OPEL INSIGNIA 2015 Handleiding Infotainment (in Dutch)

Page 41 of 149

Basisbediening41
MenuActieAanraakschermTouchpadNavigatiemenuActuele audio-informatie
naar het Driver Information
Center sturen1 vinger, beweeg in de richting van het
Driver Information CenterKaart pannen1 vinger, beweeg dwars over het scherm2 vingers, beweeg naar
boven, beneden, links of
rechtsKaart centreren1 vinger, tik op een lokatie op de kaart als
u deze rondom dit punt wilt centrerenInzoomen op de kaartKnop w op het scherm2 vingers, tegengesteld
bewegen (spreiden)Uitzoomen op de kaartKnop ─ op het scherm2 vingers, naar elkaar toe
bewegen (knijpen)Menu TelefoonActuele audio-informatie
naar het Driver Information
Center sturen1 vinger, beweeg in de richting van het
Driver Information CenterLettertekenherken‐
ningsfunctieLetterteken tekenen1 vinger, beweeg dwars over het scherm1 vinger, over het pad
bewegenBestemming zoeken
starten2 vingers, op het pad
drukken en vasthoudenAfsluitfunctie2 vingers, druk op het pad

Page 42 of 149

42BasisbedieningGeluidsinstellingen
In het geluidsinstellingenmenu kun‐
nen de toonkarakteristieken worden
ingesteld. Stelt u deze in een van de
hoofdmenu's in, dan wordt dit auto‐
matisch ook voor alle overige bron‐
modi overgenomen. Het menu is toe‐ gankelijk vanuit elk specifiek hoofd‐menu audio.
Let op
U kunt een set geluidsinstellingen
als favoriet opslaan. Een gedetail‐
leerde beschrijving vinden 3 28.
Selecteer de schermtoets MENU in
het betreffende audiohoofdmenu om het geluidsinstellingenmenu te ope‐ nen. Selecteer Instellingen
klankkleur .
Treble
Met deze instelling kunt u de hoge
frequenties van de audiobronnen ver‐ sterken of dempen.
Pas de instelling aan met behulp van
de schermtoetsen ─ of w.
Middenbereik
Met deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐
ken of dempen.
Pas de instellingen aan met behulp
van de schermtoetsen ─ of w.
Bas
Met deze instelling kunt u de lage fre‐ quenties van de audiobronnen ver‐
sterken of dempen.
Pas de instellingen aan met behulp
van de schermtoetsen ─ of w.
Balance en fader instellen
Selecteer in de illustratie rechts in het
menu, het punt in de auto waarop het geluid optimaal moet zijn.
Gebruik de schermtoetsen n, o ,
p en q om de instellingen te wijzigen.
Kies de schermtoets Voor of Achter
boven en onder in het voertuigdia‐
gram om snel tussen de voor- en ach‐
terspeakers te wisselen.
Surround
(indien voorzien van een Surround systeem)
Gebruik deze instelling om het sur‐
round-effect te versterken of te dem‐
pen.
Pas de instellingen aan met behulp
van de schermtoetsen ─ of w.

Page 43 of 149

Basisbediening43
Equaliser-modi(indien niet voorzien van een Sur‐round systeem)
Selecteer een van de schermtoetsen in de interactieve selectiebalk om het
geluid voor specifieke muziekstijlen te optimaliseren.
Gebruik de schermtoets Eigen
profiel als u de geluidsinstellingen zelf
wilt definiëren.
Surround-modi (indien voorzien van een Surroundsysteem)
Selecteer een van de schermtoetsen in de interactieve selectiebalk op het
scherm om het geluid voor de ver‐
schillende stoelposities te optimalise‐
ren.
Met de schermtoets Normaal kunt u
de optimale geluidsinstellingen voor
alle stoelposities instellen.Volume-instellingen
Maximaal inschakelvolume Druk op te knop ; en selecteer het
pictogram INSTELLINGEN op het
Startscherm.
Blader door de lijst en selecteer
Radio en vervolgens Maximaal
inschakelvolume .
Tik op de schermtoetsen ─ of w om
het gewenste volume in te stellen.
Automatische
volumeaanpassing
Het volume kan automatisch worden
afgestemd op de snelheid van de
auto. Afhankelijk van de uitrusting in
de auto, is een van de volgende op‐
ties beschikbaar.
Automatisch volume
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
Radio en vervolgens Automatisch
volume .Stel Automatisch volume in op een
van de beschikbare opties om de
mate van volumeaanpassing in te
stellen.
Uit : geen harder volume bij een toe‐
nemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Systeeminstellingen
In de INSTELLINGEN -toepassing
kunnen diverse instellingen en aan‐ passingen voor het Infotainmentsys‐
teem worden geconfigureerd.

