PEUGEOT 2008 2016 Instructieboekje (in Dutch)

Page 121 of 450

119
2008_nl_Chap06_visibilite_ed01-2016
Ring voor de selectie van de mistverlichting
De mistverlichting werkt in combinatie met het dimlicht en het grootlicht.
Mistlampen vóór en
mistachterlicht
Als de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische
verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt
uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en de
parkeerlichten branden.
F
D
raai de ring naar achteren om de
mistverlichting uit te schakelen.
De parkeerlichten worden dan ook
uitgeschakeld.
Verdraai de ring:
F
é
én stand naar voren om de mistlampen
vóór in te schakelen,
F

t

wee standen naar voren om het
mistachterlicht in te schakelen,
F

é

én stand naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen,
F

t

wee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Uitsluitend één
mistachterlicht
F Draai de ring naar voren om het mistachterlicht in te schakelen.
Wanneer de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met de stand
AUTO), blijven het mistachterlicht en het
dimlicht branden.
F

D
raai de ring naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen.
6
Zicht

Page 122 of 450

120
2008_nl_Chap06_visibilite_ed01-2016
Bij helder of regenachtig weer,
zowel overdag als 's nachts, zijn de
mistlampen vóór en het mistachterlicht
verblindend voor medeweggebruikers
en daarom niet toegestaan. Gebruik de
mistlampen vóór en het mistachterlicht
uitsluitend bij mist of sneeuwval.
Onder deze weersomstandigheden
dient u de mistlampen vóór en het
dimlicht handmatig in te schakelen,
omdat de lichtsensor voldoende licht
kan waarnemen.
Vergeet niet de mistlampen uit te zetten
zodra ze niet meer nodig zijn.Inschakelen van de
verlichting na het afzetten
van het contact
Draai om de lichtschakelaar weer te
activeren ter wijl de verlichting uit is, de
ring in de stand "0" en vervolgens in de
stand van uw keuze.
Als het bestuurdersportier wordt geopend,
klinkt een geluidssignaal om aan te geven
dat de verlichting nog brandt.
De verlichting, met uitzondering van
het parkeerlicht, wordt na maximaal
30
minuten automatisch uitgeschakeld
om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Uitschakelen van de
verlichting bij het afzetten
van het contact
Bij het afzetten van het contact gaat alle
verlichting onmiddellijk uit, behalve het
dimlicht als de automatische follow me
home-verlichting is geactiveerd.
Zicht

Page 123 of 450

121
2008_nl_Chap06_visibilite_ed01-2016
Verlichting overdag
De verlichting overdag is verplicht in sommige
landen en wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart zodat de auto
overdag beter zichtbaar is voor de overige
weggebruikers.
LED-verlichting
Deze wordt automatisch ingeschakeld als de
motor wordt gestart.
Afhankelijk van het land van bestemming doet
deze verlichting dienst als:
-
d
agrijverlichting* en als parkeerlicht
's nachts (bij dagrijverlichting is de
lichtsterkte groter),
of als
-

p
arkeerlichten overdag en 's nachts.
*

F
unctie kan worden ingesteld via het
configuratiemenu van de auto. De verlichting overdag is beschikbaar:
-

i
n landen waar deze volgens de wetgeving
verplicht is;
h
et dimlicht brandt in combinatie
met de parkeerlichten en de
kentekenplaatverlichting; deze functie kan
niet worden uitgeschakeld.
- i n overige landen;
e

r branden speciale lichtunits (leds); deze
functie kan worden in- en uitgeschakeld via
het configuratiemenu van de auto.
De lichtschakelaar moet in de stand "0" of
"AUTO" (verlichting overdag) staan.
Het uitschakelen van de verlichting overdag
vindt plaats als de lichtschakelaar wordt
bediend of als de motor weer wordt gestart; het
inschakelen van de verlichting overdag vindt
onmiddellijk plaats. De verlichting van de cockpit
(instrumentenpaneel, touchscreen,
bedieningspaneel airconditioning, ...) gaat niet
branden, behalve wanneer deze bij donker
automatisch wordt ingeschakeld of wanneer de
verlichting wordt ingeschakeld (handmatig of
automatisch).
6
Zicht

