem het eruit.
4. Draai de lamphouder linksom er‐ uit. Gloeilamp vervangen door er‐uit te trekken of te draaien:
Richtingaanwijzer 1
Mistachterlicht 2, alleen aan be‐
stuurderszijde
Achteruitrijlicht 3
Het achterlicht en het remlicht be‐
staan uit LED's. Laat de LED's bij
een eventuele storing vervangen
door een werkplaats.
5. Steek de gloeilamphouder in het achterlicht compleet en draai
deze rechtsom vast. Breng de
lichtmodule met de borgpennen in
de uitsparingen van de carrosse‐
rie aan en draai de kunststof be‐
vestigingsmoeren vanuit de bin‐
nenkant van de bagageruimte
vast. Afdekking sluiten.
Sports Tourer/Country Tourer
1. Maak de kap in de achterklep los en open deze.
2. Draai de drie kunststof moerenmet de hand los.

Page:   < prev 1-10 ... 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 ... 350 next >