PEUGEOT 206 2002 Instructieboekje (in Dutch)

Page 91 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL87
NOODBEDIENING (3-/5-deurs) Hiermee kan bij een eventuele sto- ring in de centrale vergrendeling, deachterklep ontgrendeld worden.
Ð klap de achterbank naar voren om vanuit de auto in de bagageruim- te te komen,
Ð trek aan de bekleding van de ach- terklep om deze los te maken,
Ð trek de slotstang 1omhoog.
SCHUIFDAK (3-/5-deurs) Openen Druk de schakelaar bij Bin. Het dak zal
in halfopen positie stoppen (comfort). Druk nogmaals op Bom het dak
helemaal te openen. Sluiten Druk de schakelaar bij Ain. Het dak zal
in halfgesloten positie stoppen (comfort). Druk nogmaals op Aom het dak
helemaal te sluiten. Zonnescherm voor het panoramadak Druk de schakelaar bij Aof Bin tot
het zonnescherm in de gewenste stand staat.
Als de achterklep of de achterruit wordt geopend, gaat de bagage-ruimteverlichting branden. Opmerkingen: de achterklep en de
achterruit worden automatisch ver- grendeld zodra sneller wordt gere-den dan 10 km/h en worden weerontgrendeld zodra een portier wordtgeopend. Als de ruitenwisser achter is inge- schakeld, kan de achterruit pas wor-den geopend als de ruitenwisserzich weer in de ruststand bevindt. Sluit de achterruit door de ruitenwis- serarm als handgreep te gebruikenof door op het midden van de ruit tedrukken.
Waarschuwing "achterklep/achterruit geopend" Bij draaiende motor klinkt, als de
achterklep of de achterruit niet goed is gesloten, een geluidssignaal incombinatie met de melding"Achterklep geopend" of een bij-
behorende afbeelding op het multi-
functionele display. Bovendien gaat tijdens het rijden
en als de knop van de plafonnier in de stand "bagageruimteverlichtinggaat branden als de achterklep ofachterruit wordt geopend" staat, deplafonnier knipperen.

Page 92 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
88
MOTORKAPSTEUN Plaats de stang in de uitsparing om de motorkap te ondersteunen. Druk de stang in de houder alvorens de motorkap te sluiten. Sluiten Laat de motorkap voorzichtig zak- ken en laat deze aan het einde vande slag in het slot vallen. Controleerof de motorkap goed vergrendeld is. BRANDSTOF TANKEN Het tanken dient met
afgezette
motor te geschieden. Steek de sleutel in het slot en draai deze linksom.
Trek de tankdop uit de vulopening.Op een label staat de voorgeschre- ven soort brandstof aangegeven. Laat het vulpistool bij het aftanken van de auto nooit meer dan 3 keerautomatisch uitspringen. Indien ditwel gebeurt, kunnen er storingenoptreden. De inhoud van de brandstoftank
bedraagt ca. 50 liter.MOTORKAP OPENEN Binnenzijde: trek aan de hendel
aan de linkerzijde onder het dash- board. Buitenzijde: druk de veiligheids-
haak omhoog en til de motorkap op.

Page 93 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL89
LICHTSCHAKELAAR
Verlichting v——r en achter Draai ring
Aom de verlichting in te
schakelen.
Lichten uit ParkeerlichtenDim-/grootlicht
Automatisch inschake- len van de verlichting Auto's met mistachterlicht (ring B)
Mistachterlicht
Het mistachterlicht werkt alleen incombinatie met dimlicht en grootlicht. Auto's met mistlampen v——r en mistachterlicht (ring C) Mistlampen v——r (draai dering 1 stand naar voren). Mistlampen v——r enmistachterlicht (draaide ring 2 standen naarvoren).
Opmerking: Draai de ring twee
standen naar achteren om achter-eenvolgens het mistachterlicht ende mistlampen v——r te doven.
Richtingaanwijzers
Links:omlaag duwen.
Rechts: omhoog duwen.
Overschakelen van dim- naar grootlicht
Trek de hendel naar u toe. Opmerking: als het contact is afge-
zet en het bestuurdersportier wordt geopend, klinkt een geluidssignaalom aan te geven dat de verlichtingnog brandt. Mistlampen v——r/mistachterlichtDe mistlampen en het mistachterlicht worden ingeschakeld door de ring naarvoren te draaien en uitgeschakeld doorde ring naar achteren te draaien. Hetbranden van de mistlampen wordt aan-gegeven door een verklikkerlampje ophet instrumentenpaneel.
Bij helder of regenachtig
weer, zowel overdag als 'snachts, zijn de mistlampenv——r en het mistachterlicht
verblindend voor medeweggebrui-kers en daarom niet toegestaan.
Vergeet niet de mistlampen uit te zetten zodra het niet meer nodig is.