Page 124 of 450

122
2008_nl_Chap06_visibilite_ed01-2016
Deze functie zorgt ervoor dat na het afzetten
van het contact de dimlichten nog even blijven
branden om het uitstappen in het donker te
vergemakkelijken.
Handbediende follow me
home-verlichting
Inschakelen
F Geef bij afgezet contact een "lichtsignaal" met de lichtschakelaar.
F

G
eef nogmaals een "lichtsignaal" om de
functie uit te schakelen.
Uitschakelen
Na het vergrendelen van de auto wordt de
handbediende follow me home-verlichting na
een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
Parkeerlichten
De zijkant van de auto wordt gemarkeerd door
het inschakelen van de parkeerlichten aan de
kant van het verkeer.
F

D
uw de lichtschakelaar binnen één
minuut na het afzetten van het contact
omhoog of omlaag om de parkeerlichten
aan de kant van het verkeer in te
schakelen (voorbeeld: rechts van de weg
parkeren: lichtschakelaar omlaag duwen;
parkeerlichten links gaan branden).
De handbediende follow me
home-verlichting kan ook worden
ingeschakeld met de verlichtingsknop
van de afstandsbediening (zie de
desbetreffende rubriek). Het inschakelen wordt bevestigd door
een geluidssignaal en het branden van
het controlelampje van de desbetreffende
richtingaanwijzer op het instrumentenpaneel.
Zet om de parkeerlichten uit te schakelen de
lichtschakelaar in de middenstand of zet het
contact aan.
Zicht

Page 125 of 450

123
2008_nl_Chap06_visibilite_ed01-2016
Het parkeerlicht en het dimlicht worden
automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte
van de omgeving onvoldoende is of in
bepaalde gevallen dat de ruitenwissers worden
ingeschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
Automatische verlichting
Inschakelen
F Draai de ring in de stand "AUTO". Het
inschakelen wordt bevestigd door een
melding op het display.
Uitschakelen
F Draai de ring in een andere stand. Het uitschakelen wordt bevestigd door een
melding op het display.
Automatische follow me home-
verlichting
De koppeling van de automatische follow me
home-verlichting aan de automatische verlichting
biedt de volgende extra mogelijkheden:
-

i
nstellen van de duur van de follow me
home-verlichting (15, 30
of 60 seconden),
-

a
utomatische inschakeling van de follow
me home-verlichting als de automatische
verlichting is ingeschakeld.
Storing
Bij een storing in de lichtsensor
gaat de verlichting branden, wordt
dit pictogram weergegeven op
het instrumentenpaneel en/of verschijnt een
melding op het display in combinatie met een
geluidssignaal.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als de lichtsensor bij mist of sneeuw
voldoende licht waarneemt, wordt
de verlichting niet automatisch
ingeschakeld.
Dek de met de regensensor
gecombineerde lichtsensor die zich in
het midden van de voorruit achter de
binnenspiegel bevindt, niet af. De aan
de sensor gekoppelde functies worden
dan niet meer bediend.
Instellen
De follow me home-verlichting kan via het
touchscreen worden geconfigureerd. Druk op de toets MENU voor toegang
tot de verschillende menu's.
Selecteer het menu " Rijden ".
Ga naar de secundaire pagina.
Selecteer " Configuratie auto ".
Selecteer het tabblad " Verlichting ".
Wijzig de instellingen van de functie
" Follow me home-verlichting ".
6
Zicht

Page 126 of 450

124
2008_nl_Chap06_visibilite_ed01-2016
Koplampen verstellen
Verstel de koplampen afhankelijk van de
belading van uw auto om verblinding van
medeweggebruikers te voorkomen.
0.

1
of 2 personen op de voorstoelen.
-.

T
ussenstand.
1.

5
personen.
-.

5
personen + maximaal toegestane
belading.
2 .

