OPEL ZAFIRA B 2014 Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 171 of 225

Verzorging van de auto169
3. Gloeilamp iets in lamphouder du‐wen, linksom draaien, verwijderen
en nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. Lamphouder in reflectorhuis plaatsen en rechtsom vergrende‐len.
Mistlampen
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
AchterlichtenVoor het vervangen van gloeilampen
aan de rechterzijde, zijafdekking ope‐ nen: vergrendelingslipjes naar voor
duwen en afdekking verwijderen.
Bakje met bandenreparatieset uitne‐
men.
Voor het vervangen van de gloeilam‐
pen aan linkerzijde, bevestiging van
bagagerolhoes bagageruimte verwij‐
deren en zijafdekking openen: ver‐
grendelingslipjes naar voren duwen
en afdekking verwijderen.
1. Stekker samendrukken en van lamphouder lostrekken.
2. Twee kunststof bevestigingsmoe‐
ren van binnen met de hand los‐
draaien.

Page 172 of 225

170Verzorging van de auto
3. Achterlicht-unit verwijderen.
4.Vergrendelingslipjes losmaken en
lamphouder verwijderen.
5. Gloeilamp iets in lamphouder du‐ wen, linksom draaien, verwijderen
en nieuwe gloeilamp plaatsen.
Achterlicht/remlicht ( 1)
Richtingaanwijzer ( 2)
Mistachterlicht, mogelijk slechts
aan één kant ( 3)
Achteruitrijlicht ( 4)
6. Lamphouder in achterlicht-unit vastklikken. Stekker aansluiten.
Achterlicht-unit in carrosserie
aanbrengen en borgmoeren vast‐
draaien. Aan de rechterkant het
bakje met de bandenreparatieset
aanbrengen. Zijafdekking ver‐
grendelen. Bevestiging voor ba‐
gagerolhoes bagageruimte aan
de linkerzijde vergrendelen.
7. Na het vervangen van de gloei‐ lampen, achterlichten op correcte
werking controleren: ontsteking
inschakelen, rem bedienen, zij‐
markeringslichten inschakelen.
Zijrichtingaanwijzers Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.Kentekenplaatverlichting
1. Schroevendraaier in lamphuis steken, opzij duwen en veer ont‐
grendelen.

Page 173 of 225

Verzorging van de auto171
2. Lamphuis naar beneden toe ver‐wijderen, hierbij niet aan de kabel
trekken.
3. Lipje optillen en stekker uit lamp‐ houder trekken.
4. Lamphouder linksom losdraaien.
5. Gloeilamp uit lamphouder nemen en nieuwe gloeilamp plaatsen.
6. Lamphouder in lamphuis plaatsen
en rechtsom draaien.
7. Stekker op lamphouder aanslui‐ ten.
8. Lamphuis plaatsen en vergrende‐
len.
Interieurverlichting
Interieurverlichting voorin,
leeslampjes
1. Lensglas losklikken, iets omlaag‐ duwen en schuin naar achteren
lostrekken.
2. Gloeilamp verwijderen en nieuwe gloeilamp plaatsen.
3. Lensglas vastklikken.
Interieurverlichting en
leeslampjes achterin
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Verlichting
handschoenenkastje
1. Lampelement met schroeven‐ draaier loswerken.

Page 174 of 225

172Verzorging van de auto
2. Gloeilamp voorzichtig in de rich‐ting van de veerklem drukken en
verwijderen.
3. Nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. Lampelement aanbrengen.
Instrumentenverlichting
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.Elektrisch systeem
Zekeringen
Controleren of het opschrift op de ver‐ vangende zekering overeenkomt met
dat op de defecte zekering.
In de auto bevinden zich twee zeke‐
ringendozen: links in de bagage‐
ruimte achter een deksel en links
vooraan in de motorruimte.
Reservezekeringen in de zekeringen‐
doos (versie B) in de bagageruimte
opbergen. Klep openen 3 176.
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en het
contact uitschakelen.
Een defecte zekering is te herkennen aan de doorgebrande smeltdraad.
Zekering pas vervangen wanneer de oorzaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.

Page 175 of 225

Verzorging van de auto173
Zekeringtrekker
In de zekeringendoos in de bagage‐
ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐
ker.
Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op zekering steken en zekering
lostrekken.
Zekeringenkast in
motorruimte
Schroevendraaier zover mogelijk in
de opening steken en opzij kantelen.
Deksel omhoogklappen en verwijde‐
ren.
Wanneer u het deksel opnieuw op zijn
plaats zet, moet u het eerst aan de
linkerkant vastmaken en daarna naar beneden plooien. Zorg ervoor dat het
deksel hoorbaar vastklikt.
De zekeringen in de zekeringendoos
hebben verschillende functies afhan‐
kelijk van het type zekeringendoos
dat in de bagageruimte zit, 3 176.