Page 94 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
90
AUTOMATISCH INSCHAKE-
LEN VAN DE VERLICHTING Het parkeerlicht en het dimlicht worden automatisch ingeschakeld als delichtsterkte van de omgeving onvol-doende is. De verlichting wordt uitgeschakeld als de lichtsterkte van de omgevingweer voldoende is. Opmerking: Bij mist of sneeuw kan
de lichtsensor voldoende licht waar- nemen en zullen de lichten nietautomatisch worden ingeschakeld. Bij de aflevering van de auto is dezefunctie ingeschakeld. In- of uitschake-len van de functie:
- zet het contact aan of in de stand
accessoires (1e stand van de sleutel),
- houd het uiteinde van de licht- schakelaar 4 seconden ingedrukt.
Opmerking: Als het buiten donker
is, blijft de verlichting nadat het contact is afgezet, zolang de autoniet wordt vergrendeld, nog onge-veer 45 seconden branden.
Let op: De lichtsensor, gekoppeld
aan de regensensor, bevindt zichin het midden van de voorruit,achter de binnenspiegel. Dezesensor regelt de automatischeverlichting. Controle van werking Inschakelen Bij het inschakelen van de functie is een geluidssignaal te horen en ver-schijnt de melding
"Automatische
verlichting aan" op het multifunc-
tionele display. Uitschakelen Bij het uitschakelen van de functie klinkt een geluidssignaal. Opmerking: de functie wordt tijde-
lijk uitgeschakeld als de bestuurder de verlichting handmatig inschakelt. Bij een storing in de lichtsensor wordt de functie ingeschakeld (deverlichting gaat aan). De bestuurderwordt gewaarschuwd door eengeluidssignaal en de melding"Defect in automatische verlich-ting" op het multifunctionele display.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt om het systeem te laten contro-leren.

Page 95 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL91
Schakelaar met intervalstand Ruitenwissers v——r 2 Hoge snelheid (hevige neerslag).
1 Normale snelheid (matigeregenval).
I Interval.
0 Uit.
EŽn keer wissen (omlaag duwen).
Ruitensproeiers en koplampsproeiers
Trek de ruitenwisserschakelaar naar u toe. De ruitensproeiers treden inwerking, waarna enige tijd de ruiten-wissers worden ingeschakeld om deruit schoon te wissen. De koplampsproeiers treden gelijk, gedurende twee seconden, met deruitensproeiers in werking indien de
dim-/grootlichten branden .
Werking In de stand 1of 2wordt, als de auto
stopt, de wissnelheid lager en zodra weer wordt weggereden, wordt deoorspronkelijke wissnelheid weeraangenomen. In de Intervalstand wordt de
snelheid van de wissers aangepast aan de rijsnelheid. In de stand AUTOwordt de snelheid
van de wissers aangepast aan de hoeveelheid neerslag. Nadat het contact meer dan een minuut is afgezet met deruitenwisserschakelaar in eenbepaalde stand, dient dezefunctie weer geactiveerd teworden. Zet hiervoor de schakelaar
in een willekeurige stand en zet hemvervolgens in de gewenste stand.RUITENWISSERSCHAKELAAR
Schakelaar met automatische stand Ruitenwissers v——r2 Hoge snelheid (hevige neerslag).
1 Normale snelheid (matigeregenval).
AUTO Automatisch wissen.
0 Uit.
EŽn keer wissen (omlaag duwen).

Page 96 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
92
Automatische ruitenwissers In de stand AUTOwerkt de ruiten-
wisser automatisch en wordt de
snelheid van de wissers aan de hoeveelheid neerslag aangepast .
Controle van werking Inschakelen Bij het inschakelen van de automa- tische ruitenwissers verschijnt demelding "Automatisch wissen
aan" op het multifunctionele display.
In het geval van een storing wordt
de bestuurder gewaarschuwd meteen geluidssignaal en de melding"Storing automatische ruitenwis-sers" op het multifunctionele dis-
play. In het geval van een storing werken de ruitenwissers als deschakelaar in de stand AUTOstaat
in de intervalstand.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt om het systeem te laten contro-leren.
Zet het contact uit als de auto gewassen wordt ineen wasstraat of contro-leer of de schakelaar
niet in de stand voor automa-tisch wissen staat.
Wacht 's winters met het inscha-kelen van het automatisch wis-sen tot de voorruit ontdooid is.Ruitenwisser achter
Draai de ring Ain de eerste
stand voor de intervalschake- ling.
Ruitensproeier achter Draai de ring Avoorbij de
eerste stand, zodat de rui-tensproeier in werkingtreedt en vervolgens deruitenwisser enige tijd
wordt ingeschakeld.
206 SW: de ruitenwisser en
-sproeier achter kunnen niet worden ingeschakeld als de achterruit isgeopend.

