PEUGEOT 206 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002, Model line: 206, Model: PEUGEOT 206 2002Pages: 155, PDF Size: 2.08 MB
Page 71 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
70
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
Automatische werking
1. Temperatuurregeling De gekozen temperatuur wordt weergegeven. Druk opde pijltjestoetsen om de instel-ling te wijzigen. Instelling opongeveer 21 biedt een opti-maal comfort. 2. Automatisch programma "com-
fort"
Druk op de toets "AUTO". Hetsysteem regelt de luchtge-steldheid in het interieur auto-matisch aan de hand van de
ingestelde temperatuur. Hiervoor regelt
het systeem de temperatuur, de lucht-opbrengst, de luchtverdeling naar deluchtroosters en schakelt het indiennodig de airconditioning in. 3. Automatisch programma "zicht"
In sommige gevallen kanhet programma "comfort"niet toereikend blijken omde ruiten condens- en ijsvrij
te houden (vocht, veel inzittenden,vorst...). Kies dan het automatischprogramma "zicht" om de ruiten snelte ontwasemen.
Page 72 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL71
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde malen in om de lucht-stroom te verdelen naar:
Ð de voorruit (ontwasemen of ont- dooien),
Ð de voorruit en de beenruimte,
Ð de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ventilatieroosters en de been- ruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ventilatieroosters.
7. Toevoer van buitenlucht Bij het indrukken van dezetoets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd.Deze stand, aangegeven
op de display, dient om de toevoervan buitenlucht bij stank en stofo-verlast af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toetsnogmaals in om de automatischetoevoer van buitenlucht te hervat-ten.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van dezetoets wordt de airconditio-ning uitgeschakeld. Deaanduiding "ECO" verschijnt
op de display. Druk de toets nog-maals in om de automatische wer-king van de airconditioning te her-vatten. De aanduiding "A/C" verschi-
jnt op de display. 8. Uit
Bij het indrukken van detoets "OFF" wordt het sys-teem volledig uitgescha-keld.
9. Achterruitverwarming Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de bui-tenspiegels in te schake-
len. De verwarming wordt automa-tisch uitgeschakeld. Druk de toetsnogmaals in om de achterruitver-warming eerder uit te schakelen. Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat tehouden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval door uw PEUGEOT-ser-vicepunt controleren. Opmerking: laat de ventilatieroos-
ters open staan voor een optimale werking van de airconditioning.
Handmatig verstellen Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van hetsysteem handmatig aanpassen. Deoverige functies worden automa-tisch geregeld. Bij het indrukken van
de toets "AUTO" zal het systeemweer volledig automatisch functio-neren.
6. LuchtopbrengstDe luchtopbrengstkan vergroot of ver-kleind worden door
respectievelijk de toetsen + of - in tedrukken.
Opmerking Condensvorming in de airconditio- ning kan ertoe leiden dat er zich eenklein plasje water onder de autovormt, dit is een normaal verschijn-sel.
Page 73 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
72
Page 74 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL73
6. Hoogteverstelling hoofdsteun
Naar boven: Trek de hoofdsteun omhoog.
De juiste stand van de hoofdsteunis als de bovenzijde van de hoofd-steun zich ter hoogte van debovenzijde van het hoofd bevindt.
De hoofdsteun is voorzien van een blokkeermechanismewaardoor de hoofdsteun nietnaar beneden kan schuiven (veiligheidsvoorziening bij eenbotsing).
Voor het lager zetten van de hoofdsteun moet tegelijkertijd:
Ð de blokkeerpal op de linkergeleider worden ingedrukt en,
Ð de hoofdsteun naar beneden worden geschoven.
Druk de blokkeerpal op de geleider in om een hoofdsteun teverwijderen.
Rijdt nooit zonder hoofd-steunen; de hoofdsteu-nen moeten zijngeplaatst en correct zijnafgesteld. Hoofdsteunen achter De hoofdsteunen hebben een gebruiksstand (hoog) en een opberg-stand (laag) en kunnen worden ver-wijderd. Naar beneden: Druk de blokkeerpal op de geleider in.
Verwijderen: Trek de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag en drukop de ontgrendelingsknop.
VOORSTOELEN
1. Verstelling in lengterichting
Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand.
