OPEL MERIVA 2015.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 81 of 251
Opbergen79
Bij modellen met een bandenrepara‐
tieset kan de uitsparing voor het re‐
servewiel als een extra opbergruimte
dienen. Bandenreparatieset 3 205.
Sjorogen
De sjorogen dienen om voorwerpen
vast te zetten, bijv. met spanbanden
of een bagagenet.
Veiligheidsnet Het veiligheidsnet kan achter de voor‐
stoelen worden aangebracht.
Vervoer geen inzittenden achter het veiligheidsnet.
Monteren
Het dakframe bevat twee montageo‐
peningen: hang de stang van het net
aan een kant, druk naar voren en klik vast. Trek de stang uit, hang aan an‐
dere kant op, druk naar voren en klik vast.
Hang de haken van de netspanrie‐
men in de sjorogen in de vloer achter
de voorstoelen. Span het net door aan het losse uiteinde van de riem te
trekken.
Aan beide zijden ophangen en span‐
nen.
Verwijderen
Kantel de lengteverstelling van de netspanriemen omhoog en maak de riemen aan beide zijden los. Koppel
de bovenste stang aan een kant en
daarna aan de volgende kant los en
haal deze uit de openingen.
Page 82 of 251
80Opbergen
Opbergen
Leg de spanbanden zoals getoond opde afbeelding en leg deze langs het
veiligheidsnet.
Rol het net bovenaan ongeveer tot
iets over het midden op.
Leg de bovenste netstang over de
spanbanden naast de onderste net‐
stang. De haken op de bovenste net‐
stang moeten van de onderste net‐
stang af wijzen.Omwikkel het net naast de lengtever‐ stellingen strak met klittenband. De
lengteverstellingen en netstangen
moeten plat naast elkaar liggen.
Berg het veiligheidsnet op in de
ruimte tussen de dubbele bagagevak‐
vloer in de bagageruimte. Vloerafdek‐ king bagageruimte achter 3 78.
Opklapbaar aflegvlak In de rugleuningen van de voorstoe‐
len.
Openen door naar boven te trekken
totdat het vastklikt.
Page 83 of 251
Opbergen81
Wegklappen door het langs het weer‐
standspunt omlaag te drukken.
Plaats geen zware voorwerpen op het
opklapbaar aflegvlak.
Gevarendriehoek
Leg de gevarendriehoek in de ruimte
achterin de bagageruimte.
VerbanddoosBerg de verbanddoos en het reflecte‐
rende vest onder de bestuurdersstoel
op.
Gebruik de riemen.
Afhankelijk van de uitvoering zit er
een doos onder de bestuurdersstoel.
Trek aan de hendel en klap de afdek‐ king omlaag. Maximale belasting:
1,5 kg.
Page 84 of 251
82OpbergenDakdragersysteem
Dakdrager Om veiligheidsredenen en ter vermij‐ding van dakschade adviseren wij het
voor uw auto goedgekeurde dakdra‐
gersysteem te gebruiken. Contact op‐ nemen met uw werkplaats voor meer
informatie.
Gebruiksaanwijzing van het dakdra‐
gersysteem in acht nemen en dak‐
dragersysteem verwijderen wanneer
het niet wordt gebruikt.
Haal de kap van elk montagepunt.
Beladingsinformatie
■ Zware voorwerpen in de bagage‐ ruimte tegen de rugleuningen leg‐
gen. Controleren of de rugleunin‐
gen naar behoren zijn vergrendeld. Bij stapelbare voorwerpen de
zwaarste voorwerpen onderop leg‐
gen.
■ Voorwerpen met spanbanden aan de sjorogen vastzetten 3 79.
■ Gebruik de haak op de zijwand
links van de bagageruimte voor het
ophangen van draagtassen. Trek
de haak eruit. Maximale belasting: 3 kg.
■ Losse voorwerpen in de bagage‐ ruimte vastzetten om glijden tegente gaan.
■ Bij het vervoeren van voorwerpen in de bagageruimte mogen de rug‐
leuningen van de achterbank niet
schuin naar voren geklapt zijn.
■ Bagage niet boven de rugleuningen
laten uitsteken.
Page 85 of 251
Opbergen83
■ Leg niets op de bagageruimte-afdekking of op het instrumenten‐paneel en dek de sensor boven ophet instrumentenpaneel niet af.
■ De bagage mag de bediening van pedalen, handrem, schakelhendel
en de bewegingsvrijheid van de be‐ stuurder niet belemmeren. Geen
losse voorwerpen in het interieur
leggen.
■ Niet met een geopende achterklep rijden.9 Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen voorwer‐
pen in het voertuig rondgeslingerd worden en letsel of schade aan delading of de auto veroorzaken.
■ Het nuttig draagvermogen is het verschil tussen het maximaal toe‐
laatbare totaalgewicht van de auto
(zie typeplaatje 3 228) en het EU-
leeggewicht van de auto.