B
estuurder + maximaal toegestane
belading.
Stand "0" : basisinstelling.Reizen naar het buitenland
Wanneer u uw auto gaat gebruiken
in een land waarin het verkeer aan
de andere kant van de weg rijdt,
moet de afstelling van de koplampen
worden gewijzigd om te voorkomen
dat tegemoetkomend verkeer wordt
verblind.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Zicht

Page 127 of 450

125
2008_nl_Chap06_visibilite_ed01-2016
Tijdens het rijden met dim- of grootlicht
wordt de mistlamp vóór ingeschakeld om de
binnenkant van de bocht extra te verlichten bij
snelheden tot 40 km/h (handig in de stad, op
bochtige wegen, kruispunten, parkeergarages
e n z .) .
Statische bochtverlichting
Met statische bochtverlichting Zonder statische bochtverlichting
Statische bochtverlichting
ingeschakeld
De bochtverlichting wordt in de volgende
gevallen ingeschakeld:
-

b
ij het inschakelen van een
richtingaanwijzer,
of
-

a
ls het stuur wiel ver genoeg wordt
verdraaid.
Statische bochtverlichting werkt
niet
De verlichting werkt in de volgende gevallen
niet:
-

b
ij een geringe stuuruitslag,
-

b
ij snelheden boven 40 km/h,
-

a
ls de achteruit is ingeschakeld.
6
Zicht

Page 128 of 450

126
2008_nl_Chap06_visibilite_ed01-2016
Ruitensproeiers voor
Trek de hendel naar u toe: de ruitensproeiers
treden in werking en na enige tijd worden ook
de ruitenwissers ingeschakeld.
Ruitenwisserschakelaar
Instellen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de volgende
automatische functies van de ruitenwissers
mogelijk:
-
a
utomatische werking van de ruitenwissers
vó ó r,
-

a
utomatisch inschakelen van de
ruitenwisser achter bij het inschakelen van
de achteruitversnelling.
Handmatige functies
De bestuurder schakelt de ruitenwissers
handmatig in.
De ruitenwissers voor en achter zorgen
voor een optimaal zicht voor de bestuurder,
ongeacht de weersomstandigheden.
Ruitenwissers vóór
Wissnelheid:
Uitvoering zonder automatisch
wissen
Uitvoering met automatische
ruitenwissers
Hoge snelheid (hevige neerslag).
Normale snelheid (matige regenval).
Interval (wissnelheid aangepast aan
de wagensnelheid).
Uit.
Eén keer wissen (duw de hendel
even omlaag).
Automatisch (omlaag duwen
en loslaten).
Eén wisslag (de hendel even
naar u toe trekken).
Zicht

Page 129 of 450

127
2008_nl_Chap06_visibilite_ed01-2016
Ruitenwisser achter
Uit.
Interval.
Wissen en sproeien (gedurende
enige tijd).
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld
op het moment dat u de achteruitversnelling
inschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser
achter ingeschakeld.
ProgrammerenDe automatische werking van de ruitenwisser achter
bij het inschakelen van de achteruitversnelling kan
worden geconfigureerd via het touchscreen.
Schakel de automatische werking van
de ruitenwisser achter uit bij sneeuwval
of strenge vorst en bij montage van
een fietsendrager op de achterklep.
Dit kan worden uitgevoerd via het
configuratiemenu van de auto.
Ring voor de selectie van de ruitenwisser
achter:
Druk op de toets MENU
voor toegang
tot de verschillende menu's.
Selecteer het menu " Rijden ".
Ga naar de secundaire pagina.
Selecteer " Configuratie auto ".
Selecteer het tabblad
" Rijhulpsysteem ".
Schakel de functie " Automatisch
inschakelen achterruitenwisser bij
inschakelen achteruitversnelling "
in of uit.
Deze functie is standaard geactiveerd.
6
Zicht

Page 130 of 450

128
2008_nl_Chap06_visibilite_ed01-2016
Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter de
binnenspiegel regen detecteert. De snelheid
van de ruitenwissers wordt aangepast aan de
hoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Duw de hendel één keer omlaag.
De ruitenwissers maken één slag om
het inschakelen te bevestigen.
Dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel gaat branden en
er verschijnt een melding. Duw de hendel nog een keer omlaag
of zet de hendel in een andere stand
(Int., 1
of 2).
Uitschakelen
Elke keer als het contact meer
dan 1 minuut is afgezet, moet u
de automatische werking van de
ruitenwissers opnieuw activeren door
de hendel één keer omlaag te duwen.
Dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel
gaat uit en er verschijnt een melding.
Zicht

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 450 next >