Page 44 of 149

44Basisbediening
Tijd en datum
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELLINGEN .
Selecteer het Tijd en datum-menu‐
punt.
Tijd instellen
Selecteer de menuoptie Tijd
instellen om het betreffende submenu
te openen.
Selecteer schermtoets Auto inst. on‐
der in het scherm. Activeer Aan -
RDS of Uit - handmatig .
Kiest u voor Uit - handmatig , pas dan
de uren en minuten aan met de
schermtoetsen n of o .
Tik op de schermtoets 12-24 u rechts
in het scherm om een tijdmodus te
kiezen.
Kiest u de 12-uursmodus, dan ver‐
schijnt er een derde kolom met AM-
en PM-instellingen. Selecteer de ge‐
wenste optie.
Datum instellen
Selecteer de menuoptie Datum
instellen om het betreffende submenu
te openen.
Let op
Is de datum automatisch geregeld,
dan is deze menu-optie niet beschik‐ baar.
Selecteer schermtoets Auto inst. on‐
der in het scherm. Activeer Aan -
RDS of Uit - handmatig .
Is Uit - handmatig geselecteerd, pas
dan de datum aan met de scherm‐
toetsen n of o .Klokdisplay
Selecteer de menuoptie Weergave
klok om het betreffende submenu te
openen.
Selecteer menuoptie Uit om de digi‐
tale klokdisplay in de menu's uit te
schakelen.
Taal Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
menuoptie Taal.
Let op
De actieve taal wordt gemarkeerd
met 9.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste taal.
Valetmodus Is de valetmodus geactiveerd, dan
zijn alle voertuigdisplays vergrendeld
en kunnen er in het systeem geen
veranderingen worden doorgevoerd.
Let op
De voertuigmeldingen en achteruit‐
rijcamera blijven geactiveerd.

Page 45 of 149

Basisbediening45
Het systeem vergrendelen
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
menuoptie Valetmodus . Er verschijnt
een toetsenblok.
Voer een viercijferige code in en se‐
lecteer de schermtoets Enter. Het
toetsenblok wordt opnieuw weerge‐ geven.
Voer de viercijferige code opnieuw in
om de invoer te bevestigen en selec‐
teer de schermtoets Vergrendelen.
Het systeem is vergrendeld.
Het systeem ontgrendelen
Schakel het Infotainmentsysteem in.
Er verschijnt een toetsenblok.
Voer de viercijferige code in en selec‐
teer de schermtoets Ontgrendelen.
Het systeem is ontgrendeld.
PIN vergeten
Neem contact op met uw Opel Ser‐
vice Partner om de pincode naar de
standaardwaarde terug te zetten.
Beeldscherm
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
menuoptie Scherm.
Modus
Selecteer de menuoptie Modus om
het betreffende submenu te openen.
Kies, afhankelijk van de externe licht‐ condities, Dag of Nacht .
Selecteert u Auto, dan past het sys‐
teem automatisch het display aan.
Aanraakscherm kalibreren
Selecteer de menuoptie
Aanraakscherm kalibreren om het be‐
treffende submenu te openen.

Page 46 of 149

46Basisbediening
Volg de instructies op het scherm en
raak de aangewezen punten aan. Het
aanraakscherm wordt gekalibreerd.
Display uitschakelen
Selecteer menuoptie Scherm
uitschakelen om het display uit te
schakelen.
Raak het aanraakscherm aan of druk op een toets om het instrumentenpa‐
neel om het display weer te activeren.
Fabrieksinstellingen
terugzetten
Druk op ; en selecteer vervolgens
het pictogram INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
menuoptie Terugk. naar fabrieksinst. .
Instellingen van de auto herstellen
Selecteer Inst. voertuig herstellen om
alle persoonlijke instellingen te her‐
stellen. Er verschijnt een waarschu‐
wing.
Selecteer de knop Herstellen op het
scherm. De instellingen zijn terugge‐
zet.
Alle persoonlijke gegevens wissen Selecteer Alle privégegevens wissen
om de volgende gegevens te wissen:
■ Gekoppelde Bluetooth-apparaten
■ Opgeslagen telefoonboeken
■ Contactenlijst voertuig
■ Bestemmingslijsten
■ Favorieten
Er verschijnt een waarschuwing. Selecteer de knop Wissen op het
scherm. De gegevens zijn gewist.Radio-instellingen herstellen
Selecteer Instellingen radio
herstellen om de volgende gegevens
te herstellen:
■ Tooninstellingen
■ Volume-instellingen
■ Spraakinstellingen
■ Toepassingenbalk
■ Contactbronnen.
Er verschijnt een waarschuwing.
Selecteer de knop Herstellen op het
scherm. De instellingen zijn terugge‐ zet.
Software-informatie
Druk op de knop ; en selecteer het
pictogram INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
menuoptie Softwareinformatie .