U berekent de nuttige last door de
gegevens van uw auto in de tabel
Gewichten voorin deze handleiding in te voeren.
Het EU-leeggewicht omvat ook het
gewicht van de bestuurder (68 kg),
de bagage (7 kg) en alle vloeistof‐
fen (tank voor 90 % gevuld).
Extra uitrusting en accessoires ver‐ hogen het leeggewicht.
■ Rijden met daklading verhoogt de zijwindgevoeligheid van de auto en
verslechtert het rijgedrag door het
hogere zwaartepunt. Lading gelijk‐
matig verdelen en goed met span‐
banden vastzetten. Bandenspan‐
ning en rijsnelheid aan de bela‐
dingstoestand aanpassen. Span‐
banden regelmatig controleren en
bijspannen.
Niet sneller rijden dan 120 km/u.
De toegestane daklast is 60 kg. De
dakbelasting is de som van het ge‐ wicht van het dakdragersysteem en
de lading.
Page 86 of 251
84Instrumenten en bedieningsorganenInstrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................84
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .......................91
Informatiedisplays ......................103
Boordinformatie ......................... 109
Tripcomputer .............................. 112
Persoonlijke instellingen ............115Bedieningsorganen
Stuurwielverstelling
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Stuurbedieningsknoppen
U kunt het infotainment-systeem, de
cruise control en een gekoppelde mo‐ biele telefoon bedienen met de knop‐
pen op het stuurwiel.
Nadere informatie vindt u in de
infotainment-handleiding.
Cruise control 3 155.
Page 87 of 251
Instrumenten en bedieningsorganen85Verwarmd stuurwiel
Druk op * om verwarming te active‐
ren. De activering wordt aangeduid
door de LED in de toets.
De gedeelten van het stuurwiel die
specifiek gemarkeerd zijn voor plaat‐
sing van de handen zijn sneller warm en worden warmer dan de overige ge‐
deelten.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en tijdens een Autostop.
Stop/Start-systeem 3 142.
Claxon
j indrukken.
Page 88 of 251
86Instrumenten en bedieningsorganenWis-/wasinstallatie voorruit
VoorruitwissersHI=snelLO=langzaamINT=intervalschakeling of automa‐
tisch wissen met regensensorOFF=uit
Hendel omlaag in de stand 1x duwen
om wissers één slag te laten maken
wanneer de voorruitwisser uitgescha‐ keld is.
Niet inschakelen wanneer de voorruit bevroren is.
Uitschakelen in wasstraten.
Instelbaar wisinterval
Wisserhendel in stand INT.
Draai aan het stelwiel om het gewen‐
ste wisinterval in te stellen:
kort interval=draai het stelwiel
omhooglang interval=draai het stelwiel
omlaagAutomatische wisfunctie met
regensensorINT=automatische wisfunctie met
regensensor
De regensensor registreert de hoe‐
veelheid neerslag op de voorruit en
stuurt automatisch de wissnelheid
van de voorruitwisser aan.
Page 89 of 251
Instrumenten en bedieningsorganen87
Instelbare gevoeligheid van de
regensensor
Draai aan het stelwiel om de gevoe‐
ligheid in te stellen:
lage gevoelig‐
heid=draai het stelwiel
omlaaghoge gevoelig‐
heid=draai het stelwiel
omhoog
Sensor vrijhouden van stof, vuil en ijs.
Voorruitsproeier
Hendel naar u toe trekken. Er wordt
sproeiervloeistof op de voorruit ge‐
spoten en de ruitenwisser maakt en‐
kele slagen.
Wis-/wasinstallatie
achterruit
Druk de wipschakelaar in om de ach‐
terruitwisser aan te zetten:
bovenste stand=continue werkingonderste stand=onderbroken wer‐
kingmiddenstand=uit
Page 90 of 251
88Instrumenten en bedieningsorganen
Hendel van u af duwen. Er wordt
sproeiervloeistof op de achterruit ge‐ spoten en de ruitenwisser maakt en‐
kele slagen.
Niet inschakelen wanneer de voorruit bevroren is.
Uitschakelen in wasstraten.
Als de voorruitwisser aanstaat, wordt
de achterruitwisser bij het inschake‐
len van de achteruitversnelling auto‐
matisch ingeschakeld.
U kunt deze functie in- of uitschakelen
in het menu Instellingen op het
Info-display.
Persoonlijke instellingen 3 115.
Buitentemperatuur
Een dalende temperatuur wordt on‐
middellijk aangeduid, een stijgende
temperatuur met enige vertraging.
Als de buitentemperatuur tot 3 °C
daalt, verschijnt er een waarschu‐
wingsbericht op het Driver Informa‐
tion Center met Uplevel-display of
Uplevel-Combi-display.
9 Waarschuwing
Ook bij een aanduiding van enkele
graden boven 0 °C kan het weg‐
dek al beijzeld zijn.
Klok
Datum en tijd worden op het
Info-display weergegeven.