PEUGEOT 2008 2015 Instructieboekje (in Dutch)

Page 171 of 340

169
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Bijvullen van het additief
AdBlue®
Het AdBlue®-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reservoir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reservoir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen.
Gebruiksvoorschriften
Het additief AdBlue® is een oplossing op
ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar,
kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15

minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als additief AdBlue wordt ingeslikt, spoel
de mond dan met schoon water en drink
vervolgens een ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Bewaar AdBlue
® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Als het AdBlue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid. Vul nooit AdBlue® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens. Verdun het additief nooit met water.
Giet nooit additief in de brandstoftank.
De verpakking in flacons met een
antidruppelsysteem vergemakkelijkt het
bijvullen. De flacons met een inhoud van
1,89

liter (1/2

gallon) zijn verkrijgbaar bij het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Gebruik uitsluitend additief AdBlue
® dat aan de
norm ISO 22241

voldoet.
9
Praktische informatie

Page 172 of 340

170
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Bewaar de flacons AdBlue® niet in uw
auto.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam de
flacons koel en buiten direct zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is het additief ten
minste één jaar houdbaar.
Additief dat bevroren is geweest, kan
weer worden gebruikt nadat het bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Procedure voor bijvullen
Controleer voor het bijvullen of de auto op een
vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest het
AdBlue
® waardoor u het niet in het reservoir
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul vervolgens het
reservoir bij.
F

T
il voor toegang tot het AdBlue
®-reservoir
de vloerbekleding van de bagageruimte op
en verwijder vervolgens het reservewiel of
de opbergbak (volgens uitvoering).
F

Z

et het contact af en ver wijder de sleutel.
F

D

raai de zwarte dop een kwart
omwenteling linksom zonder er druk op uit
te oefenen en trek hem omhoog om hem te
verwijderen.
F

D

raai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.
F

T

rek de knop omhoog om hem te
verwijderen.
Praktische informatie

Page 173 of 340

171
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Belangrijk: als het AdBlue®-
reservoir van uw auto helemaal leeg
is - dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer starten -
moet u het reservoir vullen met
minimaal 3,8

liter additief (twee flacons
van 1,89

liter). Spoel gemorst additief onmiddellijk weg
met koud water of veeg het weg met
een vochtige doek.
Als het additief is gekristalliseerd,
ver wijder het dan met een spons en
warm water.
Belangrijk: als u additief hebt
bijgevuld nadat het reser voir leeg
is geraakt
, aangegeven door de
melding " Vul brandstof- additief bij:
Starten verboden", dient u ongeveer
5 minuten te wachten voordat u het
contact weer aanzet, zonder het
bestuurderspor tier te openen, de
auto te ontgrendelen en de sleutel in
het contactslot te steken .
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10 seconden wachten de motor.
Voer de lege AdBlue®-flacons niet als
huisvuil af, maar deponeer ze in de
daartoe bestemde containers of breng
de flacons naar uw verkooppunt.
F

P

ak een flacon AdBlue
®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
®-reservoir van uw auto giet. F
V
eeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
F
B
reng de blauwe dop aan op de vulopening
van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
F

B
reng de zwarte dop aan en draai hem
een kwart omwenteling rechtsom zonder
er druk op uit te oefenen. Zorg ervoor dat
het merkteken op de dop in lijn staat met
merkteken op de steun.
F

L
eg het reservewiel en/of de opbergbak
(volgens uitvoering) terug op de bodem van
de bagageruimte.
F

P
laats de vloerbekleding van de
bagageruimte terug en sluit de achterklep.
9
Praktische informatie

Page 174 of 340

172
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de
vloerplaat van de bagageruimte.
De bandenreparatieset bestaat uit een
compressor en een flacon met afdichtmiddel.
Hiermee kunt u de band tijdelijk repareren
,
zodat u de dichtstbijzijnde garage kunt
bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke
banden worden gerepareerd, als het lek zich in
het loopvlak of de hiel van de band bevindt.
U kunt de compressor, zonder inspuiting
van het afdichtmiddel, ook gebruiken om de
bandenspanning te controleren of aan te
passen.
Bandenreparatieset
Toegang tot de set
Rijd na het repareren van een band met
de bandenreparatieset niet sneller dan
80


km/h.
De elektrische installatie van de auto
biedt de mogelijkheid een compressor
aan te sluiten en te gebruiken voor de
duur die nodig is om een gerepareerde
lekke band op spanning te brengen
of om een klein opblaasartikel op te
blazen.
De sticker met snelheidslimiet moet in
het interieur, in het gezichtsveld van
de bestuurder, worden geplakt om u
te herinneren aan het feit dat de band
tijdelijk is gerepareerd.
Samenstelling van de set
1. 12V-compressor, met geïntegreerde
manometer.
2.
F

lacon met afdichtmiddel, met
geïntegreerde slang.
3.
S

ticker met snelheidslimiet.
Praktische informatie

Page 175 of 340

173
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Reparatie
F Rol de slang uit die onder de compressor is opgeborgen.
F

S
luit de slang van de compressor aan op
de flacon met afdichtmiddel.
F

K
eer de flacon met afdichtmiddel om en
bevestig deze aan de desbetreffende
uitsparing van de compressor. F
H aal het dopje van het ventiel van de lekke
band en bewaar het op een schone plaats.
F