2. Toegang tot de achterbank (3-deurs) Druk ŽŽn van de twee handgrepen met de hand naar voren om derugleuning naar voren te klappen
en de stoel vooruit te schuiven. Alsde stoel wordt teruggeduwd, komtdeze automatisch weer in de oor-spronkelijke stand terug.
Toegang tot de achterbank is niet mogelijk als de rugleuning van devoorstoel volledig naar achteren isgeklapt.
3. Rugleuningverstelling Duw ŽŽn van de twee handgrepennaar achteren.
4. Hoogteverstelling Trek de hendel omhoog.
Verplaats uw gewicht om de stoel te verstellen.
5. Schakelaars stoelverwarming Druk de schakelaar in. De tempe-ratuur wordt automatisch gere-geld. Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming weer uit teschakelen.
Page 75 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
74
Opbergvak
Ð Open het deksel van het
opbergvak.
Ð Controleer of het deksel goed gesloten is voordat de zitting wordt teruggeklapt. Neerklapbare rugleuning (alle typen)
Ð Verwijder de hoofdsteun om de
rugleuning volledig neer te kunnen klappen.
Ð Druk ŽŽn van de knoppen 2naar
achteren om de rugleuning neerte klappen.
Opmerking: de zitting van de
multifunctionele passagiersstoel kannaar voren worden gekanteld en worden verwijderd, zodat derugleuning volledig kan wordenneergeklapt.Multifunctionele passagiersstoel voor
Toegang tot het opbergvak
Ð Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren.
Ð Trek de zitting omhoog en dan naar voren om deze te ontgrendelen.
Ð Kantel de zitting naar voren.
Page 76 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL75
Verwijderen van modulaire passagiersstoel
Ð Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren.
Ð Trek de zitting omhoog en dan naar voren om deze te ontgrende- len.
Ð Kantel de zitting naar voren.
Ð Neem de stekker van de stoelver- warming los door op het metalen stangetje te drukken.
Ð Trek de zitting omhoog en kantel de zitting van links naar rechts,zodat deze gemakkelijker kanworden verwijderd. Plaatsen van modulairepassagiersstoel
Ð Schuif de stoel zo ver mogelijk
naar achteren.
Ð Bevestig de zitting in de haken.
Ð Sluit de stekker van de stoelver- warming aan.
Ð Klap de zitting neer.
Page 77 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL73
6. Hoogteverstelling hoofdsteun
Naar boven: Trek de hoofdsteun omhoog.
De juiste stand van de hoofdsteunis als de bovenzijde van de hoofd-steun zich ter hoogte van debovenzijde van het hoofd bevindt.
De hoofdsteun is voorzien van een blokkeermechanismewaardoor de hoofdsteun nietnaar beneden kan schuiven (veiligheidsvoorziening bij eenbotsing).
Voor het lager zetten van de hoofdsteun moet tegelijkertijd:
Ð de blokkeerpal op de linkergeleider worden ingedrukt en,
Ð de hoofdsteun naar beneden worden geschoven.
Druk de blokkeerpal op de geleider in om een hoofdsteun teverwijderen.
Rijdt nooit zonder hoofd-steunen; de hoofdsteu-nen moeten zijngeplaatst en correct zijnafgesteld. Hoofdsteunen achter De hoofdsteunen hebben een gebruiksstand (hoog) en een opberg-stand (laag) en kunnen worden ver-wijderd. Naar beneden: Druk de blokkeerpal op de geleider in.
Verwijderen: Trek de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag en drukop de ontgrendelingsknop.
VOORSTOELEN
1. Verstelling in lengterichting
Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand.
2. Toegang tot de achterbank (3-deurs) Druk ŽŽn van de twee handgrepen met de hand naar voren om derugleuning naar voren te klappen
en de stoel vooruit te schuiven. Alsde stoel wordt teruggeduwd, komtdeze automatisch weer in de oor-spronkelijke stand terug.
Toegang tot de achterbank is niet mogelijk als de rugleuning van devoorstoel volledig naar achteren isgeklapt.
3. Rugleuningverstelling Duw ŽŽn van de twee handgrepennaar achteren.
4. Hoogteverstelling Trek de hendel omhoog.
Verplaats uw gewicht om de stoel te verstellen.