Page 176 of 225

174Verzorging van de auto
Zekeringfuncties bij
zekeringendoos bagageruimte,
type ANr.Stroomkring1ABS2ABS3Interieuraanjager elektronische
klimaatregeling (ECC)4Interieuraanjager verwarming
en airconditioningssysteem5Koelventilator6Koelventilator7Centrale vergrendeling8Voorruitsproeiers, achterruit‐
sproeiers9Verwarmbare achterruit,
verwarmbare buitenspiegel10Diagnosestekker11Instrumenten12Mobiele telefoon, infotainment-
systeem, display13InterieurverlichtingNr.Stroomkring14Voorruitwissers15Voorruitwissers16Claxon, ABS, remlichtschake‐
laar, airconditioningssysteem17Dieselbrandstoffilter of aircondi‐
tioningssysteem18Startmotor19–20Claxon21Motorelektronica22Motorelektronica23Instellen koplampreikwijdte24Brandstofpomp25–26Motorelektronica27Verwarming, airconditionings‐
systeem, luchtkwaliteitssensor28–29Stuurbekrachtiging30Motorelektronica

Page 177 of 225

Verzorging van de auto175
Nr.Stroomkring31Achterruitwisser32Remlichtschakelaar33Instellen koplampreikwijdte,
lichtschakelaar, koppelings‐
schakelaar, instrument, bestuur‐
dersportiermodule34Stuurapparaat stuurkolom35Infotainment-systeem36Aansteker, 12V-aansluiting
voorin
Zekeringfuncties bij
zekeringendoos bagageruimte,
type B
Nr.Stroomkring1ABS2ABS3Interieuraanjager elektronische
klimaatregeling (ECC)4Interieuraanjager verwarming
en airconditioningssysteem5KoelventilatorNr.Stroomkring6Koelventilator7Voorruitsproeiers8Claxon9Koplampsproeiers10Noodontgrendeling centrale
vergrendeling11–12–13Mistlampen14Voorruitwissers15Voorruitwissers16Elektronica regelapparaten,
Open&Start-systeem, ABS,
remlichtschakelaar17Verwarming dieselbrandstof‐
filter18Startmotor19Versnellingsbakelektronica20Airconditioningssysteem21Motorelektronica22MotorelektronicaNr.Stroomkring23Adaptief rijlicht (AFL), instellen
koplampreikwijdte24Brandstofpomp25Versnellingsbakelektronica26Motorelektronica27Stuurbekrachtiging28Versnellingsbakelektronica29Versnellingsbakelektronica30Motorelektronica31Adaptief rijlicht (AFL), instellen koplampreikwijdte32Remsysteem, airconditionings‐
systeem, koppelingsschakelaar33Adaptief rijlicht (AFL), instellen
koplampreikwijdte, lichtschake‐
laar34Stuurapparaat stuurkolom35Infotainment-systeem36Mobiele telefoon, infotainment-
systeem, display

Page 178 of 225

176Verzorging van de autoZekeringenkast in
bagageruimte
De zekeringendoos zit achter een af‐
dekking. Vergrendelingslipjes naar
voren duwen en afdekking verwijde‐
ren.
Geen voorwerpen achter de afdek‐
king opbergen.
Afhankelijk van de uitrusting zijn er
twee verschillende zekeringendozen.
Zekeringendoos type A
Om een zekering te vervangen, de
desbetreffende beschermkap losdu‐
wen.
Nr.Stroomkring1Mistlampen212V-aansluiting achterin312V-aansluiting bagageruimte4Achteruitrijlichten5Elektrische ruitbediening
achterin6Airconditioningssysteem7Elektrische ruitbediening voorin8Verwarmbare buitenspiegelsZekeringendoos type B

Page 179 of 225

Verzorging van de auto177
Nr.Stroomkring1Elektrische ruitbediening voorin2–3Instrumenten4Verwarming, airconditionings‐
systeem, elektronische klimaat‐
regeling (ECC)5Airbags6–7–8–9–10–11Verwarmbare achterruit12Achterruitwisser13Park Pilot14Verwarming, airconditioning15–16Open&Start-systeemNr.Stroomkring17Regensensor, luchtkwaliteits‐
ensor, bandenspanningscontro‐
lesysteem, binnenspiegel18Instrumenten, schakelaars19–20CDC21Verwarmbare buitenspiegels22–23Elektrische ruitbediening
achterin24Diagnosestekker25–26Elektrisch inklapbare buiten‐
spiegels27Ultrasoonsensor, diefstalalarm‐
systeem28–29Aansteker, 12V-aansluiting
voorin3012V-aansluiting achterin31–Nr.Stroomkring32–33Open&Start-systeem34–3512V-aansluiting achterin36Stekkerdoos voor aanhanger/
caravan37–38Centrale vergrendeling, klem 3039Stoelverwarming links40Stoelverwarming rechts41–42–43–44–

Page 180 of 225

178Verzorging van de autoBoordgereedschapGereedschap
Om het deksel te openen, de vloer‐
bedekking optillen. Treklip omhoog‐
zetten, verdraaien en omhoogtrek‐
ken.
Krik en boordgereedschap zitten in
een zakje dat met een rubber band in het opbergvak in de vloer van de ba‐
gageruimte vastgezet is.
Om het deksel te sluiten, de uitste‐
kende delen aan de voorkant in de
uitsparingen passen en vastklikken.
Velgen en banden
Wielen en banden Conditie van banden en velgen Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden
over scherpe randen kan schade aan banden en velgen tot gevolg hebben.
Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadi‐
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een werkplaats inroepen.
Banden Bandenmaat 225/45 R 17 is alleen
toegestaan als de auto is uitgerust
met het elektronische stabiliteitspro‐
gramma.
Winterbanden
Winterbanden verhogen bij tempera‐
turen onder 7°C de rijveiligheid en
dienen daarom om alle wielen gelegd te worden.

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 ... 230 next >