S
luit de slang van de flacon met
afdichtmiddel aan op het ventiel van de
lekke band en zet hem stevig vast.
Ver wijder niet het voor werp dat de
lekkage heeft veroorzaakt uit de band.
F
Z
et het contact af.
F
P
lak de sticker met de snelheidslimiet in
het interieur van de auto.
9
Praktische informatie

Page 176 of 340

174
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Let op: het afdichtmiddel is schadelijk
(ethyleenglycol, colofonium...) bij
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het
middel is op de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg,
maar lever deze in bij het PEUGEOT-
netwerk of een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats een nieuwe flacon met
afdichtmiddel te kopen.
F
C
ontroleer of de schakelaar van de
compressor in de stand " O" staat.
F

R

ol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
F

S

luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F

Z

et het contact aan. Als na vijf tot zeven minuten de
gewenste bandenspanning niet is
bereikt, is de band niet te repareren met
de bandenreparatieset; neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder
te helpen.
F
S
chakel de compressor in door de
schakelaar in de stand " I" te zetten tot de
bandenspanning is opgelopen tot 2,0


bar.
H

et afdichtmiddel wordt onder druk in de
band gespoten; maak de slang niet los van
het ventiel tijdens deze handeling (kans op
spatten).
Praktische informatie

Page 177 of 340

175
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
F Zet de schakelaar in de stand "O".
F V erwijder de set.
F

M
aak direct een rit van ongeveer vijf
kilometer met matige snelheid (tussen
20
en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het
lek kan dichten.
F

Z
et de auto stil en controleer de reparatie
en de bandenspanning met de set.
Controle en aanpassen van de bandenspanning
Procedure voor het controleren en aanpassen
van de bandenspanning:
F

V
er wijder het dopje van het ventiel van de
band en bewaar het op een schone plaats.
F

R
ol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.
F

S
luit de slang aan op het ventiel en zet
hem stevig vast. F
C ontroleer of de schakelaar van de
compressor in de stand " O" staat.
F

R
ol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
F

S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F

Z
et het contact aan.
9
Praktische informatie

Page 178 of 340

176
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
F Schakel de compressor in door de schakelaar in de stand " I" te zetten en
breng de band op de spanning die is
aangegeven op de bandenspanningssticker
van de auto.
O

m de bandenspanning te verlagen:
druk op de zwarte knop op de slang van
de compressor, bij de aansluiting op het
ventiel.
F

Z
et, zodra de gewenste spanning is
bereikt, de schakelaar in de stand " O".
F

V
er wijder de set en berg deze op.
Controlesysteem
bandenspanning
Het verklikkerlampje voor te lage
bandenspanning zal na het repareren
van een wiel blijven branden tot het
systeem is gereset.
Raadpleeg voor meer
informatie de rubriek
"Bandenspanningscontrolesysteem".
Als de spanning van een of meer
banden is aangepast, moet
het controlesysteem van de
bandenspanning worden gereset.
Zie de rubriek
"Bandenspanningscontrole".
Praktische informatie

Page 179 of 340

177
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Wiel verwisselen
Het gereedschap bevindt zich onder de vloer.
van de bagageruimte:
F
o
pen de achterklep,
F

t
il de vloerplaat op en ver wijder deze,
F

v
erwijder het vulstuk van polystyreen,
F

h
aal de houder met het gereedschap er uit.
Toegang tot het gereedschap
Beschikbaar gereedschap*
3. Gereedschap voor het ver wijderen van sierdoppen.
H

iermee kunnen bij lichtmetalen velgen
de sierdoppen van de wielbouten worden
verwijderd.
4.
D

op voor het verwijderen van slotbouten
(in het dashboardkastje).
H

iermee kunnen met behulp van de
wielsleutel de speciale slotbouten worden
verwijderd.
5.
A

fneembaar sleepoog.
In het geval van een lekke band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap ver wisselen volgens de onderstaande procedure.
Dit gereedschap is specifiek voor uw auto
en kan, afhankelijk van de uitvoering van uw
auto, verschillen. Gebruik het niet voor andere
doeleinden.
1.


Wielsleutel.
H

iermee kan de wieldop worden verwijderd
en kunnen de wielbouten worden losgedraaid.
2.
K

rik met geïntegreerde slinger.
H

iermee kan de auto worden opgekrikt. * Volgens land van bestemming. Raadpleeg voor meer informatie over het
afneembare sleepoog de rubriek "Slepen van
de auto".
9
Praktische informatie

Page 180 of 340

178
2008_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2015
Wiel met wieldop
Monteren: plaats de wieldop, begin bij
de ventielopening en druk de wieldop
rondom met de hand vast.
Het reservewiel bevindt zich onder de vloer van
de bagageruimte.
Het betreft een noodreservewiel.
Zie de paragraaf "Toegang tot het
gereedschap" voor meer informatie.
Toegang tot het reservewiel*
Verwijderen van het reservewiel
F Draai de gele centrale bout los.
F T il het reservewiel aan de achterzijde op
en trek het naar u toe.
F

V
er wijder het wiel uit de bagageruimte.
* Volgens land van bestemming.
Praktische informatie

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 ... 340 next >