5. Schakelaars stoelverwarming Druk de schakelaar in. De tempe-ratuur wordt automatisch gere-geld. Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming weer uit teschakelen.
Page 78 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
76
NEERKLAPBARE OF IN DELEN NEERKLAPBARE ACHTERBANK Neerklappen van de achterbank:
Ð til de zitting
1aan de voorzijde op,
Ð klap de zitting 1tegen de rugleuning van de voorstoelen,
Ð plaats de veiligheidsgordel onder de geleider 2,
Ð trek aan de knop 3om de rugleuning 4los te maken,
Ð verwijder de hoofdsteun, of schuif deze omlaag,
Ð klap de rugleuning 4neer.
Kantel altijd eerst de zitting omhoog alvorens de rugleuning neer te klappen (voorkomen van beschadiging).
Terugplaatsen:
Ð klap de rugleuning omhoog,
Ð klap de zitting neer,
Ð breng de middelste veiligheidsgordel en de sluitingen van de beide andere veiligheidsgordels in de juiste positie alvorens de zitting aan de voorzijde te vergrendelen.
Let op dat de gordels niet worden vastgeklemd.
Page 79 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL77
Verwijderen van achterbankzitting
Ð Klap de zitting tegen de rugleu- ning van de voorstoelen.
Ð Knijp de lippen in om de zitting los te maken.
Ð Verwijder de zitting. VERVOER VAN LANGE
VOORWERPEN Om lange voorwerpen te kunnen vervoeren:
Voorstoel:
Ð verwijder de modulaire zitting (zie
de desbetreffende paragraaf) en
klap de rugleuning neer.
Achterbank:
Ð verwijder de zitting,
Ð klap de rugleuning naar voren.
Page 80 of 155

17-06-2002
UW 206 IN DETAIL
78
ISOFIX-BEVESTIGINGEN De Isofix-bevestigingen zijn beschikbaar voor de twee buitensteachterzitplaatsen en voor de
passagiersstoel v——r. Deze makenhet mogelijk een speciaal
Isofix-kinderzitje , dat verkrijgbaar
is bij de PEUGEOT-servicepunten,te plaatsen. De sloten van het kinderzitje worden verankerd aan de speciale Isofix-bevestigingspunten en zorgen zovoor een veilige, degelijke en snellemontage van het zitje. Voorin
moet voor kinderen vanaf de
geboorte tot 13 kg het kinderzitjetegen de rijrichting in wordengeplaatst met de stoel geheel naar
voren geschoven , zodat de rugleu-
ning van het kinderzitje tegen of zodicht mogelijk tegen het dashboardaan is geplaatst. Het is in dit geval verplicht de air- bag aan passagierszijde uit teschakelen. Anders kan het kind bij het opbla- zen van de airbag levensgevaar-lijk gewond raken. Bij uitzondering kan het kinderzitje in de rijrichting worden geplaatst als eral andere kinderen op de achter-bank zitten of als de achterbank nietgebruikt kan worden (achterbankverwijderd of neergeklapt). Bevestighet kinderzitje met de Isofix-bevesti-gingen, de gesp van het kinderzitjeen de veiligheidsgordel en zet depassagiersstoel zover mogelijk naarachteren. Het is niet nodig de airbagaan passagierszijde uit te schakelen. Bij montage achterin moet de
voorstoel in de middelste stand en de rugleuning rechtop wordengezet , of het kinderzitje nu tegen de
rijrichting in of in de rijrichting isgeplaatst. Als het kinderzitje met de rug tegen de rijrichting in wordt geplaatst moetdit worden bevestigd met de Isofix-bevestigingen, de gesp van het kinderzitje en de veiligheidsgordel. Een speciaal, goedgekeurd kinderzitje
is het KIDDY Isofix-kinderzitje. Dit kanmet de rug in de rijrichting wordengeplaatst bij kinderen tot 13 kg en met de rug tegen de rijrichting in bijkinderen van 9 tot 18 kg. Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijnvoorzien van Isofix-bevestigingen. Hetis in dat geval verplicht het kinderzitjemet de normale driepunts veiligheids-gordels op de zitplaats te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzingvan de fabrikant.