Page 97 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL93
BOORDCOMPUTER Als de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar meermaals wordt ingedrukt, worden achtereenvolgens aangegeven:
Display B
- de actieradius,
- de afgelegde afstand,
- het gemiddelde verbruik,
- het momentele verbruik,
- de gemiddelde snelheid. Op 0 zetten Druk meer dan 2 seconden op de knop. Display C
- het momentele verbruik en de actieradius;
- het gemiddelde verbruik, de afgelegde afstand en de
gemiddelde snelheid berekend over een periode "1";
- het gemiddelde verbruik, de afgelegde afstand en de gemiddelde snelheid berekend over een periode "2".
De periodes "1"en "2" worden bepaald door de frequentie
waarmee de teller op nul gezet wordt. Zo kan de periode "1" gelden voor een dagelijks verbruik en de periode "2"
voor een gemiddeld verbruik over een maand. Op 0 zetten Druk de knop meer dan 2 seconden in zodra de gewenste periode wordt aangegeven.

Page 98 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
94
Actieradius In deze stand geeft de computer het aantal kilometers dat met de reste-rende hoeveelheid brandstof gere-den kan worden. Opmerking: dit getal kan verhoogd
worden door een verandering in de rijstijl of van het landschap, met alsgevolg een aanzienlijke verlagingvan het momenteel verbruik. Als de resterende hoeveelheid brandstof in de tank minder is
dan 3 liter, branden er slechts
3 streepjes op de display.
Momenteel verbruik Dit is het verbruik dat geregistreerd is tijdens de laatste 2 seconden.Deze informatie verschijnt alleen alser met een snelheid hoger dan 20 km/h wordt gereden. Gemiddeld verbruik Het gemiddelde verbruik is de verhouding tussen de verbruiktebrandstof en het aantal afgelegdekilometers sinds de laatste nulstel-
ling van de boordcomputer.
Gemiddelde snelheid De gemiddelde snelheid wordt verkregen door de sinds de laatstenulstelling afgelegde afstand tedelen door de tijd dat de auto ingebruik is (contact aan). Afgelegde afstand In deze stand geeft de boordcomputer de afgelegde afstand sinds de laatstenulstelling aan. Na het op nul stellen van de boordcomputer is de weergegevenactieradius pas na enige tijd
betrouwbaar.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt wanneer er tijdens het rijdenhorizontale streepjes op de displayverschijnen, in plaats van cijfers.

Page 99 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL95
ZIJRUITEN ACHTER (3-DEURS) Kantel de hendel 1naar voren en
duw de ruit open.
ELEKTRISCH BEDIENDE PORTIERRUITEN
1. Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde
U heeft 2 mogelijkheden: Ð Handbediening:Duw of trek de schakelaar 1tot
het zware punt. De ruit stopt zodra de toets wordt losgelaten.
Ð Automatische bediening: Duw of trek de schakelaar 1tot
voorbij het zware punt. De ruit opent of sluit volledig.
Het automatisch sluiten werkt alleenals de motor draait. 2. Schakelaar ruitbediening
passagierszijde
3. Schakelaar ruitbediening links achter.
4. Schakelaar ruitbediening rechts achter
Blokkeerschakelaar elektrischbediende ruiten achter(beveiliging voor kinderen) Met behulp van deze schakelaar kan de bediening van de elektrisch bedienderuiten achter geblokkeerd worden. LET OP
: neem uit veiligheidsover-
wegingen (kinderen in de auto) desleutel uit het contact als u de autoverlaat, ook al is het maar even.

Page 100 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
96
Binnenspiegel De binnenspiegel kent 2 standen:
Ð dagstand (normaal),
Ð nachtstand (antiverblinding).De spiegel kan in de dag- en nacht- stand gezet worden met behulp vanhet hendeltje aan de onderzijde. Handmatig verstelbare buitenspiegels Stel de spiegel met behulp van de hendel in de gewenste stand.
Tijdens het parkeren kunnen de buitenspiegels handmatig ingeklaptworden.
ELEKTRISCH VERSTELBARE BUITENSPIEGELS
Draai de knop
1naar rechts of links om
de desbetreffende spiegel te selecte- ren. Duw de knop 1in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.
Elektrisch inklapbare spiegelsDraai, als het contact aan is, de knop 1in stand A.
Het uiteinde van het glas van de buitenspiegel aan bestuurderszijde is asferisch (dit gedeelte is door middel van een stippellijn afgetekend) om de "dode hoek" op te heffen. Bovendien lijken de weergegeven objecten in de spiegels aan bestuurders- en passagierszijde verder af dan ze in werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om de afstand ten opzichte van achteropkomend verkeer goed in te schatten.

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 160 next >