Page 47 of 149

Basisbediening47
Er verschijnt een lijst met de versie‐
nummers van alle software in het sys‐
teem.
Systeem bijwerken
Neem contact op met uw Opel Ser‐
vice Partner om uw systeemsoftware
te updaten.
TouchPad
In dit menu kunt u de bladerrichting
voor het bedienen van het touchpad
instellen. Stelt u deze functie in op
Omgekeerd , dan is de bladerrichting
omgekeerd. Als u op het touchpad
een beweging omhoog maakt, bladert u op het scherm naar beneden.
Druk op de knop ; en selecteer het
pictogram INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
menuoptie TouchPad. Selecteer Op /
Neer omkeren of Links / Rechts
omkeren om het betreffende sub‐
menu weer te geven.
Selecteer Standaard of Omgekeerd .

Page 48 of 149

48RadioRadioGebruik........................................ 48
Zender zoeken ............................. 48
Frequentiebereikmenu's ..............49
Radio Data System (RDS) ...........50
Digital Audio Broadcasting ..........51Gebruik
De radiofunctie is geïntegreerd in de
AUDIO -toepassing.
Activeren van de radiofunctie
Druk op de RADIO-toets.
Kiezen van frequentiebereik
Druk herhaaldelijk op de RADIO-knop
op het instrumentenpaneel om tussen de verschillende golfbanden te wis‐
selen.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk op de knoppen t of v om de
vorige of volgende zender te beluis‐
teren.
Handmatig zender zoeken
Houd de knoppen t of v ingedrukt.
Laat de betreffende knop los als de
gewenste frequentie bijna bereikt is.
Zenderlijsten In de zenderlijsten ziet u alle ontvang‐
bare radiozenders in het huidige ont‐
vangstgebied die u kunt selecteren.
Om de zenderlijst van de actuele golf‐
band weer te geven kunt u:
■ Het scherm op een willekeurig punt
aanraken.
■ De knop BLADEREN links op het
scherm selecteren.
■ Draai aan de MENU-knop.
De zenderlijst wordt weergegeven.

Page 49 of 149

Radio49
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste titel.
Categorieën
Druk op de schermtoets Kat linksbo‐
ven in het scherm om de categorielijst van de actuele golfband weer te ge‐
ven.
Kies een van de volgende catego‐
rieën. Blader (indien nodig) door de
lijst en kies de gewenste zender.
Alle frequenties
Met de Alle AM-frequenties , Alle FM-
frequenties en Alle DAB-frequenties
lijsten kunt u handmatig op zenders in
de actuele golfband afstemmen.
Druk op de schermtoets Weerg
rechtsboven in het scherm om alle beschikbare frequenties op de ac‐
tuele golfband weer te geven.
Blader door de lijst en selecteer om
op de gewenste frequentie af te stem‐
men.
Favorieten
Vind een gedetailleerde beschrijving 3 28.
Frequentiebereikmenu's
De golfbandmenu's geven toegang
tot verschillende instellingenopties. Voor alle golfbanden zijn de volgende opties beschikbaar.
Let op
Zoek gedetailleerde beschrijvingen over FM- en DAB-golfbandspeci‐
fieke instellingsopties in de volgende hoofdstukken.
Activeer voor het openen van een fre‐
quentiebereikspecifiek menu de radi‐
ofunctie en selecteer het gewenste
frequentiebereik. Selecteer de
schermtoets MENU in de interactieve
selectiebalk.

Page 50 of 149

50Radio
Geluidsinstellingen
Vind een gedetailleerde beschrijving
3 42.
Automatisch volume Vind een gedetailleerde beschrijving
3 43.
Zenderlijst actualiseren
Kunnen de zenders uit de in de golf‐ bandspecifieke zenderlijst niet langer
worden ontvangen, selecteer dan Zenderlijst bijwerken .
Let op
Bij de update van een lijst van een
zender op een specifieke golfband
wordt de overeenkomstige catego‐
rielijst (indien beschikbaar) ook ge‐
updatet.
Zenderlijst bijwerken verschijnt op het
scherm tot het zoeken is afgerond.
Verkeersinformatie (TP)
(Niet beschikbaar voor AM-golfband)
Stel Traffic Program (TP) - Aan in om
voortdurend verkeersnieuws te ont‐ vangen.
Vind een gedetailleerde beschrijving
3 50.
Radio Data System (RDS)
RDS is een dienst van FM-zenders
die het vinden van de gewenste zen‐
der en een storingsvrije ontvangst
aanzienlijk verbetert.Voordelen van RDS
■ Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de zender in
plaats van de frequentie.
■ Tijdens het zoeken naar zenders stemt het Infotainmentsysteem al‐
leen af op RDS-zenders.
■ Het Infotainmentsysteem stemt al‐ tijd af op de zendfrequentie van de
ingestelde zender met de beste
ontvangst via AF (alternatieve fre‐
quentie).
■ Afhankelijk van de ontvangen zen‐ der verschijnen in het Infotainment‐systeem radioteksten, bv. met in‐
formatie over het huidige pro‐
gramma.
FM Menu
Activeer de radiofunctie en selecteer
vervolgens de FM-golfband om de RDS-instellingsopties te configure‐ren. Selecteer de schermtoets
MENU in de interactieve selectiebalk
om het FM Menu weer te geven.

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 150 next >